Antwoorden door een scholier 1352 woorden
21 april 2008
6,5
13 keer beoordeeld
Vak Nederlands
Fictieverslag blok 1
Gemaakt door John, Klas 4eb1`
Docent: meneer W.
Lekker lezen, Over lezen Schrijfwijzer
Gedicht
Lekker lezen Opdracht 1:
1a. Mijn persoonlijke reacties op dit fragment zijn:
• Doet me niks dit is omdat ik het een saai boek vindt
• Oninteressant dit is omdat ik het ene saai boek vindt.
• Laat me koud Ik zou dit namelijk niet nog een keer willen lezen
1b. Ik zou dit boek absoluut niet weer willen lezen. Het is echt zo een vrouwenboek 2. Het woord “dubbelspel” wordt hierin bedoeld als:
Güntha denkt dat Fanny rustig blijft zitten, maar dat doet ze juist niet.
3a. Fanny maakt een foto van de brief, omdat dat als bewijsmateriaal kan dienen
3b. Fanny had het beter niet kunnen doen, omdat Güntha nu bozer is en Fanny de camera kwijt is 4a. Het probleem van Jeff is:
• Hij wil perse helpen.
4b. Het probleem van Fanny is:
• Zij zit opgesloten
4c. Door samenwerking proberen ze dat op te lossen.
5. Het verhaal is spannend door:
• open plekken;
• dit kan echt gebeurd zijn.
6a. We kijken door de ogen van Jeff en Fanny.
6b. De gevolgen zijn:
• het is spannender
7. De gebeurtenissen in dit verhaal zou echt gebeurd kunnen zijn.
Over lezen
Opdracht 2.1: abc-tekst
A: Angst, dat voelt Fanny wanneer ze betrapt wordt B: Bloed, dat heeft Jeff
C: camera, maakt Fanny foto mee D: dakterras, de plek waar ze heen gaan.
E: Emotie, daar zit Fanny vol mee.
F: Foto, dat maakt Fanny in het begin G: Güntha, de “slechte” speler
H: Help, dat denkt Fanny voordat Jeff komt.
I: Infuus, daar ligt een mobiel op J: Jeff, vriend van Güntha.
K: Kreun, Fanny kon niks zeggen, er was een hoge kreun L: “Lieve”, dat blijft Jeff steeds zeggen
M: Martin, vriend van Fanny
N: Niks, ik heb helemaal niks gevonden O: Heb ik niks op kunnen vinden P: Politie, Fanny wil de politie bellen.
Q: Er is niks met een Q
R: Rennen, Fanny en Martin rennen zo hard ze kunnen S: Springen, ze moeten 2 meter springen.
T: Trap, Martin kan goed trappen U: Ik kon niks vinden met een U V: Vaasje, zit een kunstroos in
W: Wodka, dat probeert Jeff aan Fanny te geven X: Lullig, heel weinig kans
Y: Niks gevonden
Z: Ook niks gevonden, ik heb het echt geprobeerd.
Opdracht 3
1. Om eerlijk te zijn heb ik geen een boek gelezen over de schrijver Heyink, het lijkt mij echter wel interessant.
2. De film die ik in de vakantie heb gezien heet:
• Stardust
Dat gaat over een paar die koningen willen worden, om dat te bereiken moeten ze een ster zoeken die op de aarde valt en dan een lichaam krijgt, echter als ze blij is zie je haar schijnen, en ze heeft nog steeds dezelfde dingen zoals een ster, ze slaapt ’s nachts enzovoort. Er is ook een ander jongen die niks met prinsen en dergelijke te maken heeft, hij woont in een plaats met de naam: “The Wall” die jongen(waarvan ik de naam vergeten ben) is verliefd op iemand, en om haar hand te krijgen moet hij een ster zoeken die ze samen zagen vallen.
Opdracht 4:
1. Het gekorte verhaal bij het begin van de blok door: John Ruimschoot
Fanny zit gevangen bij iemand genaamd Jeff. Zij probeert te ontsnappen wat nog niet kan lukken. Hij wil iemand bellen voor hulp, maar die wordt kapotgeslagen door Fanny. Gelukkig voor hem heeft hij nog vrienden in het café dichtbij. Wanneer hij weg is, komt Martin opeens. De beste vriend van Fanny, samen
proberen ze te ontsnappen, maar Jeff komt eerder terug dan verwacht met zijn vrienden…
2. Mijn leeservaring is:
• het onderwerp vond ik wel aanslaan. Als het aan de titel ligt, zou ik het meteen gaan lezen.
De gebeurtenissen waren weer iets minder, maar toch is het totaal nog steeds goed.
Personages:
• beetje origineel. Dit vind ik omdat dit soort personages vaak worden gebruikt.
Bouw:
• De bouw van de tekst vond ik wel goed, omdat het begint met een stukje samenvatting.
Taalgebruik: ik snapte alles wat wordt gezegd, dit boek ga ik zeker lezen.
Opdracht 6
1. de open plekken zijn:
• Overleven ze die sprong?
• Wie bonst er op de deur?
• Wanneer komt Jeff terug met zijn maatjes?
2. Het globale spanningsverhaal is in dit verhaal:
• Overleven ze de sprong van 2 meter lang en 8 meter diep.
3. De 2 voorbeelden van lokale spanningssituaties zijn:
• Zijn Martin en Fanny op tijd weg voordat Jeff terug komt?
• Wordt Jeff later aangehouden voor kidnapping?
4. De spanning is gebaseerd op de toekomst 5. Een spanningsboog is staat op regel 241-325
6. De manier van uitstel en vertraging is open plekken en middelen die toch niet gaan werken.
7. Ja, dit verhaal bevat een cliffhanger.
8. De vooruitwijzing dat een belangrijke rol speelt weet ik echt niet, dit heb ik tot mijn spijt niet gevonden.
9. De informatievoorsprong is in dit verhaal het woord “reddeloos”: als dit wordt gebruikt, komt er altijd hulp.
Opdracht 8:
1. De personages die in het eerste verhaal voorkomen zijn:
• Jeff
• Martin
• Fanny
• Güntha de slayer.
• En nog 2 vrienden van Jeff
2. de belangrijkste eigenschappen:
• Jeff: denkt goed na
• Martin: bezorgd
• Fanny: denkt goed na
• Güntha de slayer: denkt goed na
• De rest: onbekend
3. De relaties tussen de personen. Martin is goede vriend van Fanny, de rest horen bij Güntha 4. Er is zeker verschil tussen de normen en waarden tussen de personen.
5. Ik leer de personages kennen door hun acties. Wat ze allemaal doen
Schrijfwijzer Opdracht 25:
2a. Ik kies de functie kassawerkzaamheden
2b Ik heb voor deze functie gekozen, omdat ik dit het leukst vind. Hoe leuker ik iets vind, hoe meer ik er voor inspan.
2c. Ik ben een geschikte kandidaat omdat ik het liefst veel wil werken. Ik kom op tijd, span me in voor alles wat ik doe en ga dan weer weg wanneer de supermarkt sluit als dit kan.
2d. Ik zet ook in die brief van hoe ik eruit ziet en hoe mijn cijfers waren vorig jaar met Handel.
De brief:
Supermarkt … Regenboogstraat 49 1339 GH Almere.
Geachte heer/mevrouw,
Ik stuur U een brief om te solliciteren voor een functie, het liefst zou ik willen werken voor de functie 1:
kassawerkzaamheden.
Ik voldoe aan de eerste voorwaarde, want ik kan werken op zaterdag, maar op donderdag wordt het echter lastig. Het zou misschien lukken maar ik heb nog school. En huiswerk is ook belangrijk. Het zou wel lukken als ik om 16:30 mag beginnen. Dan gaat het me zeker lukken.
Ik ben de geschikte kandidaat omdat: ik positief ingesteld ben, het klinkt gek, maar ik houd van werken.
Mijn cijfers vorig jaar van Handel was gemiddeld een 7.6.
Graag hoor ik van U.
Met vriendelijke groet, John Ruimschoot
PS. mijn persoonlijke gegevens:
John Xstraat 135 xxxx BH Almere
School: de Buitenhoutcollege (dat is een bijgebouw van het Oostvaarders College).
Klas: 4x1 Opdracht 26:
Kan ik niet doen, ik heb geen kopie van een sollicitatieformulier.
Opdracht 27
Bij deze nummers moeten de volgende leestekens geschreven worden.
1. een komma;
2. aanhalingstekens;
3. een komma;
4. hoofdletter m;
5. hoofdletter f;
6. een komma;
7. een punt;
8. kleine k;
9. kleine d;
10. een komma;
11. hoofdletter w;
12. een komma;
13. een punt;
14. hoofdletter M;
15. hoofdletter M;
16. hoofdletter N;
17. een e met een streepje er boven;
18. hoofdletter J;
19. een komma 20. een komma Gedicht
Opdacht 41
1. De ik-persoon heeft verkering met Ad 2. Het probleem van de ik-persoon is:
• De ik-persoon denkt te veel aan Ad.
3. Wat er zo gebeuren kan is:
• De ik-persoon wordt afhankelijk van Ad.
4. Ze denkt aan vrijen wanneer ze andere jongens ziet.
5. Het blijft voorkomen dat de hoofdpersoon aan Ad denkt.
6. Ze is bang dat:
• Ze hopeloos verloren is als Ad het uitmaakt.
7. voor mij is het beschreven gevoel niet herkenbaar.
8. Om eerlijk te zijn vind ik dit geen mooie gedicht.
Opdracht 42
Ik ben alleen, dus ken ik deze opdracht niet doen.