• No results found

Vraag nr. 149 van 29 maart 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 149 van 29 maart 2001 van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 149 van 29 maart 2001

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Geweld tegen vrouwen – Initiatieven

Tijdens de follow-up-conferentie van de UNO over de situatie van de vrouwen in juni 2000, g e o r g a n i-seerd in het kader van het "proces van Peking", werd opnieuw het geweld tegen vrouwen aange-stipt als één van de belangrijkste problemen. Tot de actielijnen die binnen hetzelfde kader in aanmerking werden genomen, behoort de goed-keuring door de lidstaten van de nationale actie-plannen voor de bestrijding van geweld tegen vrou-wen.

1. Welke middelen heeft de Vlaamse overheid ter beschikking om geweld tegen vrouwen te be-strijden ?

2. Welke subsidiëring is er voor elk van deze mid-delen ?

Antwoord

Opvang slachtoffers geweld op vrouwen

De Vlaamse inbreng op het vlak van geweld tegen vrouwen bestaat voornamelijk in de uitbouw van een structureel aanbod van voorzieningen die deels of geheel op deze problematiek inspelen.

Tot dit aanbod behoren de centra voor algemeen welzijnswerk met hun diversiteit aan opdrachten, de centra voor integrale gezinszorg en de vertrou-wenscentra kindermishandeling.

Binnen het algemeen welzijnswerk Aanbod

We belichten eerst de opvang door de autonome centra voor algemeen welzijnswerk, geven dan enige cijfers betreffende teleonthaal en belichten vervolgens een specifiek experimenteel project. Autonome centra algemeen welzijnswerk

De meeste vormen van opvang van slachtoffers van geweld tegen vrouwen zijn geïntegreerd in deze centra voor algemeen welzijnswerk. We kun-nen deze verschillende vormen van opvang aange-ven.

– Onder de centra voor algemeen welzijnswerk in Vlaanderen ressorteren ongeveer 27 opvang-centra voor vrouwen en kinderen, w a a r v a n negen zich specifiek richten naar mishandelde vrouwen (9 vluchthuizen, met ongeveer 130 op-vangplaatsen).

De subsidiëring voor de vluchthuizen bedraagt ongeveer 55 miljoen.

– Er zijn in Vlaanderen dertien centra voor alge-meen welzijnswerk met de opdracht "hulp aan slachtoffers van misdrijven" (1 per gerechtelijk a r r o n d i s s e m e n t ) . In een samenwerkingsak-koord terzake met de federale overheid (Minis-terie van Binnenlandse Zaken en Minis(Minis-terie van Justitie) is bepaald dat slachtoffers van misdrij-v e n , mits zij hiermee akkoord gaan, misdrij-via een doorverwijsformulier worden doorverwezen naar deze centra voor slachtofferhulp, die dan zelf – met professionelen of vrijwilligers – contact opnemen met de slachtoffers. M i s h a n-delde vrouwen kunnen door politie of rijks-wacht rechtstreeks naar de vluchthuizen worden doorverwezen.

De totale subsidiëring voor de opdracht "slacht-offerhulp" bedraagt ongeveer 75 miljoen. – Alle autonome centra voor algemeen

welzijns-werk bieden informatie, advies en begeleiding bij relatieproblemen. De subsidiëring voor deze opdracht kan worden geschat op 100 miljoen. – Deze centra voor algemeen welzijnswerk

heb-ben ook een belangrijke preventieve en beleids-signalerende functie.

Centra voor teleonthaal

Op het nummer 106 van teleonthaal kan iedereen 2 4 uur op 24 uur terecht met om het even welke vraag of om het even welk probleem. In 2000 kre-gen alle teleonthaaldiensten samen 100.941 oproe-pen.

6.070 oproepen ressorteren onder het thema " s l a c h t o f f e r b e l e v i n g " . Hiervan waren 4.527 oproe-pen van vrouwen, dit is 74,6 %. Voor de verdere onderverdeling zijn de cijfers niet meer opgesplitst naar geslacht.

We geven enkele cijfers, mannen en vrouwen samen :

(2)

– seksueel geweld 577 – incest 957 – kindermishandeling 565 – oudermishandeling 165 – partnermishandeling 928 – pesterij, stalking 998 – andere 1.289

De totale subsidiëring voor teleonthaal bedraagd ongeveer 55 miljoen.

Allochtone info- en hulptelefoon

In het kader van de experimentele projectsubsidie is er een lopend project. Dit is een initiatief van het Steunpunt Allochtone Meisjes en V r o u w e n , in sa-menwerking met CAW Markant. Hiervoor ontvan-gen zij een subsidie een 1.800.000 frank, voor een periode van 1 november 2000 tot 31 oktober 2001. Titel van het project luidt : "allochtone info- en hulptelefoon".

Korte inhoud

Medet-foon : een info- en hulptelefoon voor en door allochtonen. Een laagdrempelige telefonische hulpverlening in de Marokkaanse en Turkse taal, die de toegankelijkheid van de reguliere hulpverle-ningsinstanties wil verbeteren.

Een allochtone gratis telefoonlijn voor toeleiding naar reguliere diensten en informering/hulpverle-ning in de eigen taal van de allochtonen, kan al-lochtonen die moeilijk de weg vinden naar regulie-re diensten de weg tonen en hen uit hun isolement h a l e n . De vragen en problemen van de allochtonen worden geregistreerd en doorgespeeld aan de wel-zijnscentra.

Er wordt gewerkt met vrijwilligers, die binnen het project een opleiding krijgen.

Regelgeving en evaluatie-instrumentarium

De erkenning en subsidiëring van de centra voor algemeen welzijnswerk worden geregeld door het decreet van 19 december 1997 betreffende het al-gemeen welzijnswerk en het besluit van de V l a a m-se regering van 28 april 1998 tot uitvoering van het decreet van 19 december 1997 betreffende het al-gemeen welzijnswerk. Daarnaast is er het decreet

van 29 april 1997 inzake de kwaliteitszorg in de welzijnsvoorzieningen.

In deze regelgeving worden de voorzieningen sterk geresponsabiliseerd om zelf een concrete invulling te geven aan hun werking en zelf de nodige kwali-teitscontrole te realiseren.

De centra dienen een beleidsplan op te stellen dat door de minister dient te worden goedgekeurd. Vi a deze beleidsplannen kan worden nagegaan of de nodige aandacht wordt besteed aan de diverse op-drachten die deze centra dienen te realiseren. Buiten het algemeen welzijnswerk

Centra voor integrale gezinszorg

Een centrum voor integrale gezinszorg is een voor-ziening die zorgt voor de ambulante begeleiding of de residentiële of semi-residentiële opvang en be-geleiding van ouders en kinderen en van aanstaan-de ouaanstaan-ders.

Het centrum biedt opname en begeleiding aan ge-zinnen en gezinsleden waarvan het gezinsfunctio-neren zo diepgaand problematisch is geworden, d a t gezinsdesintegratie een werkelijke dreiging vormt. De hulpverlening gebeurt integraal, gericht op het ganse gezin. Deze centra gaan in hun werking dan ook veel verder dan het louter – tijdelijk – op-vangen van vrouwen en kinderen in nood. Va n u i t hun opdracht wordt zoveel mogelijk geprobeerd alle gezinsleden, dus ook de partner, te betrekken in het helingsproces, met als eerste doel de relatie te herstellen, veeleer dan een breuk te bestendigen. Waar zulks niet mogelijk is, zal men aan het nieuw gevormde deelgezin de nodige bagage meegeven om zelfstandig verder te kunnen gaan. E m a n c i p a t i e en maatschappelijke integratie, alsook het verster-ken van de relatiebekwaamheid zijn dan ook dui-delijk doelstellingen ingebed in de opdracht van deze centra. Normproblemen zoals verwaarlozing, incestueuze relaties, kindermishandeling en part-nergeweld behoren in belangrijke mate tot de pro-blematieken die door de centra voor integrale ge-zinszorg worden aangepakt. Let wel, het gaat hier steeds om problematische situaties binnen gezin-nen met kinderen of bij aanstaande ouders.

(3)

cen-trum worden gekozen tussen een ambulante bege-leiding of een semi-residentiële of residentiële op-vang en begeleiding.

In Vlaanderen zijn zes centra voor integrale gezins-zorg erkend en gesubsidieerd.

Hun totale capaciteit bedraagt ongeveer 93.000 op-v a n g- en/of begeleidingsdagen op jaarbasis. In to-taal worden ongeveer 500 begeleidingen per jaar o p g e s t a r t . Ongeveer 120 mensen zijn tewerkgesteld in de centra voor integrale gezinszorg. De subsidie-kosten voor de Vlaamse en Gemeenschap bedra-gen ongeveer 145 miljoen frank per jaar.

De werking van deze centra wordt twee- à drie-jaarlijks onderworpen aan een inspectie. Op het vlak van cliëntenregistratie moet nog het een en het ander worden uitgewerkt, zodat beter zicht kan worden verkregen op de zich aandienende proble-matieken binnen deze centra en de gegeven ant-woorden op het vlak van opvang en begeleiding. Hiervoor is het wachten op de ontwikkeling van een geïnformatiseerd registratiesysteem.

Opvang slachtoffers van mensenhandel

Specifiek voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel worden drie centra gesubsidieerd: Surya in Luik, Payoke in Antwerpen (gesubsi-dieerd door de Vlaamse Gemeenschap en tevens door het Impulsfonds van de Nationale Loterij) en Pagasa in Brussel.

Er was ook een basisnetwerk voor de opvang van slachtoffers van mensenhandel, waarbij verschillen-de centra voor slachtofferhulp een beperkte subsi-die ontvingen om deze slachtoffers tijdelijk op te v a n g e n , met het oog op een toeleiding naar Payo-ke.

Recentelijk echter werd door het Impulsfonds een nieuw project goedgekeurd, waarbij het Steunpunt Algemeen Welzijnswerk 1 VTE krijgt voor een net-werkontwikkelaar die de reguliere voorzieningen die verantwoordelijk zijn voor de hulp- en dienst-verlening op de diverse terreinen die vermeld zijn in het protocol (algemeen welzijnswerk, O C M W ' s, b a s i s e d u c a t i e, a r b e i d s t o e l e i d i n g, i n t e g r a t i e s e c t o r ) ook naar deze doelgroep moet toeleiden. (VTE : voltijds equivalent – red.)

Zowel Payoke als Pagasa worden bijkomend voor 0,5 VTE gesubsidieerd voor de toeleiding van hun cliënten naar de hulp- en dienstverlening in de di-recte periferie van deze opvangcentra. De subsidië-ring van dit project bedraagt ongeveer 4 miljoen.

Andere

Daarnaast zijn er enkele praat- en zelfhulpgroepen voor mishandelde vrouwen. Het gaat hier meestal om vrijwilligersorganisaties.

Vertrouwenscentra kindermishandeling

Een vertrouwenscentrum kindermishandeling ver-vult de volgende opdrachten :

– het fungeert als meldpunt als het voor de hulpvrager niet mogelijk is melding te doen aan een vertrouwde hulpverlener ;

– het zorgt voor de eerste opvang van de be-trokkenen en voor de gespecialiseerde diag-nose met het oog op een efficiënte doorver-wijzing naar de gepaste hulpverlening, en het verwijst efficiënt door naar de gepaste hulp-verlening ;

– het volgt de hulpverlening op en coördineert ze indien nodig; het staat uitzonderlijk zelf in voor de begeleiding en de behandeling van slachtoffers van kindermishandeling en hun g e z i n , met name indien doorverwijzing te-genaangewezen of onuitvoerbaar is ;

– het staat in voor de ondersteuning van hulp-verleners die te maken hebben met de pro-blematiek van kindermishandeling en die terzake advies vragen; het staat ook in voor de systematische overdracht van zijn deskun-digheid aan andere relevante instanties ; – het ontwikkelt de eigen deskundigheid

voortdurend verder m.b. t . p r e v e n t i e, d e t e c-t i e, diagnose en hulpverlening bij kindermis-handeling ;

– het draagt bij tot de sensibilisering van de sa-menleving ;

– het signaleert evoluties en knelpunten in de hulpverlening betreffende kindermishande-ling aan de bevoegde overheden.

De totale subsidiëring voor de vertrouwenscentra kindermishandeling bedraagt ongeveer 106 mil-joen.

(4)

Belangrijkste problematiek per geslacht 1998-2000

1998 1999 2000

Jongen Meisje Aantal Jongen Meisje Aantal Jongen Meisje Aantal

Lichamelijke mishandeling 51,6 48,4 989 47,6 52,4 1.220 49,5 50,5 1.054 Lichamelijk verwaarlozing 51,0 49,0 577 51,4 48,6 835 47,0 53,0 725 Emotionele mishandeling 46,6 53,4 646 44,7 55,3 693 44,3 55,7 707 Emotionele verwaarlozing 51,9 48,1 420 49,3 50,7 568 48,4 51,6 576 Münchausen syndroom by 41,2 58,8 17 31,6 68,4 19 42,9 57,1 21 proxy

Seksueel misbruik : incest 23,0 77,0 1.410 21,9 78,1 1.378 20,8 79,2 1.142

Seksueel misbruik : geen

incest, onbekend 32,5 67,5 594 30,5 69,5 590 29,4 70,6 579

Risicosituatie 47,1 52,9 957 44,7 55,3 1.023 47,9 52,1 927

Onduidelijke problematiek 37,4 62,6 353 37,3 62,7 475 41,7 58,3 521

Verwerkingsproblematiek 23,6 76,4 110 28,1 71,9 135 35,4 64,6 113

Geen mishandeling, ander

probleem 43,1 56,9 167 46,8 53,2 263 42,5 57,5 285

Totaal 40,5 59,5 6.240 40,0 60,0 7.189 40,5 59,5 6.650

(Münchausen-syndroom : voorgewende of zelf veroorzaakte stoor-nis ; by proxy : variant waarbij stoorstoor-nis wordt voorgewend of ver-oorzaakt bij personen over wie betrokkene de zorg heeft – vorm van kindermishandeling om de aandacht te trekken) – red. De toekomst : streven naar betere samenwerking Wat de krachtlijnen voor de toekomst betreft, is het niet in de eerste plaats de bedoeling de opvang- o f begeleidingscapaciteit te verhogen, maar veeleer te streven naar een betere samenwerking tussen fede-rale en gemeenschapsinstanties, met het oog op een naadloze overgang van de diverse bevoegdheden en opdrachten in de aanpak van de bestrijding van ge-weld op vrouwen, en dit zowel op centraal, r e g i o-naal en lokaal vlak (cfr. het samenwerkingsakkoord tussen de federale staat (Justitie en Binnenlandse Zaken) en de Vlaamse Gemeenschap inzake slacht-offerzorg van 7 april 1998).

Binnen Gelijke Kansen in Vlaanderen

Als minister bevoegd voor Gelijke Kansen sta ik achter de nationale actieplannen voor bestrijding van geweld tegen vrouwen. Het is belangrijk dat de verschillende overheden op eigen niveau acties on-dernemen om dit probleem aan te pakken.

Binnen het Vlaams gelijkekansenbeleid werden in 2000 twee projecten gesubsidieerd die tot doel had-den geweld tegen vrouwen te bestrijhad-den. Het gaat om projecten van volgende organisaties:

– " Vormingsinstelling Motief – Vo r m i n g s g r o e p Z i j n " ; " Z o e k e n , v i n d e n , werken aan een goede

attitude" : een vormingsreeks m.b. t . i n t r a f a m i l i-aal geweld en misbruik voor studenten van ho-gere paramedische opleidingen.

– "Refleks Junior" ; een project rond vorming voor jongens van 14-18 jaar m.b. t . preventie van geweld en grensoverschrijdend gedrag.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Vlaamse administratie – Deeltijds leidinggevenden Reeds sedert 1998-1999 volg ik de mogelijkheid op van deeltijdse arbeid voor topambtenaren van

– de Buzzy Pazz een netabonnement wordt, waardoor jongeren onbeperkt gebruik kun- nen maken van het aanbod van De Lijn ; – er kortingen zijn vanaf de tweede Buzzy.. Pazz

In het kader van de opmaak van het ontwerp van Mobiliteitsplan Vlaanderen zijn een aantal voor- stellen voor Light Rail-verbindingen gedaan1. Deze voorstellen passen in

Een korte beschrijving van de stand van zaken Eerst en vooral wens ik op te merken dat de statis- tieken met betrekking tot de nationaliteit niet rechtstreeks tot het

Sinds juli 2000 zijn er geen andere beroepspro- cedures lopende voor de Raad van State waarin de minister en de Vlaamse regering

Ze stelde daarom voor experi- menten te starten waarbij kleuterleid(st)ers in de kinderopvang en kinderverzorg(st)ers in de klas worden ingezet, en dit in overleg met de

Binnen de sector Maatschappelijk Opbouw- werk wordt door een aantal regionale instituten voor maatschappelijk opbouwwerk doelbewust gekozen om allochtone medewerkers aan te w

Volgende initiatiefnemers uit Limburg zijn kan- d i d a a t-nieuw lid van het convenant tussen de Vlaamse Gemeenschap en de leden van het sa- menwerkingsverband ter ondersteuning van