• No results found

Bestemmingsplan Bodegraven Centrum 2022

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bestemmingsplan Bodegraven Centrum 2022"

Copied!
206
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Gemeente Bodegraven-Reeuwijk

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld

23 februari 2022

(2)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld

KuiperCompagnons BV

Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw, Architectuur, Landschap Rotterdam

Inhoud:

- toelichting - regels - verbeelding

werknummer: 618.147.40 datum: 23 februari 2022

bestand: J:\618\147\40\3.projectresultaat\d. vaststelling

Procedureoverzicht

Fase Datum

Concept 20 december 2019

tweede concept 12 maart 2020

Voorontwerp 10 juni 2020

Ontwerp Vastgesteld

19 november 2021 23 februari 2022

(3)

TOELICHTING

(4)

Inhoudsopgave van de toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding 4

1.1 Bij het plan behorende stukken 4

1.2 Aanleiding en doel 4

1.3 Ligging en begrenzing plangebied 6

1.4 Voorgaande bestemmingsplannen 7

1.5 Leeswijzer 8

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 10

2.1 Inleiding en uitgangspunten 10

2.2 Bestaande situatie 11

2.2.1 Ontstaan en ontwikkeling kern Bodegraven 11

2.2.2 Oude Rijnzone 11

2.2.3 Centrumgebied 13

2.2.4 Molenvliet 15

2.3 Ontwikkelingen 17

Hoofdstuk 3 Duurzaamheid 22

3.1 Kader 22

3.2 Onderzoek en conclusie 25

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke Ordening 27

4.1 Rijksbeleid 27

4.2 Provinciaal beleid 28

4.3 Gemeentelijk beleid 33

4.4 Waterschapsbeleid 43

Hoofdstuk 5 Leefomgeving 49

5.1 Inleiding 49

5.2 Gezondheid en omgevingskwaliteit 50

5.2.1 Beschrijving huidige situatie plangebied 50

5.2.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan 54

5.2.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied 56

5.2.4 Verwerking in het bestemmingsplan 57

5.3 Omgevingsveiligheid 58

5.3.1 Beschrijving huidige situatie plangebied 58

5.3.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan 61

5.3.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied, inclusief verantwoording groepsrisico 62

5.3.4 Verwerking in het bestemmingsplan 62

5.4 Erfgoed 63

5.4.1 Beschrijving huidige situatie plangebied 63

5.4.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan 63

5.4.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied 67

5.4.4 Verwerking in het bestemmingsplan 68

5.5 Natuur 68

5.5.1 Beschrijving huidige situatie plangebied 68

5.5.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan 69

5.5.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied 69

5.5.4 Verwerking in het bestemmingsplan 69

5.6 Klimaatadaptatie 69

(5)

2

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

5.6.1 Beschrijving huidige situatie plangebied 69

5.6.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan 70

5.6.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied 72

5.6.4 Verwerking in het bestemmingsplan 72

5.7 Energietransitie 73

5.7.1 Beschrijving huidige situatie plangebied 73

5.7.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan 73

5.7.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied 74

5.7.4 Verwerking in het bestemmingsplan 74

5.8 Procedurele aspecten 74

5.8.1 Kader 74

5.8.2 Onderzoek 75

5.8.3 Conclusie 75

Hoofdstuk 6 Uitvoerbaarheid 76

6.1 Maatschappelijke uitvoerbaarheid 76

6.2 Handhaving 76

Hoofdstuk 7 Inspraak en overleg 78

7.1 Inspraak en vooroverleg 78

7.2 Zienswijzen 78

Hoofdstuk 8 Juridische plantoelichting 80

8.1 Inleiding 80

8.2 Planmethodiek 80

8.3 Regels 80

Bijlagen bij de toelichting

Bijlage 1 Visie op het winkelgebied van Bodegraven

Bijlage 2 Ruimtelijke onderbouwing en archeologisch onderzoek Prins Hendrikstraat Bijlage 3 Externe Veiligheid

Bijlage 4 Akoestisch onderzoek evenementen Bijlage 5 Nota inspraak en overleg

Bijlage 6 Nota zienswijzen

(6)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

(7)

4

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Bij het plan behorende stukken

Het bestemmingsplan “Bodegraven Centrum 2022” bestaat uit bestemmingen en regels. De bestemming van de gronden (en wateren) is geometrisch bepaald door middel van lijnen, coderingen en arceringen. In de bestemmingen zijn regels ten aanzien van het bouwen en het gebruik opgenomen.

Het plan gaat gepaard met deze toelichting. In de toelichting worden de keuzes die zijn gemaakt bij het opstellen van de geometrische plaatsbepaling en de regels verantwoordt en verduidelijkt. Vervolgens wordt ingegaan op de uitvoerbaarheid van het plan.

1.2 Aanleiding en doel

Voorliggend bestemmingsplan van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk biedt een juridisch- planologische regeling voor het centrum van Bodegraven en de naastgelegen gronden van brouwerij De Molen (waar de bestaande, vergunde bedrijfsactiviteiten worden vastgesteld) en het terrein van Versluys. Inhoudelijk zijn de volgende aspecten van belang.

Centrumvisie: compact kernwinkelgebied

De belangrijkste aanleiding voor een nieuw bestemmingsplan voor het centrum van Bodegraven is het verankeren van de Centrumvisie in het bestemmingsplan, waarin wordt beoogd om een compacter en daarmee beter functionerend winkelgebied te creëren.

Om dit resultaat te bereiken verandert de gemeente de bestemming van panden buiten het kernwinkelgebied met detailhandelsmogelijkheden, naar een andere passende bestemming. Zo wordt voorkomen dat nieuwe detailhandel zich buiten het winkelgebied vestigt. Het uitoefenen van de bestaande detailhandelsvestigingen buiten het kernwinkelgebied blijft, op basis van de uitsterfregeling, wel mogelijk voor de huidige detaillisten.

Voor de functie 'dienstverlening' is in het bestemmingsplan, naar aanleiding van het beleid uit de Centrumvisie, een nadere detaillering opgenomen. Er wordt nu onderscheid gemaakt in publieksgerichte dienstverlening en zakelijke dienstverlening. In het kernwinkelgebied is in beginsel alleen maar publieksgerichte dienstverlening toegestaan.

Verder zal de gemeente alle initiatieven, die passen binnen het beleid uit de Centrumvisie, positief beoordelen en via een buitenplanse procedure van een toereikende juridisch-planologische grondslag voorzien. Het gaat op dit moment te ver om specifieke zaken al te regelen in het bestemmingsplan.

Bestemmingsplan met verbrede reikwijdte

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk vindt het belangrijk om alvast zoveel mogelijk te handelen conform het gedachtegoed van de Omgevingswet. Voorliggend bestemmingsplan is daarom eind januari 2019 aangemeld als project op basis van de Crisis- en Herstelwet (Chw). Op basis daarvan kan de raad het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte vaststellen. De Chw was aanvankelijk vooral bedoeld om tijdens de economische crisis ruimtelijke investeringsprojecten te vereenvoudigen en versnellen, o.a.

door kortere procedures en minder strenge eisen aan onderzoeksrapporten. De laatste jaren is de Chw echter steeds meer een proeftuin geworden waarbij, via een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, kan worden geëxperimenteerd met de mogelijkheden die de Omgevingswet in de nabije toekomst gaat bieden.

(8)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Voor gebieden waar grootschalige transformatie plaatsvindt (vaak van bedrijvigheid naar wonen) biedt een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte de meeste mogelijkheden. Maar ook in het gebied als het centrum van Bodegraven zijn er mogelijkheden. Voor transformatiegebieden, herontwikkelingslocaties en afwijkingsregels kan namelijk het uitvoeren van de benodigde onderzoeken (b.v. geluid, bodem) worden doorgeschoven naar het moment dat er voor een concreet plan een aanvraag wordt ingediend. In het huidige systeem is het zo dat alle onderzoeken bij de vaststelling van het bestemmingsplan moeten zijn uitgevoerd. Op dat moment is vaak nog niet duidelijk hoe een concreet plan er uit komt te zien.

Ook hoeft er niet meer strikt gekeken te worden of onderwerpen 'ruimtelijk relevant zijn', voldoende is als er een relatie is met de fysieke leefomgeving. We onderzoeken of voor het plangebied voor de onderwerpen die raken aan de fysieke leefomgeving de betreffende regeling in de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) kan worden ingetrokken. Deze onderwerpen krijgen dan een plek in het bestemmingsplan met verbrede reikwijdte. Als de Omgevingswet in werking treedt (naar verwachting 1 januari 2023) dienen alle bepalingen in de APV die een relatie hebben met de fysieke leefomgeving (b.v. regeling voor terrassen, uitrit) te worden opgenomen in het omgevingsplan. Alleen aspecten die de openbare orde en veiligheid betreffen, staan nog in de afzonderlijke verordeningen. Het is juridisch onmogelijk om die ook naar het bestemmingsplan over te hevelen.

Tot slot is een van de doelstellingen van een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte om de voorspelbaarheid van de besluitvorming te verbeteren. Dit bestemmingsplan draagt bij aan deze doelstelling doordat per onderwerp dat raakt aan de fysieke leefomgeving is benoemd hoe dit onderwerp is verwoord in de centrumvisie, hoe het is verwerkt in het bestemmingsplan en wat het afwegingskader is om ontwikkelingen toe te staan die het bestemmingsplan niet rechtstreeks mogelijk maakt. Vooral met de laatste wordt de voorspelbaarheid vergroot en het besluitvormingsproces transparanter. De gemeente maakt inzichtelijk wat de kaders zijn waaraan verzoeken / bouwplannen worden getoetst die het bestemmingsplan niet rechtstreeks toestaat. In het document 'Visie op het winkelgebied van Bodegraven', opgenomen als Bijlage 1, zijn deze kaders uitgebreid toegelicht.

Ontwikkellocaties

Voor het zogenaamde Versluysterrein is woningbouw denkbaar, maar hiervoor is in het bestemmingsplan nog geen concrete (juridische) regeling opgenomen. Voor de locatie aan de Prins Hendrikstraat 7-9 is dat wel hel geval. Hier is een concreet bouwplan aanwezig voor de bouw van een appartementengebouw met 5 appartementen. Voor deze locatie is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, welke als bijlage 2 bij deze toelichting is gevoegd.

Kamerverhuur (onzelfstandige woonruimten)

Het bestemmingsplan legt, in het verlengde van het voorgaande plan, de locaties waar kamerverhuur (onzelfstandige woonruimte) is toegestaan, strikt vast. De mogelijkheden voor het verruimen van het aantal bewoners en het toevoegen van nieuwe panden waar dit is toegestaan, zijn komen te vervallen.

De begrippen omtrent dit onderwerp zijn in het bestemmingsplan aangescherpt en afgestemd op de gemeentelijke Huisvestingsverordening.

Actualisatie

Daarnaast is het van belang om het huidige bestemmingsplan, dat dateert uit 2010, te actualiseren.

Kleine foutjes en ondergeschikte zaken zijn aangepast. Postzegelplannen, die de afgelopen jaren zijn vastgesteld, zijn geïntegreerd. Verder zijn reeds verleende vergunningen en het in 2018 vastgestelde parapluplan Cultuurhistorie in het plan verwerkt.

(9)

6

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Duurzaamheid en klimaatadaptatie

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk vindt het belangrijk om alvast zoveel mogelijk te handelen naar de ambitie op het gebied van duurzaamheid en klimaatadaptatie, zoals vastgelegd in de routekaart en het actieplan voor een klimaatneutraal Bodegraven-Reeuwijk in 2035. Om een bijdrage te leveren aan de gestelde doelen heeft de gemeente uitgebreid gekeken naar de mogelijkheden om duurzaamheid in het centrum van Bodegraven zoveel mogelijk te stimuleren, en nadelige niet of minder duurzame activiteiten tegengaan. Hiertoe zijn concrete regels opgenomen die het lozen van hemelwater op het riool verbieden en krijgt het bevoegd gezag de afwijkingsmogelijkheid om, indien een gebouw een EPC=0 heeft, de initiatiefnemer aanvullende ruimte te geven op de in het plan toegestane maten, afmetingen en percentages. Zo wordt duurzame ontwikkeling gestimuleerd. De doelstellingen op het gebied van duurzaamheid en klimaatadaptatie en de doorwerking in voorliggend plan zijn uitgebreid beschreven in Hoofdstuk 3.

Samenvattend

Het voorliggende bestemmingsplan regelt:

 een kleiner kernwinkelgebied, ondersteund door bestemmingsverruiming van publieksgerichte functies; de functie 'dienstverlening' is nader verfijnd; alle initiatieven die passen binnen de Centrumvisie worden door de gemeente positief beoordeeld en zullen buitenplans worden geregeld;

 buiten het kernwinkelgebied de inperking van detailhandel;

 een bestemmingsplan met verbrede reikwijdte, anticiperend op de Omgevingswet, met daarbinnen specifieke regels voor klimaatadaptatie;

 aanscherping regeling voor onzelfstandige woonruimten (kamerbewoning);

 een actuele regeling met betrekking tot cultuurhistorie en één dekkend plan voor het gehele centrum (inclusief verleende vergunningen);

 doorwerking van de gemeentelijke duurzaamheidsdoelstellingen.

1.3 Ligging en begrenzing plangebied

Het plangebied betreft het centrum van Bodegraven (afbeelding 1.1). De noord- en oostzijde van het plangebied grenzen aan de bebouwde kom van Bodegraven. De zuidzijde van het gebied wordt begrensd door de spoorlijn, met centraal het station Bodegraven. Aan de westzijde is bedrijvenpark Rijnhoek gelegen. De Oude Rijn doorkruist het plangebied in oost-westelijke richting.

(10)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 1.1 Ligging plangebied in de kern Bodegraven (plangebied is rood omkaderd)

1.4 Voorgaande bestemmingsplannen

Met voorliggend bestemmingsplan worden de hierna genoemde bestemmingsplannen vervangen (in volgorde van vaststelling):

Bestemmingsplan Vastgesteld

Oud-Bodegraven - Dammekant 13-11-1968

Overtocht 22-12-1994

Kern Bodegraven (deels) 20-05-2010 Hoek Oud-Bodegraafseweg 06-03-2013 Voormalig Domburgterrein (deels) 06-03-2013 Supermarkten Bodegraven 10-04-2013 Markthof Bodegraven 29-03-2017 Parapluplan Parkeren (deels) 21-11-2018 Parapluplan Cultuurhistorie (deels) 29-05-2019

De globale ligging en begrenzing van de voorgaande bestemmingsplannen ter plaatse van het plangebied zijn aangeduid in afbeelding 1.2. Bij de vaststelling van bestemmingsplan Overtocht in 1994 is aan een klein gedeelte goedkeuring onthouden. Voor dit deel vigeert het voorgaande bestemmingsplan 'Oud-Bodegraven - Dammekant'.

(11)

8

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 1.2 Ligging en begrenzing voorgaande bestemmingsplannen

1.5 Leeswijzer

Deze toelichting bestaat uit de volgende hoofdstukken. Hoofdstuk 1 omvat de inleiding, waarin wordt ingegaan op de aanleiding, ligging van de planlocatie en de voorgaande bestemmingsplannen.

Hoofdstuk 2 geeft de planbeschrijving, met daarbij een begrenzing van het plangebied, de historische context van Bodegraven, een beschrijving van de bestaande situatie en de toekomstige ontwikkelingen.

Hoofdstuk 3 gaat vervolgens in op duurzaamheid. In hoofdstuk 4 zijn de relevante beleidsuitgangspunten en regelgeving van zowel de gemeente, provincie, het rijk als de waterschappen beschreven. In hoofdstuk 5 worden de relevante milieuaspecten doorlopen. Hoofdstuk 6 beschrijft de uitvoerbaarheid van het plan, waarna in hoofdstuk 7 en de inspraak- en overlegmethoden worden toegelicht. Tot slot wordt in hoofdstuk 8 een planologisch-juridische toelichting op het plan gegeven.

(12)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

(13)

10

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Hoofdstuk 2 Planbeschrijving

2.1 Inleiding en uitgangspunten

Het plangebied bevat het centrum van Bodegraven in ruime zin. Bij de begrenzing is ook het aan- of uitloopgebied rondom het kernwinkelgebied meegenomen. Tot slot is om praktische redenen ook een klein deel van het aangrenzende bedrijventerrein opgenomen in het plangebied. Deze gronden hebben geen directe relatie met het centrum, maar hebben momenteel een gedateerd bestemmingsplan uit respectievelijk 1968 (Oud-Bodegraven - Dammekant) en 1994 (bestemmingsplan 'Overtocht') en worden met voorliggend bestemmingsplan voorzien van een actueel juridisch-planologisch kader.

De grenzen van het plangebied zijn (globaal): het station(splein), de Burg. Le Coultrestaat, Oranjelaan, Burg. Vonklaan, Vlietkade, Oud Bodegraafseweg. Rivier de Oude Rijn doorkruist het plangebied in oost-westelijke richting (afbeelding 2.1). De ontwikkelingslocatie Van Tolstraat is buiten het plangebied gelaten.

Afbeelding 2.1 Ligging en begrenzing van voorgaande bestemmingsplannen binnen het globale plangebied (wit omkaderd)

(14)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

2.2 Bestaande situatie

2.2.1 Ontstaan en ontwikkeling kern Bodegraven

De kern Bodegraven is ontstaan op de zuidelijke oever van de Rijn, oorspronkelijk als Romeinse versterking. Rond 900 werd een begin gemaakt met de ontginning van het veengebied ter weerszijden van de Oude Rijn, volgens een vast patroon van evenwijdige sloten, de zogenaamde cope- ontginningen. De percelen werden recht het land ingetrokken vanaf de (bochtige) rivier, waardoor waaiers van breed- en smal uitlopende kavels zijn ontstaan. Op de ruggen van de kavels werd een houtkade met een afvoersloot aangelegd. Dit heeft geresulteerd in het huidige slagenlandschap rondom de kern.

De Oude Rijn vormt sinds de 17e eeuw een belangrijke vaarweg tussen Utrecht en Leiden. De ligging op het raakvlak van rivier en polder bracht een belangrijke bron van inkomsten met zich mee: de open overslag van landbouwgoederen. De kaaspakhuizen langs de Oude Rijn herinneren hier nog aan.

Langs de Oude Rijn is (nog steeds) karakteristieke lintbebouwing aanwezig die zich uitstrekt tussen Bodegraven en Nieuwerbrug en zich ter plaatse van deze kernen verdicht. Buiten de kernen is de bebouwing minder dicht en is er veelal vrij zicht op het open polderlandschap.

Tot in de 19e eeuw bestond Bodegraven uit een tweetal nederzettingen aan weerszijden van de Oude Rijn. Door de barrièrewerking van de Oude Rijn functioneerden deze nederzettingen relatief zelfstandig.

In die tijd was er al wel een verbinding tussen de beide nederzettingen, namelijk op dezelfde plek waar nu de Brugstraat ligt. De Goudseweg, evenwijdig aan de Goudse Vaart/Emmakade, vormt de oude verbindingsweg tussen Bodegraven en Gouda. Het functioneert nog steeds als een belangrijke directe route naar het centrum van Bodegraven.

Door aanleg van de spoorlijn in 1869 groeide de nederzetting ten zuiden van de Oude Rijn naar het spoor toe, waarbij het oorspronkelijke landschap de structuur van de straten bepaalde. In 1938 is de Rijksweg A12 aangelegd, die de oost-west structuur versterkt en de nadruk legt op de zuidzijde van Bodegraven.

Bodegraven is in de tweede helft van de vorige eeuw gegroeid tot een aanzienlijke vestigingsplaats voor mensen en bedrijven, met de ontwikkeling van uitbreidingswijk Weideveld en bedrijventerrein Rijnhoek. Ook vindt vanaf het begin van de 21e eeuw herstructurering plaats van diverse locaties in de bestaande kern, waarmee het ruimtegebruik wordt geïntensiveerd.

De historische bebouwingsstructuur wordt hieronder nader beschreven aan de hand van drie deelgebieden: de Oude Rijnzone, het Centrumgebied en de Molenvliet.

2.2.2 Oude Rijnzone

Bodegraven heeft haar oorsprong door en langs de Oude Rijn. Hierlangs is in de loop van de tijd aan beide zijden een lintstructuur ontstaan met (voormalige) agrarische bebouwing en arbeiderswoningen.

In de kern heeft in dit lint verdere verdichting en uitbreiding plaatsgevonden, van waaruit Bodegraven is gegroeid. Met name langs de Zuidzijde is het oorspronkelijke karakter nog goed herkenbaar. Hier is sprake van (voormalige) karakteristieke agrarische bebouwing op ruime kavels. Aan de Overtocht (zijde Oude Rijn) vormt molen De Arkduif een karakteristiek element in de stedenbouwkundige en cultuurhistorische structuur. Rondom het centrum is sprake van meer aanééngesloten bebouwing, hoewel panden individueel herkenbaar zijn. Naar de randen van de kern toe wordt de bebouwingsdichtheid lager.

(15)

12

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 2.2: Deelgebied Oude Rijnzone is aangegeven in rood, voorliggend plangebied (globaal) is zwart omkaderd.

(16)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

2.2.3 Centrumgebied

Het centrumgebied van Bodegraven heeft zich haaks op de Oude Rijn ontwikkeld, op de as tussen het NS-station - Raadhuisplein. Mede vanwege de fysieke scheiding door de Oude Rijn bestaat het centrum uit een noordelijk en zuidelijk deel.

Het noordelijk deel van het centrum kenmerkt zich door een over het algemeen grootschalig karakter en uniforme architectuur. Dit deel is herkenbaar door de situering van het gemeentehuis, het Raadhuisplein en de Hervormde Dorpskerk (Galluskerk). Het centrumgebied is hier rondom het Raadhuisplein, gedeeltelijk getransformeerd tot een modern winkelgebied. De bouwhoogte varieert van 2 tot maximaal 4 bouwlagen, met winkels op de begane grond en appartementen daarboven. Het Raadhuisplein heeft onder andere een functie voor de weekmarkt.

Het zuidelijk deel van het centrum is kleinschaliger en vertoont wat betreft architectuur meer verscheidenheid. De meeste bebouwing stamt uit de periode 1930 tot 1940 (Oud West), en richting het NS-station uit begin 20e eeuw. De Prins Hendrikstraat is de hoofdwinkelstraat in dit gebied, en vormt een passage van noord naar zuid. Centraal in het gebied is een openbare pleinruimte gelegen. De bebouwing bestaat hoofdzakelijk uit twee à drie bouwlagen met kap.

Oud Oost is gelegen ten oosten van de Spoorstraat en stamt voornamelijk uit de jaren '1930 tot '1940.

De structuur van dit gebied volgt de onderliggende landschappelijke structuur (slotenpatroon). De straten liggen daarmee ook evenwijdig aan de Goudse Vaart. De buurt heeft een organisch gegroeid karakter, en de bebouwing is veelal individueel herkenbaar. De bebouwing staat hoofdzakelijk direct aan de straat en heeft het karakter van (voormalige) arbeidershuisvesting. De bebouwingsstructuur is kleinschalig, haaks op de straat met een hoogte van overwegend twee lagen met kap.

(17)

14

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 2.3: Deelgebied centrum is aangegeven in rood, voorliggend plangebied (globaal) is zwart omkaderd.

(18)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

2.2.4 Molenvliet

Het gebied Molenvliet is gelegen aan de westzijde van de kern, tussen de Overtocht en de spoorlijn.

Het gebied heeft nu een grote verscheidenheid aan functies. Door het gebied loopt de Doortocht, een weg die door het instellen van eenrichtingsverkeer in het centrum een belangrijke verbinding vormt door het gebied naar de aangrenzende woonbuurten binnen de bebouwde kom van Bodegraven.

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk is al geruime tijd bezig om het gebied “Molenvliet” in fasen te herontwikkelen; hiertoe is op 16 september 2004 een ontwikkelingsplan vastgesteld. Bij de beoogde transformatie wordt een accent gelegd op de versterking van de woonfunctie. De nieuwe woningen grenzen aan bestaande in de woonomgeving, passende bedrijven en voorzieningen (rood aangegeven op afbeelding 2.4). Molenvliet behoudt hierdoor een zeker gemengd karakter.

(19)

16

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 2.4 Deelgebied Molenvliet is aangegeven in rood, het plangebied (globaal) is zwart omkaderd.

(20)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

2.3 Ontwikkelingen

Voorliggend plan biedt een actueel juridisch-planologisch kader voor het centrum van Bodegraven. In de eerste plaats wordt de centrumvisie verankerd in het bestemmingsplan. Daarnaast worden de vigerende bestemmingplannen herzien, met het oog op nieuwe beleidsstukken op het gebied van archeologie, parkeren en kamerverhuur. Ook enkele kleine afwijkingen, zoals bestemmingen, plangrenzen, aanduidingen en maatvoeringen worden vastgelegd conform de feitelijke situatie.

Hiermee worden geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk gemaakt, slechts enkele concrete, op locatie afgestemde mogelijkheden tot sloop-nieuwbouw.

In het plangebied zijn twee (potentiële) ontwikkelingslocaties gelegen: de Van Tolstraat 25-29 en het Versluys-terrein (afbeelding 2.5). Voor beide locaties zijn nog geen concrete juridische mogelijkheden voor transformatie opgenomen. Ten aanzien van de locatie aan de Prins Hendrikstraat 7-9 is een concreet bouwplan aanwezig voor de bouw van een appartementengebouw met 5 appartementen.

Voor deze locatie is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld, welke als bijlage 2 bij deze toelichting is gevoegd.

De verschillende onderdelen en doorwerking in het bestemmingsplan worden hieronder nader beschouwd.

Juridisch-planologisch kader voor de uitvoering van de centrumvisie

De belangrijkste aanleiding voor een nieuw bestemmingsplan voor het centrum van Bodegraven is het verankeren van de centrumvisie in het bestemmingsplan. De vertaling van de centrumvisie heeft de volgende weerslag op voorliggend bestemmingsplan:

 Het kernwinkelgebied wordt ingeperkt ten opzichte van de in het vorige plan bestemde situatie. Alle andere functies die passen binnen het beleid uit de Centrumvisie, zijn in het gebied ook toegestaan.

Dit wordt buiten het bestemmingsplan om getoetst (en indien gewenst vergund met omgevingsvergunningen).

 De panden buiten het kernwinkelgebied worden omgezet naar een woonfunctie, maar behouden middels een aanduiding hun detailhandelsfunctie (huidige vestigingen blijven mogelijk onder het overgangsrecht). De gemeente biedt binnen het 'transformatiegebied' (afbeelding 2.5) onder andere een verhuispremie en gevelsubsidie voor detaillisten die verhuizen van het transformatiegebied naar het kernwinkelgebied. Specifiek voor het pand aan de Wilhelminastraat 29 is een uitsterfregeling opgenomen.

 De begrenzing van het kernwinkelgebied is op grond van de kaart (zie afbeelding 2.5) specifiek ingetekend. In de praktijk kan er echter toch behoefte ontstaan aan het toestaan van een specifieke detailhandelszaak buiten het kernwinkelgebied. Daarom is het wenselijk dat het gebied een zogenaamde in- en uitdeukregeling kent. Als dit aan de orde is, kan dit buiten het bestemmingsplan om (met omgevingsvergunning) worden geregeld.

 Voor de functie 'dienstverlening' is in het bestemmingsplan, naar aanleiding van het beleid uit de Centrumvisie, een nadere detaillering opgenomen. Er wordt nu onderscheid gemaakt in publieksgerichte dienstverlening en zakelijke dienstverlening. In het kernwinkelgebied is in beginsel alleen maar publieksgerichte dienstverlening toegestaan.

Plangebied buiten het winkelgebied

Het gebied dat niet tot winkelgebied is ook onderdeel van het centrum en behoort tot het oude dorpshart van Bodegraven. De nadruk in dit deel van het plangebied ligt op de leefbaarheid en minder op de levendigheid. Dit betekent dat er weinig reden is om aanpassingen van de huidige planologische regeling. De ruimtelijke ontwikkelingen waarmee rekening wordt gehouden zijn:

De aanloop/uitloopstraten tot het centrum verkleuren steeds meer naar wonen. Dit verdraagt zich

(21)

18

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

minder met functies die overlast kunnen veroorzaken, vooral kamerbewoning, restaurants en nachthoreca. Ook is er in de veel gebieden rondom een centrum sprake van een relatief hoge parkeerdruk. Gelet daarop wordt terughoudend omgegaan met het toestaan van functies die een verkeersaantrekkende werking hebben. Gelet op de relatief hoge bebouwingsdichtheid in het oude dorpshart van Bodegraven is het namelijk meestal niet haalbaar de parkeerbehoefte volledig op eigen terrein wordt opgelost. In de straten rondom het centrum blijft ruimte voor andere vormen van gebruik dan wonen, vandaar de gemengde bestemmingen. Het gaat dan om functies als dienstverlening (o.a.

kapperszaken) en maatschappelijke functies.

Buiten het winkelgebied richt het beleid zich op het verplaatsen van detailhandel naar het winkelgebied of, bij beëindiging van detailhandel, langdurige leegstand voorkomen door geschikte vervolgfuncties mogelijk te maken waarbij wonen de meest passende en aantrekkelijke is.

Het gebied Molenzicht, grofweg het gebied tussen de Oud Bodegraafseweg, de Doortocht, Overtocht en Vlietkade is van oudsher een gemengd gebied dat zich de laatste jaren steeds meer ontwikkeld tot woongebied. Dit betekent dat er terughoudend wordt omgegaan met nieuwe bedrijfsfuncties die voor meer milieubelasting kunnen zorgen. Bijvoorbeeld, bij verzoeken om gebruikswijzigingen van de bedrijfspanden aan de Doortocht zal het uitgangspunt zijn dat de bedrijfsactiviteiten niet leiden tot aantasting van het woon-en leefklimaat in de omgeving.

Afbeelding 2.5 Plangebied met diverse ontwikkelgebieden

(22)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Versluys-terrein en Van Tolstraat 25-29

Op de gronden van het Versluys-terrein en aan de Van Tolstraat 25-29 is de planvorming niet tot stand gekomen binnen de periode tot vaststelling van dit bestemmingsplan. Voor deze ontwikkelingen zal een separate planologische procedure worden gevolgd. De Van Tolstraat en het Versluysterrein zijn conserverend bestemd in lijn met de bestaande situatie.

Van Tolstraat (achterzijde Prins Hendrikstraat 7 en 9)

De ontwikkeling aan de Van Tolstraat omvat de nieuwbouw van een appartementengebouw voor 5 appartementen. Op de locatie is op grond van het voorgaande bestemmingsplan "Kern Bodegraven"

een Gemengde bestemming van toepassing, met een aanduiding voor bijgebouwen. Het bouwplan past niet binnen de maatvoering die hiervoor geldt. Ook mag het bestaande aantal woningen niet toenemen. In voorliggend plan wordt een bouwvlak en een maximaal aantal woningen (5) op de locatie aangeduid, waarmee de bouw van het appartementengebouw wordt gelegaliseerd.

Het gebouw is gesitueerd aan de achterzijde van de percelen Prins Hendrikstraat 7 en 9, maar gericht op de Van Tolstraat ('Willemsplein'). De locatie in nu onbebouwd en in gebruik als tuin / achtererf. Het bouwplan past binnen de Centrumvisie van de gemeente en voldoet aan de stedenbouwkundige uitgangspunten voor de locatie. Het gebouw vult een 'gat' op aan het Willemsplein, waardoor het plein beter wordt omkaderd. De bebouwing wordt maximaal 3 bouwlagen hoog en krijgt aansluiting op omliggende panden. Daarbij voldoet het plan aan milieukundige voorwaarden, heeft participatie plaatsgevonden en wordt de parkeerbehoefte op eigen terrein opgelost. Een uitgebreide toelichting op het plan en de diverse aspecten zijn opgenomen in de Ruimtelijke onderbouwing, opgenomen als bijlage 2.

Afbeelding 2.6 Ontwikkeling Van Tolstraat, oude en nieuwe situatie (bron: ruimtelijke onderbouwing, bijlage 2)

Anticiperen op de Omgevingswet

Naar verwachting zal in 2023 de Omgevingswet in werking treden en de huidige Wet ruimtelijke ordening vervangen. Alle bestemmingsplannen binnen een gemeente samen worden dan van rechtswege omgevingsplannen. De gemeente Bodegraven-Reeuwijk vindt het belangrijk om alvast zoveel mogelijk te handelen conform het gedachtegoed van de nieuwe wet. Voor onderwerpen als 'klimaat' is daarom, conform het gemeentelijke beleid dat al bestond voor deze onderwerpen, een regeling opgenomen in het voorliggende plan. Grofweg alle bepalingen die het fysiek domein betreffen, worden straks geregeld in het omgevingsplan in plaats van in afzonderlijke verordeningen. Alleen aspecten die de openbare orde en veiligheid betreffen, staan nog in de afzonderlijke verordeningen.

Het is juridisch onmogelijk om die ook naar het bestemmingsplan over te hevelen. In paragraaf 8.3 wordt dit nader toegelicht. Verder worden specifieke regels voor duurzaamheid opgenomen; dit wordt in Hoofdstuk 3 Duurzaamheid nader toegelicht.

(23)

20

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Kamerverhuur (onzelfstandige woonruimten)

Het huidige kamerverhuurbeleid wordt momenteel herzien. Vanuit het project 'huisvesting arbeidsmigranten' is reeds de ambitie uitgesproken om kamerverhuur in het centrum te beperken. Wel is het college bereid om na de beëindiging van kamerverhuur medewerking te verlenen aan vervolgfuncties zoals zelfstandige woningen in de vorm van appartementen of studio's om eigenaren te stimuleren hun panden voor andere functies dan kamerbewoning te gebruiken. Gelet op deze ambities zijn alleen de locaties waar in het voorgaande plan reeds kamerverhuur was toegestaan in het nieuwe (voorliggende) plan opnieuw als zodanig bestemd. De mogelijkheden uit het vorige plan voor het vergroten van het aantal bewoners en het toevoegen van de betreffende aanduiding zijn echter wel komen te vervallen.

De begrippen omtrent kamerbewoning zijn duidelijker afgebakend in de regels van het bestemmingsplan, in lijn met de Huisvestingsverordening Bodegraven-Reeuwijk 2015.

Archeologie

In de Kadernota Erfgoed is de archeologische beleidskaart uit 2012 opgenomen. In de periode 2020- 2021 is de beleidskaart geactualiseerd. De gegevens uit de nieuwe beleidskaart zullen worden verwerkt in een paraplubestemmingsplan Archeologie en zijn derhalve ook verwerkt in het voorliggende bestemmingsplan. De archeologische waarden binnen het plangebied zijn opgenomen conform de actuele archeologische beleidskaart.

(24)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

(25)

22

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Hoofdstuk 3 Duurzaamheid

3.1 Kader

Nationaal klimaatakkoord

De afgelopen jaren heeft de nationale overheid haar duurzaamheidsdoelen en de benodigde acties in verschillende documenten en afspraken vastgelegd. In 2013 zijn er afspraken gemaakt met het bedrijfsleven over onder andere besparing en meer duurzame opwekking in het Energieakkoord. In 2015 is er tijdens een VN-klimaattop in Parijs een nieuw internationaal klimaatakkoord opgesteld. Het doel hiervan is om de opwarming van de aarde te beperken tot ruim onder de 2 graden Celsius en minimaal 1,5 graden. In 2016 heeft de overheid vervolgens in de Energie-agenda vastgelegd hoe een CO2-arme energievoorziening in 2050 gerealiseerd kan worden. In 2018 zijn deze afspraken verder uitgebreid met een nationale Klimaatwet. Deze stelt dat in 2030 een CO2-reductie van 49% ten opzichte van 1990 gerealiseerd moet zijn. In 2050 moet dit minimaal 95% zijn. In een nationaal klimaatakkoord worden afspraken gemaakt hoe deze doelen gehaald gaan worden. Op 28 juni 2019 heeft het kabinet het klimaatakkoord gepubliceerd.

Als onderdeel van het nationale klimaatakkoord is ook afgesproken om op regionaal niveau samen te werken aan de energietransitie. Daarbij gaat het specifiek over lokale duurzame opwekking, besparing en de warmtetransitie. Dit resulteert in dertig regionale energiestrategieën (de RES). De regio's krijgen ondersteuning van het Nationaal Programma RES. Via de RES kan de besluitvorming omtrent de ruimtelijke inpassing van de duurzame energieopwekking en de energie-infrastructuur worden voorbereid in goed overleg met alle maatschappelijke partners en betrokkenen binnen de regio.

Met de klimaatopgaven is in Midden-Holland een voortvarende start gemaakt door in de periode 2016 – 2017 te fungeren als één van de nationale pilots voor de ontwikkeling van een regionale energiestrategie (RES). Door de uitvoering van de pilotfase heeft de regio een flinke voorsprong op regio’s die pas in 2019 konden beginnen met een RES. De pilotfase heeft niet alleen geleid tot gezamenlijke ambities, zodat makkelijker kan worden samengewerkt in het vervolg, maar ook voor een flinke hoeveelheid data, waarmee in de vervolgfase goed kan worden verder gewerkt.

De uitkomsten van de RES zijn als opgave erkend door een groot aantal partijen in de regio met de ondertekening van het Convenant 2018-2025 Regionale Energiestrategie Midden-Holland op 5 april 2018. Binnen de regio Midden-Holland is de bestuurlijke tafel Duurzaamheid de verbindende schakel in het proces tussen de gemeenten en de verschillende bestuurlijke domeinen in de regio.

Energiezuinig bouwen

De energiezuinigheid van woningen en utiliteitsgebouwen wordt uitgedrukt in de Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC). Het Bouwbesluit stelt bepaalde eisen aan de energiezuinigheid van gebouwen en daarmee de EPC-waarde van een gebouw. Voor een woning geldt een eis van 0,4 terwijl voor utiliteitsbouw een variatie aan normen wordt gehanteerd op basis van de functie. De EPC-eisen zijn in 2020 vervangen door de eisen voor Bijna EnergieNeutrale Gebouwen (BENG). Alle vergunningaanvragen vanaf 1 januari 2021 moeten voldoen aan deze BENG-norm.

(26)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Duurzame ontwikkeling onder de Omgevingswet

Een belangrijk deel van het op dit moment geldende omgevingsrecht is voortgekomen uit de behoefte het lokale milieu en de burger te beschermen tegen hinder en verontreiniging. Inmiddels spelen bovenlokale gevolgen op het gebied van klimaatverandering een grote maatschappelijke rol, en krijgen steeds meer doorwerking in het omgevingsrecht. De Omgevingswet, die naar verwachting in 2023 in werking treedt, verankert dan ook het principe dat als er ontwikkelingen plaatsvinden, deze ontwikkelingen duurzaam moeten zijn. Bestuursorganen van een gemeente, provincie, het Rijk of een Waterschap moeten hun taken en bevoegdheden op grond van deze wet uitoefenen met oog op de belangrijke doelen van deze wet, waaronder duurzame ontwikkeling. Voor burgers en bedrijven geldt een zorgplicht voor een goede leefomgeving.

De wetgever heeft daarbij in gedachten dat een kerninstrument bij het bereiken van duurzame ontwikkeling de omgevingsvisie is. De omgevingsvisie vormt een integrale visie waarin strategische hoofdkeuzen van beleid voor de fysieke leefomgeving voor de langere termijn staan verwoord. Daarbij focust de omgevingsvisie niet op één sector of één aspect, maar wordt gevormd door een integrale blik op alle onderdelen van het gebiedsgericht beleid.

Een ander instrument van de Omgevingswet betreft de omgevingswaarden, die deels centraal worden vastgelegd in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) en waarbij op onderdelen bepaalde afwegings- /afwijkingsruimte voor het lokale bestuur mogelijk is. Dit zorgt ervoor dat een integrale afweging mogelijk blijft, maar dat er ook plaats is voor innovatie. De keuzes worden naast elkaar gelegd en afgewogen, waarna ze worden neergelegd in het burgers bindende omgevingsplan of een projectbesluit.

In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) is meer concreet de nieuwe mogelijkheid opgenomen om in een omgevingsplan maatwerkregels op te nemen met betrekking tot energieprestatie en milieuprestatie bij nieuwbouw van gebouwen en daarbij strengere grenswaarden op te nemen dan de in het Bbl geformuleerde landelijke normen. Als een dergelijke maatwerkregel in een omgevingsplan is opgenomen, is voor iedereen vooraf kenbaar dan in het betreffende gebied een strengere duurzaamheidseis geldt.

Klimaatneutraal Bodegraven-Reeuwijk 2035

In de raadsvergadering op 6 juli 2017 heeft de raad van de gemeente Bodegraven-Reeuwijk uitgesproken om een ambitie aan te houden van 25% boven de landelijke doelstelling. In navolging hierop zijn in april 2017 de “Routekaart Klimaatneutraal Bodegraven-Reeuwijk 2035” en het bijbehorende actieplan vastgesteld. Beide zijn een uitwerking van de motie “Klimaatneutrale gemeente”

die in november 2014 werd aangenomen. Deze motie en de routekaart en het actieplan doorleven dat als we nu niet doen om klimaatverandering tegen te gaan, we de gevolgen op financieel en ecologisch vlak doorschuiven naar volgende generaties.

De ambitie van de Gemeente Bodegraven-Reeuwijk is om toe te werken naar klimaatneutraliteit in combinatie en samenhang met het behalen van doelstellingen op andere gebieden. Met de routekaart en het actieplan worden alle thema’s zichtbaar gemaakt waar de gemeente aan wil werken om klimaatneutraliteit te behalen en doelgerichte acties uit te voeren, afgestemd op locatie specifieke kenmerken. Dit zal gedaan worden door technologische en maatschappelijke ontwikkelingen te volgen en daarop te anticiperen. Gedurende de looptijd van het actieplan zal door middel van monitoring en evaluatie gekeken worden of en hoe op deze ontwikkelingen kan worden ingespeeld.

(27)

24

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

De gemeente zet in op de thema's energie, water, afval, transport, wonen, maatschappelijk vastgoed, economie, voedsel, leefbaarheid en recreatie. Het handelen van de mens heeft direct (CO2 uitstoot) en indirect (overige broeikasgassen) effect op de versterking van het broeikaseffect. Door te kiezen voor deze tien thema’s worden alle onderwerpen die bij zullen moeten dragen aan klimaatneutraliteit meegenomen en wordt de integraliteit in de aanpak naar klimaatneutraliteit geborgd.

(28)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

3.2 Onderzoek en conclusie

Voorliggend bestemmingsplan 'Bodegraven Centrum 2022' is aangemeld als een 'bestemmingsplan met verbrede reikwijdte'. Het plan is daarmee een experimenteel plan zoals bedoeld in artikel 2.4 van de Crisis- en herstelwet (Chw). Hierdoor is het toegestaan om af te wijken van wetten en besluiten die zijn genoemd in artikel 7c van het Besluit uitvoering Chw. Het experiment heeft onder andere als doel om vooruitlopend op de komst van de Omgevingswet alvast gebruik te maken van enkele mogelijkheden die de wet gaat bieden.

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk geeft duurzaamheidsambities een belangrijke plek in het voorliggende bestemmingsplan. Duurzaamheid is een diffuus en veelomvattend onderwerp. Een gezonde en prettige leefomgeving wordt door allerlei factoren beïnvloed. Voor ruimtelijke aspecten kan er gestuurd worden middels het bestemmingsplan. Hiervoor zijn verschillende mogelijkheden. In een bestemmingsplan kunnen in principe de volgende maatregelen worden opgenomen:

 Positief bestemmen en belonen:

1. Belemmerende regels voor duurzame ontwikkelingen opheffen (zonder dat daarbij andere kwaliteiten onder druk komen te staan)

2. Duurzame ontwikkelingen mogelijk maken door ze expliciet te bestemmen 3. Initiatieven belonen door extra ruimte voor ontwikkelingen te geven

 Niet of minder duurzame activiteiten tegengaan door:

1. Bepaalde activiteiten verbieden

2. Het stellen van zwaardere eisen aan deze ontwikkelingen of compensatie te eisen.

 Het opnemen van voorwaardelijke verplichtingen.

De gemeente heeft ervoor gekozen een aantal maatregelen uit te werken en op te nemen in de regels van voorliggend bestemmingsplan. Het betreft concrete regels voor klimaatadaptatie (duurzame waterhuishouding en het tegengaan van hittestress) en het belonen van duurzame ruimtelijke ontwikkelingen.

Het stedelijk gebied van Bodegraven heeft te maken met doorlopende ontwikkelingen en de transitie naar een klimaatneutrale gemeente. Door het opnemen van specifieke regels die een duurzame leefomgeving bevorderen en minder duurzame activiteiten tegengaan, kan de gemeente sturen op de beoogde duurzaamheidsdoelstellingen. Zo geeft de Routekaart Bodegraven-Reeuwijk 2035 concrete actiepunten voor het stimuleren van bestendigheid tegen hitte en neerslag en de verduurzaming van particuliere woningen, maatschappelijk vastgoed en bedrijven. Op het gebied van water heeft het stimuleren en faciliteren van het afkoppelen van hemelwater van de riolering prioriteit. Het bestemmingsplan draagt met bovengenoemde regelgeving bij aan een klimaatneutraal Bodegraven- Reeuwijk in 2035.

(29)

26

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

(30)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke Ordening

4.1 Rijksbeleid

Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte

De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR) is op 13 maart 2012 in werking getreden. Deze structuurvisie vervangt de Nota Ruimte. De structuurvisie geeft een nieuw, integraal kader voor het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid op Rijksniveau en is de 'kapstok' voor bestaand en nieuw Rijksbeleid met ruimtelijke consequenties. In de structuurvisie schetst het Rijk ambities tot 2040 en doelen, belangen en opgaven tot 2028.

Het Rijk streeft naar een concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig Nederland door een krachtige aanpak die ruimte geeft aan regionaal maatwerk, de gebruiker voorop zet, investeringen prioriteert en ruimtelijke ontwikkelingen en infrastructuur met elkaar verbindt. Om dit te bereiken, brengt het Rijk de ruimtelijke ordening zo dicht mogelijk bij diegene die het aangaat (burgers en bedrijven), laat het meer over aan gemeenten en provincies ('decentraal, tenzij…') en komt de gebruiker centraal te staan. Het Rijk kiest voor een selectievere inzet van rijksbeleid op slechts 13 nationale belangen. Voor die belangen is het Rijk verantwoordelijk en wil het resultaten boeken. De belangen zijn vertaald in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (BARRO). Het Rijk richt zich daarbij op het versterken van de internationale positie van Nederland en het behartigen van de belangen voor Nederland als geheel, zoals de hoofdnetwerken voor personen- en goederenvervoer (waaronder buisleidingen), energie en natuur, alsook ondergrond en ruimte voor militaire activiteiten. Ook waterveiligheid en milieukwaliteit (lucht, geluid, bodem, water en externe veiligheid) horen daarbij, evenals de bescherming van ons werelderfgoed (zoals de Waddenzee en de Nieuwe Hollandse Waterlinie). Het Barro bevat geen specifieke uitspraken met betrekking tot het voorliggende plangebied.

Buiten de nationale belangen hebben decentrale overheden beleidsvrijheid. Het Rijk gaat zo min mogelijk op de stoel van provincies en gemeenten zitten en laat verstedelijkings- en landschapsbeleid over aan de provincies en gemeenten. De gemeente is in dat opzicht de overheid die het dichtst bij de burger staat en zorg draagt voor een veilige en leefbare woon- en werkomgeving. In het ruimtelijk domein gaat het om de ruimtelijke ontwikkeling van stad en platteland in brede zin, waarbij onder meer belangen ten aanzien van mobiliteit, milieu, natuur, water, economie en wonen worden afgewogen.

Gemeenten krijgen ruimte voor kleinschalige natuurlijke groei geënt op het bouwen van huizen die aansluiten bij de woonwensen van mensen. Bij het beheren en ontwikkelen van natuur krijgen boeren en particulieren in het landelijk gebied een grotere rol.

Ladder voor duurzame verstedelijking

Op 1 juli 2017 is de Nieuwe Ladder voor Duurzame Verstedelijking in werking getreden (artikel 3.1.6 lid twee en drie Bro). De nieuwe Ladder is ten opzichte van de voorgaande Ladder vereenvoudigd. De drie treden zijn komen te vervallen en er is een nieuwe bepaling toegevoegd. De Laddertoets geldt alleen voor plannen die een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken. Onder een nieuwe stedelijke ontwikkeling wordt verstaan: 'ruimtelijke ontwikkeling van een bedrijventerrein of zeehaventerrein, of van kantoren, detailhandel, woningbouwlocaties of andere stedelijke voorzieningen'.

Toetsing aan de nieuwe Ladder houdt in dat een bestemmingsplan dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maakt een beschrijving bevat van de behoefte aan die ontwikkeling, en, indien het bestemmingsplan die ontwikkeling mogelijk maakt buiten het bestaand stedelijk gebied, een motivering waarom niet binnen het bestaand stedelijk gebied in die behoefte kan worden voorzien.

(31)

28

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Indien een bestemmingsplan wijzigingsbevoegdheden of uitwerkingsplichten bevat, kan bij het moederplan worden bepaald dat de Laddertoets zich niet richt op de toelichting bij het moederplan, maar op de toelichting bij het wijzigings- of uitwerkingsplan.

Voorliggend bestemmingsplan voorziet grotendeels in een actualiserend juridisch-planologisch kader conform de feitelijke situatie. Voor deze wijzigingen is toetsing aan milieukundige aspecten niet benodigd.

In het bestemmingsplan wordt vooralsnog geen rekening gehouden met mogelijke herontwikkelingslocaties, zoals de voormalige Welkooplocatie en de panden aan de Van Tolstraat 25- 29. Plannen voor herontwikkeling en sloop-nieuwbouw projecten zijn in overleg met de gemeente mogelijk. Zoals toegelicht in paragraaf 2.3 worden nieuwe initiatieven in de eerste plaats getoetst aan de kaders die de gemeente heeft opgesteld in de 'Visie op het winkelgebied' (bijlage 1). De wettelijke onderzoeksverplichtingen voor deze ontwikkelingen zijn, anticiperend op de Omgevingswet, doorgeschoven naar de vergunningfase. Voor mogelijke ontwikkelingen is in de regels behorend bij het bestemmingsplan een voorwaardelijke verplichting opgenomen, die de laddertoets verplicht stelt bij de vergunningfase.

Afhankelijk van de zekerheid die er komt over de uitvoerbaarheid van de plannen worden de ontwikkelingen gedurende de looptijd van voorliggend plan gefaciliteerd. In dat geval zal ook de voorliggende paragraaf worden aangevuld met een laddertoets voor het beoogde programma.

4.2 Provinciaal beleid

Omgevingsbeleid Zuid-Holland

Op 20 februari 2019 heeft de provincie Zuid-Holland het nieuwe Omgevingsbeleid vastgesteld. Het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland omvat al het provinciale beleid voor de fysieke leefomgeving. Het bestaat uit twee kaderstellende instrumenten: de Omgevingsvisie en de Omgevingsverordening.

Daarnaast zijn in het Omgevingsbeleid operationele doelstellingen opgenomen, die deel uit maken van verschillende uitvoeringsprogramma's en -plannen, zoals het programma Ruimte en het programma Mobiliteit. De ruimtelijke hoofdstructuur maakt met een integraal kaartbeeld inzichtelijk hoe de strategische beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie ruimtelijk samenkomen.

Met het Omgevingsbeleid van Zuid-Holland streeft de provincie naar een optimale wisselwerking tussen gewenste ruimtelijke ontwikkelingen en een goede leefomgevingskwaliteit. Uit de provinciale opgaven worden samenhangende beleidskeuzes gemaakt, die doorwerken naar uitvoeringsprogramma's en naar regels in de verordening. De ruimtelijke hoofdstructuur maakt met een integraal kaartbeeld inzichtelijk hoe de strategische beleidskeuzes uit de Omgevingsvisie ruimtelijk samenkomen.

Omgevingsvisie Zuid-Holland

Door het samenvoegen van verschillende beleidsplannen voor de fysieke leefomgeving sorteert de provincie voor op de Omgevingswet. De Omgevingswet verplicht het Rijk, de provincies en gemeenten een omgevingsvisie te maken. De provinciale Omgevingsvisie bestaat uit de volgende onderdelen:

1. Een beschrijving en kaartbeelden van de ruimtelijke hoofdstructuur;

2. De ontwikkelrichting van het omgevingsbeleid: ambities en sturing;

3. Een beschrijving van de omgevingskwaliteit van Zuid-Holland, waaronder de provinciale inzet voor het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit;

4. De samenhangende beleidskeuzes voor de fysieke leefomgeving.

(32)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Ad. 1 Ruimtelijke hoofdstructuur

Ad. 2 Omgevingsbeleid: ambities en sturing

De ambitie van de provincie is een slim, schoon en sterk Zuid-Holland. De Provincie gaat uit van zes richtinggevende ambities, waarbinnen een aantal opgaven zijn geformuleerd:

 Naar een klimaatbestendige delta;

 Naar een nieuwe economie: the next level;

 Naar een levendige meerkernige metropool;

 Energievernieuwing;

 Best bereikbare provincie;

 Gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

Ad. 3 Omgevingskwaliteit

Centraal doel van het integrale omgevingsbeleid is het verbeteren van de omgevingskwaliteit. Onder 'omgevingskwaliteit' wordt verstaan: het geheel aan kwaliteiten die de waarde van de fysieke leefomgeving bepalen. Ofwel een samenvoeging van ruimtelijke kwaliteit (belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde) en milieukwaliteit (gezondheid en veiligheid).

De Omgevingskwaliteit bestaat uit de unieke kwaliteiten van Zuid-Holland, het toepassen van de leefomgevingstoets (beleidscyclus en monitoring) en een nadere uitwerking van het provinciale beleid.

Dit laatste gebeurt door middel van een 'kwaliteitskaart' en bijbehorende 'richtpunten ruimtelijke kwaliteit'.

Kwaliteitskaart, richtpunten en gebiedsprofielen

(33)

30

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

De provincie geeft richting en ruimte aan een optimale wisselwerking tussen ruimtelijke ontwikkelingen en omgevingskwaliteit. In de gehele provincie, zowel in het stedelijk gebied als in het landelijk gebied, beoogt het kwaliteitsbeleid een 'ja, mits-beleid'; ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, met behoud of versterking van de ruimtelijke kwaliteit.

Het ruimtelijk kwaliteitsbeleid bestaat uit een viertal kwaliteitskaarten (de laag van de ondergrond, de laag van de cultuur- en natuurlandschappen, de laag van de stedelijke occupatie en de laag van de beleving), samengevat in één integrale kwaliteitskaart, bijbehorende richtpunten en een aantal bepalingen in de verordening. Ontwikkelingen moeten rekening houden met deze richtpunten. De kwaliteiten zijn uitgewerkt in de gebiedsprofielen.

Gebiedsprofiel 'Gouwe Wiericke''

De gebiedsprofielen ruimtelijke kwaliteit vormen een uitwerking van de kwaliteitskaart en de richtpunten op gebiedsniveau. Zij zijn opgesteld in samenwerking met regionale partijen en bieden een gebiedsspecifieke handreiking voor het omgaan met ruimtelijke kwaliteit bij ruimtelijke ontwikkelingen.

De provincie Zuid-Holland heeft op 16 december 2014 het gebiedsprofiel 'Hollandse Plassen' opgesteld. In overleg met de regio en de gemeenten zijn de kernkwaliteiten uit de kwaliteitskaart uitgewerkt in het gebiedsprofiel. Het profiel is een gezamenlijk vertrekpunt ten aanzien van de karakteristiek, de ruimtelijke kwaliteit en de ambitie voor dit specifieke gebied. Het profiel verbeeldt en beschrijft wat wordt verstaan onder 'ruimtelijke kwaliteit', welke elementen aan die kwaliteit ten grondslag liggen in relatie tot de kwaliteitskaart en hoe sturing gegeven kan worden aan behoud en ontwikkeling van ruimtelijke kwaliteit.

Gouwe Wiericke heeft een rijk palet aan polders met ieder zijn eigen karakteristieke verkavelingspatroon. Kenmerkend voor Gouwe Wiericke is het samenspel tussen het oorspronkelijke ontginningspatroon en de vervening die onder andere tot het ontstaan van de Reeuwijkse Plassen hebben geleid. De eerste ruimtelijke ambitie voor het palet van polders is behoud van de grote maat.

Gouwe Wiericke heeft een open landschap dat op zijn beurt weer deel uitmaakt van het veel grotere geheel van het Groene Hart. Juist de kwaliteit van een uitgestrekt polderlandschap ‘dat eindeloos doorgaat’ moet overeind blijven. Een tweede ruimtelijke ambitie is dat de polders de basis zijn voor nieuwe ontwikkelingen. De karakteristieke poldereenheden met hun verkavelingspatronen en de dijken als heldere randen, moeten behouden worden. Tot slot gaat het om het herkenbaar houden van de vele nuances in het polderpalet: van de waaiervormige verkavelingen tot de rationele droogmakerijen en van veenweides tot veenplassen.

De linten, waaraan de verschillende polders binnen de Gouwe Wiericke ‘hangen’, zijn de structuurdragers van het gebied. Gouwe Wiericke wordt dooraderd door boezemwater en de waterpatronen van de polders met daartussen de opstrekkende verkaveling. De planlocatie ligt in de Noordzijderpolder en de Zuidzijderpolder, van elkaar gescheiden door de Oude Rijn.

Een samenhangende visie op de droogmakerij als geheel in relatie met zijn omgeving is nodig als basis voor de opgaven die spelen. De ambities van het gebiedsprofiel richten zich onder andere op:

 Koesteren van de heldere begrenzing van de droogmakerijen.

 Zichtbaar houden van het hoogteverschil met omliggende veenweidegebied en het boomkwekerijgebied bij Boskoop.

 Zo veel mogelijk concentreren van eventueel nieuwe bebouwing aan de Middelburgseweg en de Zijdeweg zodat het middengebied open blijft.

 Toekomstige ontwikkelingen leveren een bijdrage aan een duurzame waterhuishouding.

 Toekomstige ontwikkelingen houden rekening met de openheid en de typerende opbouw van het gebied.

(34)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Het gebiedsprofiel 'Gouwe Wiericke' is voornamelijk opgesteld om bij ontwikkelingen sturing te geven op kwaliteit. Het voorliggende bestemmingsplan neemt uitsluitend de bestaande rechten over.

Uitgangspunt van dit bestemmingsplan is dan ook het vastleggen van de aanwezige kwaliteiten van het gebied, hetgeen bijdraagt aan de ambitie van het gebiedsprofiel om de bestaande kwaliteiten te behouden. Het voorliggende bestemmingsplan is daarmee in lijn met het gebiedsprofiel.

Ad. 4 Beleidskeuzes

De provincie heeft 12 provinciale opgaven gedefinieerd, die elk bestaan uit samenhangende beleidskeuzes. Deze beleidskeuzes werken door naar uitvoeringsprogramma's en regels in de verordening.

Een belangrijke opgave in het kader van ruimte en verstedelijking is het zorgen voor een zorgvuldig ruimtegebruik en een compact, samenhangend en kwalitatief hoogwaardig bebouwd gebied. In lijn met de maatschappelijke behoefte zet de provincie in op het beter benutten van het bestaand stads- en dorpsgebied. Indien een gemeente een ruimtelijke ontwikkeling wil realiseren, wordt de Ladder voor duurzame verstedelijking doorlopen.

Uitgangspunt van de Ladder is dat een nieuwe stedelijke ontwikkeling voorziet in een behoefte en in beginsel in bestaand stedelijk gebied wordt gerealiseerd. Nieuwe verstedelijking moet daarom passen in regionale visies, de kwaliteitskaart van de Visie ruimte en mobiliteit en andere in de visie en verordening aangegeven ruimtelijke kaders. De Ladder voor duurzame verstedelijking is opgenomen in nationale wet- en regelgeving, zoals beschreven en getoetst in paragraaf 4.1. Toepassing is van provinciaal belang, daarom is in de verordening een verwijzing opgenomen naar de Rijksladder.

Omgevingsverordening Zuid-Holland

De Omgevingsverordening is vastgesteld in samenhang met de Omgevingsvisie en onderliggende programma's. De verordening is vastgesteld met het oogmerk van juridische doorwerking van een deel van het ruimtelijk beleid en bevat daarom regels voor bestemmingsplannen en daarmee gelijkgestelde ruimtelijke plannen. Het document omvat regels over de fysieke leefomgeving op provinciaal niveau, die voorheen waren opgenomen in onder andere de milieuverordening, planologische verordening en ontgrondingenverordening. De verordening gaat gepaard met een 17 kaartbeelden. De relevante kaartbeelden zijn hieronder toegelicht.

(35)

32

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 4.1 uitsnede Kaart 15 'Cultureel erfgoed', Omgevingsverordening Zuid-Holland' Molenbiotoop

Uit de Omgevingsverordening blijkt dat molen 'De Arkduif' is aangemerkt als cultureel erfgoed (kaart 15). De molenbiotoop van deze molen, gelegen aan de Overtocht 45, overlapt een deel van het voorliggende plangebied. Om de windvang van de molen te beschermen is in dit bestemmingsplan de gebiedsaanduiding 'vrijwaringszone – molenbiotoop 400 m' opgenomen. De regeling die hieraan gekoppeld is voorkomt dat er nieuwe bebouwing en beplanting wordt opgericht met een grootte die de vrije windvang en het zicht op de molen beperkt.

Hiertoe moet worden voldaan aan de volgende voorwaarden:

a. binnen een straal van 100 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, wordt geen nieuwe bebouwing opgericht of beplanting aangebracht, hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek;

b. binnen een straal van 100 tot 400 meter, gerekend vanuit het middelpunt van de molen, gelden de volgende hoogtebeperkingen voor bebouwing en beplanting: voor zover dit gebied is gelegen binnen bestaand stads- en dorpsgebied bedraagt de maximale hoogte van bebouwing en beplanting niet meer dan 1/30ste van de afstand tussen bouwwerk en beplanting en het middelpunt van de molen, gerekend met de hoogtemaat van de onderste punt van de verticaal staande wiek.

(36)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 4.2 uitsnede Kaart 3 'Regionale Waterkeringen', Omgevingsverordening Zuid-Holland' Regionale waterkeringen

Tot slot zijn in de Omgevingsverordening diverse regionale waterkeringen aangeduid (zie afbeelding 4.2), waaronder de Overtocht, Van Tolstraat, Noordstraat en de Vlietkade. Deze waterkeringen zijn in dit bestemmingsplan voorzien van een dubbelbestemming 'Waterstaat – Waterkering', waarmee de waterkerende functie primair is gesteld ten opzichte van de andere aangegeven bestemmingen.

4.3 Gemeentelijk beleid

Centrum Bodegraven in cijfers Bevolkingsopbouw

De gemeente Bodegraven-Reeuwijk had op 1 januari 2021 ruim 35.000 inwoners, waarvan 2.795 inwoners in het centrum wonen.

(37)

34

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 4.3: Aantal inwoners buurt Centrum, jaren 2013 tot en met 2020. (bron: www.allecijfers.nl) Het centrum heeft daarmee een relatief bescheiden rol als woongebied. Van de inwoners van het centrum is 51 % man en 49 % vrouw. Voor wat betreft de verdeling in leeftijdsgroepen valt ruim de helft van de inwoners in het centrum in de leeftijdscategorie tussen de 25 en 65 jaar. De afwijkingen van het landelijke gemiddelde zijn beperkt. De verdeling van leeftijdsgroepen is weergegeven in afbeelding 4.4.

Afbeelding 4.4: Verdeling leeftijdsgroepen Bodegraven Centrum - Nederland (Bron: CBS)

(38)

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Afbeelding 4.5: verdeling type huishouden Bodegraven centrum – Nederland (bron: CBS)

De gemiddelde huishoudensgrootte in het centrum van Bodegraven is 1,9, dit tegenover een gemiddelde van 2,2 in Nederland. Grafiek 1.2 geeft de verdeling in huishoudens weer. Hieruit blijkt dat het centrum van Bodegraven redelijk past in het landelijk gemiddelde. Het aantal huishoudens met kinderen is iets lager dan het landelijk gemiddelde.

Winkelbestand in het centrum van Bodegraven

Wat betreft het percentage aan leegstand van winkels zit het centrum van Bodegraven op het peil van 2014. Er is sprake van een behoorlijke daling in het aantal winkels over de gehele linie en een stijging op Leisure. Geheel in lijn met landelijke trends. Zie onderstaande grafiek in afbeelding 4.6.

Afbeelding 4.6: verdeling winkelbestand Bodegraven centrum

(39)

36

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

Bestedingen in het centrum van Bodegraven

Het centrum van Bodegraven heeft iets minder dan 40.000 m2 aan winkelvloeroppervlak. Hieronder vallen ook de horecabedrijven. De oppervlakte aan horeca in het centrum van Bodegraven bedraagt in totaal circa 2.700 m2 (gegevens gebaseerd op het aantal verleende horecavergunningen, exclusief terrassen). Het voorzieningenniveau in het centrum van Bodegraven beperkt zich voornamelijk tot de bewoners van het dorp Bodegraven. Dit heeft deels te maken met de omvang van het grondgebied van de gemeente met relatief veel buitengebied en een aantal dorpen die (ook) georiënteerd zijn op voorzieningencentra buiten de gemeente zoals Gouda, Woerden, Alphen a/d Rijn, Waddinxveen en Oudewater.

In het centrum van Bodegraven worden door de inwoners van de gemeente vooral boodschappen gedaan voor de dagelijkse behoefte. Het percentage bestedingen aan dagelijkse goederen in Bodegraven Centrum ligt een stuk hoger als je de cijfers vergelijkt met het centrum van vergelijkbare gemeente (benchmark). In 2018 werd door de eigen inwoners van de in het centrum van Bodegraven gedane boodschappen, 38 % besteed aan dagelijkse goederen. In een dorpskern met een vergelijkbaar inwonertal bedraagt dit percentage 23 %.

Dit beeld sluit aan bij het scenario waarvoor is gekozen voor het centrum van Bodegraven in de centrumvisie uit 2016: shop & service. Dit betekent een centrum dat zich hoofdzakelijk recht op eigen bewoners richt: focus op boodschappen doen, huiskamergevoel ('knus') en veel gemak.

Afbeelding 4.7: Overzicht dagelijkse bestedingen in Bodegraven Centrum, Bron: KSO, Randstadkoopstromenonderzoek 2018

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Basis Bedrijfshuisvesting aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade als gevolg van de inhoud alsmede het gebruik van deze vrijblijvende

Om deze redenen is het plange- bied niet geschikt als leefgebied voor ringslangen en kan aanwezigheid van deze soort binnen het plangebied met voldoende zekerheid worden

Indien in de behoefte aan de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stads- en dorpsgebied kan worden voorzien en voor zover daarvoor een locatie

De regeling in het voorafgaande bestemmingsplan ‘Kern Bodegraven’, voor het verruimen van het aantal bewoners en het toevoegen van nieuwe panden waar dit is toegestaan,

Het doel van het waterakkoord is het vastleggen van afspraken over de aan- en afvoer van water uit het beheergebied van het hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden via

Afspraak voor bezichtiging Als je geïnteresseerd bent in deze woning kan je een afspraak voor een vrijblijvende bezichtiging maken met de makelaar.. Tijdens de bezichtiging krijg je

c indien de stedelijke ontwikkeling niet binnen het bestaand stads- en dorpsgebied van de betreffende regio kan plaatsvinden, wordt gebruik gemaakt van locaties die,

Een voor personen bestemde vloer heeft bij een rand een afscheiding als die rand meer dan 1,5 m hoger ligt dan een aansluitende vloer, het aansluitende terrein of het