• No results found

7,4. Samenvatting door C woorden 14 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1- De naamloze vennootschap 1.1

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "7,4. Samenvatting door C woorden 14 juni keer beoordeeld. Hoofdstuk 1- De naamloze vennootschap 1.1"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Samenvatting door C.

3233 woorden 14 juni 2014

7,4

13 keer beoordeeld

Vak M&O

Hoofdstuk 1- De naamloze vennootschap 1.1

NV: Vennootschap waarbij het eigen vermogen in stukjes (aandelen) geknipt is en iedereen die een aandeel koopt, wordt mede-eigenaar/aandeelhouder).

De NV is een rechtspersoon, dat wil zeggen dat de NV juridisch als persoon beschouwd wordt. Aandeelhouders van de NV zijn dus slechts beperkt aansprakelijk; als de NV failliet gaat, zijn ze alleen hun inleg kwijt.

Rechten en plichten aandeelhouders:

Je bent mede-eigenaar van een NV wat maakt dat je stemrecht hebt op de algemene vergadering van aandeelhouders. Heb je 1.

meer dan 50% van de aandelen, dan is de NV eigenlijk van jou.

Je bent beperkt aansprakelijk (tot het bedrag van de aandelen die je bezit) 2.

Je hebt recht op een deel van de winst (dividend) Ook heb je kans op koerswinst of –verlies.

3.

1.2

Effecten/fondsen: waardepapieren. Belangrijkste zijn aandelen en obligaties.

Totaal van effecten van één vermogensvrager: Fonds Effecten worden verhandeld op de effectenbeurs.

Vraag en aanbod kruisen elkaar à koers komt tot stand. Deze koers kan boven of onder de nominale waarde zitten, dus effecten kunnen met winst of verlies verkocht worden.

Speculeren: Kopen van effecten in de hoop dat de koers zal stijgen en de effecten met winst verkocht kunnen worden.

Belangrijke indicatoren voor de koers: De verwachte omzet van een NV of de hoogte van de dividenduitkering, de algemene economische of politieke situatie.

Beursstemming is het best uit te drukken in de AEX-koersindex: indexcijfer van het koersverloop van de belangrijkste Nederlandse aandelen.

1.3

Vermogensmarkt: abstracte markt; totale vraag naar en totale aanbod van vermogen.

Geldmarkt: geld wordt (uit)geleend voor een periode korter dan een jaar.

1.

Kapitaalmarkt: Vermogen voor langer dan een jaar (uit)geleend. Er wort gehandeld in vermogenstitels. NV vraagt vermogen, 2.

biedt aandelen (vermogenstitel) aan. Aanbieder biedt geld aan, vraagt vermogenstitel (aandeel). Kapitaalmarkt is onder te

(2)

verdelen in

Openbare kapitaalmarkt: één geldnemer, veel geldgevers. Bedrijven en overheid vragen vermogen (geldnemer) en plaatsen 1.

daarom veel aandelen en (staats)obligaties. Gezinnen kopen een aandeel of obligatie (geldgevers) Onderhandse kapitaalmarkt: één geldgever en –nemer. Bedrijven en overheid lenen bij de bank.

2.

Aanbieders van vermogen: Gezinnen, bedrijven en overheid.

Gezinnen: geld op hun spaarrekeningen lenen banken weer uit. Gezinnen kunnen ook (een deel van) hun vermogen beleggen in aandelen en obligaties. Gezinnen sparen ook voor o.a. hun pensioen. Dit geld komt terecht bij

pensioenfondsen, die dat geld weer beleggen; de zgn. institutionele beleggers à belangrijkste vermogensaanbieders van NL.

Bedrijven: overtollige liquide middelen worden aangeboden op geldmarkt (korte termijn) en bij uitzondering op de kapitaalmarkt bij hoge rente.

Overheid: als ze tijdelijk overtollig geld heeft, biedt ze dit aan op de geldmarkt.

Vragers naar vermogen: Gezinnen, bedrijven en overheid.

Gezinnen: Vragen vermogen voor onroerend goed of (duurzame) consumptieproducten. Doen dat door een persoonlijke lening, doorlopend krediet of hypothecaire lening af te sluiten.

Bedrijven: Geld nodig om hun productiemiddelen te financieren. Plaatsen obligaties/aandelen of lenen geld bij een bank.

Overheid: Geld nodig om het financieringstekort te betalen. Geeft obligaties uit of leent geld bij institutionele beleggers.

Rentevoet: rentepercentage. Rente of interest: Geldbedrag dat ontvangen wordt voor het uitlenen van geld.

1.4

Bestuur van de NV is in handen van de directie of het bestuur. Taken:

De dagelijkse leiding 1.

Optreden namens de NV 2.

Beheren van het vermogen 3.

Bijeenroepen en leiden van de alg. vergadering van aandeelhouders 4.

Opstellen van een jaarrekening die bestaat uit: de balans, de winst- en verliesrekening plus een toelichting.

5.

Bestuur is verantwoording schuldig aan alg. aandeelhoudersvergadering.

Bevoegdheden alg. vergadering van aandeelhouders:

Het vaststellen van de jaarrekening 1.

Benoemen van registeraccountant die de jaarrekening controleert.

2.

Benoemen en ontslaan van directie 3.

Wijzigen van statuten 4.

Het ontbinden van de NV 5.

NV heeft ook een ‘raad van commissarissen’ die toezicht houdt op de gang van zaken en de directie adviseert en controleert.

In de wet is vastgelegd dat de aandeelhouders de macht hebben binnen de NV. Om de macht bij een bepaalde groep aandeelhouders te houden zijn er allerlei constructies bedacht. Twee in je boek genoemde:

(3)

Het uitgeven van prioriteitsaandelen die een bepaalde groep aandeelhouders (vaak de oprichters) kopen. In de statuten wordt 1.

dan vastgelegd dat alleen de bezitters van de prioriteitsaandelen zeggenschap hebben over winstverdeling of de directie mogen benoemen.

Het onderbrengen van aandelen bij een administratiekantoor. Dit kantoor is dan eigenaar van de aandelen en brengt 2.

certificaten van aandelen uit. Deze certificaten zijn aandelen zonder zeggenschapsrechten.

Alle grote (>100 werknemers; EV > €16.000.000) NV’s en BV’s zijn wettelijk verplicht een raad van commissarissen(>

3 pers.) te hebben. Bevoegdheden:

Vaststellen jaarrekening 1.

Benoemen en ontslaan van de directie 2.

Het beoordelen directievoorstellen die betrekking hebben op fusie, aandelenuitgifte en massaontslag van personeel.

3.

BV’s en NV’s met meer dan 50 werknemers zijn verplicht een ondernemingsraad te hebben. Bevoegdheden:

Overlegrechtà overleg over gang van zaken 1.

Adviesrechtà bij besluiten die ertoe leiden dat er arbeidsplaatsen verloren gaan of die ertoe leiden dat voor ten minste een 2.

kwart van het personeel de arbeidsvoorwaarden of – omstandigheden veranderen.

Instemmingsrechtà besluiten kunnen doorgevoerd worden na instemming van OR.

3.

Informatierecht 4.

Initiatiefrecht 5.

(Vetorecht à uitspreken van veto bij benoeming nieuwe commissaris. Alleen bij grote NV’s en BV’s) 6.

1.5

Zes factoren die een belangrijke rol spelen bij de keuze voor een rechtsvorm

De aansprakelijkheid. Eigenaren van een Eenmanszaak of VOF zijn hoofdelijk aansprakelijk en zijn ook natuurlijke 1.

personen. Eigenaren van een NV of BV (aandeelhouders) zijn alleen aansprakelijk voor het vermogen wat ze in de NV of BV gestopt hebben. De NV of BV is nl. rechtspersoon en dus ‘zelf’ aansprakelijk.

De leiding. Eenmanszaak en VOF: eigenaar is leiding. NV: directie hoeft geen aandelen te bezitten. Voordeel: de directie kan 2.

gekozen worden omdat hij de juiste capaciteiten heeft.

De financiering. Het eigen vermogen van een VOF of eenmanszaak komt bij één of enkele personen vandaan en zal een 3.

beperkte omvang hebben. De NV verkrijgt eigen vermogen door de emissie (uitgifte) van aandelen en zou in theorie oneindig uitgebreid kunnen worden. De NV heeft door het grotere eigen vermogen ook veel meer mogelijkheden om vreemd vermogen aan te trekken.

De publicatieplicht. Een eenmanszaak of VOF heeft geen wettelijke verplichting om de jaarrekening te publiceren, een NV 4.

wel. De te publiceren jaarrekening van een NV moet ook gecontroleerd worden door een registeraccountant. De stukken liggen na goedkeuring voor iedereen ter inzage bij de KvK. Kleine NV’s (balanstot. < €4.400.000, omzet < 8.800.000, <50 werknemers) hoeven alleen een balans + toelichting te publiceren.

De continuïteit. Bij overlijden eigenaar eenmanszaak houdt de zaak op met bestaan. Bij vof is de continuïteit wat beter 5.

gewaarborgd. Een NV heeft niet met deze problemen te maken omdat eigendom en leiding gescheiden zijn. Ook kan het eigen vermogen van de NV niet worden aangetast door privéopnamen. (aandelen kunnen alleen worden doorverkocht)

De fiscale aspecten. Over de winst van de eenmanszaak of VOF moet inkomstenbelasting worden betaald (max. 52%). De 6.

winst van NV wordt belast met vennootschapsbelasting. (max. 25%) Directie van NV staat op de loonlijst en lonen zijn kosten die maken dat de winst lager uitvalt. Directie >5% van aandelen à zgn. aanmerkelijk belang. Nettowinst na aftrek belasting kan gereserveerd worden of uitgekeerd in de vorm van dividend. Het dividend wat naar een aandeelhouder met aanmerkelijk belang gaat, wordt gezien als inkomsten voor die aandeelhouder en er moet nog een keer 25% belasting over betaald worden.

(zie schema blz. 13).

Eenmanszaak/vof omzetten in NV heeft zin als de nettowinst gereserveerd wordt (er hoeft minder belasting betaald te worden). Als de nettowinst uitgekeerd wordt in de vorm van dividend, heeft het minder zin omdat er dan nog eens belasting betaald moet worden.

1.6

Besloten vennootschap is een rechtspersoon die het maatschappelijk aandelenkapitaal verdeeld heeft in niet- overdraagbare aandelen. Deze aandeelhouders zijn ook beperkt aansprakelijk (alleen voor eigen inbreng). Verschil met NV: aandelen zijn niet vrij overdraagbaar. Aandeelhouders staan in het aandeelhoudersregister. Doel: de zeggenschap over het bedrijf in een besloten kring te houden (vaak familie). Directeur is vaak ook aandeelhouder.

(4)

1.7

Aandelen: bewijs van mede-eigendom van een NV of BV. Naast gewone aandelen zijn er ook preferente aandelen.

Aandeelhouders met preferente aandelen krijgen een voorkeursbehandeling m.b.t:

Uitkering van het dividend. Aandeelhouders met preferente aandelen krijgen een vast percentage van de nominale waarde 1.

uitgekeerd als dividend als er winst over is om dividend uit te keren. Zij hebben dus meer zekerheid dan gewone

aandeelhouders, maar krijgen in betere tijden niet meer dan het vastgelegde percentage. Notatie: x%-aandelen. Bijv: nom.

waarde van 100 en 10%-preferent aandeel dan is het vaste dividendbedrag 10% van 100

Preferentie bij liquidatie van de NV. Als de NV bij faillissement alle schulden heeft terugbetaald en er is nog geld over, dan 2.

krijgen preferente aandeelhouders als eerste hun geld terug.

Preferentie zeggenschap. Aandeelhouders die zeggenschap hebben, krijgen prioriteitsaandelen.

3.

Oprichtersbewijzen: Krijgen oprichters van de NV als dank voor de oprichting. Geven recht op een deel van de nettowinst.

Aandelen op naam: Als de aandeelhouder het aandeel nog niet (volledig) betaald heeft, staat het aandeel op naam want de NV moet weten van wie ze nog geld krijgt.

Aandelen aan toonder: Aandelen zonder naam.

Hoofdstuk 2- Het eigen vermogen van de NV 2.1

Het eigen vermogen van de NV bestaat uit aandelen. Bij de oprichting van de NV worden aandelen gecreëerd. De nominale waarde vermenigvuldigd met het aantal aandelen is het aandelenvermogen/maatschappelijk

aandelenvermogen/ maatschappelijk aandelenkapitaal.

Voorbeeld:

NV is opgericht en in de statuten is het maximale bedrag van het aandelenvermogen vastgelegd. Er wordt voor € 8 miljoen aandelen gecreëerd met een nominale waarde van €50,- per stuk.

Balans:

Aandelen in port € 8.000.000 Aandelenvermogen €8.000.000

Of:

Bank €0,-

Aandelenvermogen € 8.000.000 Aandelen in port € 8.000.000 - Geplaatst aandelenverm. €0,-

Het geplaatst aandelenkapitaal is de totale nominale waarde van de werkelijk uitgegeven aandelen. Als de aandelen nog niet geplaatst zijn, zitten ze nog ‘in portefeuille’: Aandelen in portefeuille.

Aandelenvermogen-aandelen in portefeuille = geplaatst aandelenkapitaal 2.2

Aandelenemissie a pari: Aandelen die de NV in portefeuille heeft, worden uitgegeven, geplaatst of in omloop

(5)

gebracht. De aandelen in port. zullen afnemen en als de aandeelhouders betalen, zal de bank groter worden. Als de aandelen geplaatst worden tegen een koers die gelijk is aan de nominale waarde, heet dat een aandelenemissie a pari. Pari = 100%.

Voorbeeld:

De NV geeft voor 100.000 euro aandelen uit a pari. 100.000/50= 2000 aandelen

Balans na uitgifte

Bank €100.000

Aandelenvermogen € 8.000.000 Aandelen in port € 7.900.000 - Geplaatst aandelenverm. €100.000

Aandelenemissie boven pari: de uitgifte van aandelen tegen een koers die hoger is dan de nominale waarde. Het bedrag wat meer is dan de nominale waarde heet agio.

Voorbeeld:

Er worden nog eens 2000 aandelen geplaatst, nu tegen een koers van €75,- De bank neemt toe met 75*2000=150.000 euro. Er gaat voor 2000*50=100.000 euro aan aandelen uit de portefeuille. Agio:

25*2000=50.000 euro. Dat bedrag zetten we bij het agioreserve.

Balans na uitgifte boven pari Bank € 250.000

Totaal €250.000

Aandelenvermogen €8.000.000 Aandelen in port €7.800.000 - Geplaatst aandelenverm € 200.000 Agioreserve € 50.000

_________

Totaal €250.000

Aandelenemissie beneden pari: De aandelen worden uitgegeven tegen een koers die lager is dan de nominale waarde van een aandeel. In dat geval heet het verschil tussen de koerswaarde en de nominale waarde disagio.

Aandelenuitgifte beneden pari is in Nederland niet toegestaan.

Het agioreserve hoort bij het eigen vermogen.

2.3

De winstverdeling van een NV is (gedeeltelijk) vastgelegd in de statuten. De winstgerechtigden van de NV in de juiste volgorde

Het personeel. Directie, raad van commissarissen en overig personeel hebben bijgedragen aan de winst, dus krijgen zij vaak 1.

een stukje winst uitgekeerd: tantièmes/ bonussen. Komen op de balans als te betalen tantièmes en zijn kosten voor de NV, gaan van de winst af. Er wordt dus geen vennootschapsbelasting over betaald.

De fiscus. Over de nettowinst betaalt de NV maximaal 25% belasting. (tot 200.000 20%, alles daarboven 25%. Komt op de 2.

(6)

balans als te betalen vennootschapsbelasting.

De aandeelhouders. De aandeelhouders krijgen hun deel van de winst uitgekeerd in de vorm van dividend. Over dit dividend 3.

moet 15% belasting betaald worden. Vaak wordt het te ontvangen dividend uitgedrukt in een percentage van de nominale waarde. In formule: Dividendpercentage= bruto dividend per aandeel/nominale waarden van een aandeel. OF Totaal bruto dividend / nominaal geplaatst aandelenkapitaal. NOOIT in % van de winst of eigen vermogen en altijd bruto!

De nv of bv zelf. De rest van de winst wordt niet uitgekeerd en blijft in de onderneming. Dit wordt het reserveren van winst 4.

genoemd. Vaak ligt in de statuten vast dat de winst gedeeltelijk gereserveerd wordt. Dit staat op de balans onder statutaire reserve. De overige reservering staat op algemene reserve.

Samenvatting schematisch zie blz. 28 2.4

Dividend kan uitgekeerd worden in de vorm van geld (cashdividend) maar ook in de vorm van aandelen

(stockdividend). Als een NV dit doet, heeft hij te weinig liquide middelen. Door stockdividend uit te geven, gaan er alleen maar aandelen uit de portefeuille. Het dividend kan nooit alleen uit stockdividend bestaan, omdat er wel dividendbelasting betaald moet worden en dat kan alleen met geld. De dividendbelasting over het totale dividend wordt dus afgetrokken van het cashdividend.

Voor de verandering van de balansposten zie blz. 30.

Door de uitreiking van stockdividend verandert het eigen vermogen niet want het geplaatst aandelenkapitaal neemt toe maar de winst neemt af. De intrinsieke waarde per aandeel neemt af, want hetzelfde bedrag wordt gedeeld over een groter aantal aandelen.

2.5

Reserveren: Inhouden van de winst om het eigen vermogen te vergroten à Winstreserves; worden geboekt op winstreserverekening. Vaak is het statutair vastgelegd om een deel van de winst te reserveren. Dit wordt geboekt op

‘statutaire reserve’, overige reserveringen worden vaak geboekt op ‘algemene reserve’.

Redenen om de winst te reserveren:

Financieren van de expansie van de NV. Door het toenemen van het eigen vermogen groeit de NV. Het reserveren van de 1.

winst is dan vaak voordeliger dan een nieuwe aandelenemissie. Het gebruiken van winstreserves voor de uitbreiding/expansie van de NV heet interne financiering.

De aflossing van vreemd vermogen. Dit wordt vaak gedaan om de solvabiliteit (EV/VV) te verbeteren en de interestkosten te 2.

verlagen.

Vergroting van het weerstandsvermogen. Het eigen vermogen wordt groter, waardoor de NV beter in staat is het vreemd 3.

vermogen af te betalen. De ‘weerstand’ wordt verbeterd.

Dividendstabilisatie. In jaren met goede resultaten wordt een deel van de winst gereserveerd om in slechtere jaren alsnog 4.

dividend uit te keren. Dit om het vertrouwen van aandeelhouders te winnen of behouden.

De winstreserves staan genoteerd aan de creditkant van de balans. Het geld zit aan de debetkant (kas of bank). Dit geld kan de NV aanwenden voor aanschaf van activa of aflossing van schulden. Als het geld van de reservering nog liquide in het bedrijf is, kan het op drie manieren worden aangewend.

Investeren. Kapitaalgoederen aanschaffen à investeren in eigen onderneming.

1.

Beleggen. Het geld kan belegd worden in obligaties, aandelen, goud of huizen of op een spaarrekening gezet worden.

2.

Voordeel: Het geld kan vermeerderd worden en de NV kan vrij snel weer over geld beschikken bij de verkoop van de beleggingen.

Aflossen van vreemd vermogen. Het geld wordt gebruikt om vreemd vermogen af te lossen.

3.

Als het geld van de reserve wordt aangewend, blijft de reserve aan de creditkant staan; het eigen vermogen verandert er niet door.

Voorbeeld: Als het geld van de nieuwbouwreserve gebruikt wordt, blijft de reserve staan, nemen de liquide middelen af en neemt de post gebouwen toe.

(7)

Uitzondering is het gebruiken van de dividendreserve. Als het gereserveerde dividend wordt uitgekeerd, nemen de liquide middelen en de dividendreserve af. Dit omdat de winst dan alsnog wordt uitgekeerd en het eigen vermogen dus kleiner wordt.

Agioreserve: ontstaat door de uitgifte van aandelen boven pari. Koerswaarde-nominale waarde is agio. Het geld kan op dezelfde manier worden aangewend als de winstreserve. Bij aanwending van agioreserve verdwijnt de post agioreserve niet.

Herwaarderingsreserve: ontstaat door het rekening houden met de prijsstijging van de activa. Door prijsstijging neemt ook de boekwaarde toe want bij eventuele verkoop zal de activa dan meer opbrengen. Actuele waarde: prijs die nu betaald zou moeten worden. Boekwaarde activum: aanschaffingsprijs-afschrijvingen. Verschil tussen oude en nieuwe boekwaarde is waardestijging: dat bedrag wordt op de balans gezet als herwaarderingsreserve.

Berekening: prijsstijging/aanschaffingsprijs*100%. = procentuele toename Boekwaarde laten stijgen met procentuele toename.

Herwaarderingsreserve: nieuwe boekwaarde-oude boekwaarde

Voorbeeld: aanschafprijs: 100.000. Afschrijvingen: 40.000. waardestijging: 20.000. Nieuwe boekwaarde:

20.000/100.000*100%= 20% à (100.000-40.000) 60.000*1.2= 72.000. Herwaarderingsreserve: 72.000-60.000=

12.000

Als de waarde van de activa (weer) daalt, neemt ook de herwaarderingsreserve af.

2.6

Eigen vermogen voor winstverdeling:

Maatschappelijk aandelenvermogen aandelen in portefeuille_____________

Geplaatst aandelenkapitaal + agioreserve

+ winstreserves

+ herwaarderingsreserve

+ nettowinst na aftrek vennootschapsbel. _______

Eigen vermogen (intrinsieke waarde) Eigen vermogen na winstverdeling:

Maatschappelijk aandelenvermogen aandelen in portefeuille_____________

Geplaatst aandelenkapitaal + agioreserve

(8)

+ winstreserves

+ herwaarderingsreserve + uit te reiken aandelen

Eigen vermogen (intrinsieke waarde)

Hoofdstuk 3 – Vreemd vermogen van de NV 3.1/3.2

Drie vormen van lang vreemd vermogen

Hypothecaire lening: lening waarbij onroerend goed als onderpand wordt gegeven.

1.

Onderhandse lening: persoonlijke relatie tussen geldgever en geldnemer 2.

De achtergestelde lening: lening die bij een faillissement als laatste wordt terugbetaald. Geldgever loopt dus vele risico.

3.

3.3

Vormen van kort vreemd vermogen

Rekening-courantkrediet: rood staan bij de bank, alleen over het opgenomen bedrag wordt rente betaald.

1.

Leverancierskrediet: op de balans de post crediteuren. ‘kosten’: korting die vervalt bij het niet direct betalen.

2.

Afnemerskrediet: afnemer betaalt vooruit. Kosten: afnemer krijgt korting bij een vooruitbetaling.

3.

Een langlopende lening die voor het laatste jaar uitstaat.

4.

Koop op afbetaling: (consumenten) aankoop wordt gedeeltelijk direct betaald en gedeeltelijk achteraf. Kosten: interest.

5.

Huurkoop: koop op afbetaling maar koper is pas eigenaar als de schuld is afgelost.

6.

3.4

Voorzieningen: ’spaarpot’ voor toekomstige uitgaven waarbij tijdstip en bedrag onbekend zijn. Toevoegingen aan voorzieningen worden geboekt als kosten. Verschil met reserves: reserves horen bij EV, voorzieningen bij VV.

3.5

Obligatielening: Een NV(geldnemer) leent een groot bedrag, wat opgesplitst wordt in stukjes (obligaties). Het bedrag wat op een obligatie vermeld staat, heet de nominale waarde. Elk jaar krijgen de

obligatiehouders(geldgevers) een rentevergoeding, ongeacht de resultaten van een NV. Aan het einde van de looptijd krijgt de obligatiehouder zijn uitgeleende bedrag terug.

Hoofdstuk 4 – De activa van de NV 4.1

Activa: aanwending van vermogen; staan aan de debetzijde van de balans. Aan de creditkant staat waar het vermogen vandaan komt (vermogensverkrijging).

Vaste activa: gaan langer dan een jaar mee.

Materiële activa: tastbare activa, wordt op afgeschreven.

1.

Immateriële activa: Kosten die gemaakt worden voor de emissie van aandelen, niet tastbare bezittingen als goodwill (goede 2.

naam/reputatie van een NV) en vergunningen.

Financiële vaste activa: leningen (u/g) die de NV heeft uitstaan.

3.

Bij leningen wordt gewerkt met de toevoegingen o/g(ontvangen geld, schuld voor de NV) en u/g (uitgeleend geld, bezit van de NV).

(9)

Deelnemingen: beleggingen in aandelen met als doel zeggenschap in een ander bedrijf.

4.2

Vlottende activa: bezittingen van een NV met een omlooptijd korter dan een jaar (o.a. goederen en debiteuren).

Hoofdstuk 5 – Interne en externe verslaggeving 5.1

Interne verslaggeving wordt gedaan naar de wensen van het bedrijf. Een bedrijf is vrij in het maken van balansen en winst- en verliesrekeningen. Voor externe verslaggeving bestaat een algemeen balansmodel:

Bovenstaande is scontrovorm (links, rechts) maar een balans wordt ook wel gepresenteerd in staffelvorm (activa en passiva onder elkaar).

en een algemeen model voor winst- en verliesrekening zie blz. 64 bovenaan.

5.2

Taken van het management

Ontwikkelen van beleid. Doelstellingen vaststellen.

1.

Organiseren. Verdeling van kapitaalgoederen voor productieprocessen om doelstellingen te bereiken.

2.

Besturen. Personeel beïnvloeden om te zorgen dat de doelstellingen worden bereikt.

3.

Controleren.

4.

Hoofdstuk 6 – De beoordeling van het gevoerde beleid 6.1/6.2

Beoordeling van het gevoerde financiële beleid aan de hand van kengetallen/ratio’s.

Afkortingen die gebruikt worden:

VA: vaste activa VLA: vlottende activa LA: liquide activa EV: eigen vermogen

LVV: lang vreemd vermogen KVV: kort vreemd vermogen TV: Totale vermogen; EV+VV VV: vreemd vermogen: LVV+KVV Liquiditeit

Een onderneming is liquide als ze haar KVV op tijd kan betalen met liquide en vlottend kapitaal. Zo niet, dan is de onderneming illiquide. Of een onderneming liquide is, kun je berekenen met de current ratio.

6.3

(10)

Solvabiliteit

Een onderneming is solvabel als ze bij liquidatie al haar VV kan betalen met de opbrengst van de verkoop van haar bezittingen. Zo niet dan insolvabel.

Solvabiliteitsratio: TV/VV. > 1 à onderneming is solvabel.

Solvabiliteitsratio: EV/VV. > 0 à onderneming is solvabel.

6.4

De solvabiliteit wordt berekend voor het geval een NV geliquideerd wordt, terwijl dat niet aan de orde is. De situatie heet dan ook wel liquidatiefictie. Bij de liquidatie van een NV blijken bezittingen vaak minder waard. Om toch een realistisch beeld te krijgen wordt vaak een liquidatiebalans opgesteld. (niet te verwarren met liquiditeitsbalans).

6.5

Solvabiliteit neemt toe als het eigen vermogen toeneemt of het vreemd vermogen afneemt.

Nadeel van kengetallen die vastgesteld worden op basis van balans: de balans is een momentopname, de volgende dag kan de uitkomst anders zijn. Ook is de uitkomst vrij eenvoudig te manipuleren, door bijv. uitgaven uit te stellen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Doel: Via deze reserve kunnen nog niet bestede restanten van incidenteel beschikbaar gestelde gelden, waarvoor geen afzonderlijke reserve is/wordt ingesteld, (tijdelijk)

Via deze reserve kunnen nog niet bestede restanten van incidenteel beschikbaar gestelde gelden, waarvoor geen afzonderlijke reserve is/wordt ingesteld,, (tijdelijk) worden

Heel wat organisaties verspreiden bruikbaar materiaal. Nog steeds worden wereldwijd, ook bij ons, zowel de Fundamentele Rechten van de Mens, als de rechten van kinderen

'Lei Moele' mocht dat van de rechter niet buiten de provincie Limburg doen, maar dat deerde hem niet, daar kwam hij toch al niet met zijn Noca-Nola.. Ja, zo handig kon een

Vermits het nieuwe begrip «gebouw» voortaan uitgebreid wordt tot goederen die niet noodzakelijkerwijs als gebouwd onroerend goed onderworpen worden aan een kadastraal inkomen, was

Een oplossing is een mengsel van een vaste stof, vloeistof of gas waar je doorheen kunt kijken.. Een suspensie is een mengsel van een vloeistof en een

bloemen tijger mantel kuiken vleugel vlinder smult paarse bloemen Teun duf eik zo bed klacht vla. duiker duiken ruiken struiken struikel jong heb schram dans

Eenheid: de maat waarmee je de te meten grootheid vergelijkt bijvoorbeeld bij lengte hoort m.. Grootheid = getal