• No results found

Archeologienota Onze-Lieve-Vrouw-Waver (Sint-Katelijne-Waver) Bosstraat 9

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Archeologienota Onze-Lieve-Vrouw-Waver (Sint-Katelijne-Waver) Bosstraat 9"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapporten All-Archeo bvba 475

Archeologienota

Onze-Lieve-Vrouw-Waver (Sint-Katelijne-Waver) –

Bosstraat 9

Jordi Bruggeman

Bornem

2021

(2)

Colofon

Rapporten van het archeologisch onderzoeksbureau All-Archeo bvba Erkend archeoloog: All-Archeo bvba, OE/ERK/Archeoloog/2015/00018 Auteurs: Jordi Bruggeman

All-Archeo bvba Woestijnstraat 45 2880 BORNEM

Wettelijk depot nummer D/2021/12.807/51

© All-Archeo bvba

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en /of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever.

All-Archeo bvba aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

(3)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 3

Inhoudsopgave

1 Inleiding ... 4

2 Verslag resultaten bureauonderzoek ... 5

2.1 Administratieve gegevens ... 5

2.2 Archeologische voorkennis ... 7

2.3 Onderzoeksopdracht ... 7

2.3.1 Vraagstelling en randvoorwaarden ... 7

2.3.2 Beschrijving geplande werken ... 8

2.3.3 Werkwijze ... 10

2.4 Assessmentrapport ... 10

2.4.1 Landschappelijke ligging van het onderzochte gebied ... 10

2.4.2 Historische beschrijving van het onderzochte gebied ... 16

2.4.3 Het onderzochte gebied in zijn archeologisch kader ... 25

2.4.4 Interpretatie van het onderzochte gebied en synthese ... 29

2.4.5 Afweging noodzaak verder vooronderzoek ... 30

3 Samenvatting ... 31

4 Bibliografie ... 32

4.1 Publicaties ... 32

4.2 Websites ... 32

5 Bijlagen ... 33

5.1 Archeologische periodes ... 33

(4)

1 Inleiding

Deze archeologienota werd opgemaakt naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning waarbij de totale oppervlakte van de ingreep in de bodem 1000 m² of meer beslaat, de totale oppervlakte van de kadastrale percelen waarop de vergunning betrekking heeft 3000 m² of meer bedraagt en waarbij de percelen helemaal buiten de archeologische zones liggen, opgenomen in de vastgestelde inventaris van archeologische zones,1 zoals bepaald in artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013. Het onderzoeksgebied valt niet binnen een beschermde archeologische site, noch binnen een gebied waar geen archeologisch erfgoed te verwachten valt.2

Alle coördinaten die weergegeven worden, zijn uitgedrukt in Lambert 72, tenzij anders vermeld.

De uitvoering van vooronderzoek zonder ingreep in de bodem gaat steeds de uitvoering van vooronderzoek met ingreep in de bodem vooraf. Het doel van een archeologisch vooronderzoek wordt immers met een minimum aan destructie van het archeologisch erfgoed bereikt.

1 https://geo.onroerenderfgoed.be

2 https://geo.onroerenderfgoed.be

(5)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 5

2 Verslag resultaten bureauonderzoek

Het doel van de archeologische bureaustudie is de aanwezigheid, aard en bewaringsomstandigheden van de archeologische monumenten te kunnen inschatten, de landschappelijke opbouw van het gebied te kennen, om de impact van de werken op het aanwezige archeologische erfgoed in te schatten en daaruit concrete aanbevelingen te formuleren voor de verdere prospectiestrategie.

2.1 Administratieve gegevens

Projectcode: 2021A234

Erkend archeoloog: All-Archeo bvba, OE/ERK/Archeoloog/2015/00018

Locatie (provincie, gemeente, deelgemeente, adres, toponiem): Antwerpen, Onze-Lieve-Vrouw- Waver, Sint-Katelijne-Waver, Bosstraat 9, Peerke’s hof

Bounding box x/y Lambert 72 coördinaten:

- 164737, 194807 - 164848, 194915 Kadastraal plan:

Figuur 1: Kadasterplan met aanduiding van het onderzoeksgebied in rood (www.geopunt.be)

Kadastrale percelen: Sint-Katelijne-Waver, Afdeling 3 (Onze-Lieve-Vrouw-Waver), sectie A, nummers 379E en 379F

(6)

Oppervlakte onderzoeksgebied: ca. 6082 m² Topografische kaart:

Figuur 2: Topografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.dov.vlaanderen.be)

Begin- en einddatum uitvoering onderzoek: 19/01/2021 – 27/01/2021

Relevante termen uit de thesauri bij de Inventaris Onroerend Erfgoed: bureauonderzoek, middeleeuwen, nieuwe tijd, akkerland, grasland, klooster, onderwijsgebouw, dorp

Verstoorde zones: Er bevinden zich verhardingen (ca. 3432 m²) en een klein gebouw (hoogspanningscabine) ter hoogte van het onderzoeksgebied (Figuur 3). Er kan verondersteld worden dat de realisatie ervan enige negatieve impact heeft gehad op het archeologisch bodemarchief. De precieze aard en de omvang van deze verstoring is echter niet gekend.

(7)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 7

Figuur 3: Verstoringenkaart, weergegeven op het GRB (www.geopunt.be)

2.2 Archeologische voorkennis

Er is geen concrete archeologische voorkennis met betrekking tot het onderzoeksgebied.

2.3 Onderzoeksopdracht

2.3.1 Vraagstelling en randvoorwaarden

Naar aanleiding van de geplande werken ter hoogte van het onderzoeksterrein werd een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd. Hierbij staat de vraag centraal wat de impact zal zijn van de geplande werken op het archeologisch bodemarchief. Op basis daarvan wordt een afweging gemaakt of verder archeologisch onderzoek met ingreep in de bodem nodig is.

Volgende onderzoeksvragen worden behandeld:

- Welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologisch potentieel van het terrein?

- Wat is de landschapshistoriek en de gebruiksevolutie van het terrein?

- Wat is de impact van de geplande werken?

Randvoorwaarden: er zijn geen randvoorwaarden van toepassing.

(8)

2.3.2 Beschrijving geplande werken

Op het terrein zal de heraanleg en uitbreiding van de bestaande parking plaatsvinden. In het kader hiervan zal de bestaande verharding verwijderd worden. De in- en uitrit, gehandicaptenparkings en de circulatiestroken worden uitgevoerd in betonstraatstenen, maar de eigenlijke parking wordt gerealiseerd in grasbetontegels. Tussen de parking en aan de randen worden wadi’s, graszones en groenmassieven aangelegd. Een brandweg wordt verhard met uitgewassen beton, net als twee zones om fietsen te stallen en een strook in het noorden waar een glooiende bank met prefab betonelementen langs zal gerealiseerd worden. In het noorden worden zones met kruidachtigen behouden en bijkomend aangelegd. Ook worden verspreid over het terrein bomen aangeplant.

De verharding met uitgewassen beton zal een dikte hebben van 10 cm en een fundering van 20 cm.

Bij de betonstraatstenen, die een dikte hebben van 10 cm, wordt een legbed van 3 cm voorzien, een fundering van 20 cm en indien nodig een onderfundering. De betonnen elementen zullen tot op vorstvrije diepte gefundeerd worden. Bij de grasdallen is het nog niet duidelijk hoe diep de fundering en onderfundering zal gaan. Momenteel wordt uitgegaan van een uitgravingsdiepte van ca. 50 cm.

Dit zal afhangen van resultaten van infiltratieonderzoek en de draagkracht van de bodem. De wadi’s komen standaard 30 cm onder het omliggende maaiveld te liggen. De diepte van de aanplantingen met gras en kruiden bedraagt ca. 30 cm en de diepte van de plantputten bedraagt ca. 80 cm.

Figuur 4: Legende bij het ontwerpplan

(9)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 9

Figuur 5: Ontwerpplan

(10)

2.3.3 Werkwijze

Het bureauonderzoek heeft betrekking op een zone die gekenmerkt wordt door een lage densiteit aan bebouwing in het verleden. Daarom wordt bijzondere aandacht besteed aan de landschappelijke opbouw en het landgebruik van het gebied.

Voor het bureauonderzoek zijn de aardkundige gegevens online opgezocht via www.dov.vlaanderen.be en www.geopunt.be. De geomorfologische kaart is niet beschikbaar voor het onderzoeksgebied en de potentiële bodemerosiekaart bevat geen gegevens over het onderzoeksgebied. Het historisch kaartmateriaal is gegeorefereerd geraadpleegd op www.geopunt.be.

Het belangrijkste beschikbare historisch kaartmateriaal werd geraadpleegd om de gebruiksgeschiedenis van het onderzoeksgebied van de laatste eeuwen zo goed mogelijk te kennen.

Met de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden (1771-1778), de Atlas der Buurtwegen (1841) en de Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van Popp (1842-1879) worden drie momentopnames bekeken, voorafgaand aan de stafkaarten. De informatie afkomstig uit historisch kaartmateriaal kan een impact hebben op de inschatting van de kwaliteit van het eventueel aanwezige oudere bodemarchief. Beschikbare stafkaarten en luchtfoto's van het onderzoeksterrein werden geraadpleegd op www.geopunt.be en op www.cartesius.be. Ze worden enkel weergegeven in voorliggende studie wanneer ze een relevante bijdrage kunnen leveren aan de onderzoeksvragen met betrekking tot de landschapshistoriek, de gebruiksgeschiedenis van het terrein of de evolutie van de historische bebouwing.

In het kader van de vraagstelling rond het archeologisch potentieel van het terrein werden de Centrale Archeologische Inventaris en de landschapsatlas geraadpleegd. De Centrale Archeologische Inventaris is een inventaris van tot nog toe gekende archeologische vindplaatsen. Vanwege het specifieke karakter van het archeologisch erfgoed dat voor ons verborgen zit in de ondergrond, is het onmogelijk om op basis van de Centrale Archeologische Inventaris met zekerheid uitspraken te doen over de aan- of afwezigheid van archeologische sporen.

2.4 Assessmentrapport

2.4.1 Landschappelijke ligging van het onderzochte gebied

Het onderzoeksgebied is gelegen in het noorden van het centrum van Onze-Lieve-Vrouw-Waver, ten westen van de Bosstraat en op korte afstand ten noorden van Dorp (Figuur 6). Het maakt op heden deel uit van het klooster- en scholencomplex zusters ursulinen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Volgens het gewestplan is het terrein gelegen in woongebieden. Hydrografisch behoort het tot het Netebekken, net ten noordoosten van de waterscheidingslijn met het Dijlebekken. Ten noordoosten bevindt zich de Dorpsbeek. Ten noordwesten bevindt zich de Schranshoefloop die uitmondt in de Bruinbeek, die zich ten zuidwesten van het onderzoeksgebied bevindt. De Capelloop ten zuidoosten van het onderzoeksgebied mondt ook uit in de Bruinbeek (Figuur 8).

(11)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 11

Figuur 6: Luchtfoto van 2020 met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://www.geopunt.be/kaart)

Figuur 7: Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM 1 m en Hillshade DHM Vlaanderen I, 5 m, met aanduiding van het onderzoeksgebied

(12)

Figuur 8: Hydrografische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied, Digitaal Hoogtemodel Vlaanderen II, DTM 1 m en Hillshade DHM Vlaanderen I, 5 m (https://www.geopunt.be/kaart)

Figuur 9: Hoogteverloop van zuidwesten naar noordoosten over het onderzoeksgebied (www.geopunt.be/kaart)

Het onderzoeksgebied ligt in een regio met een bijna vlak reliëf. De hoogste punten liggen op 22 m (Onze-Lieve-Vrouw-Waver) en 27,5 m (Niksenheuvel). Vanaf deze hoogste punten daalt de topografie naar het noorden tot 13 m (Hemelshoek) en 11 m (Schrenkelsgat). In het zuiden ligt het niveau op ca. 13 m te Keerbergen en 6 m te Bonheiden (Hondshoek). Niksenheuvel is een tertiaire opduiking, die gekenmerkt is door een iets verheven reliëf. De kern van Onze-Lieve-Vrouw-Waver heeft een gelijkaardig, maar minder uitgesproken uitzicht.3 Het onderzoeksgebied bevindt zich net ten noordwesten van het hoogste punt op een oost-west georiënteerde rug (Figuur 7). Het terrein kent een hoogte van 22,4 tot 23,2 m TAW, waarbij het niveau in noordoostelijke richting licht oploopt (Figuur 9).

3 Baeyens 1975, 11

(13)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 13

Figuur 10: Tertiaire geologische ondergrond met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

De tertiaire ondergrond van het onderzoeksgebied (Figuur 10) bestaat uit het lid van Antwerpen. Dit wordt gekenmerkt door zwartgroen fijn zand, sterk kleihoudend, sterk glauconiethoudend, glimmerhoudend, schelpen, soms grof zand en beenderresten.4

De quartairgeologische kaart (Figuur 11) geeft aan dat de ondergrond van het onderzoeksgebied gekenmerkt wordt door eolische afzettingen van het Weichseliaan (Laat-Pleistoceen) en mogelijk het Vroeg-Holoceen, en/of hellingafzettingen van het Quartair.5

4 www.geopunt.be/kaart

5 www.geopunt.be/kaart

(14)

Figuur 11: Quartairgeologische kaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

Figuur 12: Legende bij de quartairgeologische kaart (www.geopunt.be)

(15)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 15

De bodemkaart (Figuur 13) situeert het onderzoeksgebied in een bebouwde zone (OB). In de omgeving zijn er wel bodems gekarteerd. Eén of meerdere van deze bodemtypes komt mogelijk ook voor binnen het onderzoeksgebied. Het onderzoeksgebied wordt voornamelijk omgeven door een matig natte lemig zandbodem met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont en met klei- zandsubstraat beginnend op geringe of matige diepte (20-125 cm) en een dikke humeuze bovengrond (40-60 cm) (w-Sdc3). Het gaat om een hydromorfe, gedegradeerde grijsbruine podzolachtige bodem.6 Ten westen van het onderzoeksgebied is een zandbodem aanwezig met verder dezelfde kenmerken (w-Zdc3).7 Gesitueerd ten oosten van het onderzoeksgebied is een matig natte licht zandleembodem aanwezig met sterk gevlekte, verbrokkelde textuur B horizont met kleisubstraat beginnend op geringe of matige diepte (20-125 cm) (u-Pdc).8

Figuur 13: Bodemkaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

Het onderzoeksgebied wordt op de bodemgebruikskaart voor een aanzienlijk deel ingenomen door verhardingen, naast gras en struiken. Een kleine zone is als bebouwd ingekleurd (Figuur 14). Dit beeld komt overeen met het beeld dat we zien op een recente luchtfoto (Figuur 6).

6 Baeyens 1975, 46

7 Baeyens 1975, 33

8 Baeyens 1975, 61-62

(16)

Figuur 14: Bodemgebruikskaart met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

2.4.2 Historische beschrijving van het onderzochte gebied

Onze-Lieve-Vrouw-Waver zou als oudste van de Waverparochies opklimmen tot de 11de eeuw en werd in de 12de eeuw "Sancta Maria in Wavria" genoemd. Het was gelegen in het Waverwoud dat tot het einde van de 13de eeuw onder invloed van de Berthouts stond, voornamelijk de Berlaarse tak. In 1296 verpandde Lodewijk II Berthout de tienden van Onze-Lieve-Vrouw-Waver en Putte (Sint-Niklaas- Waver) aan de Mechelse commanderie van de Teutoonse ridderorde, Pitzemburg. Het uitzicht van de dorpskern wordt sterk bepaald door het klooster- en scholencomplex van de zusters ursulinen en de kerktoren.9

Onze-Lieve-Vrouw-Waver behoorde als heerlijkheid van het Land van Mechelen, één van de zeven kwartieren van het markgraafschap Antwerpen, vanaf 1559 samen met Bonheiden, een leen van de families Charles en Mechelman. Het werd later verkocht aan Diederik van der Nath (1650) en nadien aan Jan Frans Nikolaas van Bouchout (1666), die vanaf 1676 de titel baron van Onze-Lieve-Vrouw- Waver droeg. In 1719 kwam Onze-Lieve-Vrouw-Waver in handen van de familie Van de Werve en in 1726 van het geslacht de Ruysschen (graven van Elissem), wiens wapen in 1956 werd overgenomen

9 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Onze-Lieve-Vrouw-Waver [online]

https://id.erfgoed.net/themas/13642 (Geraadpleegd op 20-01-2021)

(17)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 17

door de gemeente tot na de fusie der gemeenten toen voor beide deelgemeenten samen een nieuw gemeentewapen werd aangenomen.10

Het centrum van Onze-Lieve-Vrouw-Waver wordt door het complex van het domein van het instituut van de ursulinen gedomineerd. Het dakenspel met zijn torens verleende de gemeente de bijnaam

‘Torekenswaver’.11

Op de Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden, opgemaakt op initiatief van graaf de Ferraris (1771-1778), is te zien dat het onderzoeksgebied grotendeels in gebruik is als tuinzone (Figuur 15). In het oosten van het onderzoeksgebied, aansluitend bij de Bosstraat, is een gebouw te bemerken. In het zuidwesten lijkt een gebouw net te worden aangesneden. Afgaande op de latere kaarten bevindt dit gebouw zich eerder ten zuiden van het onderzoeksgebied. In het noordwesten en het zuidwesten snijdt het onderzoeksgebied akkerland aan. Het onderzoeksgebied bevindt zich op korte afstand ten noorden van Dorp, de straat die het kerkdomein omsluit.

Figuur 15: Kabinetskaart der Oostenrijkse Nederlanden met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

10 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Onze-Lieve-Vrouw-Waver [online]

https://id.erfgoed.net/themas/13642 (Geraadpleegd op 20-01-2021)

11 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Klooster- en scholencomplex zusters ursulinen [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86231 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

(18)

Figuur 16: Bouwstadia tot 1916 van de school en het klooster van de zusters ursulinen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver (Baeck 1991, 23). Het onderzoeksgebied sluit ten zuiden aan op de situatie van 1916

Op de Atlas der Buurtwegen (1841) is enkel aan de oostzijde bebouwing te zien binnen het onderzoeksgebied. Het gaat om een klein en een iets groter gebouw. Vermoedelijk bleef het bodemgebruik hetzelfde (Figuur 17). Ten noordwesten van het onderzoeksgebied is een gebouw aanwezig langs de Bosstraat. Het gaat om de school en het klooster van de zusters ursulinen in Onze-

(19)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 19

Lieve-Vrouw-Waver (Figuur 16). Ze werden opgericht in 1841 op initiatief van pastoor J.B.

Verheyden, met hulp van zusters uit het klooster van Tildonk.12

Figuur 17: Atlas der Buurtwegen met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

De topografische kaart van 1864 geeft twee gebouwen weer in het oosten van het onderzoeksgebied (Figuur 18). Het gaat enerzijds om het gebouw langs de Bosstraat dat ook al te zien is op de Atlas der Buurtwegen uit 1841. Het tweede gebouw ligt op korte afstand ten westen ervan. De Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van P.C. Popp (1842-1879) geeft geen bebouwing meer weer ter hoogte van het onderzoeksgebied. Het kleinste gebouw is verdwenen. Er is wel een gebouw aanwezig ten zuidoosten van het onderzoeksgebied dat mogelijk overeenkomt met een gebouw dat op de Atlas der Buurtwegen wel binnen het onderzoeksgebied valt. De bebouwing ten noordwesten van het onderzoeksgebied, die te relateren is aan de school en het klooster van de zusters ursulinen, is aangepast en uitgebreid. Na ingrijpende verbouwingen in 1849-1850 (noordvleugel) en 1853 (zuidvleugel) ontstond een U-vormig geheel met centrale speelplaats aan de straat afgesloten door een muur (zie Popp-kaart) en met als middenvleugel een éénbeukige kapel.13

12 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Klooster- en scholencomplex zusters ursulinen [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86231 (Geraadpleegd op 23-01-2021); Baeck 1991, 22

13 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Klooster- en scholencomplex zusters ursulinen [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86231 (Geraadpleegd op 23-01-2021); Baeck 1991, 22

(20)

Figuur 18: Topografische kaart uit 1864 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.cartesius.be)

Figuur 19: Atlas cadastral parcellaire de la Belgique van Popp met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

(21)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 21

Een foto van de zuidervleugel van het complex van de ursulinen genomen vanaf de Bosstraat geeft op de voorgrond ook een deel van het onderzoeksgebied weer. Het opgeven door hagen en beplant met enkele bomen (Figuur 20). Een iets latere lithografie, opgemaakt omstreeks 1903, die het complex van de ursulinen weergeeft, verbeeldt ook een deel van het onderzoeksgebied aan de linkerzijde van de school- en kloostergebouwen. Het terrein is op dat moment begroeid met enkele bomen (Figuur 21).

Figuur 20: Foto van het complex van de ursulinen, laatste kwart 19de eeuw (Baeck 1991, 26 – archief Jozef van Rompay- Davids-fondsgenootschap)

(22)

Figuur 21: Lithografie (ca. 1903) van het complex van de ursulinen met links van de school- en kloostergebouwen het onderzoeksgebied, begroeid met enkele bomen (Baeck 1991, 27 – Archief Zusters Ursulinen)

Figuur 22: Topografische kaart uit 1929-1930 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.cartesius.be)

(23)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 23

In 1924 wordt door de ursulinen een terrein bijgekocht, genaamd het Peerkenshof of Peerke’s hof.

Het betreft (gedeeltelijk) het onderzoeksgebied.14 Op de topografische kaart van 1929-1930 is er nog steeds weinig bebouwing te vinden binnen het onderzoeksgebied (Figuur 22). In het oosten wordt gedeeltelijk een gebouw aangesneden dat zich langs de Bosstraat bevindt. Vermoedelijk komt het overeen met een gebouw dat al te zien is op de 19de-eeuwse kaarten. Opvallend is de uitgebreide bebouwing ten noordwesten van het onderzoeksgebied die in relatie staat tot de school en het klooster van de zusters ursulinen te Onze-Lieve-Vrouw-Waver. Op een luchtfoto in vogelperspectief uit 1930 is het onderzoeksgebied duidelijk te herkennen (Figuur 23). Het onderzoeksgebied is in gebruik als gras- en/of akkerland.

Figuur 23: Het instituut van de ursulinen, ca. 1930 (Baeck 1991, 35 - prentbriefkaart) met aanduiding van het onderzoeksgebied (rood)

Door het groeiend aantal religieuzen en leerlingen, onder meer gestimuleerd door de oprichting van een normaalschool (1863-1864), diende de school voortdurend te worden uitgebreid (1868-1869, 1872-1875 en 1887). Tot aan de Eerste Wereldoorlog vonden verschillende bouwcampagnes plaats.

Eind september 1914 werd het complex, op de kerk na, door oorlogsperikelen, quasi volledig vernield. De volledige heropbouw werd uitgevoerd vanaf 1919 en in de jaren 1920, naar ontwerp van Edward Careels. Nadien volgden nog enkele andere bouwcampagnes voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog. Tijdens deze oorlog werden de gebouwen voor een deel zwaar beschadigd bij de gevechten van mei 1940 en door inslaande V1's en V2's in 1944-1945.15 Wat opvalt op de topografische kaart van 1929-1930 is de hoogtelijn van 22 m die doorheen het onderzoeksgebied loopt. Dit lijkt in contrast te staan met de huidige topografische situatie, afgaande op het digitaal hoogtemodel (Figuur 7), waarbij een beperkt, maar duidelijk hoogteverschil van het onderzoeksgebied naar voren komt ten opzichte van de ten zuiden gelegen zone. Dit hoogteverschil kan er op wijzen dat het onderzoeksterrein genivelleerd is na 1930 en dat er daarbij een afgraving werd uitgevoerd ter hoogte van het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied.

14 Baeck 1991, 35 en 43

15 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Klooster- en scholencomplex zusters ursulinen [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86231 (Geraadpleegd op 23-01-2021); Baeck 1991

(24)

Een luchtfoto uit 1971 (Figuur 24) geeft aan dat het onderzoeksgebied volledig in gebruik is als gras- en/of akkerland. Op een luchtfoto uit 1979-1990 (Figuur 25) is te zien dat het oostelijke deel van het onderzoeksgebied grotendeels verhard werd. In 1986 werd door de gemeente gestart met de aanleg van een nieuwe parking op het Peerkenshof of Peerke’s hof.16 Het overige deel van het onderzoeksgebied is op de luchtfoto uit 1979-1990 met gras begroeid. Op een recente luchtfoto is te zien dat de verharding ter hoogte van het onderzoeksgebied verder uitgebreid is en dit in het zuidwesten en het noordwesten, maar dat het westelijke deel van het onderzoeksgebied nog steeds grotendeels met gras begroeid is (Figuur 6).

Figuur 24: Luchtfoto uit 1971 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

16 Baeck 1991, 43

(25)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 25

Figuur 25: Luchtfoto uit 1979-1990 met aanduiding van het onderzoeksgebied (www.geopunt.be)

2.4.3 Het onderzochte gebied in zijn archeologisch kader

De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) vermeldt een aantal locaties in de omgeving van het onderzoeksgebied waar archeologische resten gekend zijn (Figuur 26). De in de nabijheid gelegen archeologische waarden en de locaties met een gelijkaardige landschappelijke ligging worden besproken. Ze zijn het relevantste om het archeologisch potentieel van het terrein in te schatten.

Op korte afstand ten zuiden van het onderzoeksgebied, op het hoogste punt in de omgeving, bevindt zich de Onze-Lieve-Vrouw parochiekerk (CAI ID 110356).17 De oudste bewaarde onderdelen zijn een romaanse kruisingstoren van circa 1250, een vroeg-gotisch noordelijk transept uit de 14de eeuw, een gotisch koor met oude sacristie uit de 15de eeuw en een oude middenbeuk met zuilen, scheibogen en segmentbogige bovenlichten.18

17 Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: Onze-Lieve-Vrouw parochiekerk [online]

https://id.erfgoed.net/waarnemingen/110356 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

18 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Parochiekerk Onze-Lieve-Vrouw [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/2908 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

(26)

Figuur 26: Overzichtskaart Centrale Archeologische Inventaris met aanduiding van het onderzoeksgebied (https://geo.onroerenderfgoed.be/), weergegeven op het DTM 1 m en Hillshade DHM 5 m

Ten noordoosten van het onderzoeksgebied werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd dat greppels opleverde die mogelijk in relatie staan met bestaande bebouwing (CAI ID 225156). Ze zijn te plaatsen in de nieuwe tijd en nieuwste tijd.19 Ten noordwesten van het onderzoeksgebied werd ook een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd (CAI ID 219506). Het gaat om paalsporen, kuilen, greppels, een ploegspoor, verstoringen en een natuurlijk spoor. De sporen komen verspreid binnen het onderzoeksgebied voor. De sporendensiteit is in het algemeen laag. Op basis van de vulling en de aflijning van de sporen, samen met het aangetroffen vondstmateriaal en de relatie tot het akkerdek, kon voor de meeste sporen een datering in de nieuwe of de nieuwste tijd vermoed worden. De sporen wezen niet op de aanwezigheid van een waardevolle archeologische vindplaats.20 Beide onderzoekslocaties bevinden zich iets lager op de oost-west georiënteerde rug waar het onderzoeksgebied zich op bevindt. Ten noordoosten van het onderzoeksgebied werd ook nog een ander proefsleuvenonderzoek uitgevoerd dat geen archeologisch relevante of interessante sporen of vondsten opleverde die tot relevante kenniswinst kunnen leiden (CAI ID 217927).21 Op basis van de

19 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Klemlei [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/225156

(Geraadpleegd op 23-01-2021); Verrijckt/Keersmaekers 2019, 25

(https://id.erfgoed.net/archeologie/notas/12666)

20 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Vossenberglei [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/219506 (Geraadpleegd op 23-01-2021); Cleda/Hellinx 2017, 30-31 (https://id.erfgoed.net/archeologie/notas/5324)

21 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Koelarenvelden [online] https://id.erfgoed.net/waarnemingen/217927 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

(27)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 27

bodemprofielen kon vastgesteld worden dat er op deze locatie nog oudere akkerlagen en greppelsystemen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd aanwezig waren. Onder deze akkerlagen zijn geen nederzettingssporen of vondsten die hierop kunnen wijzen waargenomen of verzameld.22 Ten zuidwesten van het onderzoeksgebied, ook wat lager gelegen op de oost-west georiënteerde rug, werd een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De onderzochte zone is ingekleurd als negatief onderzoek. De antropogene sporen zijn voornamelijk grachten en greppels. Op basis van het proefsleuvenonderzoek werd geconcludeerd dat het terrein oorspronkelijk in bebost gebied gelegen was, met name het Waverwoud. Hier werden in de bodemopbouw nog restanten van vastgesteld.

Vervolgens werd het gebied in cultuur gebracht. Op basis van de aanwezige sporen, die in de late middeleeuwen of na de middeleeuwen te dateren zijn, werd geconcludeerd dat ingrijpende menselijke aanwezigheid pas vanaf deze periode plaatsvond. Het merendeel van de weinige sporen kan vermoedelijk gerelateerd worden aan de hoeve die te zien is op 18de-19de-eeuws kaartmateriaal en zich in de directe nabijheid van het onderzoeksgebied bevond.23 Een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd ten zuidoosten van het onderzoeksgebied leverde, met uitzondering van twee greppels en een slootvulling uit de nieuwe tijd of sub-recente periode, geen relevante archeologische sporen op.24

Ten noordwesten van het onderzoeksgebied bevinden zich vier bouwkundige relicten. Het gaat in de eerste plaats om de Schranshoeve (CAI ID 110262).25 Deze hoeve, voorzien van een omgrachting, gaat zeker terug tot de tweede helft van de 16de eeuw.26 Het tweede bouwkundige relict is Hoeve ’t Hof (CAI ID 103158).27 Het gaat om een hoeve die opklimt tot de 18de eeuw.28 Het derde (verdwenen) bouwkundige relict ten noordwesten van het onderzoeksgebied is de Molenhoeve (CAI ID 110321), die reeds op de 18de-eeuwse Kabinetskaart van de Oostenrijkse Nederlanden te zien is.29 Het vierde relict is de Bouchastroo hoeve (CAI ID 110322). Deze is ook al te zien op bovengenoemde kaart.30 Ten zuidwesten van het onderzoeksgebied is nog een andere hoeve te situeren. Het gaat om de (Grote) Waverhoeve (CAI ID 110260).31 Ze klimt in de kern op tot de 17de of de 18de eeuw.32

Ten zuidoosten van het onderzoeksgebied is Kasteel IJzerstein gesitueerd (CAI ID 110248). Tussen 1324 en 1343 werd de kasteeltoren gebouwd. Er zouden zich fundamenten van de toren bevonden

22 Devroe/Bervoets 2017, 24-26 (https://id.erfgoed.net/waarnemingen/217927)

23 Wyns 2014, 27-28

24 Pepermans et al., 2020, 33 (https://id.erfgoed.net/archeologie/notas/16796)

25 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Schranshoeve [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/110262 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

26 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Hoeve De Schrans [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3295 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

27 Agentschap Onroerend Erfgoed 2020: Hoeve ‘t Hof [online] https://id.erfgoed.net/waarnemingen/103158 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

28 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Hoeve 't Hof [online] https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86235 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

29 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Molenhoeve [online] https://id.erfgoed.net/waarnemingen/110321 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

30 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Bouchastroo hoeve [online]

https://id.erfgoed.net/waarnemingen/110322 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

31 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Waverhoeve (Grote Waverhoeve) [online]

https://id.erfgoed.net/waarnemingen/110260 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

32 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Grote Waterhoeve [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/86242 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

(28)

hebben onder het bakhuis. Het kasteel werd afgebroken in 1576 (verwoest door de Spanjaarden).33 In de 16de eeuw had het de naam "den Steen". Het huidige gebouw klimt wellicht op tot 1780.34 In voorbereiding van de Tweede Wereldoorlog werd de KW-linie opgericht. De ruggengraat van de KW-linie werd gevormd door één of twee rijen gevechtsbunkers. Belangrijke plaatsen, zoals dorpen en grote kruispunten, werden met extra gevechtsbunkers (de zogenaamde antitankcentra) verdedigd. Voor de rijen gevechtsbunkers legde men van noord naar zuid talrijke hindernissen.

Achter de bunkerlijn werd een telefoonnetwerk uitgebouwd dat de communicatie aan het front moest verzekeren.35 Het onderzoeksgebied is gesitueerd tussen de verdediging van de eerste lijn en de verdediging van de tweede lijn. Verschillende CAI-locaties in de omgeving van het onderzoeksgebied zijn te verbinden aan verdedigingsstructuren (bunkers) van de KW-linie.

Figuur 27: Situering van het onderzoeksgebied ten opzichte van de KW-linie (http://www.kwlinie.be/databank), weergegeven op het GRB (www.geopunt.be)

33 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Kasteel IJzerstein (Hooghuis) [online]

https://id.erfgoed.net/waarnemingen/110248 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

34 Agentschap Onroerend Erfgoed 2021: Hoeve IJzerstein of Hooghuis [online]

https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/3263 (Geraadpleegd op 23-01-2021)

35 http://www.kwlinie.be/opbouw

(29)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 29

Ten westen van het onderzoeksgebied werden twee archeologienota’s opgemaakt (ID 4741 en ID 15584).36 Hier ging nog geen veldonderzoek mee gepaard, waardoor er nog geen concrete kennis is over de aanwezige archeologische resten. Hetzelfde geldt voor een gebied ten zuidoosten van het onderzoeksgebied (ID 8584). Andere gekende archeologische waarden in de omgeving van het onderzoeksgebied bevinden zich al op vrij grote afstand ten opzichte van het onderzoeksgebied of kennen een verschillende landschappelijke ligging. Ze zijn weinig relevant om het archeologisch potentieel van het terrein in te schatten. Daarom worden ze hier niet nader toegelicht.

2.4.4 Interpretatie van het onderzochte gebied en synthese

Na uitvoering van het bureauonderzoek kunnen de onderzoeksvragen die vooropgesteld werden, beantwoord worden.

Welke aanwijzingen bevatten de bestaande bronnen over het archeologisch potentieel van het terrein? Wat is de landschapshistoriek en de gebruiksevolutie van het terrein?

Het onderzoeksgebied bevindt zich net ten noordwesten van het hoogste punt op een oost-west georiënteerde rug in een regio met een bijna vlak reliëf. Verschillende beken ontspringen ter hoogte van de flank van de rug, zoals de Dorpsbeek, de Schranshoefloop die uitmondt in de Bruinbeek, en de Capelloop. Het onderzoeksgebied bevindt zich archeologisch gezien ter hoogte van een gunstige landschappelijke locatie. Het is gelegen in het noorden van het centrum van Onze-Lieve-Vrouw- Waver, ten westen van de Bosstraat.

De gekende archeologische waarden in de omgeving geven een indicatie van het archeologisch potentieel in de omgeving. In het dorpscentrum van Onze-Lieve-Vrouw-Waver, dat als oudste van de Waverparochies zou opklimmen tot de 11de eeuw, bevindt zich de Onze-Lieve-Vrouw parochiekerk, waarvan de oudste bewaarde onderdelen teruggaan tot circa 1250. Verder gaan de bouwkundige relicten in de omgeving, voornamelijk hoeves, terug tot in de late middeleeuwen of de nieuwe tijd.

Er werden reeds enkele archeologische onderzoeken uitgevoerd in de omgeving van het onderzoeksgebied. Ze bevinden zich iets lager op de oost-west georiënteerde rug waar het onderzoeksgebied zich op bevindt. De aangetroffen resten bij deze onderzoeken zijn naar archeologische waarde toe weinig waardevol. De sporendensiteit is steeds laag en de sporen zijn voornamelijk te dateren in de nieuwe en de nieuwste tijd. De oudste resten zouden kunnen teruggaan tot de late middeleeuwen. Heel wat sporen zijn te relateren aan percelering.

Archeologische sporen die te plaatsen zijn vóór de late middeleeuwen werden in de nabije omgeving nog niet vastgesteld bij veldonderzoek. Het archeologisch potentieel voor de periode vanaf de steentijd tot aan de middeleeuwen is dan ook eerder laag. Gezien de ligging van het onderzoeksgebied aan de noordzijde van de dorpskern van Onze-Lieve-Vrouw-Waver is het archeologisch potentieel vrij hoog voor de periode van de middeleeuwen en later.

In 1841 werden ten noorden van het onderzoeksgebied de school en het klooster van de zusters ursulinen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver opgericht, die doorheen de tijd heel wat bouw- en verbouwingscampagnes kenden. Op heden maakt het onderzoeksgebied ook deel uit van het domein van de ursulinen. Mogelijk zijn er archeologische resten aanwezig, zoals van tuinaanleg, die gerelateerd zijn aan de ursulinen. Het onderzoeksgebied kende slechts weinig bebouwing in de periode vanaf de 18de eeuw en deze situeerde zich dan aan de zijde van de Bosstraat. Vanaf 1986 werd een deel van het terrein verhard. Het lijkt er ook op dat het onderzoeksgebied na 1930 een nivellering van het terrein onderging. In hoeverre bodemingrepen een belangrijke negatieve impact gehad hebben op het archeologisch bodemarchief is niet duidelijk.

36 https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/4741;

https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/15584

(30)

Wat is de impact van de geplande werken?

Binnen het volledige onderzoeksgebied worden werken gepland. De voornaamste werken omvatten de opbraak van de huidige verharding en de aanleg en heraanleg van een nieuwe parking. De geplande verstoringsdiepte bedraagt gemiddeld 50 cm. Ter hoogte van de groenaanleg en de wadi’s bedraagt de verstoringsdiepte ca. 30 cm. Ter hoogte van de plantputten kan de verstoringsdiepte oplopen tot ca. 80 cm. Dit doet besluiten dat momenteel binnen het volledige onderzoeksgebied het bodemarchief bedreigd is.

2.4.5 Afweging noodzaak verder vooronderzoek

Het bureauonderzoek toont aan dat het onderzoeksgebied archeologisch potentieel kent. Deze inschatting is gebaseerd op de gunstige landschappelijk ligging quasi op de top van een oost-west georiënteerde zandrug in een over het algemeen vlak landschap. Er werden reeds enkele archeologische onderzoeken uitgevoerd in de omgeving van het onderzoeksgebied. Ze bevinden zich iets lager op de oost-west georiënteerde rug waar het onderzoeksgebied zich op bevindt. De aangetroffen resten bij deze onderzoeken zijn naar archeologische waarde toe weinig waardevol. Het archeologisch potentieel voor de periode vanaf de steentijd tot aan de middeleeuwen is dan ook eerder laag. Gezien de ligging van het onderzoeksgebied aan de noordzijde van de dorpskern van Onze-Lieve-Vrouw-Waver is het archeologisch potentieel vrij hoog voor de periode van de middeleeuwen en later.

In 1841 werden ten noorden van het onderzoeksgebied de school en het klooster van de zusters ursulinen in Onze-Lieve-Vrouw-Waver opgericht, die doorheen de tijd heel wat bouw- en verbouwingscampagnes kenden. Op heden maakt het onderzoeksgebied ook deel uit van het domein van de ursulinen. Mogelijk zijn er archeologische resten aanwezig, zoals van tuinaanleg, die gerelateerd zijn aan de ursulinen.

Het onderzoeksgebied kende slechts weinig bebouwing in de periode vanaf de 18de eeuw en deze situeerde zich dan aan de zijde van de Bosstraat. Dit kan wijzen op een goed bewaard bodemarchief.

Vanaf 1986 werd een deel van het terrein verhard. Het lijkt er ook op dat het onderzoeksgebied na 1930 een nivellering van het terrein onderging. In hoeverre deze ingrepen een belangrijke negatieve impact gehad hebben op het archeologisch bodemarchief is niet duidelijk. Uit bovenstaande uiteenzetting blijkt dat het onderzoeksgebied archeologisch potentieel kent, waaruit volgt dat bijkomend archeologisch vooronderzoek nodig is.

Voor het verdere vooronderzoek wegen we verschillende onderzoeksmethodes af. Geofysisch onderzoek is niet aangewezen omdat dit geen gegevens over de chronologie van de eventueel gedetecteerde fenomenen kan opleveren. Het potentieel op kennisvermeerdering is voor deze onderzoekstechniek te beperkt. Veldkartering is niet mogelijk binnen het onderzoeksgebied, omdat het volledige terrein verhard en begroeid is. Landschappelijk bodemonderzoek zou relevant kunnen zijn om de bewaringstoestand van de bodem beter in te kunnen schatten. Aangezien het terrein voor een aanzienlijk deel verhard is en genivelleerd werd, wat vooral in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied een negatieve impact kan gehad hebben op het bodemarchief, is het uitvoeren van een landschappelijk booronderzoek niet zinvol.

Wel dient een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden om na te gaan of binnen het onderzoeksgebied relevante archeologische sporen aanwezig zijn. Deze onderzoekstechniek biedt daarvoor voldoende ruimtelijk inzicht en is geschikt omdat een site zonder complexe verticale stratigrafie verwacht wordt.

(31)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 31

3 Samenvatting

Het onderzoeksgebied is quasi op de top gelegen van een oost-west georiënteerde zandrug in een over het algemeen vlak landschap. Er werden reeds enkele archeologische onderzoeken uitgevoerd in de omgeving van het onderzoeksgebied. Ze bevinden zich iets lager op de oost-west georiënteerde rug waar het onderzoeksgebied zich op bevindt. De aangetroffen resten bij deze onderzoeken zijn naar archeologische waarde toe weinig waardevol. Het archeologisch potentieel voor de periode vanaf de steentijd tot aan de middeleeuwen is dan ook eerder laag.

Gezien de ligging van het onderzoeksgebied aan de noordzijde van de dorpskern van Onze-Lieve- Vrouw-Waver is het archeologisch potentieel wel hoog voor de middeleeuwen en later. Mogelijk zijn er ook archeologische resten aanwezig, zoals van tuinaanleg, die gerelateerd zijn aan de ursulinen die in 1841 ten noorden van het onderzoeksgebied een school en klooster oprichtten. Het onderzoeksgebied kende slechts weinig bebouwing in de periode vanaf de 18de eeuw en deze situeerde zich dan aan de zijde van de Bosstraat. Dit kan wijzen op een goed bewaard bodemarchief.

Vanaf 1986 werd echter een deel van het terrein verhard. Het lijkt er ook op dat het onderzoeksgebied na 1930 een nivellering van het terrein onderging. In hoeverre deze ingrepen een belangrijke impact gehad hebben op het archeologisch bodemarchief is niet duidelijk. Een evaluatie van de geplande bodemingrepen geeft aan dat het volledige bodemarchief binnen het onderzoeksgebied bedreigd is.

Gezien het archeologische potentieel van het terrein is verder archeologisch vooronderzoek aangewezen.

(32)

4 Bibliografie

4.1 Publicaties

Baeck, M., 1991: Gethsemani 1841-1991. Het instituut der religieuzen ursulinen te Onze-Lieve- Vrouw-Waver, Monumenten en landschappen 10-6, 21-44.

Baeyens, L., 1975: Bodemkaart van België. Verklarende tekst bij het kaartblad Putte 59 W, Gent.

Cleda, B./A.-J. Hellinx, 2017: Nota Onze-Lieve-Vrouw-Waver (Sint-Katelijne-Waver) – Vossenberglei, Wijk Schrans, Temse (Rapporten All-Archeo bvba 615).

Pepermans, J., 2020: Nota Onze-Lieve-Vrouw-Waver, Molenstraat 125. Verslag van Resultaten, Beerse (Rapport Nr. 0489).

Verrijckt, J./E. Keersmaekers, 2019: Nota Sint-Katelijne-Waver, Klemlei 9-10. Verslag van Resultaten, Beerse (Rapport Nr. 0188).

Wyns, G., 2014: Archeologische prospectie Onze-Lieve-Vrouw-Waver Dijk 36-38 (prov. Antwerpen).

Basisrapport, Ingelmunster (Rapport 2014/05).

4.2 Websites

Cartesius (2021)

https://www.cartesius.be

Databank ondergrond Vlaanderen (2021) https://dov.vlaanderen.be/

Geoportaal Onroerend Erfgoed (2021) https://geo.onroerenderfgoed.be/

Geopunt Vlaanderen (2021) https://www.geopunt.be/

Inventaris Onroerend Erfgoed (2021) https://inventaris.onroerenderfgoed.be KW-linie (2021)

http://www.kwlinie.be/

Onderzoeksbalans Onroerend Erfgoed Vlaanderen (2021) https://www.onderzoeksbalans.be

(33)

Onze-Lieve-Vrouw-Waver – Bosstraat 9 | 33

5 Bijlagen

5.1 Archeologische periodes

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Op de kaart is af te lezen dat de huidig geplande en gerealiseerde injectiekabels vooral in het noordwesten gelegen zijn (goed voor natuurlijke uitbreiding van serrebedrijven),

De Centrale Archeologische Inventaris (CAI) vermeldt een aantal locaties in de omgeving van het onderzoeksgebied waar archeologische resten gekend zijn (Figuur

∙ Het moet niet zo juist zijn - tstekt zoeë naa nie. ∙ Het motregent -

∙ Niet veel goesting hebben bij het eten - Mee lange tanne ete. ∙ Niets van - Zjatte

Volgens de nieuwe opvattingen wordt het fenomeen ongevallen als een kansverschijnsel beschouwd, dat door zeer vele omstandigheden en factoren wordt

The Institute for Road Safety Research SWOV was founded in 1962, Its object is, on the basis of scientl1ic research, to supply the authorities with data for measures aiming

Het onderwijs dat binnen onze school wordt aangeboden, past in het kader van richtlijnen, vastgelegd en goedgekeurd door de gemeenteraad in een door haar erkend pedagogisch

De aanwez1ghe1d van o a een dubbele duiven­ toren en een herenkamer m combinatie met een u1tzonderlIjke dakconstructie duid op de redelijk hoge welstand van de