• No results found

MOEDERLAND EN IN NEDERLANDSCH-INDIË.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "MOEDERLAND EN IN NEDERLANDSCH-INDIË. "

Copied!
177
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

I

(2)

0093 1905

(3)
(4)
(5)

NAAK DE

VOORMALIGE EI HEDSIM&SCHE POLITIEKE M Ï I 1

IN HET

MOEDERLAND EN IN NEDERLANDSCH-INDIË.

I

(6)
(7)

O N D E li Z O E K

N A A I ! D B

VOORMALIGE EN HEDENDAAGSCHE POLITIEKE UITZETTING

I N H E T

M O E D E R L A N D E N IN N E D E R L A N D S C H - J I N D I Ë .

Waitaâsà Pmfsjtkift

ÏER VERKRIJGING VAN DEN GRAAD VAN

BQGTQR IS HET M E I I S C I EI HEDESDAMSCH REGHT

A A N D E HOOGESCHOOL TE UTBECHT,

NA MACHTIGING VAN DEN RECTOB M A G N I Ï I C U S

D\ C. H. C. G R I N W I S ,

gewoon Hoogteeraar in de Faculteit der Wis- en Natuurkunde,

MET TOESTEMMING VAN DEN ACADEMISCHEN SENAAT

EN

VOLGENS BESLUIT DER RECHTSGELEERDE FACULTEIT,

T B V E R D E D I G E N op Dinsdag 5 October 1875, des namiddags ten 3 ure,

DOOR

J A N A N T O N I E ^ I A E D T ,

geboren te Doornspijk.

ROTTERDAM,

J. C. N E I S Z E N & C°.

o« ^

a-,tAN feVOLKENKUNO!

(8)
(9)

«

(10)
(11)

H O O F D S T U K I.

Bladz.

Historisch overzicht van de politieke uitzetting in

het moederland * "^

H O O F D S T U K I I .

Historisch overzicht van de politieke uitzetting in

Oost-Indië 63—136

H O O F D S T U K I I I .

Besluit • • 1 3 7 - 1 5 3

(12)
(13)

Bij het onderzoek n a a r de historie der politieke uitzetting blijkt het o n s , dat reeds over den oorsprong dezer bevoegdheid aanmerkelijk verschil van gevoelen bestaat.

H U G O D E G R O O T h i e r o v e r op onderscheidene p l a a t - sen handelende l) leidt deze bevoegdheid af u i t de m a c h t , welke de steden reeds voor het begin van den 80-jarigen oorlog h a d d e n , om nl. „ y e m a n t het p o o r t e r - schap te g u n n e n , of' w e y g e r e n , om y e m a n t in de S t a d t t e o n t f a n g e n , ofte o n t s e g g e n , om eenige persoonen u y t het eene q u a r t i e r om redenen wil te l o g e r e n , ende meer diergelycke acten te p l e g e n , die men t o t onderhoudinge van S t a d t s r u s t plach te u s e r e n . "

O o k Mr P . H . V A N D E W A L L in zijn uitstekend werk „ P r i v i l e g i e n van D o r d r e c h t " , ( d a a r ter plaatse uitgegeven a. 1 7 9 0 ) p a g . 1 7 2 9 , de politieke uitzetting

') Zie: Apologie, Cap. X I I , pag. 129 en 130 en Kesponsiones ad quaed. ab utr. Jud. apnd Batav. consessu obiecta, pag. 403 en volgg., te Amsterdam in 1652 gedrukt.

1

(14)

reo-t is van o u d s , door de Magistraaten d e r Hollandsche

tu)

S t e d e n , ten aanzien van derzelver p o o r t e r s , geoeffend.

D e onvergelijklijke H U G O D E G R O O T , heeft dit r e g t der S t e d e n , uit het aloud gebruik en uit 's L a n d s W e t t e n en P l a c a a t e n , o p g e d o k e n , en m e t verscheiden voorbeel- den bevestigd. Hij z e g t , onder a n d e r e n , in 't gemeen , dat de M a g i s t r a a t v a n D o r d r e c h t zulks voor deezen ten aanzien van notabele en gequalificeerde persoonen g e - oeffend hebbe. D e overgebleeven Klepboeken geeven h i e r v a n , g e d u r e n d e de Graaflijke K e g e e r i n g , ten j a a r e n 1 4 6 3 , 1 4 6 4 , 1 4 6 5 , 1 4 6 6 en 1 4 7 0 , het een en a n d e r bewijs. H e t bevel aan den Pensionaris F L O R I S O E M VAN W Y N G A E R D E N , om binnen vierentwintig uren de Stad te r u i m e n , s t r e k t d a a r v a n ook t o t een treffend voorbeeld; en moogelijk heeft D E G R O O T d a a r o p , onder a n d e r e n , het oog g e h a d . "

V A N I D S I N G A d a a r e n t e g e n , in zijn geleerd m a a r zon- derling werk : „ H e t Staats E e c h t der V e r e e n i g d e N e d e r - landen (uitgegeven te L e e u w a r d e n a. 1758) p a g . 2 2 7 , juist de u i t z e t t i n g van F L O R I S O E M V A N W Y N G A E R D E N b e - h a n d e l e n d e , l) bestrijdt h e t boven vermelde gevoelen zeg-

') Hij zegt hiervan liet volgende: „Men was in Holland van tijd t„t tijd zeer oneenig geweest over 't Stapelrecht, aan die Stad gegee- ven, en FLORIS OEM VAN WYNGAERDEN, gesproten nit een oud adelyk geslagte, en destyds Pensionaris aldaar, had dat privilegie met zooveel yver en' ernst voorgestaan, dat men hem by den Keizer had aange- bragt, als een Man, die de Privilegien en Keuren, gelyk meede de

(15)

gende : „ De Heer

DE G R O O T

, die omtrent dit stuk, zoowel als andere, die de Gronden van deezen Staat, zoo onder de Begeeringe der Landsheeren, als na de opregtinge der Republyk, betreffen, zeer verward en verkeerd redeneert, tragt dit recht der Magistraten staande te houden, uit hoofde dat ze reeds voor de troubles met Spanjen, de magt gehad hadden, om iemand tot Burger aan te neemen of het Burgerschap te weigeren, in de Stad te neemen of zulks te verbie-

beschreven r e c h t e n , verkeerdelyk uitleide, en de Regenten van D o r d r e c h t veele andere onreedelijke zaaken voorstelde, en deeze, hem d a a r in geloof g e v e n d e , en zynen r a a d v o l g e n d e , onder schyn van Privilegien en K e u r e n , veele zaaken teegens r e c h t , 's Keizers auctoriteit, 't nut zyner O n d e r d a a n e n , des Stads G e b u r e n , en de Stad zelve hadden uitge- voerd. A l het welke den Keizer, die zulks geenzints en stonde te lyden , b e w o o g , om de Regeering van Dordrecht wel scherpelyk te gelasten, om denzelven F L O K I S O E M . op zigt van den Briev, terstond van het Pensionarisschap af te z e t t e n , zyne weddens af te n e e m e n , binnen twaalf uiren uit de Stad te doen v e r t r e c k e n , en zijnen r a a d nergens in te g e b r u i k e n : zoo hy ook zelve, by andere brieven gelast wierd, d a a r a a n te voldoen , zonder dezelve Stad op twintig mylen n a te moogen g e n a a k e n , op straffe van lyf en goed. D i t vonnis hoe hard het ook w a s , wierd ter uitvoer g e b r a g t , en F L O K I S O E M ontweek uit D o r d r e c h t : doch de vriendschap, die 's Keizers geweezen Leermeester, ADKIAAN F L O H I S van U t r e c h t , die destyds Bisschop van T o r t o s a w a s , en n a d e r h a n d P a u s w i e r d , en die niet schroomde te zeggen, d a t die brieven des Keizers, waren exorbitante brieven, iegens alle ordre van Recht en Justitie uitge- gaan, tonder dat hg ( O E M ) eens gedagvaard of gehoord was, over het geene, waarop zoo exorbitanten bevel was gemaakt, k w a m hem zoowel te s t a d e , dat dit bevel niet l a n g d a a r n a h e r r o e p e n , en F L O I Ï J S O E M i n ' s Keizers gunst hersteld zijnde, weederomkceide "

(16)

d e n , te gelasten om in zeeker gedeelte der S t a d niet te komen en andere dingen van den zelven aard meer.

D o g de H e e r D E G R O O T speelt daar ter p l a a t z e , gelijk altoos in de verhandeling van stucken van die n a t u i r met w o o r d e n ; vermits het niet w a a r i s , dat de M a g i s - t r a t e n der Steeden , het recht van yemand het B u r g e r - schap of P o o r t e r s c h a p te geeven van zich zelve en uit h a a r eigen gezag o n t l e e n d , m a a r van de G r a v e n van H o l l a n d , ontvangen h e b b e n , die het ook dikwijls z e l v e , of, ' t welk in der daad het zelfde i s , na welker voor- schriften en wetten de Magistraten het deeden : zooals uit een oneindig getal van handvesten zouwde k u n n e n w o r d e n a a n g e t o o n d ; als by voorbeeld H a n d v e s t e n van A m s t e r d a m pag. 2 col. 1 , pag. 2 0 col. 1. Handvesten van E n k h u i s . p a g . 5 col. 1 en col. 2 , in fine p a g . 9 , col. 2 , in med : van A l c m a a r p a g . 6 , van Medenblik p a g . 5 , van H o o r n p a g . 8 1 , van H a a r l e m pag. 8 , 29.

I n alle welke aan de Schouten en Scheepenen wel v r y - heid g e g e v e n , doch teffens voorgeschreeven w o r t , hoe- danige perzonen en op welke voorwaarden ze die als B u r g e r s aanneemen z o u d e n , zonder dat ergens in de zelve h a n d v e s t e n , ofte eenige a n d e r e , immer aan de R e - geeringen der Steeden de m a g t gegeeven i s , om een B u r g e r of I n w o o n d e r , die eens aangenomen i s , zonder wettio-e r e e d e n , of buiten een wettig v o n n i s , de Stad weeder te moogen ontzeggen. H e t welk volstrekt strydig was met de natuir van de Constitutie van H o l l a n d , vol- wens welke ten eenen de Schouten en M a g i s t r a t e n , wat

(17)

naam ze dragen is evenveel, niet alleen dienaars dei- G r a v e n waaren en alles, wat ze d e e d e n , uit derzelver naam d e e d e n , m a a r ook ten andere alle poorters ver- plicht w a a r e n , de G r a v e n ter heirvaart ten dienste te staan;

alle welke en andere gronden ten eene male t e r believen der Magistraten gestaan zouwden hebben, indien men stelde, dat die een onafhanglyke m a c h t bezeeten h a d d e n , om na welgevallen met de b u r g e r s omtrent de inwooninge te k u n - nen handelen. W e l k onbepaald en onafhankelyk regt der Magistraten 't 'er meede zoo ver af i s , dat uit de stucken van P r i n s W I L L E M D E E E R S T E , en de S t a a t s r e s o l u t i e n , by den H e e r D E G R O O T daar t e r plaatze a a n g e h a a l d , zoude k u n n e n worden beweezen, dat ze inteegendeel b e w y z e n , dat de M a g i s t r a t e n , in deezen zoowel als in andere deelen van haar a m p t , eevengelyk de B u r g e r s zelve, altoos in de betreckinge van O n d e r d a n e n , ten opzigte der H o g e Overigheid gestaan hebben : behalven dat de tyden van P r i n s W I L L E M D E E E R S T E , wanneer er veel Menschen in 't L a n d w a a r e n , die de zaak van Spanjen in 't heimelyk b e v o r d e r d e n , en w a a r o m zomtyds buyten gemeene en anderzints ongewoone middelen nodig w a a r e n , niet vergeleeken moeten worden met de vol- g e n d e , wanneer de R e p u b l y k in r u s t g e b r a g t , en de Regeering voor wettig erkend w a s . "

H o e het z i j , het laatste gedeelte van dit betoog is zeker w a a r . Toen de onlijdeïijke d r u k der vreemde overheersching in K e r k en Staat n a a r de wapenen deed g r i j p e n , terwijl niet alleen vele kwalijk gezinden in ver-

(18)

schillende steden de Spaansehe partij zochten te bevoor- deelen, m a a r ook verscheidene p e r s o n e n , die wegens de geloofsvervolging uit V l a a n d e r e n en B r a b a n d gevlucht w a r e n , de g e m o e d e r e n , al was het dan ook niet met opzet en kwade bedoeling, in onrust en beweging brach- t e n , was het van niet weinig b e l a n g , dat vooral aan het recht van uitzetting streng de hand gehouden werd.

W e vinden dan ook in deze dagen onderscheidene Resolutien van de Staten van Holland en W e s t - F r i e s - land op dit p u n t b e t r e k k i n g hebbende. De eerste is die van 22 J u l i 1 5 7 9 , van ongeveer den volgenden i n h o u d : „ Alsoo de Staaten van H o l l a n d seer noodig bevinden, tot deeser tyd te doen voorsien tot dienst en verseekertheid van de goede en g e t r o u w e Ingezeetenen derselver l a n d e n , tegens alle quaadwillige en oproerige suspecte Persoonen binnen de voorsz. L a n d e n , om alle inconvenienten en periculen te v e r h o e d e n , hebben belast en geordonneerf, dat binnen alle de Steeden van H o l - land by den Officier en de Magistraaten aldaar goede en scherpe toesicht sal genoomen worden op dengeenen die onder de Burgemeesteren aldaar notoir suspect, en als oproerige geacht ende gehouden sullen moogen worden , en alle deselve, mitsgaders dengeenen die seedert de Pacificatie tot G e n t g e m a a k t , uit eenige Steeden van Holland of andere omleggende Provinciën geleid sullen moogen weese'n, met'er daad elk uit haarluider Steede te doen v e r t r e k k e n , en vorder belasten en o r d o n e e r e n , henluiden in egeene Steeden of Vastigheden binnen den

(19)

voorsz Lande van Holland weederom te begeeven nog te onderhouden, maar alleenlyk ten platten Lande, aldaar deselve lien in aider stilheid onthouden sullen, sonder ten platten Lande hen te moogen versaamelen, dan tot vier à vijf ten hoogsten in getal, nogte ook eenig Geweer aldaar, dan Zydgeweer, te moogen houden en draagen ; en dat alle andere die op de Pacificatie zijn ingenoomen binnen de Steeden, hen in aider stilheid ook sullen gedraagen, sonder dagelijks eenig Zydgeweer te gebruiken, of hen in Wapenen te moogen begeeven, soo wanneer by Klokgeslag de Wapenen sullen moeten worden aangenoomen, ten ware nogtans dat eenige van dien in Schutteryen sullen zijn ontfangen , die hen nieede in Wapenen alsdan sullen begeeven moeten ; ordonnee- rende alle andere op de Pacificatie als vooren ingekoo- men, hen binnen haarluider huisen te houden, soo wanneer eenig Klokgeslag uit saake als vooren sal ge- daan weesen ; dat meede geen Officieren of Magistraten binnen de Steeden van Holland eenige Persoonen toe- laaten sullen, omme aldaar te koomen resideeren, voor en aleer deselve sal zijn gebleeken bij behoorlijke Certi- ficatie van de Magistraaten van de Steeden of Vlekken aldaar deselve Persoonen haar laatste resedentie gehou- den hebben, dat sy hen gedraagen hebben als goede Patriotten, en daarop den behoorlyken eed van getrou- wigheid sullen hebben gedaan ; en soo verre de voorsz.

Persoonen, of eenige van henluiden, daarvan in ge-

breeke souden moogen blijven, hen weeder binnen drie

(20)

daagen te doen vertrekken ; en voorts alle Burgeren ende Inwoonders scherpelyken te belasten , geen Huisen , Schuuren, Kelders of andere Plaatsen alsulke Persoo- nen te verhuuren, voor en aleer henluiden van de voorsz. Certificatie en eed gedaan sal zijn gebleeken, alles op poene soo wel tegens den Officier als andere die daartoe gesteld en geordonneert sullen worden, deselve op hen verhaalt te worden als na behooren.

Het bovenstaande sal geschieden sonder vermindering van de qualiteit van de selve Persoonen, en haare Goe- deren sullen henluiden volgen."

Verder vinden we nog eene dergelijke Resolutie van den 28

ste

" April 1581, van ongeveer denzelfden inhoud.

Niettegenstaande deze Staatsbesluiten, schijnen ver- scheidene Steden niet zorgvuldig genoeg gebruik gemaakt te hebben van het recht, haar bij dezelve toegekend ; ten minste we vinden twee aanschrijvingen van den Prins van Oranje van Maart en Juni 1584, waarbij den Re- geerders der steden gelast en bevolen wordt „ boven den

last die H. E. van amptswegen is bevolen" streng toe-

zicht te houden op alle verdachte personen, welke zich in hare steden zouden bevinden of mogen vestigen.

Ook deze aanschrijvingen schijnen wederom niet ge-

noegzaam gebaat te hebben, want den 17

d

™ April 1585

kwam er nogmaals eene Resolutie, waarbij de Burge-

meesters van de Steden van Holland bevolen werd ter-

stond onderzoek te doen welke personen het heffen van

belastingen, noodig tot verdediging van het Vaderland,

(21)

hadden tegengewerkt. H u n werd verder gelast o m , in- dien er zoodanige personen gevonden w e r d e n , welke de Steden „ in haar gemoed en conscientie, by pluraliteit van stemmen sullen houden voor suspecte Persoonen, deze sonder eenig figuer van proces, of andere proceduuren binnen sonneschijn, of korten tyde tot haar discretie, als den Vaderlande en de Steeden onnut, te doen gaan of leiden uit de .respective Steeden, en hen belasten voorts binnen drie dagen daarna te vertrekken uit den Lande en

Graaffelykheid van Holland. W e l k e P e r s o o n e n , alsoo . uit geseid of uitgeleid, uit den L a n d e van Holland sullen moeten blyven g e d u r e n d e deesen O o r l o g , of dat by de Staaten voornoemt, Staatsgewyze vergadert, anders sal wee- sen geordonneert, op poene van by eenen yegelyken aan- getast , en g e r a n t s o n n e e r t te moogen worden als vyanden van den L a n d e , ten profyte van dengeenen die deselve sullen a a n t a s t e n , of ook by de Officiers g e a p p r e h e n d e e r t , van h a a r e Goederen g e m u l c t e e r t , en ten eeuwigen dage uit den voornoemden L a n d e gebannen te w o r d e n . " V e r - der verklaart de Resolutie d a t : „ hetgeene by de B u r g e - meesters van de Steeden hier inne sal worden g e d a a n , effect sal sorteeren niet tegenstaande contradictie oppositie of appellatie."

Ingevolge deze Resolutie was het den uitgezetten ook niet meer v e r g u n d zich te vestigen op het platte l a n d , gelijk hun toegestaan was bij de eerstgenoemde resolutie van 1 5 7 9 . De Bailluwen en Officieren op het platte land hadden echter niet het recht iemand uit te

(22)

z e t t e n , zonder daartoe eerst te doen procederen 1) . W i j vinden hierop eene uitzondering in de O u d e - T o n g e , welks B a i l l u w , A D E I A A N J O P P E N G Y B E L A N D , bij r e s o - lutie van 4 Mei 1 5 8 5 , bevolen werd om zekeren L u c i V E R H A G E N en M I S - P A P E binnen den tijd van vier dagen uit het eiland F l a k k é en verder uit geheel Holland te bannen. I n de zitting van dienzelfden datum werd tevens besloten d a t de Resolutie van 17 A p r i l aan de Staten van U t r e c h t en Zeeland zou gezonden w o r d e n , opdat zij in h u n n e provinciën eveneens zouden h a n d e l e n , en ook geene uitgezetten uit Holland ontvangen.

V e r d e r werd bij schrijven van dien datum den P r e - sident en E a a d e n Provinciaal van H o l l a n d , Zeeland en Vriesland verzocht te z o r g e n : dat bovengemelde Reso- lutie ten strengste wierd n a g e k o m e n , „sonder daartee- gens eenige "provide te verkenen om alle inconvenienten en periculen te verhoeden," en door twee d e r jongste d e u r -

waarders afgekondigd in alle steden, waar dit n o g niet was geschied, alsmede in de O u d e - T o n g e .

U i t al het voorgaande blijkt ons d u s ten duidelijkste : lBte dat de politieke uitzetting eene correctie w a s , die geschiedde zonder vorm van proces op bevel van den B u r g e m e e s t e r , zoo ook de meerderheid van de leden van den stedelijken R a a d er zich voor verklaarde.

2d e d a t h e t den Hoven van J u s t i t i e verboden w a s tegen deze correctie eenige provisie te verleenen.

<) VAN ZUKCK, Cod. Batav., pag. 143, in V. uitbanning.

(23)

3d e dat de Staten zich het recht voorbehielden ken- nis te nemen van klachten over onrechtvaardige uit- zetting.

4d c dat deze correctie niet g e p a a r d ging met verlies van eer of goederen.

5d c dat de verbanning d u u r d e zoolang wij in oorlog waren met Spanje.

6dc dat de straf op het overtreden der ban bestond in v e r b e u r d v e r k l a r i n g van goederen en eeuwig bannis- sement.

Niet te min rezen er herhaaldelijk geschillen uit het 2de en 3d e p u n t , daar de H o v e n van J u s t i t i e zich g a a r n e het recht aanmatigden kennis te nemen van de klachten der personen die zich door hunne uitzetting bezwaard rekenden , en bovendien de uitgezetten zich liever wend- den tot de H o v e n van J u s t i t i e dan tot de Staten van H o l l a n d , die toch hoofdzakelijk bestonder, uit de afge- vaardigden der S t e d e n , welke er natuurlijk niet lichtelijk toe kwamen elkanders daden af te keuren.

E e n voorbeeld van het laatste geval vinden we on- der anderen in de zaak der gebroeders J O H A N en C O E - NELis VAN D E R M Y L E , die uit D o r d r e c h t gezet zijnde en zich hierdoor verongelijkt achtende door middel van hunnen broeder A D R I A A N VAN D E R M Y L E , de Staten van Holland lieten v e r z o e k e n , dat deze zouden toe- staan , dat de H o o g e of P r o v i n c i a l e E a a d in deze zaak uitspraak deed. W a a r o p door de Staten geantwoord w e r d , dat hierin „ by weegen van de Justitie niet gepro-

(24)

z e t t e n , zonder daartoe eerst te doen procederen J) . W i j vinden hierop eene uitzondering in de O u d e - T o n g e , welks B a i l l u w , A D R I A A N J O P P E N G Y B E L A N D , bij r e s o - lutie van 4 Mei 1 5 8 5 , bevolen werd om zekeren L u c i V E R H A G E N en M I S - P A P E binnen den tijd van vier dagen uit het eiland F l a k k é en verder uit geheel Holland te bannen. I n de zitting van dienzelfden datum werd tevens besloten dat de Resolutie van 17 A p r i l aan de Staten van U t r e c h t en Zeeland zou gezonden w o r d e n , opdat zij in h u n n e provinciën eveneens zouden h a n d e l e n , en ook geene uitgezetten uit Holland ontvangen.

V e r d e r werd bij schrijven van dien d a t u m den P r e - sident en R a a d e n Provinciaal van H o l l a n d , Zeeland en Vriesland verzocht te z o r g e n : dat bovengemelde Reso- lutie ten strengste wierd n a g e k o m e n , „sonder daartee- gens eenige provisie te verleenen om alle inconvenienten en periculen te verhoeden," en door twee d e r jongste d e u r -

waarders afgekondigd in alle steden, w a a r dit n o g niet was geschied, alsmede in de O u d e - T o n g e .

U i t al het v o o r g a a n d e blijkt ons dus ten duidelijkste:

ls t e dat de politieke uitzetting eene correctie w a s ,

die geschiedde zonder vorm van proces op bevel van den B u r g e m e e s t e r , zoo ook de meerderheid van de leden van den stedelijken R a a d er zich voor verklaarde.

2d e dat het den Hoven van J u s t i t i e verboden was tegen deze correctie eenige provisie te verleenen.

') V A N Z U R C K , Cod. B a t a v . , p a g . 143, in V . u i t b a n n i n g .

(25)

3ä e dat de Staten zich het recht voorbehielden ken- nis te nemen van klachten over onrechtvaardige uit- zetting.

4a c dat deze correctie niet g e p a a r d ging met verlies van eer of goederen.

5d e dat de verbanning d u u r d e zoolang wij in oorlog waren met Spanje.

tyie dat de straf op het overtreden der ban bestond in v e r b e u r d v e r k l a r i n g van goederen en eeuwig bannis- sement.

Niet te min rezen er herhaaldelijk geschillen uit het 2d e en 3d e p u n t , daar de H o v e n van J u s t i t i e zich g a a r n e het recht aanmatigden kennis te nemen van de klachten der personen die zich door hunne uitzetting bezwaard r e k e n d e n , en bovendien de uitgezetten zich liever wend- den tot de H o v e n van J u s t i t i e dan tot de Staten van H o l l a n d , die toch hoofdzakelijk bestonden uit de afge- vaardigden der Steden , welke er natuurlijk niet lichtelijk toe k w a m e n elkanders daden af te keuren.

E e n voorbeeld van het laatste geval vinden we on- der anderen in de zaak der gebroeders J O H A N en C O R - N E L I S V A N D E K M Y L E , die uit D o r d r e c h t gezet zijnde en zich hierdoor verongelijkt achtende door middel van hunnen broeder A D E I A A N V A N D E R M Y L E , de Staten van H o l l a n d lieten v e r z o e k e n , dat deze zouden toe- staan , dat de H o o g e of P r o v i n c i a l e R a a d in deze zaak u i t s p r a a k deed. W a a r o p door de Staten g e a n t w o o r d w e r d , dat hierin „ by weegen van de Justitie niet gepro-

(26)

cedeert zou moogen worden" en dat zij zich zei ven het recht voorbehielden om ter gelegener tijd in deze zaak te beslissen. Dit antwoord is van den 20s t e n A p r i l 1 5 8 5 en dus eene krachtige bevestiging van de overigens reeds duidelijke bewoordingen der vroegere Resolutien.

N a t u u r l i j k e r wijze beklaagden de Steden zich g e d u r i g bij de Staten over de v e r k o r t i n g , welke zij in hare rech- ten ondervonden. D i t had ten g e v o l g e , dat er den

10d e n September 1 5 9 1 nogmaals eene Resolutie genomen

werd door de Staten van H o l l a n d , van ongeveer den volgenden i n h o u d :

„ Alsoo verscheide Steeden hen tot meermaalen be- klaagt h e b b e n , dat teegens de Privilegien en G e b r u i k e n derselver Steeden en tot diminutie van de authoriteit in deselve, die van den H o o g e n en Provincialen R a a d e souden onderstaan h e b b e n , door h a a r e Provisien en O r - donnantien te beletten de executie van de crimineele Sententien bij de G e r e g t e n van de Steeden geweesen, en dat voorts de Steeden o n g e h o o r t , bij de voorschreeve R a a d e n verscheide andere Provisien teegens deselve souden werden v e r l e e n t , tot nadeel van de Politie der Steeden en teegens alle oude gebruiken en o r d e , daarop (ook by tyden der Princen deeser L a n d e n gehouden) waarin noodelijk tot o n d e r h o u d i n g e van de Politie dooi- de Steeden moet werden voorzien.

Soo is ' t , dat na v o o r g a a n d e beschryvinge en r y p e deliberatie verstaan en geresolveert i s , dat die van den H o o g e n en Provincialen R a a d e geen Provisien en sullen

(27)

verleenen op het verzoek van eenige Persoonen, teegens de weihe crimineelyh, extraordinaris en op haar confessie sal weesen geprocedeert, maar sullen de geweesen Sententien

in de voorschreve saaken teegens de gecondemneerden werden geexecuteert, sonder dat eenige appellatie, refor- matie of provocatie daarteegens sal werden toegelaaten ; dat voorts bij den Hoogen en Provincialen Raade geen provisie sal werden verleent, sonder al vooren de requeste van Parthye aan de Steeden gesonden te hebben, ten einde sy luiden binnen seekeren korten tyd den Raad moogen onderregten wat van de geleegentheid van de saake is, om in het verleenen van de versuchte provisie daar op gelet en gedaan te moogen worden na behoo- ren, en dit alles op poene dat de provisien teegens deese Ordonnantie verleent en geèxploicteert, gehouden wer- den voor n u l , en dat niemand gehouden sal weesen tot obedieeren of daarop in regte te compareeren."

Nog was hier mede de strijd niet beslist, want wij zien, in den onzaligen tijd van kerkelijke partijschap, de stad Rotterdam in het jaar 1613 wederom op het zelfde punt in geschil met het Hof van Holland.

De Burgemeesters nl. van Rotterdam hadden zekeren

ABRAHAM V I V E N

uit die stad gezet, daar hij zich „soo

in de voorszegde Stad als daar buyten, seer ongerust,

oproerig en ook onbehoorlijk jeegens eenige Kerken-

dienaren gedragen had." Deze beklaagden zich bij het

Hof van Holland, het welk zich de zaak aantrok. De

Burgemeesters van Rotterdam wendden zicli daarop tot

(28)

de Staten van Holland, om zekerheid te hebben hoe in het vervolg te moeten handelen, „Waarop door de Staaten gedelibereert wezende, is tot maintenement van Burgemeesteren en Eegeerders der Steede van Rotterdam verstaan en verklaart, dat (ook niet teegenstaande de voorgaande Resolutien en authorisatien souden moogen beduyt worden, alleen plaats te hebben gedurende den Oorlog) by den Praesident en Raaden in de voorz. of gelycke saaken geen kennisse sal moogen genoomen worden."

x

)

Ook de stad Haarlem had in dien zelfden tijd over eene soortgelijke zaak geschil met het Hof van Holland.

We vinden de proceduren hieromtrent uitvoerig vermeld bij P . B O K T , Tractaet van Crimineele Saeken, pag. 1 8 8 , en zullen ze om de belangrijkheid er van hier in hoofd- zaak mededeel en.

De Burgemeesters nl. van Haarlem, beducht voor onlusten binnen deze stad, oordeelden het noodig orde te stellen op de schutterij en wilden daartoe op nieuw den eed van getrouwheid laten afleggen, door de ver- schillende dienstplichtige leden er van. Zekere ELIAS

CHRISTIAENSZ. LINDTWERCKER

weigerde dit te doen. Hij werd daarom ontslagen en een ander in zijn plaats aan- gesteld, waarvoor hem echter een boete van 18 gulden 's jaars werd opgelegd. Door den „hoofdman" dei- schutterij aangemaand deze boete te betalen, weigerde

') H. DE GROOT was toen Pensionaris van Rotterdam.

(29)

hij ook dit. De „ hoofdman " diende hierover zijn beklag in bij den Burgemeester, welke hierop bovengenoemden

LINDTWERCKER

gelastte bij hem te komen en hem bij die gelegenheid persoonlijk aanmaande om te betalen.

Deze bleef echter weigerachtig en verklaarde liever de stad te verlaten dan de boete te voldoen. Men dreigde hem toen, dat hij voor het bovengemelde bedrag gepand en geëxecuteerd zou worden, doch ook dit hielp niet, waarop de bedreiging verwezenlijkt werd, bij welke ge- legenheid

E L I A S

verklaarde: „wel het geit nu Goet, maar als het weer beurt, sal 't kosten Bloedt." Dit maakte de maat vol en

E L I A S

werd zonder vorm van proces, voor den tijd van 12 jaar, uit Haarlem, de Vryheyt van dien, en de jurisdictie van Rbynlandt en Kennemerland gebannen.

Tegelijk met deze uitzetting, had nog eene andere plaats. Zekere

ABRAHAM DE BLOCK

namelijk, reeds bekend staande „ als wesende van seer onrustig ende wreveligh gemoed," had een der leden van den Raad, tevens diaken van de gereformeerde kerk, op de onbe- schaamdste wijze belasterd, door in het publiek te vertellen dat hij dezen Edelachtbaren des avonds aangetroffen had in het Roode huis buiten de Kruispoort, bewoond door twee zusters, welke eene zéér slechte reputatie genoten.

Dit gerucht verspreidde zich natuurlijk spoedig en ver-

wekte niet weinig opspraak. Een onderzoek hierop in-

gesteld zijnde, bleek het, dat niet bovengemeld Raadslid,

maar dat

ABRAHAM

met een zijner vrienden zich dien

(30)

avond daar ter plaatse bevonden had. N u bij den B u r g e m e e s t e r ontboden wordende om zich te verantwoor- den , nam hij het volstrektste zwijgen in a c h t , en ver- k l a a r d e alleen zich te zullen v e r a n t w o o r d e n , zoo hij d a a r t o e in rechten geroepen werd.

U i t alle onderzoekingen bleek verder dat het gansche verhaal een verzinsel was. W a a r o p de M a g i s t r a a t , oor- deelende, dat door dergelijken schandelijken laster het gezag en de waardigheid van den geheelen R a a d ten zeerste bedreigd w e r d e n , meergenoemden A B R A H A M D E B L O C K uit H a a r l e m en de vrijdommen van dien bande.

Deze beide uitzettingen geschiedden na overweging van de v o o r n a a m s t e der te voren vermelde Resolutien.

De beide uitgezetten echter wendden zich eerst tot den Provincialen en toen tot den H o o g e n B a a d , welke l a a t s t e , zonder den M a g i s t r a a t van H a a r l e m te h o o r e n , h u n „ Provisien in Cas d'Appel, in amplissima forma "

verleende.

A B R A H A M D E B L O C K , hierdoor overmoedig gewor- d e n , k w a m niet alleen in H a a r l e m t e r u g , m a a r g i n g op Z o n d a g , zoodat ieder die n a a r de k e r k g i n g hem zien k o n , voor de d e u r van den B u r g e m e e s t e r l i g g e n , en bezocht na genoegzaam bekijk van de v o o r b i j g a n g e r s , de k e r k g e d u r e n d e den morgen- en middagpreek.

D e B u r g e m e e s t e r s van H a a r l e m richtten zich hierop tot den H o o g e n R a a d met v e r z o e k , dat deze niet voort zoude gaan met eenige bemoeiing in deze z a a k , het- geen echter zonder gevolg bleef. H i e r o p wendden de

(31)

Burgemeesters zich tot de Staten van Holland, welke den Hoogen Raad aanschreven, dat hij zich niet verder zoude mengen in deze uitzettingen, aangezien de ken- nis hiervan niet binnen zijne competentie viel.

De Hooge Raad liet hierop bij monde van zijne Gedeputeerden in de vergadering der Staten verklaren, dat zij niet alleen voort zouden gaan met het onderzoek van deze zaak, maar zelfs verder zouden procedeeren tot vonnis toe.

Nogmaals werd hun hierop door de Staten gelast dit na te laten en tevens dringend verzocht de stukken, welke op de zaak betrekking hadden, ten spoedigste over te zenden, opdat zij Staten, in dezen zouden kunnen oordeelen.

Ook dit was echter te vergeefs. De Hooge Raad ging voort en verklaarde bij volgend vonnis, dat de door den Burgemeester gedane uitzetting nietig was Dit vonnis werd echter op zijn beurt door de Sta- ten van Holland als van nul en geener waarde ver- klaard , terwijl tevens den Hoogen Raad gelast werd aan bovengemeld vonnis geen executie te verleenen, de zaak verder te laten rusten en alsnog de vroeger reeds verzochte stukken over te zenden Wederom bleef ook dit schrijven zonder gevolg, aan het vonnis werd executie verleend en de stukken werden niet overgezonden.

De Hooge Raad beriep zich, bij dit halsstarrig ver- zet tegen de Staten, op de volgende gronden :

2

(32)

l8 t e dat ordinaris M a n d a m e n t e n van Appel ver- leent werden tegens Vonnissen van Schepenen in saeken irreparabel grief ende infamie mede brengende.

D a t daerom de voorsz. h a r e provisien van Appel wel ende behoorlycken w a r e n v e r l e e n t , alsoo ook

het voorsz. Vonnisse tegens E L I A S C H R I S T I A E N S Z g e - wesen (soo sy seggen) notoire iniquiteyt ende nulliteyt behelsde , als gestreecken zynde op d' informatie van m a e r een simpele g e t u y g e , ende sonder confessie van den gecondemneerden.

2ie „ dat ook de voorsz. saeke van A B R A H A M D E B L O C K m a e r was raeckende particuliere i n j u r i e , niets gemeens hebbende met de datelyckheit w a a r van in de Kesolutie van de Heeren Staten werdt gesproocken."

3d e „ dat ook beyde de voorsz. vonnissen onder p r e t e x t van extra ordinarise P r o c e d u y r e n , niet en sou- den k u n n e n werden gejustifieert, overmits op de confessie van de voorsz. gecondemneerdens in desen niet en was geprocedeert."

4d e „ d a t de voorsz. Eesolutie van den j a r e 1 5 9 1 niet applicabel w a s , overmidts die van den H o o g e n R a d e deselve noyt aangenomen hadden.

E n d e in allen gevalle maer plaetse konde hebben in R a u w e A c t i e , ende niet in cas d ' A p p e l , gemerckt oock de Requesten van de Supplianten al t e v o o r e n , by die van den Provincialen R a d e , aen de Magistraet van H a e r l e m overgezonden waren g e w e e s t , die d a e r o p hadden g e r e s c r i b e e r t , ende sy deselve gesien h e b b e n d e ,

(33)

over sulckx noodeloos was geweest deselve andermael over te senden."

5

a e

„ eyndelycken dat de Provocatie , ofte oock Evo- catie van de voorsz. saecken, aen de Heeren Staten, was strydende tegens de Privilegien van den Lande."

De stad Haarlem voerde hier tegen aan :

„ dat notoir ende kennelyk tot perfectie ende vol- maacktheyt, niet alleen van een souveraine maar ook van een subalterne Kegeringe gereqüireert wert, niet alleen jurisdictie, maar oock Bevel, Macht ende Impe- rium , wesende van de jurisdictie gesepareert. Onder welcke notoirlycken oock begrepen is de macht van eenige onrustige, overhoorige, wrevelmoedige persoo- nen, om goede politique consideration ende redenen buyten forme ofte figuyre van proces uit de burgerlycke Sociëteit, ende Steden (als denselven onnut ende schade- lyck) te doen vertrecken. Ende alsoo de steden van Hollant ende West-Vrieslandt, van outs altyd geweest

z

y n , seer vrye ende geprivilegeerde Steden, ende nog tegenwoordigh zyn de gedeeltens, waaruyt de Souve- rainiteyt van de Kegeringe deser Landen bestaet ; Soo ist oock, dat gelyck de selve Steden ordinaris hare jurisdictie exerceren door Schepenen, sy oock van ge-

'ycken hare bevelen ende mandamenten exerceren door

Burgemeesteren, als wesende Magistraten, hebbende

-Imperium, Macht ende Bevel. Ende dat Burgemeesteren

ende Regeerders van Haerlem, van outs altyd, ende

boven memorie van menschen soodanig Imperium, Macht

(34)

ende Bevel, altyd tegens alle onrustige ende overhoo- r d e hare Poorteren ende Ingesetenen gebruickt hebbende, hetselve oock in deesen tegen den voornoemden

DE BLOCK

en ELIAS hebben geobserveert."

Na tot staving van dit recht, gewezen te hebben op

de voormelde Resolutien en aanschrijvingen van den

Prins van Oranje gaan zij aldus voort: „Ten anderen

dat oock alhoewel neffens 't zelve Imperium , Macht ende

bevel, den Steden oock is competerende, 't voorsz. recht

van Ordinaris Jurisdictie, ende Judicature van Schepe-

nen , die wel eertydts, in meest alle saecken sententieer-

den en wesen by Arrest sonder Provocatie, hoewel

daarna 't zedert de Erectie van den Provincialen Raedt,

zijn geworden provocabel. Dat noghtans eenige materien

ende saken de Provocatie niet mede en zijn onderwor-

pen, ende ook eenige specialyken daarvan zyn geëxi-

meert : omdat d' experience ende ervarenheyt leerde, dat

uvt de Provocatie derselver, merckelycke inconvenienten

ontstonden, ouder welcke wel de principaelste is de

materie van Politie. Soo dat oock daeromme by art. 101

van de Instructie van den Hoogen Rade expresselyken

gecaveert ende gestatueert is : „ Dat geene provisien van

Appel ofte Reformatie, tegens Sententien in de sake ende

materie van Politie, gegeven ofte verleent en sullen moo-

gen werden." Wesende midtsdien in desen impertinent

ende irrelevant het voorsz. gesustineerde van die van

den Hoogen Rade, dat ordinaris Mandementen van Appel

teegens Schepenen-Vonnisse souden werden verleent,

(35)

alsoo beyde de voorsz. sakeii oock de materie van Po- licie ende extra ordinaris criminele saeken aengaen."

l)

Wat verder de quaestie aanging dat in de zaak van

E L I A S

maar één getuige gehoord was. Deze getuige was een wachtmeester, een beëedigd persoon, die evenveel geloof verdiende als een deurwaarder van het Hof.

Bovendien de omstandigheid alleen van de hardnekkige weigering om de boete te betalen, was voldoende reden tot uitzetting, zij toch konden dit doen volgens de Kesol.

van 17 April 1585 „als sy in Conscientie ende haar Gemoet sulcks voor den dienst van 't Landt en de Steden oorboir en dienstich vonden."

W a t de confessie aangaat van den beschuldigde, deze was niet noodig om extra ordinaris te procederen :

„Want niet alleen wert verstaen extra ordinaris te zyn geprocedeert, soo wanneer de vonnissen zyn gewesen extra ordinaris op confessie van den délinquant, maer soo oock wanneer deselve syn gewesen op informatie van de Officiers."

Ook het sub 4 gezegde bewees niets, zij toch had- den hun macht van de Staten ontvangen en waren in alles gehoorzaamheid verschuldigd. Dat verder de Re- solutie slechts verbood provisien te verleenen tegen actiën

') De stad Haarlem had er hier wel uitdrukkelijk op mogen wijzen dat beide vonnissen geen irreparabele grief of' infamie medebrachten, daar er kon geklaagd worden bij de Staten en van infamie volgens Kesol.

van 1579 geene quaestie was.

(36)

„ rauwelyk de stad aangedaan " en niet verbood provi- sien te verleenen in cas d ' A p p e l , was mede onwaar. De Resolutie zelve onderscheidde geen provisien tegen r a u w e a c t i ë n , en provisien in cas d ' A p p e l , en derhalve mochten zij dit ook niet doen.

AVat de meening a a n g a a t dat de laster van de B L O C K slechts particuliere Injurie w a s , zij vonden deze meening zeer ongerijmd en in verband met vroegere Sententien van het Hof vrij onbegrijpelijk bovendien.

Zulke laster toch tastte niet alleen de waardigheid van het bewuste Raadslid a a n , m a a r bracht de eer en de waardigheid der geheele M a g i s t r a a t in gevaar.

D a t door den Provincialen R a a d de stukken de zaak betreffende reeds waren gezonden en dat hierop was ge- rescribeerd door de S t a d , waren slechts woorden en conjectures waarop* men niet behoefde te letten.

T e n slotte was ook de beweering dat de P r o v o - catie of Evocatie van voornoemde zaken niet aan de Heeren Staten b e h o o r d e , m a a r strijdig met de P r i - vilegien dezer l a n d e n , volkomen zonder waarde. „ W a n t zynde notoir ende k e n n e l y k , dat de Souvereyniteyt over Hollandt ende W e s t - F r i e s l a n d t den Heeren Staten van denselven lande is c o m p e t e r e n d e , gelyck dat by hare E d . M o g . in den j a r e 1587 met g o e d e , vaste en bundige redenen is v e r t o o n t , soo moet ook d a a r u y t v o l g e n , dat by h a r e E d . M o g . is de opperste macht en de volheyt der J u s t i t i e , ende consequentelycken omme oock by Evocatie aan haer s e l v e n , ofte by delegatie aan a n d e r e n ,

(37)

ordinaris ofte e x t r a ordinaris Rechters eenige saecken omme goede consideratien, ende redenen te mogen evo- r e r e n , omme selfs, ofte door a n d e r e n , daerinne recht ende J u s t i t i e te a d m i n i s t r e r e n , ende daer op te disponeren ! "

D e B u r g e m e e s t e r en R e g e e r d e r s van H a a r l e m dit alles wel overwogen hebbende besloten, t o t h a n d h a v i n g van h u n g e z a g , dat in dezen reeds aanmerkelyk geleden h a d , niet te gedoogen dat noch voornoemde E L I A S

C H R I S T I A E N S Z . L I N D T W E R C K E R noch A B R A H A M D E B L O C K

wederom binnen H a a r l e m kwamen op straffe van tegen hen te zullen p r o c e d e e r e n , anderen ten exempele, en tevens by aanschrijving den H o o g e n R a a d te w a a r s c h u w e n zich verder niet met deze of dergelyke zaken te bemoeien.

H U G O D E G R O O T in de beroemde D e d u c t i e ( H o l - landsch A d v y s e n , Consult 3 2 6 ) d r o n g met n a d r u k op het gevoelen door de stad H a a r l e m verdedigd aan. Hij zegt o. a.: „ d a t dese A u t h o r i t e y t noodig is tot welstandt van den L a n d e ende Steden ende onder- scheyden is ende moet blyven van de ordinaire J u d i c a - t u y r e , können alle P o l i t y c q u e personen lichtelyck ver- staen: Alsoo de ordinaire J u d i c a t u y r e , hoeseer oock dat deselve soude werden v e r h a e s t , is van lange treyn ende subtile ondersoeckinge, d a a r de saecken, die den Staet van den L a n d e ende Steden c o n c e r n e r e n , niet alleen p r o m p t e Resolutie en vereysschen m a a r oock sonder grooten ondienst op het n a u w s t e , niet en k ö n n e n , noch en mogen werden geëxplucheert : het welk de H e e r e n van den H o o g e n R a a d selfs wel hebben weten te consi-

(38)

d e r e r e n , seer onlangs g e l e d e n , als deselve aen de H e e - ren Staten hebben overgegeven sekere D e d u c t i e , in de sake van B L A U W H U L C K ; w a a r b y wel te recht werden g e - distingueert de Delicten , r a k e n d e den welstandt van den L a n d e , ende sulks p r o m p t e remedie van nooden heb- b e n d e , ende particuliere mesusen daer in den O r d i n a r i s Rechter g e k e n t , ende in syn autoriteyt behoort gemain- tineert te werden.

Men soude als 't noodt w a r e , zoo vervolgde D E G R O O T , vele ende menigvuldige exempelen können allegeren , niet alleen van geringe maer oock van notabele p e r s o n e n , tot de B r o e d e r s toe van een treffelick P r e s i d e n t , die geensins suspect zynde van de Spaensche zyde toegedaen te z y n , om andere saecken, belast zyn uyt de Steden te vertrecken.

Alle welcke personen niet gelaten souden h e b b e n , haer aan de Hoven van J u s t i t i e te a d r e s s e r e n . indien sy hoope hadden g e h a d t , dat sy by deselve in Rechten souden hebben können ontfangen werden. Dese m a c h t , by de Magistraten väti de S t e d e n , tot desen tyde t o e , synde gepractiseert ende gemaintineert, j a selve gehouden b u y - ten d i s p u t e , nu te willen subverteren onder pretext van vreese van m i s b r u y c k , is seer ongefondeert; alsoo het ontbeeren van de selve m a c h t , de Magistraten in soo- danigen v e r a c h t i n g e , ende de R u s t e van de Steden in soo groote onseeckerheyt soude stellen, dat deselve in- convenienten ongelyck grooter souden zyn, als alle die men u y t het misbruyck soude können imagineren. E n d e voorwaer, wat reden d i e n t ' e r om meer t e g e l o o v e n , dat

(39)

de B u r g e m e e s t e r s ende V r o e d s c h a p p e n , die solemnelyck E e d d o e n , van S t a d t s n u t ende oirbaer voor te s t a e n , ende een yder in syn goed Recht te b e s c h e r m e n , haer tegeiis den selven E e d sullen verloopen, als dat de R a - den van J u s t i t i e in gebreken souden z y n , van haren Eed g e t r o u w e l y c k te a c h t e r v o l g e n ? Alsoo hier geen questie en is van Geleertheyt en kennisse van geschreve R e c h t e n , maer van oprechtigheyt ende sinceriteyt ; dat soo men wel van de Magistraten van de S t e d e n , die het L a n d t , ende Steden, dienen u y t een goede affectie, met geen of luttel g e w i n , als van andere Officiers of J u s t i - ciers, moet verwachten. W a e r b y noch k o m t het n a t u r e l van de Personen van dese L a n d e n , niet genegen zynde tot r i g e u r , ende ten hoogsten besorgt voor de con- servatie ende a u g m e n t a t i e van de Neeringe van h a r e Steden. Alle het welcke geensins toe en laet te gelo- ven , dat by soo groote Collégien, als zyn de V r o e d - schappen van de S t e d e n , temerairlijck, tot verjaginge van de B u r g e r s , sal worden geprocedeert. E n d e g e - nomen , dat hierin noch mocht werden g e ë x o r b i t e e r t , ('t welck nochtans is van kleyne apparentie) soo kan noch dese sake geremedieert w e r d e n , buyten Appel of P r o v o c a t i e , door den w e c h , die aangewesen wert by de R e s o l u t i e , van den j a r e 1 5 8 5 . W a n t alsoo a l l e , soo particulieren als Magistraten , des versocht z y n d e , schul- dig zijn rekeninge te geven van h a r e actiën aen de H o o g e O v e r i g h e y t , onder welckers bevel alle andere be- velen zyn g e s u b o r d i n e e r t , soo zyn oock de R e g e e r d e r s

(40)

van de Steden gehouden, over het uytsetten van eenige personen uyt hare Steden, ende alle diergelycke aotien, myn Heeren de Staten te geven alle redelyck conten- tement: Welcke Heeren Staten mede te willen houden voor onbequaem of suspect, om in soodanigen occuren- tie ordre te stellen, soude niemandt voegen, die syne commissie van de Heeren Staten heeft ontfangen. Ende soude (bovens de irreverentie) tegens de vergaderinge van de Heeren Staten, ofte het nieerendeel van dien, niet können bygebracht werden, 't welck niet tegens de subalterne Collégien, met gelycke of meerder redenen, soude können worden geretorqueert."

Trouwens in het verzet van de Stad Haarlem tegen den Hoogen Raad, had

DE G R O O T

reeds de hand gehad, zooals blykt uit de verschillende verhooren na zijne ge- vangenneming in 1618

l). Gedurende de 2de

examinatie, op 4 December, o. a. werd hem gevraagd, sub 5 5 :

„Waerom hy communicatie gehouden heeft, hoe men de claegende personen, als tot Haerlem ende elders de deure van de Justitie zoude sluyten?"

Antwoord : „ „Dat hy destyds in de Vergaderinge van Hollant heeft tegengesproken de verhinderinge van de cours van de Justitie, daer hy meende dat deselve was gefundeert ende voorts gesustineert te hebben 't gunt altyts te voren by de Staten van Hollant gesustineert is geweest. Seyt,

') Zie : Verhooren en a n d e r e bescheiden betreffende het rechtsge- ding van H U G O D E G R O O T , uitgegeven door R. F R D I N . Utrecht 1871.

(41)

discours-gewyse hierop wel gecommuniceert te hebbeu met ten Heere Adv* en andere pensionarissen.""

Sub 56 : „ Off hy dan meent dat de uytgebannen personen van Haerlem ende van Leyden den wech van justitie niet en behoorden te genieten."

Antwoord: „ „ S e y t , verstaan te hebben dat personen, die by vonnisse op extra ord

s

proceduyre zyn gebannen, naer 't oude recht van Hollant jegens den Grooten Kaed van Mechelen dickmaels gesustineert, aen geen ander rech- ter mogen en provoceren; ende wat angaet de politycke autoriteyt van de uitsettinge, die by Borgemeesters, Raet off Vroedschappen by wylen wert gebruyckt, dat hy meent dat men d'selve autoriteyt de steden nyet 't eenemale en can benemen; maer dat de steden deselve autoriteyt nyet en belmoren te gebruycken, dan soo wan- neer de rust van de steden sulcx ten aller hoochsten is vereyschende. Dat hy die spreeckt de regeeringe van Rotterdam, dickmael genegen zynde om deselve autori- teyt te gebruycken, sulck altyts heeft ontraden. Ende wat belangt degene die uyt andere steden uytgeset waren, dat hy altyts gemeent heeft, dat de Heeren Staten van Hollant ende Westfriesland , volgens verscheide voorgaande resolutien, behoordden te letten off deselve met goede redenen waren uytgeset of niet, ende soo de Magistraten mochten hebben geëxcedeert, 't selve te doen repareren.""

Sub 57: „ Off hy eenige andere proceduyren voor

extra ord

s

hout als degene die beleyt worden opte confes-

sie'van partijen?"

(42)

A n t w o o r d : „ „ S e y t , claerlyck te vinden in de ver- dragen gemaeckt opte j u d i c a t u r e van H o l l a n t , dat aldaar eenige proceswyzen worden genoeint extra ord8 oock sonder confessie ; doch dat hy die s p r e e c k t , zynde Adv4 F i s c a e l , ende bevindende dit stuck te zyn van zonderlinge im- p o r t a n t i e , 't selve aen de Heeren Staten van H o l l a n t ende Westfrieslant schriftelyck heeft g e r e m o n s t r e e r t ende reglement daerop versocht." "

S u b . 1 1 6 : „ O f f hy nyet mede geadviseert en heeft over de publicatie by die van H a e r l e m tegens den H o o g e n K a e t , offte over 't concipiëren van deselve mede gestaen ?"

A n t w o o r d : „ „ Seyt dat de p u b l i c a t i e , ingesteld zynde by den pensionaris van H a e r l e m 1) , hem die spreeckt ter handen is g e s t e h , ende dat hy deselve overleverende daerinne bevonden heeft veele p o i n t e n , die hy meende d a t u y t g e l a t e n , versacht off v e r a n d e r t behoorden te w o r d e n , ende sulck m e t teyckenen aan de cant a a n g e - wesen te h e b b e n ; doch daernae bevonden te hebben dat de p a s s a g e s , by hem g e r e m a r q u e e r t , nyet en zyn v e r a n d e r t geweest." "

S u b . 1 1 8 : „ O f f hy meent dat in een ordentelycke regiering wel can b e s t a e n , dat een laege rechter sulcken publicatie doet ten laste van een overrechter ? "

A n t w o o r d : „ „ S e y t te meen en dat de steden h a e r gerechticheyt jegens de collégien van de justitie behooren voor te staen met d i s c r e t i e , zonder dat hy zoude

*) J O H AH DB H AEN.

(43)

connen gestant doen de exorbitantiën daerin wesende.""

Onder de feiten, waarop DE GROOT later veroor- deeld i s , vinden we :

Sub. 2 5 : „ E n d e voorts comende tot de policie, dewelcke bestaet in 't onderhouden van de goede justitie ende wettelycke regieringe, heeft de voorn, gevangene oock deselve twee fundamenten notoirlyck geturbeert."

Sub. 2 6 : „ W a n t wat aengaet de justitie, daerinne heeft hy sulcken cours gehouden ende gehanthaeft, dat diversche personen, soo wereltlyck als kerkelyck, de- welcke claechden tegens recht ende redenen beswaert, gebannen, uytgeseyt ofte geoppresseert te wesen, het complement van dien niet en hebben mogen genieten."

Sub. 27 : „ Maer dat de magistraten van diversche steden geanimeert zyn, omme de bevelen ende de decre- ten van d'ordinaris collegie van justitie niet te gehoor- saemen, contrarie het 17

e

art. van de Unie."

Sub. 2 8 : „ J a e heeft hy gevangene oock toegestaen ende gevisiteert de publicatie van Haerlem, tot laste van den Hoogen Raede gedaen, die tegens alle goede ordre by een onderrichter tot laste van een overrichter niet en hadde behooren geleden off toegestaen te worden."

Vooral

OLDENBAKNEVELT

was in dezelfde quaestie betrokken, zoo als insgelijks blijkt uit de verhooren ge- durende zijn rechtsgeding.

x

)

') Zie: Verhooren van JOHAN VAN OLDENBARNEVELT, uitgegeven door het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht 1850.

(44)

Immers in het verhoor n.J. op Donderdag 18 Nov.

a. 1618, werd hem gevraagd:

Sub. 106: „Waarom hy geraden heeft dat men den weg van Justitie zoude sluiten voor degeene die zig over eenige bezwaarnissen, veri juris, daaraan zouden addresseren ? "

Antwoord : „ „ Seyt, dat hij altyts in zonderlinge

recommandatie heeft gehad 't stuk van de justitie en de

antoriteit der heeren Raaden daartoe gecommitteert, dan

dat op te clagten in de vergaderinge van hooggedagte

heeren Staaten van Hollandt en Westvrieslandt by de ge-

deputeerden van verscheiden Steeden gedaan, van dat

eenige personen in den haren hen stelden tegens hare

wettelycke autoriteit, keuren, ordonnantien en bevoelen,

tot onruste van de gemeente en vercleninge van de

auctoriteit van hare wettige overheyt, versoekende dat

naar voorgaande gebruik en ord

e

by hooggedagte heeren

Staaten, mitsgaders de missive van zijn Exc. myn heere

den prince van Orange, h. 1. m., zyl. tegens zulke

personen zouden mogen procederen niette zelve auctori-

teit als dier tyd was geordonneert, zonder dat deselve

hen daar jegens zouden mogen behelpen metten ordi-

naris treyn van justitie, ende dat opt zelve versoek

naar ornmevraag en deliberatie is geresolveert, en niette-

min naar zijn beste onthout, verstaan, dat die geene

die by de beveelen of ordre der magistraat van de stee-

den hen beswaart souden vinden, haar vertoog zouden

mogen doen aan de heeren Staaten , om by deselve gelet

(45)

en geëxamineert te worden of' de zake van die conditie ende gelegentheid bevonden werde, dat die de ordinaris justitie ontogen zoude worden of nyet, en dat men wel examinerende wat verhinderinge in de cours van de ordinaris justitie gevallen is in de X X X I J jaaren svnes dienste als Advocaat van den lande, en wat in corte jaaren te voren was geschiet in denselven cours, ligte- lyk verstaen en geoordeeld zal connen worden, dat hy de handhoudinge van de justitie ende auctoriteit van de collégien van de raden in goede recommandatie ge- had heeft.""

Sub. 107: „Waarom hy eenige steeden heeft ge- raden tot het neemen van resolutie om eenige borgeren vuyte steeden te mogen zetten, zonder oorsake te ver- klaren , als zy maar in haer gemoet bevonden zulks te behooren ? "

Antwoord : „ „ Seyt hiervan geen memorie of ken- nisse te hebben van zulks geschreven of geraden te heb- ben , maar dat hy al evenwel meent, dat de resolutie van mynheeren de Staaten, genomen eenige jaren voor dat hy Advocaat van 't gemeene land geworden is, zulke of ge- lyke clausule houd, zonder nogtans 't zelve zekerlyck te können verclaren, maar hem refereert totte resolutie van de beeren Staaten ofte missive van hooggedachte zijn P . E x c . " "

Sub. 1 0 8 : „ O f hy nyet en meent, dat zulke resolu-

tien in de hitte van de oorlogen genomen, daar af 't ge-

vaar geen lange treyn en conde lyden, te willen appli-

(46)

ceeren totte tyden dat het perykel soo groot nyet en is,

„yet is streckende tegens de rechten, vryheden en privi- legiën van de landen?"

' Antwoord: „ „ S e y t , dat naar zijn beste onthout, al over eenige jaaren, namentlijk zes of zeven, zonder die zekerlyk te weeten, op te instantie van eenige steeden verstaan is geweest, dat de voors. voorgaande resolutie met goede discretie by de regenten van de steeden zoude mogen worden gepractiseert, ende dat geenen tyt dan- gereuser of periculer zyns oordeels voor den staat van de landen en de steeden mag weesen, dan als men siet dat de gemeente haar stelt tegens haar wettige over- heyt in ongehoorzaamheit ; alsoo men van oude tyden en

ook in de naeste 30 of 40 jaaren, metterdaadt bevon- den heeft, dat zulken cours in tyts niet gesteuyt zynde, heeft geruineert en t' ondergebragt landen en s t e e d e n -

Sub. 109 : „ Of hy dan meent dat de ordinaris jus- titie van den lande dient tot styvinge van de ongehoor- saamheyt der onderdanen?"

Antwoord: „ „ S e y t geenszins; maar dat de beeren Staaten volgende 't exempel van hooggedagten beere prince van Oraengien en hare voirgangers in staat, m extra ordinaris swarigheeden ook mogen gebruycken extra ordinaris remedie, en dat 't grief minder is geweest

der geïnteresseerden, deur dien haar open is gebleven,

haar vertoog aan de heeren Staaten te doen, die, na

gelegentheit der zaaken, of het exces zouden hebben

mogen redresseeren, of de zaake aan de ordinaris justitie

(47)

te renvoyeeren, of anders in de zaake ordineeren naar gelegentheyt en behooren.""

Sub. 209 : „ Of hy nyet hulp en raat gegeeven heeft totte schadelyke publicatie tot Haarlem tegens die van den hoogen raade gedaan?" *)

Antwoord: „ „ S e y t , dat hy niet en weet eenigen raet totte publicatie gegeeyen te hebben, nogte by zyn kennisse daartoe geholpen." "

Sub. 2 1 1 : „ O f hy nyet en meent dat in een wel geordineerde regeeringe onverdragelyk is, dat een onder- rechter alzoo procedeert tegens een overrechter?"

Antwoord : „ „ Seyt, dat hy altyts daartoe geraaden en gearbeit heeft, dat de overheden een ygelyck in zyn respect en doende 't gunt haren last en ampt i s , behooren erkent te worden naar een yegelyk staat ende gelegentheyt, ende als daarinne by tyden van trouble of onrust gepecceert werd, dat 't by goede en bequame

middelen van oblivie behoort gepasseert te worden, om alles in rust en eenigheyt te stellen en houden, en dat zyns oordeels, de landen, de collégien van justitie ende steeden daarby best zouden wesen gedient.""

Alhoewel in gemelde handelingen van

OLDENBAR- NEVELT

en

DE G R O O T

mede tot de punten van be- schuldiging behooren, waarop deze twee uitstekende mannen, de een ter dood en de ander tot levenslange gevangenschap werd veroordeeld , bleef de strijd in dezen

') Verh. v. J. v. O., t. a. p., pag. 123.

3

(48)

tusschen de Hoven van Justitie en de Steden onver- minderd voortbestaan.

W a t meer zegt, schrijvers nauwelijks een halve eeuw na DE

G E O O T ,

zijn niet alleen hetzelfde gevoelen toege- daan en bespreken de zaak alsof het haast ongerijmd ware er geschil over te maken, maar er worden zelfs enkele malen vonnissen door de Hoven van Justitie ge- veld, geheel overeenkomstig dat gevoelen.

W e vinden hiervan n.1. een voorbeeld van bij M

1

' D.

GEASWINCKEL 1

) , waar hij naar gewoonte, aldus in 't breede redekavelt:

„Immers is het waer ende kennelyck, dat van allen ouden tyden, Burgemeesters, Regeerders ende Vroetschappen, zyn geweest in possessie van al sulcke persoonen, als sy in conscientie bevonden ondienstigh voor de regeringe harer Steden te zyn, sonder figuere van proces uyt hare Steden te doen vertrecken. Welke macht by verscheyde Resolutien van de Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt successivelyck, jae over de honderd jaren is geconfirmeert; met dien verstande, dat indien hem yemandt over het gebruycken van soo- danige authoriteyt beklaeghde, dat deselve hem niet en soude hebben te adresseren aen de collégien van de ordi- naris Justitie, maer alleen aen de Staten, sulcxs dat

') Speciale beschryvingh van het Gebruyck, ofte Daadelycke Be- zitting van Opperste Macht der Ed. Groot Mog. Heeren Staten van Hollandt ende West-Vrieslandt. 's Gravenhage a. 1674, pag. 127.

(49)

de Resolutien by de Regenten van de Steden dies aen- gaende genomen haren effect souden sorteren, tot dat by de Staten anders soude zyn geordonneert. Den gront- slagh hiervan soeckende, is lichtelyck te oordeelen, dat deselve in billickheyt van reden gefundeert is, ingesien zynde aen d' eene zyde, dat de Magistraet in conscience is achtende, dat soodaniger persoonen verblyf in de Stadt ondienstigh is; aen d'andere zyde dat sulcx ver- richtet werdt, sonder den uytgeseyden eenigh verlies aen eer ofte goet aen te doen ; ende gelyck de woorden van den Heer Prince van Orange aen de Heeren Staten luyden, sonder verminderinge van haer authoriteyt;

waerby komt dat het selfs geen infamie, die men noemt

infamiam facti (dat is soo wanneer yemant in reputatie

by luyden van eere wert gekrenckt) met hem is tree-

kende : waervan wederom de grontreden kan zyn, dat

het een actie is niet soo seer uyt eenige rechtsdwangh

ofte penaliteyt herkomende, als eerder en meerder uyt

een onbedwongen vry willigheyt ; want gelyck het yemandt

vry staet sich onder een Magistraet te begeven, aen wien

hy, omdat hy hem onder hem begeven heeft, schot ende

lot betaeldt, ende als hy sulcx niet langer gesint en is,

hem vry staet te vertrecken, sonder dat hy dien Magistraet

door dit vertreck eenige soodanige kleynigheyt aen doet,

waer over hy hem soude vermogen te ressenteren, ofte

gerechtelyck te beklagen : soo staet het oock de Magi-

straet vry, hem van den welcken hy niet langer schot ende

lot wil hebben, omdat liy hem niet goet en vindt langer on-

(50)

36

der syn protectie te behouden, syn verblyf te ontseggen.

Doch hoewel ick dese reden van seer hoogh-geleerde luyden, ende met een Staetswyse hebbe geleert, soo en heeft die my noyt können voldoen ; dewyle ick wete, dat onder de Hooghste machts rechten niet alleenlyck is, dat men yemandt mach doen vertrecken, maer ook het vertrecken mach verbieden: waervan te weten, van soodanige verboden ende geboden te weder-zydts, soo van des Koninghs van Hispanjen, als van de Heeren Staten zyde, onderscheydentlycke placcaten , geduyrende de troubles ende insonderheyt omtrent ten tyde van de pacificatie van Gent souden können werden bygebracht;

doch dit overgeslagen, soo blyft echter den eersten gront-

regel vast: 't welch genoegh de naem selfs uytwyst,

dewyle soodanige eene uytsettinge niet en geschiet straf-

fender wyse, nochte oock eene straffe genaemt wert,

nemaer eene politique correctie ; oock mede dat het niet

en geschiet uyt eenige jurisdictionele macht, maer uyt

het recht dat de Burgemeesteren en Vroetschappen over

de burgeren ende ingesetenen toekomt, oock sonder figure

van proces; ende blyckt, ook genoegh dat dit onder

de vrywillige actiën te stellen zy, dewyle selfs ydereen

in syne vrye wille staet, yemant op syn erf niet te laten

komen, ofte syn huys te verbieden : ende oock geen

Magistraten daertoe konneu werden geconstringeert, om

de gemeene rust van liaer Stadt, te moeten gedoogen

door eenige weynige onrustige persoonen te laten be-

derven: ende is hiertoe (dit in 't voorbygaen) aenmerc-

(51)

k e n s w a e r d i g h , dat naer de dispositie van de beschreven r e c h t e n , een Officier die geen m a c h t en heeft om y e m a n t te straffen, soodanigh recht vermagh te g e b r u y c k e n tegens dien welcken hy bevint sich onhebbelycken aen te stellen. Blyvende by 't g u n t g e b r u y c k t ofte geuseert is g e w e e s t , hetselve is in vele voorvallen te sien in de h i s t o r i e n , ende Sonderlinge in de tyde van den G r a v e V A N L E Y C E S T E R , in den jaere vyftien h o n d e r t negen en tseventigh ende tachtigh ende oock in andere j a r e n , so voor als naer : ende is het wel het beste verset geweest 't g u n t by de Steden i s , doenniael tegens de onrustige geesten g e b r u y c k t geweest."

V e r d e r zegt h i j , een voorbeeld uit eigen e r v a r i n g aanhalende : „ My staet voor dat ick in den j a e r e sestien hondert een en d e r t i g h , gesuccumbeert hebbe in een pleydoye voor den H o v e van H o l l a n t tegen W I L L E M D E B O N T , Hooft-Officier der S t a d t L e y d e n , nomine officii, gedaeghde in cas d ' a p p e l , ende A B K A M E V E R T S Z V A N A R E N S B E R G H I m p é t r a n t , sustineerende den I m p é t r a n t dat hy o n v e r h o o r t ende sonder gegeven oorsaeck by den M a g i s t r a e t van Leyden gebannen w a s ; waertegens wylen den H e e r Advocaet K U Y L voor den H e e r gedaeghde niet anders en a l l e g u e e r d e , als dat het was een politique cor- r e c t i e , niet eens beantwoordende alle andere redenen by my g e a l l e g u e e r t , ende purelyck blyvende consisteren op het recht de Steden daerin t o e k o m e n d e , ende 't selve confirmerende m e t een g r o o t e van exempelen in gelycken c a s , genoeghsaem in ' t meerendeel der Steden van H o l -

(52)

lant voorgevallen en in contradictoire judicature gecon- firmeert, ende niet weyniger van die geenen der welcker geintenteerde appellatien waren afgeslagen ende gerejec- teert geweest; daer op staende dat het onmogelyck soude zyn te betoonen, dat tot eeniger tydt sulcke saecken voor den Hove souden zyn gebracht, in de welcken de clausule van inhibitie soude ten uyteynde toe van de saecke gecontinueert zyn geweest. Waer tegens geseyt zynde voor replicque, dat immers het tegendeel van dien waar was, ende dat in de saeck van J A N S Y -

MONSZ BLAEUHULCK

tot Enckhuysen

1

) , selfs in stercker termen, te weten, in materie van delict anders was ver- staen, ende niet alleen provisie was verleent maer oock was restablissement tegens dien van de Magistraet tot Enckhuyzen gedecerneert, ende dat door Commissarissen van den Hoogen Kaedt aldaer in loco zynde, ende dat tot noch toe 't selve indecys was hangende; oock dat het niet beswaerlyck en soude zyn meer diergelycke exem- pelen te verhalen, waarvan des noot zynde gepresenteert wiert een feyt te maecken; oock wiert geurgueert dat daerin dat onderscheyt wiert gemaeckt, dat in de saeck van

BLAEUHULCK

een presumptyf delict op 't minsten was, 't welck in dese saeck onmogelyck was te seggen, weyniger geverifieert te werden : wiert voor duplicque geseyt dat alle 't selve niet ontkent en wiert, maer dat

') BLAEUHULCK is anders in de geschiedenis dier stad, een uit de worsteling tegen Spanje, beroemde naam. GEK. BRANDT, Hist, van Enck- huysen, bl. 246 volgg. (1587).

(53)

by haer Ed. Groot Mog. sulcx was geimprobeert, daer- toe de Missive ofte aenschryvens van haer Ed. Groot Mog. aen de Heeren van de Raedt wierde geproduceert ; ende op deselve naerder instantie ghedaen, ende dat die saecke doenmael noch niet en was naer des Heeren Ad- vocaets beste kennis gedecideert, ende midts 't selve, dat zoodanigh een exempel niet en konde werden in rechten gevalideert, tegens der Steden recht, tegens derselver geprescribeerde possessie, tegens de Privilegien van den Lande, tegens de redenen van Staet ende regeringe ende die bevestight door de Resolutie van de Heeren Staten, etc. soo is daer verders niet op gevolght, ende het proces gelaten voor het gunt het was. Waermede ick my selfs niet wel konnende laten voldoen, in 'r particu- lier de oudste Heeren Advocaten van de Rolle d'een voor, d'ander naer, oock partyen in de saeck geweest zynde, aengesproocken hebbende, doenmael verstonden dat dit gehouden was voor een poinct dat in dier voe- gen by den Staet was verstaen ; ende oversulcx ick noyt myn meester geraden heb de saecke, naer afge- dane inhibitie ten principale te vervolgen."

Ook M

r

P .

B O R T 1

), een tijdgenoot van

GRASWINCKEL,

is zoozeer het gevoelen van DE G R O O T toegedaan dat hij de woorden van bovengemeld Advys tot de zijne maakt.

Gedurig lokten natuurlijk de geschillen tusschen de

') Tractaet van Crimineele Saeken, pag. 184 en volg., uitgegeven te 's Gravenhage a. 1688.

\

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor QCB (bijlage 8) werd op drie locaties (het IJ, Hollands Diep en de Rijn bij Lobith) een duidelijke stijging gemeten en eveneens voor drie locaties (Maas Keizersveer, Ketelmeer

Tegenwoordig is er wat meer begrip voor onze manier van beheer.. We proberen zoveel mogelijk in te spelen op de natuur­ lijke mogelijkheden van het

Het cellengebouw zou moeten voorzien in de opvang volgens het eerste model: plaatsing zou hier voorbehouden moeten zijn aan gedetineerden die in de eigen inrichting niet te

Al met al zien we de trend dat de beschikbare middelen van gemeenten steeds meer in de rich- ting van het sociale domein schuiven (niet langer beïnvloedbaar door de Raad) en dat

skillende resul tate by die twee groepe gevind vrord. Twee- dens is in hierdie ondersoek 'n poging aangevrend om die verband tussen die algemene motoriese

Als vooruitstrevend Nederlands familiebedrijf doet Lande er alles aan om de milieu-impact van onze activiteiten, producten en diensten tot een minimum te beperken.. Dit doen we

Hierdie en ander sake noop dus dat daar gelet moet word na die beroepsleidingprogram soos dit in die skool daar uitsien.. Gesien in die lig van die rol wat

(al twaalf universiteite gebruik een of ander vorm van tegnologie vir pedagogiek); (iii) die aanwending van e-leer (al die universiteite, behalwe die Open University of