Vraag nr. 291
van 21 augustus 2002
van de heer CARL DECALUWE Luchthaven Deurne – Geluidsmetingen
Naar aanleiding van de begrotingsbesprekingen kwamen m.b. t . de regionale luchthavens de geluids-normering en de schadelijke uitstoot van sport-vliegtuigen ter sprake. De door mij gestelde vraag bleef echter onbeantwoord, deels omdat minister v i c e-president Stevaert niet bevoegd is voor de normering.
Toch blijkt dit een belangrijk probleem te zijn voor de omwonenden van de luchthaven van A n t w e r-p e n . De luchthaven doet niet alleen dienst voor za-kenreizen en dergelijke, maar wordt ook veel ge-bruikt als uitvalsbasis voor trainings- en recreatie-ve vluchten.
In juni werd bekend dat de Vlaamse Gemeenschap 300.000 euro geïnvesteerd heeft in permanente ge-luidsmetingen rond de luchthaven van A n t w e r p e n . De Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven) is gestart met proefmetingen aan de hand van vier meettoestellen opgesteld in de naderings- en op-stijgzones van de luchthaven.
1. Aan welke normen voor geluid en schadelijke uitstoot van stoffen zijn sportvliegtuigen onder-worpen ?
2. Zijn de resultaten van de eerste proefmetingen in Deurne reeds bekend ?
Zo ja, worden de geluidsnormen overschreden wat de recreatieve en sportvliegtuigen betreft ? Zo neen, wanneer mogen we de eerste resulta-ten verwachresulta-ten ?
3. Wordt schadelijke uitstoot van stoffen ook door de KU Leuven getest ?
Zo ja, wat zijn hier de resultaten ?
Zo neen, worden er in de toekomst metingen van schadelijke uitstoot gepland ?
Antwoord
1. De normen voor geluid
Onderscheid dient te worden gemaakt tussen emissie- en immissienormen.
Geluidsemissienormen voor vliegtuigen houden verband met productnormering en -classificatie. De AIP (Aeronautical Information Publication) bepaalt dat de vliegtuigen die gebruikmaken van de luchthaven van Deurne moeten zijn ge-certificeerd volgens ICAO-bijlage 16 (ICAO : International Civil Aviation Organization). P r o-pelleraangedreven vliegtuigen worden volgens I CAO-bijlage 16 geluidstechnisch ingedeeld in " h o o f d s t u k k e n " , afhankelijk van het gewicht van het toestel en de datum van aflevering van het luchtvaardigheidsattest voor het prototype. Een concreet voorbeeld illustreert deze inde-lingswijze.
Recente propelleraangedreven toestellen < 9.000 k i l o g r a m , met een luchtwaardigheidsattest afge-leverd na 17 november 1988, worden ingedeeld als "hoofdstuk 10"-vliegtuigen.
Voor deze toestellen gelden maximaal toegesta-ne geluidsniveaus LA m a x, variërend op een loga-ritmische schaal van 76 dB(A) voor een toestel met een massa van 600 k i l o g r a m , lineair toene-mend met het logaritme van de massa op basis van een logaritmisch increment van 9,83 dB(A) bij verdubbeling van de massa, tot een waarde van 88 dB(A), vanaf waar het maximaal toege-stane niveau constant blijft tot een massa van 9.000 kilogram.
Deze gecertificeerde niveaus zijn gebaseerd op metingen volgens een vastgestelde meetmetho-de beschreven in appendix 6 van ICAO - b i j l a g e 1 6 . Het gaat om gecertificeerde maximale ge-luidsdrukniveaus LA m a x, gemeten in de meter-stand "slow" onder duidelijk omschreven tekst-o m s t a n d i g h e d e n , die karakteristiek zijn vtekst-otekst-or de geluidsemissie van een bepaald (type) toestel. Voor propelleraangedreven toestellen > 9.000 kilogram en/of met een luchtwaardigheidsattest afgeleverd voor 17 november 1988 is een inde-ling in de hoofdstukken 2, 5 en 6 toepasselijk. Emissiebeperkende maatregelen in de vorm van bijkomende limietwaarden voor het gecertifi-ceerde maximale geluidsdrukniveau van toestel-len zijn er tot dusver niet op de luchthaven van Deurne.
ge-luidsdempende maatregelen, zoals geluidsdem-pende en geluidsarme schroeven. De haalbaar-heid van deze maatregelen wordt door de afde-ling Personenvervoer en Luchthavens nader on-derzocht in overleg met het Bestuur der Lucht-vaart.
Met betrekking tot de geluidsimmissie – het geluid gemeten aan de grond in de omgeving – moet de luchthaven voldoen aan Vlarem titel II, Hoofdstuk 5.57 V l i e g v e l d e n , en aan de bijzon-dere voorwaarden opgenomen in de milieuver-g u n n i n milieuver-g. De bepalinmilieuver-gen in Vlarem lemilieuver-gmilieuver-gen als-nog geen normen op voor de geluidsimmissies van individuele vliegbewegingen. Ook in de bij-zondere voorwaarden van de milieuvergunning zijn voor Deurne geen specifieke limietwaarden voor de geluidsimmissie opgenomen.
De normen voor uitstoot van schadelijke stoffen Het vastleggen van normen voor de uitstoot van schadelijke stoffen in de lucht betreft een aan-gelegenheid van productnormering die tot de bevoegdheid behoort van de federale overheid. Binnen de bevoegdheden van de gewesten be-staat in het Vlaamse gewest wel een milieuver-gunningplicht voor de exploitatie van luchtha-vens en gelden terzake de milieuvoorwaarden vastgesteld door titel II van V l a r e m . Met toe-passing van de Vlarem-reglementering kunnen in de milieuvergunning voor een luchthaven bij-komend bijzondere vergunningsvoorwaarden worden opgelegd, steeds met betrekking tot de exploitatie van de luchthaven.
Volgens de beheerder van de luchthaven zijn er, in tegenstelling tot de luchthaven van Oostende, tot dusver in Deurne geen klachten over de mo-gelijke schadelijke uitstoot van sportvliegtuigen, gelet op het beperkte motorvermogen van de toestellen.
2. De resultaten van de eerste proefmetingen in Deurne zijn nog niet bekend.
Volgens gegevens van de afdeling Personenver-voer en Luchthavens wordt momenteel rond de luchthaven van Deurne het permanent geluids-meetnet geïnstalleerd, zoals voorgeschreven door de milieuvergunning. Het systeem zal naar verwachting in september 2002 operationeel z i j n . De ingebruikname vraagt een inloopfase waarbij configuratieparameters nader moeten worden ingesteld en geëvalueerd. Tegen einde
2002 worden de eerste effectieve meetresultaten in rapportvorm verwacht.
Over proefmetingen uitgevoerd door de KU Leuven is noch bij de afdeling Personenvervoer, noch bij het Laboratorium Akoestiek en Th e r-mische Fysica (ATF) van de KU Leuven iets b e k e n d . Dit labo is alleen voor advies betrok-ken geweest bij de voorafgaande keuze van de locatie van de meetstations van het te installe-ren meetnet. Hierbij zijn geen proefmetingen in de omgeving van de luchthaven uitgevoerd. 3. De schadelijke uitstoot van stoffen wordt door
de KU Leuven niet getest.