• No results found

Vraag nr. 115 van 14 augustus 2002 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 115 van 14 augustus 2002 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 115

van 14 augustus 2002

van de heer CARL DECALUWE Sociale huurwoningen – Leegstand

In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 1 1 8 van 29 maart 2001 zou ik de minister volgende vra-gen willen stellen (Bulletin van Vravra-gen en A n t-woorden nr. 13 van 25 mei 2001, blz. 1796).

1. Kan de minister een geactualiseerd overzicht g e v e n , per arrondissement, van de sociale huur-woningen en appartementen die meer dan één jaar leegstaan voor de jaren 2000-2001 ?

2. Kan eveneens een overzicht worden gegeven per erkende vennootschap in het arrondisse-ment Kortrijk-Roeselare-Tielt ?

3. Wat is de verhouding tussen het totale patrimo-nium en het leegstandspatrimopatrimo-nium ?

4. Wat zijn de oorzaken van de langdurige leeg-stand ? Welke evolutie doet zich terzake voor ? 5. Zijn er eventueel maatregelen genomen om dit

probleem te verhelpen ?

Worden de socialehuisvestingsmaatschappijen aangemoedigd om de langdurige leegstand aan te pakken ?

Antwoord

1. Als bijlage 1 wordt een overzicht gegeven, p e r a r r o n d i s s e m e n t , van de leegstand van sociale woningen/appartementen die minder en meer dan één jaar leegstaan (toestand op 31 decem-ber 2000 en 31 decemdecem-ber 2001).

2. Als bijlage 2 worden de specifieke gegevens (waarbij geen onderscheid kan worden gemaakt volgens de duur van de leegstand en het type van de woning) vermeld per socialehuisvestingsmaatschappij voor het arrondissement Ko r t r i j k -R o e s e l a r e - Tielt (toestand op 31 december 2000 en 31 december 2001).

3. Op 31 december 2000 stonden in totaal 4.407 woningen leeg, waarvan 1.621 meer dan één j a a r. Dat is respectievelijk 3,40 % en 1,25 % van het totale patrimonium.

Op 31 december 2001 stonden in totaal 4.392 woningen leeg, waarvan 1.863 meer dan één j a a r. Dat is respectievelijk 3,35 % en 1,42 % van het totale patrimonium.

4. Gegevens 31 december 2000

De redenen voor de leegstand van de 4.407 wo-ningen kunnen als volgt worden onderverdeeld (som van alle redenen = 100 % – toestand op 31 december 2000) :

– 65 % van de woningen stond leeg wegens aan de gang zijnde renovatiewerken of met het oog op nog uit te voeren renovatiewer-ken ;

– 11 % van de woningen stond leeg voor slo-ping ;

– 4 % van de woningen stond leeg voor de herhuisvesting van huurders die hun woning moeten verlaten voor uit te voeren renova-t i e w e r k e n , of van wie de woning zou worden gesloopt ;

– 3 % van de woningen stond leeg bij gebrek aan kandidaat-huurders ;

– 3 % stond leeg wegens het overlijden van de huurder ;

– 14 % van de woningen stond leeg om andere dan de voormelde redenen :

kieskeurigheid bij de toewijzing van een huurwoning : indien er voor een bepaalde lo-catie sociale woningen zijn met een verschil-lend comfortniveau, worden de minder kwa-litatieve woningen dikwijls geweigerd. opfrissing en kleine herstellingswerken van woningen bij huurderswissel ;

– huurderswissel ;

– uitdrijving van huurders.

(2)

Gegevens 31 december 2001

De redenen voor de leegstand van de 4.392 wo-ningen kunnen als volgt worden onderverdeeld (som van alle redenen = 100 % – toestand op 31 december 2001) :

– 67 % van de woningen stond leeg wegens aan de gang zijnde renovatiewerken of met het oog op nog uit te voeren renovatiewer-ken ;

– 8 % van de woningen stond leeg voor slo-ping ;

– 5 % van de woningen stond leeg voor de herhuisvesting van huurders die hun woning moeten verlaten voor uit te voeren renova-tiewerken of van wie de woning zou worden gesloopt ;

– 5 % van de woningen stond leeg bij gebrek aan kandidaat-huurders (deze vraag werd op de "statistische inlichtingen 2001" anders ge-f o r m u l e e r d . Nieuwe ge-formulering : w e i g e r i n g van kandidaat-huurders (leegstaand meer dan 6 maanden) doordat de aangeboden wo-ning niet voldoet aan de wensen van de kan-didaat-huurder (enkel structurele leegstand ten gevolge van ligging, s t a a t , . . . van de wo-ning)) ;

– 2,5 % stond leeg wegens het overlijden van de huurder ;

– 12,5 % van de woningen stond leeg om an-dere dan de voormelde redenen :

kieskeurigheid bij de toewijzing van een huurwoning : indien er voor een bepaalde lo-catie sociale woningen zijn met een verschil-lend comfortniveau, worden de minder kwa-litatieve woningen dikwijls geweigerd ; opfrissing en kleine herstellingswerken van woningen bij huurderswissel ;

huurderswissel ;

uitdrijving van huurders.

Zoals blijkt uit de voormelde gegevens is ± 80 % van de leegstand het gevolg van renova-t i e, sloping en de ermee gepaard gaande ver-plichte herhuisvesting. Het merendeel van de resterende leegstand is te wijten aan huurders-w i s s e l . De cijfergegevens zijn op datum van 31

december en betreffen dus een momentopna-me.

Welke evolutie doet zich terzake voor ?

Bij vergelijking van de gegevens van 1999 (ver-strekt als antwoord op de schriftelijke vraag nr. 118 van 29 maart 2001) met deze van 2000 en 2001 is een niet geringe stijging merkbaar van het percentage woningen dat leegstaat voor re-n o v a t i e. Het overgrote percere-ntage leegstare-nd dat het gevolg is van renovatie, sloping en de ermee gepaard gaande herhuisvesting is voor de drie jaren ongeveer gelijk.

In 2001 is er ten opzichte van de vorige jaren wel een stijging van de leegstand door gebrek aan kandidaat-huurders. Dit kan evenwel te wij-ten zijn aan het feit dat de vraag daaromtrent in 2001 anders werd geformuleerd (zie supra). 5. Het blijft uiteraard een constante zorg om de

socialehuisvestingsmaatschappijen aan te moe-digen leegstand te vermijden. Maar zoals boven reeds werd uiteengezet, blijkt het grootste per-centage van de leegstand toch een zeer tijdelijk karakter te hebben.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Als de Belastingdienst voor Vlaanderen de dis- kette niet (of in een verkeerd formaat) terugge- stuurd krijgt, worden de oorspronkelijke gege- vens (gegevens die door de

– twee van de drie lokale werkwinkels betrok- ken in de bevraging hebben een beleidsplan en overleggen actief in de lokale werkwin- k e l , terwijl in één van de drie lokale

Als voornaamste conclusie mag worden gesteld dat de onderhoudstoestand van het wegennet gestabiliseerd is en er zelfs een lichte verbete- ring merkbaar is, die weliswaar bevestigd

1 8 6 , worden opgemerkt dat in Frankrijk zelfs een vrije hoogte van 5,25 meter voor schepen met twee lagen containers niet overal beschikbaar is, terwijl dit aan Vlaamse kant

De noodzakelijke budgetten om versneld de ge- vaarlijke punten en wegvakken van onze ge- westwegen weg te werken, zullen gemeenschap- pelijk gestuurd worden door een brede

– in overleg met de stad Kortrijk werd het ver- nieuwde ontwerp van de brug in de westelij- ke ring verder uitgewerkt en gefinaliseerd (geraamde kostprijs : 7 miljoen euro).

De door de administratie opgestarte onderhan- delingen met de Europese Commissie inzake het voortzetten van ondersteunende en begelei- dende maatregelen aan de binnenvaart

Indien de verantwoordingsnota in zitting van 9 sep- tember 2002 wordt goedgekeurd, zullen de werken zo spoedig mogelijk