• No results found

Nieuw Nederlands 4 e editie 5/6 vwo Antwoorden

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nieuw Nederlands 4 e editie 5/6 vwo Antwoorden"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

©

Noordhoff Uitgevers bv, 2008

1

Cursus Argumenteren

Hoofdstuk 1 – Het beoordelen van argumentatie

Opdracht 1

1 Als je vader 1500 schapen heeft, dan zul je thuis wel veel lamsvlees eten.

2 Als ik een schrijver een vreselijk mens vind, dan vind ik de boeken van die schrijver ook maar niets.

3 Als iemand uren per dag piano speelt, dan zal diegene een goede pianist worden.

4 Als je veel te mager wordt, dan moet je meer eten.

5 Als je aan de Tour de France deelneemt, dan gebruik je doping.

Opdracht 2 1

a mening: Wiskunde moet niet voor iedereen verplicht zijn

b argument: Er zijn genoeg universitaire studies waarbij je wiskunde helemaal niet nodig hebt.

c verzwegen argument: Als er genoeg universitaire studies zijn waarbij je wiskunde helemaal niet nodig hebt, dan moet wiskunde niet voor iedereen verplicht zijn.

2

a mening: Mensen in de schoolleiding moeten ook lesgeven.

b argument: Ze houden dan meer contact met de praktijk.

c verzwegen argument: Als mensen in de schoolleiding meer contact houden met de praktijk door les te geven, dan moeten ze dat doen.

3

a mening: Scheikunde kunnen ze beter afschaffen.

b argument: Je hebt er helemaal niets aan.

c verzwegen argument: Als je helemaal niets aan een vak hebt, dan kun je het beter afschaffen.

4

a mening: De film Turks Fruit zal wel goed zijn.

b argument: Het boek is fantastisch.

c verzwegen argument: Als een boek fantastisch is, dan zal de verfilming ook wel goed zijn.

5

a mening: De maatschappelijke stage moet snel ingevoerd worden.

b argument: Er is een groot tekort aan personeel in de zorg.

c verzwegen argument: Als er een groot tekort aan personeel in de zorg is, dan zal de maatschappelijke stage snel ingevoerd worden.

Opdracht 3 1

a mening: Ik vind dat Laura naar het vwo mag.

b argument: Juul mag ook naar het vwo.

c verzwegen argument: Als Juul naar het vwo mag, dan mag Laura ook naar het vwo.

d vergelijkingsargumentatie

e bijvoorbeeld: Is Juul niet veel slimmer?

2

a mening: Chinees moet op de middelbare school gegeven worden.

b argument: Er zijn 1,3 miljard Chinezen.

c verzwegen argument: Als er 1,3 miljard Chinezen zijn, dan moet Chinees op de middelbare scholen gegeven worden.

d oorzaak/gevolgargumentatie

e bijvoorbeeld: Wat hebben we hier met die Chinezen te maken?

3

a mening: Er moet geen Chinees op de middelbare school gegeven worden.

b argument: Chinees is veel te moeilijk.

c verzwegen argument: Als iets veel te moeilijk is, dan moet het niet op de middelbare school gegeven worden.

d (kenmerkargumentatie) oorzaak/gevolgargumentatie e bijvoorbeeld: Is natuurkunde dan niet moeilijk?

(2)

©

Noordhoff Uitgevers bv, 2008

2

4

a mening: Het is beter de doodstraf weer in te voeren.

b argument: De doodstraf zal veel potentiële daders afschrikken.

c verzwegen argument: Als de doodstraf veel potentiële daders afschrikt, dan is het beter de doodstraf weer in te voeren.

d oorzaak/gevolgargumentatie

e bijvoorbeeld: Worden de meeste moorden niet in een opwelling gepleegd?

5

a mening: Daan zal wel erg veel om het milieu geven.

b argument: Daan heeft vier jaar bij de scouting gezeten.

c verzwegen argument: Als je vier jaar bij de scouting hebt gezeten, dan geef je veel om het milieu.

d kenmerkargumentatie // oorzaak/gevolgargumentatie

e bijvoorbeeld: Zat Daan niet bij de scouting omdat zijn ouders hem niet het weekeinde thuis wilden hebben?

6

a mening: Je moet je muziek op YouTube zetten.

b argument: Er kunnen dan veel mensen naar kijken en luisteren.

c verzwegen argument: Als er veel mensen naar je muziek kunnen luisteren op YouTube, dan moet je die erop zetten.

d oorzaak/gevolgargumentatie

e bijvoorbeeld: Staan er niet veel te veel muziekfilmpjes op YouTube?

7

a mening: Het was een gemakkelijk schoolexamen.

b argument: Ik had zomaar een acht.

c verzwegen argument: Als ik zomaar een acht haal voor een schoolexamen, dan was het een gemakkelijk schoolexamen.

d kenmerkargumentatie // oorzaak/gevolgargumentatie e bijvoorbeeld: Is het niet een vak wat jou er goed ligt?

8

a mening: Het was een gemakkelijk schoolexamen.

b argument: We wisten van tevoren wat er gevraagd zou worden.

c verzwegen argument: Als van tevoren weet wat er gevraagd gaat worden, dan is een schoolexamen gemakkelijk.

d oorzaak/gevolgargumentatie

e bijvoorbeeld: Je weet toch bij elk examen eigenlijk wel wat er gevraagd gaat worden?

9

a mening: De korenwolf moet beter beschermd worden.

b argument: We beschermen de panda’s ook heel goed.

c verzwegen argument: Als de panda’s goed beschermd worden, dan moeten de korenwolven ook goed beschermd worden.

d vergelijkingsargumentatie

e bijvoorbeeld: Zien panda’s er niet veel liever uit?

10

a mening: Die snelweg moet er maar niet komen.

b argument: Op het beoogde tracé zijn dassenkeutels gevonden!

c verzwegen argument: Als ergens dassen leven, dan moet daar geen snelweg komen.

d oorzaak/gevolgargumentatie

e bijvoorbeeld: Kunnen die dassen niet met een snelweg in de omgeving leven?

Opdracht 4

1 de ander woorden in de mond leggen 2 verschuiven van de bewijslast 3 cirkelredenering

4 persoonlijke aanval 5 beroep op traditie 6 beroep op autoriteit 7 cirkelredenering

8 de ander woorden in de mond leggen

(3)

©

Noordhoff Uitgevers bv, 2008

3

Opdracht 5

1 stok achter de deur

2 voorkomen van een afwijkende mening 3 overhaaste generalisatie

4 verkeerde vergelijking 5 onjuist oorzakelijk verband 6 jij-ook-argument

7 stok achter de deur 8 onjuist oorzakelijk verband

Opdracht 6 tekst 1:

verkeerde vergelijking beroep op autoriteit tekst 2:

persoonlijke aanval tekst 3:

voorkomen van een afwijkende mening tekst 4:

verkeerde vergelijking Opdracht 7

1

a standpunt: Marianne kan maar beter geen kinderen krijgen.

b argument: Ze vindt haar carrière erg belangrijk.

c verzwegen argument: Als je je carrière belangrijk vindt, dan kun beter geen kinderen krijgen.

d ondersteunend argument: Een fulltime job gaat ten koste van de opvoeding van de kinderen.

2

a standpunt: De lessen van de stagiaire zullen vandaag wel niet doorgaan.

b argument: De spoorwegen staken.

c verzwegen argument: Als de spoorwegenstaken, dan gaan de lessen van de stagiaire niet door.

d ondersteunend argument: De stagiaire komt altijd met de trein.

3

a standpunt: Je moet wat vroeger naar bed gaan.

b argument: Je wilt toch niet ziek worden.

c verzwegen argument: Als je niet ziek wilt worden, dan moet je vroeg naar bed gaan.

d ondersteunend argument: Voor voldoende weerstand heb je veel rust nodig.

4

a standpunt: De manager van T-Mobile moet ontslagen worden.

b argument: De renners van T-Mobile hebben doping gebruikt.

c verzwegen argument: Als de renners van een ploeg doping hebben gebruikt, dan moet de manager van die ploeg ontslagen worden.

d ondersteunend argument: De manager is verantwoordelijk voor zijn renners.

5

a standpunt: Natuurlijk wil Sneijder naar Real.

b argument: Sneijder kan daar vier keer zoveel verdienen.

c verzwegen argument: Als je ergens vier keer zoveel kunt verdienen, dan wil je daar wel naar toe.

d ondersteunend argument: - 6

a standpunt: De nieuwe buren lijken mij leuke mensen.

b argument: Ze zijn goede klanten van de slijter.

c verzwegen argument: Als je een goede klant bij de slijter bent, dan ben je leuk.

d ondersteunend argument: Mensen die wel eens een glaasje drinken zijn gezelliger dan geheelonthouders.

7

a standpunt: Die dierenarts is vast geen dierenliefhebber.

b argument: Die dierenarts rekent hoge tarieven.

c verzwegen argument: Als een dierenarts hoge tarieven rekent, dan is hij geen dierenliefhebber.

d ondersteunend argument: Een dierenliefhebber wil geen geld aan dierenleed verdienen.

(4)

©

Noordhoff Uitgevers bv, 2008

4

8

a standpunt: Je krijgt nooit verkering.

b argument: Je wast je te weinig.

c verzwegen argument: Als iemand zich weinig wast, dan krijgt diegene nooit verkering.

d ondersteunend argument: Als je zo stinkt, wil niemand bij je in de buurt komen.

9

a standpunt: Je moet niet zo klagen over het de hoeveelheid huiswerk.

b argument: Je wilde zelf per se naar het vwo

c verzwegen argument: Als je zelf naar het vwo wilde, dan moet je niet zo klagen over de hoeveelheid huiswerk.

d ondersteunend argument: Je weet dat je op het vwo veel huiswerk krijgt.

10

a standpunt: Daan is een slechte gitarist.

b argument: Daan kan nauwelijks noten lezen.

c verzwegen argument: Als iemand nauwelijks noten kan lezen, dan is het en slechte gitarist.

d ondersteunend argument: Als je nieuwe stukken wilt leren, moet je noten kunnen lezen.

Opdracht 8 1

Het lezen van jongeren is reden om aan de alarmbel te trekken.

↑ ↑

Leerlingen lezen wel Harry Potter.

┴ Leerlingen lezen geen boeken uit de literaire canon.

Vroeger lazen de leerlingen meer.

┴ Het verschil met vroeger is dramatisch.

2 Alleen het laatste argument is niet-feitelijk. Dat komt met name door het gebruik van de term

‘dramatisch’. Als er ‘groot’ had gestaan, waren alle argumenten feitelijk.

3

Het literatuuronderwijs moet op de schop.

↑ ↑ ↑ Sinds de invoering van het

studiehuis hoeven scholieren immers geen torenhoge stapel boeken meer te lezen, maar nog maar een stuk of tien.

Daarnaast staat er geen bevlogen leraar meer voor de klas, die boeiend en inspirerend vertelt over Willem Elsschot of J.M.A. Biesheuvel.

Leerlingen lezen en verwerken literaire teksten tegenwoordig zelf, in groepjes.

4 meervoudige argumentatie

5 Dan kan het enthousiasme voor de literatuur weer overgedragen worden.

6 Als het enthousiasme voor de literatuur overgedragen moet worden, dan moet de gepassioneerde leraar weer terug voor de klas.

7 verzwegen argument gebaseerd op een oorzaak/gevolgrelatie 8 Dat de gepassioneerde leraar weer terug voor de klas komt.

9 Al in mijn eigen schooltijd, zo’n twintig jaar geleden, had ik wel wat beters te doen dan te luisteren naar de eindeloze uitweidingen van mijn leraar Nederlands over Bernlefs Hersenschimmen, een boek over demente bejaarden.

10 overhaaste generalisatie

11 Er zijn heel veel interessante dingen die je in plaats van lezen kunt doen.

12 Nu dvd, sms, msn, YouTube, GeenStijl en Hyves bestaan is de wereld in nog meer richtingen interessant geworden.

13 Literatuur is niet meer van deze tijd.

14 niet-feitelijk

15 Het is een relikwie uit vervlogen tijden geworden.

16 cirkelredenering

17 Het is geen tijdloos, noodzakelijk gegeven dat literatuur het medium is waarmee men het beste kan doordringen in het wezen van het bestaan.

18 Literatuur is pas het geprivilegieerde medium geworden nadat technische uitvindingen als de drukpers de verspreiding van boeken betaalbaar hadden gemaakt.

(5)

©

Noordhoff Uitgevers bv, 2008

5

19

Kunst is niet langer iets dat de kunstenaar maakt en het gewone volk bewondert.

↑ ↑ De traditionele functies van kunst en

literatuur zijn bezit geworden van de massa.

Kunst maken doe je tegenwoordig zélf.

20 meervoudige argumentatie

21 De eerste is meer niet-feitelijk dan feitelijk; de tweede is feitelijk.

22 Nee.

23 de ander woorden in de mond leggen

24 voorkomen van een afwijkende mening: ‘Een door conservatieve nostalgie gevoede, door de tijd achterhaalde stelling’.

beroep op autoriteit: ‘zoals ook Stephen Johnson betoogt in zijn bestseller’

25 Bij een boek moet je juist een hoop zelf verzinnen, hoe ziet iedereen eruit, etc.

26

1. Tegenwoordig hapt de taal naar lucht en durf op forums, blogs en in inboxen van mobiele telefoons.

2. Evenzo heeft de literaire elite niet langer het monopolie op de duiding van de mens en het leven.

27 Het eerste argument is feitelijk; het tweede is meer niet-feitelijk.

28 Het niet feitelijke argument, dat gebeurt ook in de zin die erop volgt: Die duiding vindt nu democratisch, interactief en op veel verschillende plaatsen, door miljoenen mensen gezamenlijk, plaats.

29 a waar b niet-waar c waar d niet-waar e waar f niet-waar 30

c en e zijn van toepassing

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

De Universitaire Wiskunde Competitie wordt gesponsord door Optiver Derivatives Tra- ding en wordt tevens ondersteund door bijdragen van de Nederlandse Onderwijs Com- missie

De Universitaire Wiskunde Competitie wordt gesponsord door Optiver Derivatives Tra- ding en wordt tevens ondersteund door bijdragen van de Nederlandse Onderwijs Com- missie

De Universitaire Wiskunde Competitie wordt gesponsord door Optiver Derivatives Trading en wordt tevens ondersteund door bijdragen van de Nederlandse Onderwijs Commissie voor Wiskunde

Voor de eerst ontvangen correcte oplossing van deze ster-opgave wordt eveneens 100 Euro toegekend.. Groepsinzendingen

Per nummer worden twee prijzen van 100 Euro toegekend: één aan de aanvoerder van de ladder (die daarna weer onderaan begint), en één aan de inzender van de oplossing die de

Per nummer worden twee prijzen van 100 Euro toegekend: één aan de aanvoerder van de ladder (die daarna weer onderaan begint), en één aan de inzender van de oplossing die de

Samenvattend zijn de specifieke vaardigheden die vaardigheden waarvan wordt verwacht dat de kandidaat deze snel en geroutineerd kan uitvoeren, terwijl voor de algemene vaardigheden