• No results found

Kaders en beleidsdoelen voor het plan

Hoofdstuk 4 Ruimtelijke Ordening

5.2 Gezondheid en omgevingskwaliteit

5.5.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

5.5.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan

Op 1 januari 2017 is de Wet natuurbescherming (Wnb) in werking getreden, met wetgeving ten aanzien van soortenbescherming en Natura 2000-gebieden. Vanwege de stikstofproblematiek zijn deze regels de laatste jaren regelmatig aangepast. Sinds 1 juli 2021 hoeft voor de bouw van woningen geen stikstofberekening meer te worden uitgevoerd. Dat moet wel voor de gebruiksfase (verkeer van en naar de woning). Deze wijziging volg uit de Wet stikstofreductie en natuurverbetering.

Daarnaast hebben provincies eigen beleid ten aanzien van het Natuurnetwerk Nederland (NNN; de voormalige Ecologische Hoofdstructuur of EHS) en overige natuurwaarden buiten het NNN.

De gemeente heeft voor dit plangebied geen eigen beleidsdoelen op het gebied van natuur.

5.5.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied

Volgens de regels van Rijk en provincie mag vaststellen van dit bestemmingsplan niet leiden tot schade aan beschermde soorten of aan Natura 2000 gebieden. Dit bestemmingsplan maakt geen grootschalige ontwikkelingen mogelijk. Het plan maakt slechts één nieuwe ontwikkeling mogelijk, een gebouw met 5 appartementen aan de Van Tolstraat (Willemsplein). In bijlage 2 is onderbouwd dat deze ontwikkeling geen schade veroorzaakt aan beschermde soorten en geen stikstofdepositie veroorzaakt op Natura 2000 gebieden.

5.5.4 Verwerking in het bestemmingsplan

Het thema natuur heeft geen invloed op de regels of verbeelding van dit plan.

5.6 Klimaatadaptatie

Door klimaatverandering neemt de kans op hittestress, wateroverlast, droogte en overstromingen toe.

Dat levert risico's op voor onze gezondheid, veiligheid en economie. Het is van groot belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen. De overheid, maatschappelijke organisatie, inwoners en bedrijven werken aan de benodigde passingen voor het omgaan met extreme weersomstandigheden, zodat dit het nieuwe normaal wordt. Klimaatadaptatie grijpt in op verschillende aspecten in het ruimtelijk domein, de invulling van klimaatadaptatie komt dan ook terug in vele aspecten in het ruimtelijk en sociale domein.

5.6.1 Beschrijving huidige situatie plangebied

De gemeente heeft in juni 2020 het Ambitiedocument Klimaatadaptatie vastgesteld. Dit document geeft op hoofdlijnen aan welk ambitieniveau de raad heeft ten aanzien van klimaatadaptatie en stelt onder meer dat bij elk ruimtelijk plan een klimaattoets moet worden uitgevoerd. Deze toets gaat in op de onderwerpen hitte, droogte, overstroming en wateroverlast.

Voor het plangebied 'Bodegraven Centrum' spelen o.a. de volgende knelpunten en kansen:

 Hitte: dichtbebouwd gebied warmt sneller op, geen verkoelend groen.

 Wateroverlast: overtollig regenwater kan moeilijk in de grond zakken doordat vrijwel alle grond verhard is. Hierdoor raakt het riool overbelast.

 Overstroming: de oevers van de Oude Rijn liggen hoger dan alles in de wijde omgeving. Ook het centrum ten noorden van de oude Rijn ligt relatief hoog. Dit zijn veilige gebieden om naar toe te vluchten in geval van overstroming.

 Droogte: panden op houten palen kunnen bij droogte schade krijgen door paalrot. In de oudere delen van het centrum van Bodegraven speelt dit meer dan in nieuwe wijken.

 Biodiversiteit: in het gebied is weinig openbaar groen

 Bodemdaling: in het gebied is de bodemdaling zeer beperkt.

70

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

5.6.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan

Het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie is een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk om Nederland klimaatbestendig en water robuust in te richten. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is aangegeven dat elke gemeente in 2020 een strategie en uitvoeringsagenda klimaatadaptatie opgesteld moet hebben. Doelstelling van het programma is dat Nederland in 2050 klimaatadaptief is.

Klimaatadaptatie is de ontwikkeling waardoor de samenlevingen de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen of waardoor zij profiteren van de kansen die een veranderend klimaat biedt.

In juni 2020 is de strategie klimaatadaptatie vastgesteld. Hierbij is gekozen voor scenario 2: 'Handen uit de mouwen'. Op basis van deze keuze is eind 2020 de uitvoeringsagenda klimaatadaptatie opgesteld. In het uitvoeringprogramma zijn onder het thema “klimaat adaptief bouwen en inrichten”

verschillende maatregelen opgenomen om klimaat adaptatie te implementeren in het ruimtelijk domein.

Klimaatadaptatie richt zich op de vier aspecten wateroverlast, hitte, droogte en overstroming. De gemeenteraad heeft op 24 juni 2020 het rapport Klimaatadaptatiestrategie en scenario's vastgesteld en daarbij gekozen voor scenario 2 met de bijbehorende inzet van middelen.

Volgens het rapport kan de gemeente op zes manieren zorgen dat Bodegraven-Reeuwijk zich aanpast aan de klimaatverandering:

 Informeren van inwoners en bedrijven

 Stimuleren inzet van anderen. Dit betreft ontwikkelaars, woningbouwcorporaties, bedrijven en particulieren

 Verankeren in het gemeentelijk beleid en de uitvoering van projecten

 Verplichten van klimaatadaptief handelen door middel van a. voorwaarden bij het afgeven van een vergunning

b. een 'klimaattoets' bij de ontwikkeling van ruimtelijke plannen.

c. het gemeentelijk rioleringsplan (GRP)

 Meekoppelen in de reguliere werkzaamheden van overheden, bedrijven en particulieren

 Onderzoeken

Het doel van de gemeente is om in 2050 klimaatadaptief te zijn. De gemeente heeft het convenant klimaatadaptief bouwen ondertekend. Hiermee wordt invulling gegeven aan de wijze waarop de gemeente klimaatadaptatie verankert in het gemeentelijk beleid. In het convenant zijn naast de aspecten wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen ook bodemdaling en biodiversiteit aandachtspunten.

De minimale eisen van het convenant klimaatadaptief bouwen vormen bij ieder nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het uitgangspunt. Bij dit bestemmingsplan, dat vrijwel geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, vindt de toetsing ook plaats op de bestaande situatie.

Aspect Doel Eis Range

N1: Een groot deel van de neerslag (50 mm) van een korte hevige bui (1/100 jaar, 70 mm in 1 uur) op privaat terrein wordt op dit terrein opgevangen en vertraagd afgevoerd.

40-70 mm

De berging is niet eerder dan in 24 uur leeg en is in maximaal 48 uur weer beschikbaar, of wordt gestuurd.

N2: In het plangebied treedt geen schade op aan bebouwing en

D1: De inrichting van het plangebied is afgestemd op de verwachte grondwaterstanden en de

zoetwaterbeschikbaarheid tijdens droogte.

D2: In het plangebied wordt 50%

(450 mm) van de jaarlijkse neerslag geïnfiltreerd.

20-100%

Hitte Tijdens hitte biedt de bebouwde omgeving een gezonde en aantrekkelijke leefomgeving.

H1: Tenminste 50% schaduw in het plangebied op de hoogste

H3: Koeling van gebouwen leidt niet tot opwarming van de

levensduur van 60 jaar worden in het ontwerp opgenomen. waterdiepte tot 20 cm treedt geen schade aan gebouwen op en blijven hoofdwegen begaanbaar.

72 aan gebouwen te beperken, als deze doelmatig zijn.

5.6.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied

Het centrum van Bodegraven is een bestaand, volgebouwd, dorpsgebied. Klimaatadaptieve maatregelen dienen te worden afgewogen tegen andere belangen, zoals stedenbouw, parkeren, inrichting van de openbare ruimte en veiligheid.

Ontwikkelingen in het plangebied bieden de kans om maatregelen te nemen die bijdragen aan de minimale eisen van het convenant. In dit gebied zijn de volgende maatregelen wenselijk:

 Hittestress

Dichtbebouwd gebied warmt sneller op, omdat er vaak geen of weinig verkoelend groen aanwezig is.

Maatregelen om dit tegen te gaan zijn bijvoorbeeld het zorgen voor schaduwwerking van gebouwen en groen op de openbare ruimte. In de planregels worden geen uitgewerkte maatregelen opgelegd maar een doelvoorschrift

 Wateroverlast

Overtollig regenwater kan moeilijk in de grond zakken doordat vrijwel alle grond verhard is. Hierdoor raakt het riool overbelast en blijft water staan op straat. Aangezien het straatpeil afloopt richting spoor verzamelt het water zich daar. Bij slimmer inrichting en verharding te vervangen door groen of halfverharding vermindert het probleem. Bij nieuwbouw zal de waterberging op het perceel moeten plaats vinden zoals ook in het convenant is opgenomen. Hiervoor wordt in de planregels geen uitgewerkte maatregelen opgelegd maar een doelvoorschrift

 Droogte

Bij droogte kunnen panden op houten palen schade krijgen door paalrot. In de oudere delen van het centrum van Bodegraven speelt dit meer dan in nieuwe wijken. Maatregelen kunnen niet in het bestemmingsplan worden geregeld, maar wel via integrale waterbeheer van het plangebied. Dit valt buiten de mogelijkheden van een bestemmingsplan.

 Maatregelen overstroming

De oevers van de Oude Rijn liggen hoger dan de wijde omgeving. Ook het centrum ten noorden van de Oude Rijn ligt relatief hoog. Dit zijn veilige gebieden om naar toe te vluchten in geval van een overstroming.

5.6.4 Verwerking in het bestemmingsplan

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

De gemeente heeft ervoor gekozen een aantal maatregelen uit te werken en op te nemen in de regels van dit bestemmingsplan (artikel 27.5). Hulpmiddel hierbij is het convenant klimaatadaptief bouwen. De minimale eisen van het convenant vormen de basis van een klimaattoets bij ontwikkelingen. Alle nieuwe ontwikkelingen moeten invulling aan het convenant geven zodat de situatie op het gebied van wateroverlast, hitte, droogte, overstroming, biodiversiteit en bodemdaling niet verslechtert.

In artikel 27.5 worden voor klimaatadaptatie doelvoorschriften i.p.v. middelvoorschriften in de planregels opgenomen om de initiatiefnemer ruimte te geven om klimaatadaptatie te integreren in de ontwikkeling.

5.7 Energietransitie

De transitie naar een duurzame (niet-fossiele) energievoorziening is een belangrijke voorwaarde voor duurzame ontwikkeling.

5.7.1 Beschrijving huidige situatie plangebied

Het centrum van Bodegraven bestaat uit bestaande gebouwen van verschillende leeftijden, vanaf ca.

1900 tot zeer recent. Deze worden hoofdzakelijk met aardgas verwarmd. In het deelgebied 'Hart van Bodegraven' worden nieuwe gasloze woningen gebouwd. Deze worden verwarmd met behulp van een warmtepomp. In de regionale energiestrategie (RES) bepaalt de gemeente samen met buurgemeenten en andere belanghebbenden hoe de regio Midden-Holland in de toekomst in zijn energiebehoefte zal voorzien.

5.7.2 Kaders en beleidsdoelen voor het plan

Op 1 juli 2018 is de Wet Voortgang Energie Transitie (VET) in werking getreden. Deze Wijzigingswet heeft een aantal aanpassingen doorgevoerd in de Gaswet en de Elektriciteitswet. Door de wijziging van de Gaswet mag een netbeheerder geen aardgasaansluiting meer verzorgen voor nieuwbouw. De aansluitplicht is dus vervallen, waarmee nieuwbouw niet meer aangesloten kan worden op het aardgasnet. Een belangrijk aandachtspunt is dat dit alleen geldt voor kleinverbruikers. Kleinverbruikers hebben een gasmeter tot en met G25 (een doorlaatwaarde tot en met 40 m³ per uur). Veel grotere kantoorpanden en bedrijven hebben een grotere aansluiting en hebben dus nog steeds recht op een aardgasaansluiting. Daarnaast biedt de Wet VET het college de ruimte om gebieden aan te wijzen waar netbeheerders geen nieuwe aardgasaansluitingen meer mogen verzorgen. Van deze bevoegdheid mag alleen gebruik worden gemaakt als er is voorzien in alternatieve voorzieningen. Dit heeft echter alleen invloed op kleingebruikers. Voor grootverbruikers vervalt het recht op een gasaansluiting hiermee dus niet. De wetgeving biedt ook ruimte aan het college van B&W om bij zwaarwegende redenen van algemeen belang uitzonderingen te maken en toch in een gasaansluiting te voorzien.

74

Bestemmingsplan ‘Bodegraven Centrum 2022’

Vastgesteld, d.d. 23 februari 2022

5.7.3 Beschrijving gewenste situatie plangebied

Het stedelijk gebied van Bodegraven heeft te maken met doorlopende ontwikkelingen en de transitie naar een klimaatneutrale gemeente. Door het opnemen van specifieke regels die een duurzame leefomgeving bevorderen en minder duurzame activiteiten tegengaan, kan de gemeente sturen op de beoogde duurzaamheidsdoelstellingen. Zo geeft de Routekaart Bodegraven-Reeuwijk 2035 concrete actiepunten voor het stimuleren van bestendigheid tegen hitte en neerslag en de verduurzaming van particuliere woningen, maatschappelijk vastgoed en bedrijven. Op het gebied van water heeft het stimuleren en faciliteren van het afkoppelen van hemelwater van de riolering prioriteit. Het bestemmingsplan draagt met bovengenoemde regelgeving bij aan een klimaatneutraal Bodegraven-Reeuwijk in 2035.

5.7.4 Verwerking in het bestemmingsplan

Maatregelen om de bestaande gebouwde omgeving te voorzien van duurzame energie zijn grotendeels vergunningvrij en hoeven dus niet aan het bestemmingsplan getoetst te worden.

Voor de mogelijke aanleg van een lokaal warmtenet in het centrum zal het nodig zijn de ruimte hiervoor in het bestemmingsplan te reserveren. Dat kan echter nu nog niet, omdat deze plannen nog onvoldoende zijn uitgewerkt.