• No results found

Vraag nr. 288 van 21 augustus 2002 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 288 van 21 augustus 2002 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 288

van 21 augustus 2002

van de heer CARL DECALUWE

Individuele waterzuivering – Subsidiëring (3) In opvolging van mijn schriftelijke vraag nr. 56 van 6 november 2001 zou ik de minister volgende vra-gen willen stellen (Bulletin van Vravra-gen en A n t-woorden nr. 10 van 29 maart 2002, blz. 114l). 1. Welk bedrag aan subsidies werd in 2001-2 0 0 2

door het Vlaams Gewest in het kader van optie 10 van het milieuconvenant uitbetaald aan ge-meenten ?

2. Hoeveel projecten werden gerealiseerd ? 3. Wordt er een toename van het aantal projecten

vastgesteld in vergelijking met de jaren 1999 en 2000 ?

4. Staat de financiële inspanning van het V l a a m s Gewest in verhouding tot het geboekte resul-taat ?

Werd reeds een onderzoek naar de efficiëntie en effectiviteit van deze optie 10 uitgevoerd ?

Antwoord

1 , 2 en 3. Overzicht van de uitbetalingen gedurende de drie afgelopen jaren

1999 : 21 gemeenten, 131 hemelwaterputten, 7 infiltratievoorzieningen, 1 IBA Totaalbedrag : 41.155 euro 2000 : 101 gemeenten, 694 hemelwaterputten, 1 2 infiltratievoorzieningen, 59 IBA's Totaalbedrag : 293.767 euro 2001 : 97 gemeenten, 636 hemelwaterputten, 7 infiltratievoorzieningen, 133 IBA's Totaalbedrag : 380.371 euro

( I BA : individuele behandeling van afvalwater – red.)

Opmerkingen bij deze getallen

– De optie 10 werd destijds pas in de loop van 1999 (april) aan de gemeenten bekendge-maakt.

Om dossiers te kunnen goedkeuren en indie-n e indie-n , moesteindie-n de gemeeindie-nteindie-n de optie indie-nog oindie-n- on-dertekenen en vaak nog een premieregle-ment opmaken, alsook de bevolking hiervan op de hoogte brengen. Bovendien moesten de dossiers reeds ingediend worden in no-v e m b e r, waardoor het aantal aanno-vragen in 1999 heel beperkt gebleven is.

– Er kan worden vastgesteld dat het aantal ge-subsidieerde infiltratievoorzieningen mini-maal blijft.

Terwijl er bij de installatie van een hemelwa-terput financiële voordelen meespelen en bij de aanleg van een IBA meestal de verplich-ting die opgelegd werd in de bouwvergun-n i bouwvergun-n g, zijbouwvergun-n deze factorebouwvergun-n bouwvergun-niet aabouwvergun-nwezig bij de aanleg van een infiltratievoorziening. D i t verklaart in grote mate de beperkte interes-s e. Maar ook andere factoren lijken mee te s p e l e n , zoals de relatief complexe dimensio-nering van infiltratievoorzieningen en speci-fieke individuele factoren (hoge grondwater-s t a n d e n , lage infiltratiecapaciteit van de b o d e m , angst voor natte kelder, p l a a t s g e-brek, ...).

– Het aantal aanvragen voor hemelwaterput-ten lijkt in 2001 licht gedaald te zijn hemelwaterput-ten op-zichte van 2000, doch is dit te wijten aan een aantal aanvragen voor het jaar 2001 die laat-tijdig binnengekomen zijn en die bijgevolg doorgeschoven zijn naar 2002.

In werkelijkheid is het aantal aanvragen lichtjes gestegen.

– Het aantal IBA's is spectaculair gestegen. Dit is niet verwonderlijk. De gemeenten raken meer en meer vertrouwd met individu-ele waterzuiveringsinstallaties en steeds meer worden ze opgelegd in de bouwvergun-ning.

– De subsidie was in het convenant 1997-1999 en 2000-2001 optioneel (optie 10). In de sa-menwerkingsovereenkomst 2002-2004 is het een verplicht onderdeel van de cluster "water".

(2)

4. Er werd nog geen diepgaand onderzoek ver-richt naar de efficiëntie en de effectiviteit van het subsidiëringsmechanisme zoals dit in de vroegere optie 10 en in de huidige cluster "water" van de samenwerkingsovereenkomst aan bod komt. Toch kan men onmiddellijk een aantal belangrijke vaststellingen doen.

Voor de hemelwaterputten kan men spreken van een financiële aanmoediging die een be-langrijke invloed kan hebben op de beslissing om al dan niet een installatie te plaatsen. O m d a t de gemeentelijke en gewestelijke subsidiëring gekoppeld zijn, kan deze aanmoediging immers oplopen tot 750 euro, wat ongeveer een derde van de investeringskosten van een goed wer-kende installatie bedraagt.

Deze financiële inspanning komt de overheid heel voordelig uit. In principe wordt er vanuit het Vlaams Gewest in een bedrag voorzien van 50 euro per kubieke meter waterinhoud van de p u t . Indien men in eenzelfde buffering zou moe-ten voorzien in een gemengd rioleringsstelsel bedraagt de prijs al gauw 750 euro per kubieke m e t e r. Bovendien is er in het geval van hemel-waterinstallaties het bijkomende effect dat de druk op de grondwatervoorraden wordt vermin-derd door het gebruik van laagwaardig water voor laagwaardige toepassingen. En last but not least is er het duidelijke effect van sensibilise-ring dat een dergelijk subsidiësensibilise-ringsmechanisme h e e f t , zowel op de burger die er aanspraak op kan maken, als op de gemeentelijke overheid die zich aangesproken voelt om eveneens een duit in het zakje te doen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Per proces wordt in deze tabel kort ingegaan op de stand van zaken van het be- trokken afbakeningsproces, wordt een vermoe- delijke einddatum gegeven en wordt kort toege- licht wat

Minister vice-president van de Vlaamse regering, Vlaams minister van Mobiliteit, Openbare We r k e n en Energie.

Ik merk op dat de verdeling van de middelen die waren toegewezen aan de Vlaamse Ge- meenschap voor de verschillende doeleinden van openbaar nut (de zogenaamde

Dodehoekspiegels – Overheidsinitiatieven (2) Reeds in hoge mate werden vorig najaar de vracht- wagens in eigendom van de verschillende adminis- traties en Vlaamse openbare

Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenhe- den, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken.

Volgens de beheerder van de luchthaven zijn er, in tegenstelling tot de luchthaven van Oostende, tot dusver in Deurne geen klachten over de mo- gelijke schadelijke uitstoot

Als de Belastingdienst voor Vlaanderen de dis- kette niet (of in een verkeerd formaat) terugge- stuurd krijgt, worden de oorspronkelijke gege- vens (gegevens die door de

Een aanva- ring tegen hoge snelheid met een zwaar stuk door een relatief delicaat vaartuig als een draag- vleugelboot is niet in te schatten, mede gelet op de beperkte