1 e bestuursrapportage 2020

(1)

1 ^e bestuursrapportage

2020

(2)

(3)

Inhoudsopgave

1. Inleiding 3

2. Samenvatting 5

3. Bestuursrapportage per programma 7

3.0 Coronacrisis 7

3.1 Bevolking en bestuur 9

3.2 Openbare orde en veiligheid 10

3.3 Beheer openbare ruimte 11

3.4 Onderwijs 14

3.5 Cultuur en sport 16

3.6 Sociaal domein 19

3.7 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 21

3.8 Omgevingsrecht 23

3.9 Economische zaken en grondexploitaties 24

3.10 Algemene dekkingsmiddelen 27

4. Overhead 29

5. Mutaties met reserves 30

6. Begrotingswijzigingen 32

6.1 Begrotingswijziging per programma (nr. 7) 32

6.2 Begrotingswijziging restantbudgetten uit reserves (nr. 8) 37

6.3 Budgettair neutrale begrotingswijziging 44

7. Voorbereidingskredieten 47

Bijlage 1: Effecten Covid-19 49

(4)

e bestuursrapportage 2020 2

(5)

1. Inleiding

Met deze 1^e bestuursrapportage 2020 wordt een jaarschijf 2020 gepresenteerd die slui- tend is gemaakt door het ramen van een taakstelling van afgerond € 316.000. Voor de invulling van deze taakstelling worden bij de 2^e bestuursrapportage voorstellen gedaan.

Structurele doorwerking

De 1^e bestuursrapportage is in principe gericht op bijstelling van het jaar 2020. Toch zijn er een aantal voorstellen die ook een structurele werking hebben. De discussie en de afweging over de inzet van deze financiële middelen vindt pas plaats bij de behandeling van de kadernota 2021. Vanwege de uitzonderlijke situatie met de Coronacrisis en een groot aantal financiële ontwikkelingen heeft het presidium besloten dit jaar geen kadernota 2021 vast te stellen. Een financieel meerjarenperspectief (in plaats van een kadernota) wordt in het kader van de om- buigingen besproken in de raadsvergadering van 25 september 2020. In november wordt de begroting 2021 vastgesteld.

In de tabel op bladzijde 5 zijn de structurele effecten wel weergegeven. Deze tabel maakt ook deel uit van de kadernota 2021.

Uit de bestuursrapportage vloeit slechts een begrotingswijziging voort voor het jaar 2020.

Het meerjarenperspectief wordt niet bijgesteld aan de hand van deze bestuursrapportage.

Deze bijstelling moet nog plaatsvinden bij de programmabegroting 2021.

Leeswijzer

Deze rapportage start met een korte cijfermati- ge toelichting op het resultaat van de bestuursrapportage.

Daarna wordt puntsgewijs ingegaan op de gevolgen van het Coronavirus voor de taakvelden waar de gemeente een aandeel in heeft of ver-

antwoordelijk voor is. In een aparte bijlage wordt uitgebreider ingegaan op de effecten.

In hoofdstuk 3 en 4 wordt de bijstelling van met name de begroting 2020 in detail geschetst.

Ook wordt een financiële bijstelling van de begroting 2021 en het daarbij behorende meerjarenperspectief 2022-2024 geschetst. Hoofdstuk 3 handelt over de programma’s, hoofdstuk 4 over overhead.

Hoofdstuk 5 geeft een toelichting op de mutaties in de reserves.

In hoofdstuk 6 komen de begrotingswijzigingen aan de orde. Paragraaf 6.1 heeft betrekking op de bij deze bestuursrapportage behorende begrotingswijzigingen van de hoofdstukken 3 en 4. Paragraaf 6.2 vormt de wijziging door het op- voeren van restantbudgetten uit reserves en paragraaf 6.3 bevat marginale afwijkingen en/of budgetten waar onderlinge verschuivingen plaatsvinden. Per saldo betreft het een mutatie die budgettair neutraal is. De programma's in hoofdstuk 3 bevatten ook budgettair neutrale wijzigingen maar hiermee worden voorstellen bedoeld waarvoor dekkingsmiddelen aanwezig zijn in de vorm van een andere inzet van een bestaand budget of de inzet van een reserve.

Hoofdstuk 7 gaat over de voorbereidingskredieten.

In deze concept bestuursrapportage is de meicirculaire 2020 niet verwerkt. Deze was op het moment van samenstellen nog niet ontvangen.

Peildatum

De 1^e bestuursrapportage 2020 kent als peildatum 1 mei 2020.

(6)

e bestuursrapportage 2020

(7)

2. Samenvatting

Samenvatting 2020 2021 2022 2023 2024

Mutaties per programma:

1. Bevolking en bestuur 358.511

2. Openbare orde en veiligheid 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000 3. Beheer openbare ruimte - 175.000 - 185.000 - 185.000 - 185.000 - 185.000 4. Onderwijs - 22.500 - 105.000 - 105.000 - 105.000 - 105.000

5. Cultuur en sport - 14.000 13.800 13.600 13.400

6. Sociaal domein 546.715 346.715 246.715 146.715 26.715

7. Ruimtelijke ordening en volks-

huisvesting - 4.841 - 4.794 - 4.774 - 4.755

8. Omgevingsrecht - - - - -

9. Economische zaken en grondex-

ploitaties 110.700 7.100 7.100 7.100 7.100

10. Algemene dekkingsmiddelen - 497.343 - 57.143 - 57.143 - 57.143 - 57.143

Overhead - 30.000 - 30.000 - 30.000 - 30.000 - 30.000

Subtotaal saldo 316.083 10.831 - 89.322 - 189.502 - 309.683

Taakstelling - 316.083

Totaal saldo -

Voor de invulling van de taakstelling worden in de 2^e bestuursrapportage voorstellen gedaan.

De jaarschijven 2021-2024 zijn informatief.

Hierover vindt nog geen besluitvorming plaats.

Het meerjarig perspectief komt aan de orde in de raadsvergadering van 25 september 2020 en hierover wordt besloten bij de begroting 2021.

(8)

1^e bestuursrapportage 2020 6

(9)

3.0 Coronacrisis

In maart 2020 is ook in Nederland de ernst van het coronavirus doorgedrongen. Door de rijks- overheid zijn en worden allerlei maatregelen af- gekondigd met als doel de spreiding van het coronavirus te vertragen. Deze maatregelen hebben economisch negatieve gevolgen. Om bedrijven en zelfstandigen te compenseren zijn er diversen steunmaatregelen getroffen door het rijk. Een deel van deze maatregelen worden door de gemeenten uitgevoerd.

Ook als gemeente merken we de gevolgen van de crisisbestrijding door de overheid. Zowel aan de uitgaven als aan de inkomstenkant loopt de gemeente risico.

In dit stadium is het nog niet mogelijk om een kwantitatieve inschatting van de risico’s te geven. Wel is het mogelijk om al een kwalitatieve opsomming te maken.

Sociaal domein

Bij de uitgavenkant zitten de risico’s vooral bij de werkzaamheden binnen het sociaal domein.

In de kabinetsbrief van 17 maart roept het kabi- net aanbieders die worden geconfronteerd met liquiditeits- en andere financiële problemen op daarover in overleg te treden met hun reguliere financiers: zorgverzekeraars (Zorgverzeke- ringswet), zorgkantoren (Wet langdurige zorg) en gemeenten (Jeugdwet en Wet maatschappelijke ondersteuning), voordat zij een beroep doen op het vangnet van Tijdelijke Noodmaat- regel Overbrugging voor behoud van Werkge- legenheid (NOW). In dit kader is door samenwerking in Midden-Limburg Oost besloten de centrale coördinatie vanuit Roermond plaats te laten vinden voor WMO en Jeugd. De uit- gangspunten bij de ondersteuning zijn:

 verzoeken worden alleen in behandeling genomen wanneer geen gebruik gemaakt wordt van regelingen vanuit het rijk;

 elk verzoek wordt behandeld als maatwerk en wordt afgestemd met beleid- en busi- nesscontrol van de gemeenten;

 er wordt een bovengrens gesteld van overbrugging van maximaal de factuur februari.

Participatie

Voor de uitvoering van de steunmaatregelen komt er extra druk te liggen op de personele capaciteit van zowel de gemeente als van het servicecentrum MER.

Door het rijk is aangegeven dat de kosten die de gemeenten in dit kader maken door hun

vergoed zullen worden. Hoe deze vergoeding uit gaan zien en of dit alle extra kosten gaat dekken is op dit moment nog niet duidelijk.

Wat niet duidelijk is wat er gebeurt met even- tuele toename van werklozen door de crisis. De gemeente kan in de toekomst geconfronteerd worden met extra uitgaven voor verschillende uitkeringen. Hierdoor ontstaan extra kosten, maar is mogelijk ook extra financiële capaciteit noodzakelijk.

Jeugdhulp

 Het continueren van de hulp aan jeugdigen die het nodig hebben;

 Mogelijk meer hulpbehoevenden omdat de scholen minder zicht op de kinderen hebben;

 Stagnatie in de plannen die de gemeente heeft om de tekorten op de uitvoering van jeugdhulp terug te dringen;

 Jeugdwetvervoer: individueel vervoer in plaats van collectief vervoer.

Wmo

 Andere vormen van zorg zijn nodig, individueel in plaats van collectief. Dagbesteding en huiskamers zijn gesloten;

 Tijdelijke omzetdaling bij de zorgaanbieders;

 Bedrijfsvoering Omnibuzz en taxibedirjven;

 Individueel vervoer in plaats van collectief;

 Sociale wijkteams zijn stopgezet;

 Huiskamerprojecten zijn stopgezet;

Cultuur en sport

 Alle sportvoorzieningen zijn gesloten;

 Minder huuropbrengsten binnensport;

 Inkomstenderving Menswel;

 Verenigingsactiviteiten zijn tijdelijk stopgezet. Wat betekent dit voor verenigingen?

Inkomsten/contributies, accommodatie, trainers/instructeurs? Hoe om te gaan met al verleende subsidie voor 2020?

 Beschikbaarheid en inzet van vrijwilligers (leeftijds-risicogroep) voor bestuur- lijk/technisch kader, training, onderhoud accommodatie etc.

 Evenementen (zowel incidenteel als jaarlijks) vinden voorlopig géén doorgang; hoe om te gaan met al verleende/nog te verlenen subsidies.

 Inkomstenverlies stichting Museum van de Vrouw, Cultuurhuis Edith Stein en Stichting Myouthic;

(10)

 Subsidiëring van Oranjevieringen: deze activiteiten vinden geen doorgang;

 Subsidie culturele basisvorming: activiteiten cultuureducatie zijn ‘on hold’ wegens sluiting basisscholen;

Gemeenschappelijke regelingen

In hoeverre de gemeenschappelijke regelingen extra kosten maken die door de deelnemers vergoed moeten worden is nog niet duidelijk.

Door de veiligheidsregio is aangegeven dat zij extra kosten door het rijk vergoed krijgen.

Bedrijfsvoering/facilitair

Voor de uitvoering van de landelijke preventie- ve maatregelen (afstand houden, hygïënemaat- regelen, zoveel mogelijk thuiswerken) worden extra kosten gemaakt. Denk hierbij onder andere aan het plaatsen van plexiglas schermen bij de balies, de receptie en in de spreekkamers, het plaatsen van dispensers met ontsmettings- middelen, extra schoonmaakbeurten en het realiseren van extra thuiswerkfaciliteiten (licen- ties digitale vergadertools, leenlaptops, werk- plekvoorzieningen e.d.). De Vereniging van Nederlandse Gemeenten is met het Rijk in gesprek over een vergoeding van dergelijke kosten, maar op dit moment is nog niet duidelijk of deze er komt.

Inkomsten

Een duidelijk beeld van de wegvallende of later binnenkomende inkomsten kan nu ook nog niet geschetst worden, wel kunnen we enkele voor- beelden noemen waar een mogelijke inkomstenderving zich kan voordoen:

 een lagere opbrengst van toeristenbelasting omdat vakanties uitgesteld of geannu- leerd worden;

 bedrijven en zelfstandigen kunnen bij BsGW een aanvraag indienen voor uitstel van betaling van belastingen. Bij faillisse- ment vervallen deze inkomsten mogelijk;

 als meer inwoners werkeloos raken, neemt de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen mogelijk toe;

 lagere huuropbrengsten uit accommodaties (sporthallen, zwembad).

Een lagere opbrengst voor het verstrekken van documenten niet-ingezetenen. Het betreft Ne- derlanders die niet woonachtig zijn in Neder- land, maar die bij onze gemeente documenten aanvragen.

Ook kan hierdoor overcapaciteit ontstaan en dus extra kosten omdat de kosten van mede- werkers belast met het verstrekken van documenten aan niet ingezeten, niet gedekt worden door de opbrengsten voor het verstrekken van documenten niet-ingezetenen.

Bouwgrondexploitaties

Daarnaast zijn er wellicht risico’s in de stagnatie van bouwgrondexploitaties. Echter door de his- torisch lage rente is er bij een vertraging van de uitvoering slechts sprake van een minimaal ren- teverlies

Tot slot

De gemeente streeft naar een zo adequaat mogelijke uitvoering van de landelijke en lokale maatregelen en naar zoveel mogelijk conti- nuïteit van de reguliere werkzaamheden en van noodzakelijke (digitale) besluitvorming en heeft daarvoor de nodige interne maatregelen genomen.

Kortom de gemeente loopt mogelijk financiële risico’s door de crisis door de uitbraak van het coronavirus. De omvang van deze risico’s zijn nu nog niet te kwantificeren en ook is onduidelijk welke vergoedingen er mogelijk tegenover komen te staan.

In de bijlage van deze bestuursrapportage worden de meeste van de hierboven vermelde risico’s uitgebreider toegelicht.

(11)

3.1 Bevolking en Bestuur

Wat gaan we doen?

 Advieskosten

Voorgesteld wordt het budget advieskosten te verhogen met € 50.000 door hogere advocaat- en procedurekosten van langlopende civiel- rechtelijke procedures (project Klooster Koningsbosch, Laudy Bouw en Ontwikke- ling/Reinoudhal, Mertens Bouwbedrijf/vloer kindcentrum Nieuwstadt). Eventueel kan in een later stadium geprobeerd worden om deze kosten te verhalen op de veroorzaker.

 SC MER

In juni 2020 is begrotingswijziging. van het SC MER nr. 2020-4 aan de raad voorgelegd. Voor het programma bedrijfsvoering betekent dit een verhoging van de bijdrage aan het SC MER voor het jaar 2020 van € 323.106. Het programma bestuur & organisatie levert een be- sparing op voor onze gemeente van € 14.595.

Per saldo moet een bedrag in onze begroting opgenomen worden van € 308.511.

In het najaar van dit jaar wordt begrotingswijziging van het SC MER nr. 2020-5 aan de ge- meenteraad voorgelegd. Het is onduidelijk hoe groot de financiële effecten hiervan zijn.

Budgettair neutraal

 SC MER begrotingswijziging 2020-3 Begrotingswijziging 2020-3 van het SC MER heeft uitsluitend betrekking op het programma Bedrijfsvoering. Het betreft de extra

“incidentele” kosten ad € 363.031 voor de gemeente Echt-Susteren die nodig zijn voor het

oplossen van de problemen binnen het cluster DIV en het borgen van de reguliere werkzaamheden. Deze worden uitgevoerd met een grote flexibele schil bovenop de structurele formatie. Er is door het Servicecentrum MER een onderzoek uitgevoerd naar de huidige situatie van het cluster DIV binnen de afdeling bedrijfsvoering omdat het cluster DIV voor een grote opgave staat en de huidige werkzaamheden worden uitgevoerd met een grote flexibele schil bovenop de huidige formatie. Ook is gezocht naar een toekomstgerichte oplos- sing. Voorgesteld wordt om de processen en werkwijzen binnen het cluster DIV te standaardiseren en te harmoniseren. Daarbij wordt lean als methodiek gebruikt. Momenteel loopt het onderzoek ‘herijken zaakgericht werken’. De uitkomst van dit onderzoek is bepalend voor de uiteindelijke werkzaamheden en werklast van DIV. De resultaten van dit onderzoek worden in de loop van 2020 verwacht en daarmee wordt de impact op DIV pas duidelijk. Dan pas blijkt ook in hoeverre sprake is van slechts incidentele of mogelijk toch structurele kosten.

Voor de dekking van de verhoging van de bijdrage van Echt-Susteren aan het programma bedrijfsvoering SC MER wordt voorgesteld om van de reserve SC MER bedrijfsvoering

€ 196.000 in te zetten en het restantbedrag ten bedrage van € 167.031 voorlopig te dekken uit de reserve vermindering kapitaallasten.

Wat mag het kosten?

Omschrijving 2020 2021 2022 2023

Advieskosten 50.000

SC MER-bedrijfsvoering 323.106

SC MER-bestuur en ondersteuning - 14.595 Budgettair neutraal

Bijdrage SC MER BV 363.031

Reserve SC MER BV - 196.000

Reserve vermindering kapitaallasten - 167.031

Totaal 358.511

(12)

3.2 Openbare orde en veiligheid

 Drugsdumpingen

De gemeente wordt de laatste jaren structureel geconfronteerd met dumpingen van drugsafval.

Het is een verantwoordelijkheid van de gemeente om dit drugsafval op te laten ruimen door een gecertificeerd bedrijf. Het budget is ontoereikend en moet daarom met € 50.000

structureel verhoogd worden. Zowel op rijks- als provinciaal niveau zijn er plannen om een ver- goedingsregeling op te stellen waarmee minimaal 50% van de werkelijke kosten achteraf aan gemeenten vergoed worden. Daarom wordt € 25.000 als inkomst geraamd. Dit kan meer worden met zelfs terugwerkende kracht naar 2019.

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Drugsdumpingen 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000

Vergoeding rijk/provincie - 25.000 - 25.000 - 25.000 - 25.000 - 25.000

Totaal 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000

(13)

3.3 Beheer openbare ruimte

 Eikenprocessierupsbestrijding

Het onderzoeken, opstarten en monitoren van natuurlijke bestrijding van de eikenprocessie- rups kost eenmalig € 10.000. Deze eenmalige kosten kunnen niet opgevangen worden binnen de beheerbegroting groen.

 Storting voorziening onderhoud wegen Jaarlijks vindt een storting plaats in de voorziening onderhoud wegen om vanuit deze voorziening de onderhoudskosten te voldoen. Voor 2020 en volgende jaren kan deze storting met

€ 150.000 worden verlaagd omdat de onderhoudskosten de komende jaren lager uitvallen.

 Openbare verlichting

Doordat steeds meer openbare verlichting wordt voorzien van led-lampen en masten/armaturen vervangen zijn, kan het budget voor verlichting worden afgeraamd met

€ 35.000.

 Verkeersmaatregelen Maasbrachterweg Naar aanleiding van de toezegging binnen de programmabegroting (raad november 2018) is met omwonenden en een extern adviesbureau de verkeerssituatie, Maasbrachterweg Ber- kelaar, geïnventariseerd.

Vervolgens is procesmatig een definitief ont- werp opgesteld waarin kleinschalige verkeersmaatregelen worden ingepast en alle groenvoorzieningen opnieuw worden ingericht (onder andere als visuele snelheidsremmers). Dit plan is al besproken met de omwonenden. Om het deel groenvoorzieningen (aanplanten bomen, aanleg groeiplaatsen en aanbrengen blokha- gen) te financieren kunnen voor een deel middelen uit de reguliere groenbegroting worden onttrokken (€ 55.000). Geraamde kosten bedragen echter € 95.000. Het tekort van

€ 40.000 kan gedekt worden uit de voorziening wegen.

 Aanpak hondenpoepoverlast

Door een motie in de raadsvergadering van juli 2019 is verzocht om de hondenpoepoverlast te onderzoeken en hierop actief uitvoeringsbeleid te formuleren, inclusief het bekijken van moge- lijkheden creëren/uitbreiden van voorzieningen.

Binnen de bestaande beheersbegroting zijn geen structurele dekkingsmiddelen voorhan- den.

Op basis van de eerste verkenning en actuali- sering van bestaand conceptbeleid moeten voor het uitbreiden van voorzieningen, commu- nicatieve doeleinden, handhaving en beheer fi- nanciële middelen gevoteerd worden. Deze

worden geschat op éénmalige kosten van

€ 40.000 en worden gedekt uit de reserve vermindering kapitaallasten. De meerjarige conse- quenties worden opgelost binnen de reguliere werkzaamheden.

 Klein onderhoud uit voorziening wegen In de wet- en regelgeving van het BBV (Besluit, Begroting en Verantwoording) is bepaald dat groot onderhoud (gepland onderhoud van in- grijpende aard uitgevoerd op een belangrijk ob- ject) uit de voorziening wordt betaald, mits een recent beheerplan aanwezig is. Dit geldt dus niet voor klein onderhoud, zoals inspecties, keuringen, reiniging en ad hoc reparaties. Die lopen via de exploitatie. Op dit moment wordt de voorziening wegen nog gebruikt voor klein en groot onderhoud. Om aan de wet- en regelgeving te voldoen moet de jaarlijkse storting in de voorziening wegen structureel worden verlaagd met € 155.000.

Bovendien zijn in de exploitatie ontvangsten van derden verantwoord, van reparaties van door hun veroorzaakte schades aan wegen (Enexis, WML). Voorgesteld wordt dit bedrag

€ 50.000 vanuit de exploitatie structureel naar de voorziening wegen over te brengen voor de dekking van de gemaakte herstelwerkzaamhe- den.

 Klein onderhoud uit voorziening onderhoud gemeentelijke gebouwen

Volgens de BBV-voorschriften moet klein onderhoud ten laste komen van de exploitatie en groot onderhoud ten laste van de voorziening gemeentelijke gebouwen, gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan. Op dit moment is de hoogte en voeding van de voorziening gemeentelijke gebouwen gebaseerd op zowel groot als klein onderhoud. Daarom moet de jaarlijkse dotatie in de voorziening structureel verlaagd worden met € 212.000 en de exploitatie verhoogd worden voor ditzelfde bedrag.

 Klein onderhoud uit voorziening onderhoud gemeenschapshuizen

Volgens de BBV-voorschriften moet klein onderhoud ten laste komen van de exploitatie en groot onderhoud ten laste van de voorziening onderhoud gemeenschapshuizen gebaseerd op het meerjarenonderhoudsplan. Op dit moment is de hoogte en voeding van de voorziening onderhoud gemeenschapshuizen gebaseerd op zowel groot als klein onderhoud.

Daarom moet de jaarlijkse dotatie in de voorziening structureel verlaagd worden met

€ 51.753 en de exploitatie verhoogd worden voor ditzelfde bedrag.

(14)

e bestuursrapportage 2020

 Kosten voorziening afval

In de kaderstellende raadsnota van 21 februari- 2019) en de verordening afvalstoffenheffing en reinigingsrechten 2020 is uw raad geïnformeerd over de doelstelling eind 2020. Namelijk dat de 110 kg restafval per inwoner nog niet is bereikt en dat ondergrondse containers voor restafval bij de containerparken worden geplaatst. Door deze afvaltransitie worden extra kosten gemaakt van € 332.350 in 2020. Aangezien deze kosten niet mogen leiden tot een verhoging van de afvalstoffenheffing, komen deze volledig ten laste van de voorziening afval (budget neutraal).

 Kosten milieuparken RD Maasland

RD Maasland heeft in haar begroting/kadernota 2021 een meerjarenperspectief doorgerekend en het jaar 2020 bijgesteld. Dit perspectief laat een forse verhoging van de bijdrage aan RD Maasland zien voor het gebruik van hun milieuparken. In 2020 is dit een bedrag van € 44.500 dat wordt gedekt uit de voorziening afval. De stijging van 2020 naar 2021 is zelfs 37%, van

€ 294.000 naar € 402.570. De oorzaken van de verhoging zijn: een stijging van de salariskosten (cao), stijging van de verwerkingskosten van met name het aangeboden (grof) huishoudelijk afval op de milieuparken door een nieuwe aanbesteding, daling van afvalstroom met potenti- ele waarde (metaal). Dit wordt verwerkt in de nieuwe tariefsvaststelling voor 2021.

 Budgetten duurzaamheid decembercirculaire 2019

In het Klimaatakkoord van juni 2019 is afgesproken dat het rijk middelen ter beschikking stelt aan gemeenten voor de periode 2019 tot en met 2021 voor de uitvoering van het Kli- maatakkoord. In de decembercirculaire 2019 heeft het rijk middelen toegekend aan gemeente Echt-Susteren voor:

1. Energieloket: middelen (€ 28.743) om be- woners en particuliere gebouweigenaren goed te informeren door energieloketten 2. Transitie Visie Warmte: iedere gemeente

heeft € 202.101 ontvangen voor het opstellen van de Transitie Visie Warmte

3. Wijkaanpak: iedere gemeente heeft € 9.997 ontvangen om een start te maken met het opstellen van uitvoeringsplannen op wijkni-

veau (in het verlengde van de Transitie Vi- sie Warmte).

Om uitvoering te kunnen geven aan deze projecten heeft voorfinanciering plaats gevonden door onttrekking van middelen uit het budget duurzaamheid. Door de bestemming van het resultaat van de rekening 2019 is aan de raad voorgesteld om de rijksmiddelen toe te voegen aan de reserve duurzaamheid. Via dit voorstel wordt voorgesteld om de 3 bedragen toe te voegen aan het budget duurzaamheid, met als dekking de reserve duurzaamheid

 Regeling Reductie Energiegebruik (RRE) Door het Ministerie van BZK is de Regeling Reductie Energiegebruik (RRE) opgesteld. De gemeente heeft hier een aanvraag voor inge- diend en van het Ministerie van BZK heeft de gemeente in januari 2020 een beschikking ontvangen voor € 90.100, incl. BTW, als specifieke uitkering. Dit bedrag wordt als subsidie verleend aan de energiecoöperatie Echt-Susteren Ener- gie, die de werkzaamheden gaat uitvoeren.

Doel van de regeling is energiebesparende maatregelen te realiseren bij minimaal 1.000 huiseigenaren in 2020. Tot het moment van besluitvorming door de raad (1e bestuursrapportage 2020) wordt de subsidie bevoorschot aan de energiecoöperatie uit het budget Duurzaam- heid (uitvoering milieubeleidsplan). Na besluitvorming door de raad wordt de bevoorschotting uit het budget duurzaamheid aangevuld vanuit de specifieke uitkering RRE.

Investeringen

 Herinrichting (deel) St. Joosterbaan en Strumenkampstraat

De voorbereidingen voor de herinrichting van een deel van de St. Joosterbaan en Strumen- kampstraat zijn zover dat aanbesteed kan worden. De beschikbare middelen zijn de al bestaande kredieten St. Joost (GRP en DOP) voor € 481.100 en de opgenomen investeringen in het meerjareninvesteringsprogramma 2020 voor € 160.000. De globale raming geeft echter nog een tekort aan van € 400.000.

Voorgesteld word dit tekort te dekken uit Cen- trum Echt fase 1 voor 2020. Door herprioritering binnen het meerjareninvesteringsprogramma (MIP) 2024 wordt Centrum Echt fase 1 weer aangevuld voor € 400.000.

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Openbaar groen, eikenprocessie-

rupsbestrijding 10.000

Storting voorziening wegen - 150.000 - 150.000 - 150.000 - 150.000 - 150.000

(15)

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Openbare verlichting - 35.000 - 35.000 - 35.000 - 35.000 - 35.000 Budgettair neutraal

Verkeersmaatregelen Maasbrachter-

weg 40.000

Voorziening wegen - 40.000

Uitvoerings- en beheermaatregelen

hondenpoepbeleid 40.000

Reserve vermindering kapitaallasten - 40.000

Klein onderhoud wegen 155.000 155.000 155.000 155.000 155.000 Voorziening wegen - 155.000 - 155.000 - 155.000 - 155.000 - 155.000 Wegen algemeen overige bijdragen - 50.000 - 50.000 - 50.000 - 50.000 - 50.000

Voorziening wegen 50.000 50.000 50.000 50.000 50.000

Klein onderhoud diverse panden 212.000 203.000 192.000 194.000 192.000 Vermindering dotatie voorziening on-

derhoud gemeentelijke gebouwen - 212.000 - 203.000 - 192.000 - 194.000 - 192.000 Klein onderhoud diverse panden 51.753 49.430 50.920 53.370 51.720 Vermindering dotatie voorziening on-

derhoud gemeenschapshuizen - 51.753 - 49.430 - 50.920 - 53.370 - 51.720 Transitiekosten, tlv voorziening 332.350

Voorziening afval - 332.350

Bijdrage milieuparken RD Maasland 44.500

Voorziening afval - 44.500

Budget duurzaamheid

Energieloket 28.743

Transitievisie Warmte 202.101

Wijkaanpak 9.997

Onttrekking uit reserve duurzaam-

heid: energieloket - 28.743

Onttrekking uit reserve duurzaam-

heid: transitievisie warmte - 202.101 Onttrekking uit reserve duurzaam-

heid: wijkaanpak - 9.997

Doorbetaalde subsidie aan energie-

coöperatie 90.100

Ontvangen subsidie RRE - 90.100

Totaal - 175.000 - 185.000 - 185.000 - 185.000 - 185.000

Investeringen 2020 2021 2022 2023 2024

Herinrichting (deel) St. Joosterbaan en

Strumenkampstraat 400.000

Centrum Echt fase 1 - 400.000

Totaal -

(16)

3.4 Onderwijs

 Kindcentrum De Eik Nieuwstadt huurinkomsten

De huurinkomsten van MIK zijn per ongeluk dubbel opgenomen structureel in de begroting 2020 voor een bedrag van € 25.000.

 Leerlingenvervoer bewegingsonderwijs Het bewegingsonderwijs is een verplicht vak in het primair onderwijs. Een aantal scholen is op een grote afstand van de sportaccommodatie gelegen, zodat van gemeentewege het vervoer wordt georganiseerd. Een aantal scholen heeft in het schooljaar 2019-2020 minder uren bewegingsonderwijs afgenomen dan waarop ze volgens de regeling aanspraak kunnen maken.

Daarnaast gelden voor dit vervoer naar aanleiding van een Europese aanbesteding in 2018 gunstige tarieven. Daardoor vallen de kosten van vervoer in 2020 voor € 17.000 lager uit.

 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Voor de uitvoering van het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) ontvangt de gemeente jaarlijks een specifieke uitkering. In de gemeen- tebegroting is voor 2020 rekening gehouden met een rijksuitkering van € 320.994. Door een toename van het rijksbudget vanwege de invoering van een nieuwe verdeelmethodiek en de verhoging van de eisen aan aanbod en kwaliteit van de peuteropvang en in het bijzonder van de opvang voor peuters met een geïndi- ceerde taalachterstand, is de rijksuitkering verhoogd met € 164.736 tot € 485.730. Op dit moment wordt het rijksbudget OAB ingezet voor de bekostiging van het NT2 Flexteam bij basisschool De Driepas en voor de bekostiging van Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) in de peuteropvang. Door de toename van het rijkvergoeding OAB kan een groter deel van de kosten van de peuteropvang ten laste worden gebracht van dit rijksbudget. Daardoor ontstaat er een onderuitputting op de ‘eigen middelen’

die de gemeente besteedt aan de peuteropvang. Voor 2020 wordt deze onder uitputting geraamd op € 180.000. Voor de jaren daarna op € 130.000. Voorgesteld wordt om voor 2020

€ 149.500 van dit budget aan te wenden voor de onderwijshuisvesting (zie hieronder) en het restant vrij te laten vallen ten gunste van de algemene middelen.

 Onderhoudsbijdrage scholen

De per 1 augustus 2019 gesloten basisschool Jan Peters was gehuisvest in het MFC Rooste- ren, welk gebouw eigendom is van de gemeente. De gemeente verzorgde het (bouwkundig) onderhoud van het gebouw. Het schoolbestuur

betaalde de rijksvergoeding die ze ontving voor het onderhoud van de school door aan de gemeente. De ontvangen vergoeding werd vervolgens in de voorziening MFC Roosteren gestort, van waaruit de kosten van onderhoud werden betaald. In de (meerjaren)begroting was nog rekening gehouden met een vergoeding voor het MFC Roosteren van € 15.500.

Vanwege de sluiting van het gebouw valt de te ontvangen vergoeding en daarmee ook de storting in de voorziening € 15.500 lager uit.

Investeringen

 Onderwijshuisvesting

Gelet op de ontwikkeling dat gemeenten (mede) verantwoordelijk worden voor de bekostiging van renovatie van schoolgebouwen en het concrete verzoek van de Stichting Onderwijs Midden-Limburg (SOML) voor renovatie van de bovenverdieping van het gebouw van het Con- nect College aan de Populierlaan, heeft de ge- meenteraad besloten om een Integraal Huis- vestingsplan (IHP) op te stellen. Het IHP geeft inzicht in de staat van de gebouwen, de toe- komstplannen van de scholen en de gevolgen ervan voor de gebouwen. Daarnaast is in het meerjareninvesteringsplan 2020-2023 (MIP) voor de jaren 2021 en 2022 rekening gehouden met een investering van jaarlijks € 1.000.000.

Uit het IHP is gebleken dat in de komende jaren de schoolbesturen en gemeente te maken krijgen met grote investeringen in het onderwijs door renovatie, nieuwbouw en het verduurzamen van de gebouwen.

Huisvestingsplannen 2020-2022

Voor 2020-2022 gaat het om een renovatie van het gebouw van het Connect College aan de Populierlaan, waarvan de kosten voor rekening van de gemeente zijn berekend op € 2.264.500.

Dekking investeringskosten 2020-2022 renova- tie Connect College ad € 2.264.500

 € 1.000.000 MIP 2021;

 € 1.000.000 MIP 2022;

 € 115.000 ‘reserve onderwijsachterstandenbeleid’;

 € 149.500 onderuitputting van de ‘eigen middelen’ die wordt besteed aan het peu- terprogramma (voor- en vroegschoolse educatie) in verband met een hogere rijksuitkering voor onderwijsachterstandenbeleid in 2020.

Huisvestingsplannen na 2022

Voor wat betreft de in het IHP opgenomen plannen voor de jaren 2023 en verder is het van belang in de komende jaren bij het vaststellen van de kadernota en de begroting rekening te houden met de in het IHP genoemde investe-

(17)

ringen. Gelet op de onzekere financiële situatie vanwege de coronacrisis en de aangekondigde daling van de algemene uitkering in het Ge-

meentefonds zien wij momenteel geen ruimte om het MIP aan te vullen. Dit moet van jaar tot jaar bekeken worden.

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Huuropbrengsten MIK 25.000 25.000 25.000 25.000 25.000

Leerlingenvervoer bewegingsonder-

wijs - 17.000

Onderwijsachterstandenbeleid 164.736 164.736 164.736 164.736 164.736 Rijksbijdrage onderwijsachterstan-

denbeleid - 164.736 - 164.736 - 164.736 - 164.736 - 164.736

Subsidieprogramma professionele in-

stellingen - 180.000 - 130.000 - 130.000 - 130.000 - 130.000 Ten gunste van onderwijshuisvesting 149.500

Reserve onderwijshuisvesting - 115.000 Ten gunste van onderwijshuisvesting 115.500 Budgettair neutraal

Mutaties voorzieningen MFC Rooste-

ren - 15.500 - 15.500 - 15.500 - 15.500 - 15.500

Bijdrage scholen Basisonderwijs 15.500 15.500 15.500 15.500 15.500 Totaal - 22.500 - 105.000 - 105.000 - 105.000 - 105.000

(18)

3.5 Cultuur en Sport

 BTW-sportvrijstelling SPUK aanvraag 2020 Per 1 januari 2019 is de btw-sportvrijstelling ver- ruimd. Dit heeft kostenverhogende gevolgen, omdat de btw op activiteiten rond sportaccommodaties en bevordering van sportbeoefening niet meer kunnen worden teruggevorderd in de aangifte omzetbelasting. Om de gevolgen van de gewijzigde btw-wetgeving te compenseren, is voor gemeenten onder andere de spuk- regeling in het leven geroepen. In plaats van de aangifte omzetbelasting kunnen gemeenten de btw op sportzaken terugvorderen via de spuk- regeling. Op dit moment zijn de begrote bedragen gebaseerd op de spuk-aanvraag 2019.

Voorgesteld wordt om de begrote bedragen op sportzaken aan te passen naar de spuk- aanvraag 2020. Dit voorstel heeft een neutraal effect op de begroting, omdat de begrote lasten enkel worden verhoogd met de hoogte van de spuk-uitkering. In 2019 zijn er landelijk meer spuk-gelden aangevraagd dan dat er beschikbaar waren, met als gevolg dat de spuk- uitkering 81,7% was van het aangevraagde bedrag. Voorzichtigheidshalve wordt in de begroting voor 2020 ook uitgegaan van een uitkering van 81,7% van het aangevraagde bedrag.

 Lokaal sportakkoord

In lijn met landelijke ontwikkelingen wil de gemeente Echt-Susteren, samen met bij sport betrokken partijen, een traject starten om te komen tot een Lokaal Sportakkoord. Het Lokaal Sportakkoord wordt opgesteld met als doel zoveel mogelijk inwoners met plezier te laten sporten en bewegen. Daarmee sluit het lokale akkoord aan op het Nationaal Sportakkoord.

Hiervoor is een Sportformateur aangesteld met als taak om het proces te begeleiden en om samen met lokale partijen invulling te geven aan het sportakkoord met aandacht voor the- ma’s welke in het landelijk akkoord zijn be- noemd. Voor de Sportformateur wordt door het rijk een eenmalige bijdrage van € 15.000 beschikbaar gesteld.

Het lokaal sportakkoord geeft ook de mogelijk- heid om bij het rijk voor de jaren 2020 en 2021 een uitvoeringsbudget (€ 20.000) aan te vragen.

 Berging Short Stirling, locatie Lilbosch Voor de vliegtuigberging van de Short Stirling in Lilbosch heeft de raad in 2019 € 567.000 krediet beschikbaar gesteld met als dekking de rijksbijdrage uit de zogenaamde ‘bommenregeling’. In 2019 zijn € 401.742 aan directe kosten gemaakt. Daarnaast zijn € 76.710 aan interne uren gemaakt. Door een raadsbesluit is voor de

directe kosten en de interne uren een bijdrage uit de bommenregeling (jaarschijf 2020) aangevraagd (€ 401.742+ € 76.710= € 478.452). In 2020 worden nog € 57.600 aan kosten gemaakt voor de schadeloosstelling van de abdij (inclusief onafhankelijke berekening) en afron- dende werkzaamheden. De bijdrage uit de bommenregeling voor deze nog te maken kosten moeten nog, door een raadsbesluit, worden aangevraagd. Deze bijdrage ontvangt de gemeente dan in 2021.

De totale kosten van de berging bedragen daarmee € 536.052 en vallen binnen het totale krediet.

 Subsidieverzoeken grote evenementen Van Stichting Tiba is een verzoek ontvangen om een subsidie in de organisatiekosten van het evenement ‘’’t Passieverhaol’. Dit evenement vindt plaats op 9 april 2022. De stichting is al met de voorbereiding gestart en wil graag in aanmerking komen voor een voorschot op het beschikbaar te stellen subsidie van € 7.500.

Stichting Suëstra Evenemente zou oorspronke- lijk op 5 juni 2020 het evenement SJMAAL in Susteren organiseren. Vanwege de Coronacri- sis kan dit evenement op dat moment niet doorgaan en wordt het verplaatst naar een later moment. Door het bedrag nu te ramen is het beschikbaar als voorschot of voor voorbereidingskosten. SJMAAL is een nieuw evenement met een bourgondisch en bovenal gezellige uit- straling in het Smalste Stukje Nederland. De Stichting vraagt aan gemeente Echt-Susteren een subsidie van € 2.500 voor de organisatie van dit grote evenement

Op deze evenementen is de ‘Subsidieregeling evenementen Echt-Susteren 2015’ (verder; de subsidieregeling) van toepassing. In casu is sprake van een groot evenement als bedoeld in artikel 1, lid d van de subsidieregeling. Volgens artikel 5, lid 3 van de subsidieregeling vindt subsidiëring van grote evenementen plaats op basis van de in te dienen begroting tot een maximum van 50% van de totale door het college goedgekeurde kosten. Voor grote evenementen wordt geen subsidieplafond vastgesteld. In plaats van een subsidieplafond stelt de raad zo vaak als zij dit wenselijk acht een budget vast dat beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies op grond van dit onderdeel van deze regeling (artikel 6, lid 3 van de subsidieregeling). Uit het vorenstaande volgt dat de raad voor de uit subsidiëring van ’t Passieverhaol voortvloeiende lasten dekking moet aanwijzen.

(19)

 Project verduurzaming Leisurepark In de Bandert

De doelstelling van het project verduurzaming Leisurepark In de Bandert is om het leisurepark elektriciteitsneutraal te maken in de periode tot 2022 en om maximaal hernieuwbare elektriciteit te leveren aan het zwembad/sporthal (in beheer van Menswel). Het projectgebied betreft het zwembad, sporthal, verenigingsgebouwen inclusief overnachtingslocatie Menswel en com- merciële en maatschappelijke partijen (bij de investering van de bouw van de overnachtingslocatie zijn de zonnepanelen al meegenomen).

Voor de plaatsing van zonnepanelen op de verenigingsgebouwen is een businesscase opgesteld met een totaal investering van

€ 275.000. In de businesscase is als te ontvangen rijkssubsidie BOSA (Bouw en onderhoud sportaccommodaties) een bedrag geraamd van circa € 100.000. Dit verloopt via Menswel. Met Menswel en de verenigingen is de gemeente in gesprek om de resterende € 175.000 uit te ke- ren aan Menswel. De zonnepanelen genereren een opbrengst voor Menswel (exploitatievoor- deel op de energierekening). Dit voordeel wordt jaarlijks gekort op de exploitatiebijdrage van de gemeente aan Menswel. Hiermee wordt de gemeentelijke voorinvestering in 10 jaar terug- betaald.

Investeringen

 Verlichting buitensportterreinen

In 2019 is een eerste aanzet gegeven voor het verduurzamen, verledden en verbeteren van de functionaliteit van de sportveldver-

lichtingsinstallaties in onze gemeente. Het betreft de vervanging van de standaardver- lichting door ledverlichting van 13 voetbal- velden en tennisbanen:

Ook voor 2020 wordt ingezet op een tweede tranche. Met betrokken verenigingen is mogelijke verledding inmiddels besproken.

Deze verledding wordt met gebruikmaking van rijkssubsidieregeling “Stimulering bouw en onderhoud van sportaccommodaties” en mogelijk een nieuwe subsidieregeling verduurzaming sportaccommodaties van de provincie Limburg gerealiseerd. Hierbij is 30% van de investeringskosten subsidiabel gesteld door het rijk. Het door de provincie te hanteren subsidiepercentage is nog niet bekend. Voorlopig wordt uitgegaan van een co- financiering van 70% door de gemeente. Dat resulteert in een investering door de gemeente van € 200.000. Dit is in de begroting 2020 niet voorzien.

Hieruit volgt dat de navolgende accommodaties van led-verlichting kunnen worden voorzien:

St. Joost Veld 3.2, 6 masten bestaand

Susterse Boys 6 masten bestaand TC Konings-

bosch

4 armaturen bestaand FC Ria Veld 7.2, 8 masten SC Conventus

‘03

Veld 4.2, 6 masten, nieuw VV Roosteren Veld 6.2, 6 masten nieuw TV Echt 16 masten, 24 armaturen Wat mag het kosten?

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Kapitaallasten verlichting buitensport-

terreinen 14.000 13.800 13.600 13.400

BTW sportvrijstelling 57.184 33.240 43.594 44.788 49.759 Spuk rijksbijdragen - 57.184 - 33.240 - 43.594 - 44.788 - 49.759

Lokaal Sportakkoord 35.000 20.000

Algemene uitkering of aparte uitkering - 35.000 - 20.000 Berging Short Stirling, locatie Lilbosch 134.310

Rijksbijdrage bommenregeling - 134.310 Subsidiëring grote evenementen 10.000 Kermis: Evenement SJMAAL - 2.500 Reserve welzijn en cultuur - 7.500

Bijdrage aan Menswel 175.000

Reserve duurzaamheid - 175.000 17.500 17.500 17.500 17.500

Exploitatiebijdrage Menswel - 17.500 - 17.500 - 17.500 - 17.500

(20)

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Totaal - 14.000 13.800 13.600 13.400

Investeringen 2020 2021 2022 2023 2024

Verlichting buitensportterreinen 200.000

Totaal 200.000

(21)

3.6 Sociaal domein

 Jeugdhulp

Voor 2019, 2020 en 2021 hebben gemeenten extra middelen gekregen voor de Jeugdhulp (meicirculaire 2019). De kosten voor Jeugdhulp stijgen (landelijk) nog steeds en de middelen die vanuit het rijk worden ontvangen zijn niet toereikend. Onze gemeente heeft in 2018 een tekort genoteerd op de Jeugdhulp en ook in 2019 waren de middelen vanuit het rijk (inclusief de extra middelen) niet toereikend. In 2020 en 2021 worden nog extra middelen ontvangen, maar deze zijn een stukje lager dan in 2019.

Jeugdhulp is een open eind regeling. De gemeente is verplicht om noodzakelijk geachte zorg te bieden en te betalen.

Inmiddels zijn verschillende acties uitgezet om de kosten op de Jeugdhulp te verlagen. Het betreft kostenreductie bij zowel de toegang als de zorgaanbieders van de jeugdhulp. Kwaliteit en goede zorg voor de inwoners houden we daarbij zo veel mogelijk in het oog.

Een eerste effect is naar verwachting in 2020 al te zien. Wij verwachten echter dat het nodig is de komende jaren de budgetten voor Jeugd- hulp bij te ramen, omdat de extra middelen vanuit het rijk niet voldoende zijn om de uitgaven te dekken. Er wordt voorgesteld om in 2020 en 2021 de Jeugdhulpbudgetten bij te ramen met in totaal € 520.000 per jaar.

Voor de jaren 2022 en verder ontvangen gemeenten (nog) geen extra middelen ad

€ 495.000, maar de verwachting is wel dat er vanuit het rijk een meer structurele compensatie komt voor de problematiek binnen de Jeugdhulp. Als de meer structurele compensatie gelijk is aan de huidige compensatie in 2020 en 2021, dan is er ook voor de jaren vanaf 2022 jaarlijks een bedrag van € 520.000 extra nodig.

Hier wordt vanaf 2021 een taakstelling tegenover gezet van € 200.000 in 2021, € 300.000 in 2022, € 400.000 in 2023 en € 520.000 in 2024.

In overleg met het CJG, praktijkondersteuners, huisartsen en andere hulpverleners worden maatregelen gezocht om deze taakstelling te realiseren om zodoende binnen de door het rijk beschikbaar gestelde middelen te blijven.

 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg Met ingang van 1 januari 2020 is de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) van kracht. De Wvggz vervangt samen met de Wet zorg en dwang (Wzd) de Wet Bijzondere opnemingen Psychiatrische Ziekenhuizen (BOPZ). De invoering van de Wvggz heeft be-

leidsmatig en organisatorisch gevolgen voor gemeenten. Voor de gemeentelijke taken en bijbehorende kosten die volgen uit de Wvggz zijn vanaf 2020 structureel middelen toegevoegd aan het gemeentefonds. Voor de gemeente Echt-Susteren gaat het om een bedrag van € 26.715. Dit bedrag is onder meer bedoeld voor de structurele meerkosten van de Wvggz, waaronder de kosten van Vcare voor het uitvoeren van de hoorfunctie, het ontvangen en verwerken van meldingen, het uitvoeren van het verkennend onderzoek en de extra kosten van Khonraad.

Daarnaast wordt voorgesteld het bestaande budget voor de uitvoering van de wet BOPZ toe te voegen aan het budget voor de uitvoering van de Wvggz.

 Maatwerkvoorzieningen Wmo, PGB’s en eigen bijdrage

Door de invoering van het Wmo-abonnementstarief per 2019 en de aanzuigende werking hiervan zijn de kosten voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen het afgelopen jaar met zo’n 11%

gestegen. Deze stijging is pas in de loop van 2019 op gang gekomen en de precieze omvang van de stijging was lastig te voorspellen.

Voor 2020 en volgende jaren zijn de budgetten voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen al om- hoog bijgesteld, maar deze bijstelling lijkt nu niet voldoende. De verwachting is dat ook in 2020 de stijging in aanvragen voortzet als gevolg van het Wmo-abonnementstarief en de vergrijzing. Daarnaast wordt er minder eigen bijdrage geïnd. De afgelopen jaren is het budget voor de eigen bijdrage al afgeraamd met

€ 200.000. Een exacte inschatting van de fi- nanciële gevolgen is op dit moment nog niet te geven. Voorgesteld wordt om de budgetten voor de Wmo-maatwerkvoorzieningen 2020 en volgende jaren op te hogen tot het niveau van de realisatie 2019. De posten voor ‘Begeleiding Individueel’ en ‘PGB Gemeente’ kunnen iets omlaag bijgesteld worden zodat per saldo structureel een bedrag van € 160.000 moet worden bijgeraamd. Daarnaast wordt voorgesteld om ook het budget voor de ontvangsten uit eigen bijdrage structureel te verlagen met € 137.000 per jaar.

Dekking van de extra lasten van € 297.000 kan plaatsvinden doordat via de 1^e bestuursrapportage 2017 een structureel bedrag was geraamd als storting in de reserve Wmo. In 2017 was

(22)

1^e bestuursrapportage 2020 20 nog sprake van een overschot op het taakveld

Wmo en werd het overschot gestort in de reserve Wmo om hieruit te kunnen onttrekken in mindere tijden. Inmiddels is bekend dat de Wmo een structureel tekort laat zien. Om die reden kan de geraamde storting van het overschot in onze begroting met € 297.000 afgeraamd worden.

 Uitvoering notitie gemeenschapshuizen 2020

Vanaf 2020 zijn er nieuwe MJOP’s opgesteld voor de gemeenschapshuizen in eigendom van de gemeente. Daarnaast zijn er drie gemeenschapshuizen in eigendom bij derden. Ook vanuit deze gemeenschapshuizen is er een duidelijke behoefte aan ondersteuning op het gebied van onderhoud. Om onverwacht onderhoud door bijvoorbeeld een calamiteit en om aanvullende voorzieningen te kunnen uitvoeren bij de gemeenschapshuizen ten gunste van het goed kunnen functioneren van de gemeenschapshuizen was in het verleden een aanvullend budget ter beschikking gesteld. Hierbij be- trof het voorzieningen zoals het bestraten van de toegang, het plaatsen van een toegangs- poort, aanbrengen van extra verlichting, het

aanleggen van airco’s enz. Ook zijn advies-en begeleidingskosten voor het maken van een fondswervingsplan voor de inrichting van gemeenschapshuizen uit dit budget bekostigd.

Het besluit van de raad destijds maakte het mogelijk snel – zonder een lange procedure – zaken af te handelen. Dit budget is nu volledig besteed. Om de investeringen te kunnen voor- bereiden, de MJOP’s van de niet in eigendom zijnde gemeenschapshuizen te kunnen laten maken, een fondswervingsplan voor de Pejjer- hoaf en Pius X te kunnen laten begeleiden, is het gewenst dat er een nieuw budget ter beschikking komt. Gevraagd wordt een budget beschikbaar te stellen van € 105.000. Dit wordt gedekt uit de reserve vermindering kapitaallasten.

 Bijdragen gemeenschapshuizen:

Jaarlijks dragen de gemeenschapshuizen bij aan de kosten van hun onderhoud, met uitzon- dering van het gemeenschapshuis in Sint Joost en het MFC Roosteren. Aangezien zij een ge- deelte van het onderhoud zelf betalen, wordt hun bijdrage verrekend. Deze bijdragen worden gestort in de voorziening onderhoud gemeenschapshuizen. Dit verloopt budgettair neutraal.

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Jeugdzorg 520.000 520.000 520.000 520.000 520.000

Taakstelling - 200.000 - 300.000 - 400.000 - 520.000

Uitvoering Wvggz 26.715 26.715 26.715 26.715 26.715

Uitvoering Wvggz 3.800 3.800 3.800 3.800 3.800

BOPZ - 3.800 - 3.800 - 3.800 - 3.800 - 3.800

Maatwerkvoorzieningen Wmo, PGB’s

en eigen bijdrage 297.000 297.000 297.000 297.000 297.000

Aframen storting reserve Wmo - 297.000 - 297.000 - 297.000 - 297.000 - 297.000 Uitvoering notitie gemeenschapshui-

zen 2020 105.000

Reserve vermindering kapitaallasten - 105.000 Storting in voorziening gemeen-

schapshuizen 6.000 6.000 6.000 6.000 6.000

Onderhoud gemeenschapshuizen - 6.000 - 6.000 - 6.000 - 6.000 - 6.000

Totaal 546.715 346.715 246.715 146.715 26.715

(23)

3.7 Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

 Overdracht standplaatsen Echt

In navolging op de overdracht van de Susterse woonwagenstandplaatsen is in de loop van 2019 gestart met de overdracht van de Echtse standplaatsen. In samenspraak met de woningstichting zijn door een onafhankelijke partij onder andere een inventarisatierapport en een Meerjarenonderhoudsprogramma opgesteld en zijn nadere afspraken over de overdracht over- eengekomen en vastgesteld. Dit heeft eind 2019 geleid tot een bedrijfswaardeberekening.

De uitkomst van deze bedrijfswaardeberekening is de ‘bruidsschat’ die de gemeente aan de woningstichting betaalt voor de overdracht. De- ze bedraagt € 250.000 (afgerond). De verwachting is dat de overdracht voor 15 juli 2020 plaatsvindt. Tot die tijd ontvangt de gemeente nog huuropbrengsten, maar moet ook exploitatielasten (o.a. belastingen, verzekeringen) voor haar rekening nemen. In de begroting zijn deze huuropbrengsten en exploitatielasten vanaf 1 januari 2020 niet meer opgenomen. Daarnaast bestaat er voor de Echtse standplaatsen nog een (restant) boekwaarde van € 30.574, die af- geboekt moet worden. De jaarlijkse kapitaallasten die daar tegenover staan komen daardoor te vervallen.

Voor deze overdracht en bijkomende voorbereidingskosten is binnen de algemene milieureserve een bedrag van € 170.000 gereserveerd.

De bijkomende kosten, onder andere begeleiding door een onafhankelijk bureau en notaris- en kadaster kosten, bedragen € 15.000. Door de 2e bestuursrapportage 2019 is in boekjaar 2020 voor de bijkomende kosten al € 10.000 op de begroting geplaatst met als dekkingsmiddel de algemene milieureserve. Dit betekent dus dat voor de daadwerkelijke overdracht extra middelen van € 95.000 (= € 250.000 + € 15.000 - € 170.000) beschikbaar moeten worden gesteld. Voorstel is om deze uit de algemene reserve te dekken.

De nog te ontvangen huuropbrengsten (€ 10.800) dekken de nog te maken exploitatie-

lasten (€ 7.950) ruimschoots, er is sprake van een overdekking van € 2.850, die verrekend wordt met de voor de overdracht benodigde dekking uit de algemene reserve.

Voor dekking van de afboeking van de (restant) boekwaarde wordt de vrijval van de kapitaals- lasten 2020 en de reserve vermindering kapitaallasten ingezet.

 Advieskosten planschade en nadeelcompensatie

Het benodigde budget voor de aan planschade en nadeelcompensatie verbonden advieskosten is moeilijk in te schatten omdat dit afhanke- lijk is van het aantal daadwerkelijk ingediende schadeclaims in enig jaar. Bij samenstelling van de begroting is bedoeld budget daarom niet geraamd. In tegenstelling tot verwachte planschade en nadeelcompensatie zelf, worden advieskosten niet gedekt uit de exploitatie van ruimtelijke plannen en projecten of door met particulie- ren gesloten exploitatie- of planschadeovereen- komsten.

In de nota reserves en voorzieningen is besloten om jaarlijks te bekijken of er budget nodig is en zo nodig, dit te dekken vanuit de algemene reserve. Vanwege een viertal nog lopende en niet definitief afgeronde planschadeadviesaan- vragen, wordt het noodzakelijk gevonden om in 2020 voor wat betreft planschade over een werkbudget van € 10.000 te beschikken. Hieruit kunnen de kosten van de externe en onafhankelijke planschadeadviseur betaald worden.

Verder is nog sprake van één lopende en niet definitief afgeronde aanvraag om nadeelcompensatie. In dit kader is het noodzakelijk om voor de aan deze aanvraag om nadeelcompensatie verbonden advieskosten over een werkbudget van € 3.500 te beschikken. Vol- gens de nota reserves en voorzieningen 2019 worden deze kosten ten laste gebracht van de algemene reserve.

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Overdracht standplaatsen 250.000

Bijkomende kosten 5.000

Vrijval kapitaallasten - 9.853 - 4.841 - 4.794 - 4.774 - 4.755 Afboeking restant boekwaarde 30.574

Werken derden (beheer en huurincasso

t/m 15-07-2020) ¹) 6.825

(24)

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Belastingen (t/m 15-07-2020) ¹) 850 Verzekeringen (t/m 15-07-2020) ¹) 275 Huuropbrengsten standplaatsen (t/m 15-

07-2020) ¹) - 10.800

Algemene reserve - 92.150

Algemene milieureserve - 160.000 Reserve vermindering kapitaallasten - 20.721 Budgettair neutraal

Advieskosten planschade 10.000

Advieskosten nadeelcompensatie 3.500

Algemene reserve - 13.500

Totaal - - 4.841 - 4.794 - 4.774 - 4.755

¹) De staangelden/huuropbrengsten t/m 15-07-2020 dekken de (exploitatie)lasten over deze pe- riode.

(25)

3.8 Omgevingsrecht

 Kosten uitvoeringsprogramma 2020

Binnen het Servicecentrum MER (SC MER) voert de afdeling Omgevingsdienst namens de moedergemeente de wettelijke basistaken op het gebied van het omgevingsrecht uit, evenals aanvullende taken in de vorm van bestuurlijke prioriteiten en projecten. Deze taken worden jaarlijks vastgelegd in het Uitvoeringsprogram- ma.

Het uitvoeringsprogramma 2020 (UP’20) is ervan uitgegaan dat de opleving in de bouwsector doorzet en zijn extra uren geraamd voor de af- handeling van vergunningaanvragen, toezicht en handhaving. Om alle taken uit het UP’20 uit te kunnen voeren moet het budget MER- omgevingsdienst verhoogd worden met

€ 50.000. Daar staat tegenover dat de legesinkomsten naar verwachting ook meer bedragen dan de raming. Daarom kunnen de geraamde legesinkomsten met eenzelfde bedrag worden verhoogd.

Omschrijving 2020 2021 2022 2023 2024

Bijdrage MER 50.000

Leges bouwen - 50.000

Totaal - - - - -

(26)

3.9 Economische zaken en grondexploitaties

 Pacht van de jacht en visserij

De gemeente heeft ingestemd met een vermindering van de jachthuur van € 12 per ha. naar

€ 6 per ha. Redenen hiervoor zijn:

1. de wildstand is de laatste jaren behoorlijk achteruit gegaan;

2. de wetgeving over de jacht wordt steeds strenger en de (administratieve) lasten voor de jagers (wildbeheereenheden) nemen alleen maar toe;

3. de nu in rekening gevraagde verlaagde jachthuur van € 6 per ha blijft marktcon- form.

De in de begroting opgenomen inkomsten moeten daarom naar beneden bijgesteld worden.

 Toeristenbelasting

Vanwege de Coronacrisis zijn er dit jaar weinig overnachtingen door toeristen en arbeidsmi- granten in de vakantieparken en hotels. Hoe groot de derving van inkomsten is, is op dit moment nog niet in te schatten. Voorlopig wordt de opbrengst toeristenbelasting voor dit jaar al met € 100.000 afgeraamd. Het is nog onduidelijk of hier een vergoeding van het rijk tegenover komt te staan.

 Energiekosten Jan Petersschool Roosteren In 2019 is de Jan Petersbasisschool in Rooste- ren gesloten. Het schoolgebouw Eyckholtstraat 7, is hiermee leeg komen te staan. Er wordt gezocht naar een nieuwe invulling van het complex. Deze leegstand heeft tot gevolg dat kosten, zoals voor energie, voor rekening komen van het gemeentelijk vastgoed. Deze kosten bedragen circa € 300 per maand, een jaarbud- get van € 3.600. Hiermee is geen rekening gehouden in de bestaande budgetten en dit moet bijgeraamd worden.

 Klooster Koningsbosch

Op 18 december 2019 heeft de raad een voor- bereidingsbesluit genomen over het Klooster Koningsbosch. Dit betekent dat uiterlijk op 18 december 2020 een nieuw ontwerpbestem- mingsplan ter inzage moet worden gelegd.

Naast het nieuwe bestemmingsplan wordt een exploitatieplan voor het projectgebied opgesteld. Op deze manier verkrijgt de gemeente stevige grip op het verhaal van de kosten en op de beoogde en gewenste fasering van het project. Woningbouw kan slechts plaatsvinden als ook het monumentale klooster wordt gerestau- reerd.

Er is nog een budget beschikbaar voor plan- voorbereidingskosten van € 15.812. Aanvullend is voor het jaar 2020 een bedrag van € 35.000 nodig voor het opstellen van het bestemmingsplan, het exploitatieplan, een planschaderisicoanalyse en voor de inhuur van juridische bij- stand op dit complexe dossier. Omdat de gemeente zelf het initiatief heeft genomen om een nieuw bestemmingsplan en exploitatieplan op te stellen, kunnen deze kosten niet op een derde partij worden verhaald. Voorgesteld wordt het aanvullende budget te dekken door de inzet van de algemene reserve grondbedrijf.

 Programma Centrum Echt

Voor de verdere ontwikkeling en uitvoering van Programma Centrum Echt is afgesproken met Aldi BV en Mc Donalds Nederland BV, dat alleen medewerking kan worden verleend aan een planologische uitbreiding onder bepaalde voorwaarden. Afgesproken is met partijen dat een bijdrage wordt gedaan aan de nog aan te leggen rotonde Palmbrugweg-Zuiderpoort.

Deze toekomstige voorziening zorgt voor een betere en veiligere doorstroming van en naar het centrum en de locaties Aldi en Mc Donalds zelf. Deze afspraken zijn vastgelegd in hiervoor opgestelde exploitatieovereenkomsten die onderdeel zijn van de te verlenen of al verleende vergunning. De bijdragen van € 109.000 in 2020 en € 37.400 komen ten gunste van het MIP krediet ‘Herinrichting centrum Echt.

Het Programma Centrum Echt is een gebieds- gerichte aanpak met als centrale doelstelling het behouden en versterken van de regionale functie van Echt. Zorgvuldig ruimtegebruik en compactisering en clustering van stedelijke functies zijn daarbij wezenlijke onderdelen. In 2025 moet er (weer) sprake zijn van een vitaal Centrum Echt.

Het programma is gestoeld op 5 pijlers:

1. Cultuurhuis Edith Stein: de ontwikkeling van een ontmoetingscentrum (voormalig gebouw Plats) dat is getransformeerd naar een bruisend kloppend hart voor het lokale verengingsleven.

2. Planologie: op basis van zorgvuldig ruimtegebruik ontstaat een compacter en vitaal centrum. Herbestemming en invulling geven aan de lokale transformatieopgaven heeft hierbij prioriteit.

3. Bereikbaarheid: de komende jaren wordt ingezet op een verbeterde ontsluiting van

(27)

het centrumgebied en het opwaarderen van de parkeervoorzieningen.

4. Activering centrum: het opzetten van een structurele samenwerking tussen de ondernemers in het centrum (op basis van draagvlak) met als doel een bruisend en vitaal winkelhart in Echt.

5. Ontwikkeling monument De Valk: de herbestemming van het Rijksmonument De Valk en de ontwikkeling van een foodmarkt met aanverwante functies die moet leiden tot een versterking van de centrumstructuur en de vergroting van de aantrekkingskracht van het centrum.

Deze pijlers kunnen niet los van elkaar worden gezien en dragen samen bij aan het realiseren van de gemeentelijke ambities. Waarbij opge- merkt moet worden dat de gemeente het niet alleen kan. Er moet worden samengewerkt met alle betrokken partijen en belanghebbenden:

inwoners, ondernemers, vastgoedeigenaren, belangenverenigingen en andere overheden.

Door een goede samenwerking ontstaat draagvlak voor het Programma Centrum Echt en ook begrip voor de soms lastige keuzes die de gemeente moet maken. Door samenwerking wordt ook actief de participatie van alle partijen gestimuleerd waardoor het draagvlak voor het programma weer wordt vergroot.

De in 2017 en 2018 beschikbaar gestelde middelen voor de voorbereidende werkzaamheden (o.a. planvorming, contractvorming, participatie) zijn inmiddels volledig besteed. Voor de komende jaren is aanvullend voorbereidingsbud- get nodig, waarvan de hoogte beter kan worden ingeschat nu (de uitvoering van) het Program- ma Echt steeds duidelijker en concreter wordt.

In de periode tot en met 2024, de looptijd van het Programma Centrum Echt, is in totaal

€ 350.000 nodig:

2020 € 150.000

2021 € 100.000

2022 € 50.000

2023 € 50.000

2024 P.M.

Voorgesteld wordt om deze budgetten te dekken vanuit de reserve majeure projecten.

In algemene zin is het budget nodig voor de inhuur van deskundigen, voor onderzoeken en voor visievorming. Daarbij kan worden gedacht aan het nieuwe bestemmingsplan, het opstellen van een planschaderisicoanalyse, het uitwer- ken van een visie op de verbinding tussen De Valk en het winkelcentrum (nieuwe inrichting

Ursulinenplein) en - misschien wel het belang- rijkste – het op een constructieve en daad- krachtige wijze faciliteren van de transformatieopgaven in vooral de Bovenste straat. De gemeente heeft met het Programma Centrum Echt haar ambities duidelijk gedefinieerd en wil en moet deze ambities met een actief facilite- rende rol realiseren.

 Woningbouw voormalige locatie tennis- complex Nieuwstadt

De gemeente heeft een anterieure exploitatie- overeenkomst met een ontwikkelaar gesloten voor de bouw van 6 woningen op de voormalige tennislocatie aan ‘Op de Kasselemeier’ in Nieuwstadt. Het woningbouwplan voorziet in de realisatie van 6 koopwoningen voor senioren.

De grondopbrengst van de locatie bedraagt

€ 125.000. De eigendomsoverdracht vindt in 2020 plaats, nadat de omgevingsvergunning voor de woningen onherroepelijk is. De inbrengwaarde van de betreffende grond bedraagt € 87.500. De algemene dienst ontvangt bij verkoop van de grond genoemde inbrengwaarde vanuit het grondbedrijf. Door de 2^e bestuursrapportage 2019 is aangegeven dat deze opbrengst op grond van het bepaalde in de ‘No- ta reserves en voorzieningen 2019’ toegevoegd wordt aan de reserve regiofonds.

Met het oog op majeure projecten binnen andere gebiedsontwikkelingen die momenteel spe- len wordt voorgesteld om de inbrengwaarde weer te onttrekken aan de genoemde reserve en deze te storten in de reserve majeure projecten.

Investeringen

Voorgesteld wordt alle kredieten voor Centrum Echt onder twee kredieten weg te zetten (wegen en riool). Het omzetten van de kredieten gebeurt budgettair neutraal.

 Uitbreiding De Berk

Op 17 december 2019 heeft het college van B&W besloten om de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) te vestigen op landbouwperce- len ten oosten van bedrijventerrein De Berk. Dit besluit heeft onder andere tot gevolg dat een eigenaar (of beperkt gerechtigde) niet tot ver- vreemding van het perceel mag overgaan zonder het betreffende perceel eerst aan de gemeente te hebben aangeboden. Als de gemeente niet ingaat of afziet van koop, dan mag het perceel aan een derde worden aangeboden.

Na de vestiging van de Wvg is één perceel aangeboden aan de gemeente. Om tot aan-