Vraag nr. 117
van 14 augustus 2002
van de heer CARL DECALUWE
Sociaal huurbesluit – Inkomensvoorwaarde en huuropzeg
Volgens artikel 24, § 3 van het sociaal huurbesluit van 20 oktober 2000 moet aan de huurder van wie de inkomenscoëfficiënt (IC) gedurende twee op-eenvolgende jaren (op 1 januari) hoger is dan twee, onmiddellijk de huuropzeg worden betekend, m e t een opzeggingstermijn van één jaar. Deze opzeg-ging vervalt wanneer de huurder de woning kan a a n k o p e n , indien hij voldoet aan de inkomens- e n eigendomsvoorwaarde van het overdrachtenbesluit van 11 mei 1999, of wanneer de huurder een bijdra-ge betaalt bovenop zijn bijdra-gewone huurprijs.
Op 1 januari 2003 moeten de huurders voor wie de IC twee jaar na elkaar boven de twee lag, dus hun opzeg krijgen. Vanaf 1 januari 2004 zullen dus jaar-lijks een aantal huurders hun sociale woning moe-ten verlamoe-ten door toepassing van de voormelde be-paling.
Het betalen van een bijdrage bovenop de gewone huurprijs is voor de meeste betrokken huurders niet haalbaar. Bovendien zal de woning wellicht niet kunnen worden aangekocht, omdat de huur-ders buiten het toegelaten maximuminkomen val-len (en voorzover de woning 15 jaar oud is).
1. Heeft de minister er een idee van hoeveel ge-zinnen er met opzeg worden bedreigd ?
2. Heeft de minister een zicht op de sociale gevol-gen die een dergelijke maatregel kan teweeg-brengen ?
Welke maatregelen werden hieromtrent reeds genomen ?
3. Welke invloed heeft deze regeling op de leef-baarheid van de sociale woonwijken waar nu de meer en de minder gegoeden naast en met el-kaar leven ?
4. Welke impact heeft dit op de financiële situatie van de socialehuisvestingsmaatschappijen (SHM) ?
5. Wordt bij het opstellen van de nieuwe sociale huurreglementering deze maatregel versoepeld of vervangen door een meer sociale regeling, gelet op de mogelijke consequenties ?
Antwoord
1 en 2. Overeenkomstig artikel 24, § 3 kon op 1 ja-nuari 2001 een eerste keer worden vastgesteld dat een huurder een IC hoger dan twee had en de tweede (opeenvolgende) keer op 1 januari 2 0 0 2 . Na verloop van het volledige tweede jaar, in casu op 1 januari 2003, wordt nagegaan of de huurder gedurende twee opeenvolgende jaren een IC had die hoger was dan twee.
Bij de vaststelling op 1 januari 2003 betekent de SHM onmiddellijk de opzeg aan de betrokken h u u r d e r. De opzegtermijn bedraagt één jaar. D e huurder moet dan op 1 januari 2004 ofwel de woning verlaten, ofwel de vergoeding betalen, ofwel de woning aankopen.
Het is onmogelijk om nu reeds een raming te maken van het aantal huurders dat met een opzeg wordt bedreigd met toepassing van arti-kel 24, § 3. Er zal pas na 1 januari 2003 kunnen worden vastgesteld aan hoeveel huurders een dergelijke opzeg werd betekend.
De Vlaamse Huisvestingsmaatschappij zal in het begin van volgend jaar bij de socialehuisves-tingsmaatschappijen een rondvraag organiseren om het concrete aantal gevallen te kennen. D e maatschappijen zullen tevens worden gepolst over de sociale gevolgen van deze maatregel. 3 en 4. De invloed van deze regeling op de
leef-baarheid in de sociale woonwijken en op de fi-nanciële situatie van de maatschappijen zal ui-teraard afhankelijk zijn van het aantal huurders dat een dergelijke opzeg zal krijgen.
Bovendien moet worden gewacht tot na 1 janu-ari 2004 om daarover enigszins uitsluitsel te kunnen geven. Na die datum zal immers pas kunnen worden vastgesteld hoeveel huurders effectief hun sociale huurwoning hebben verla-ten en hoeveel huurders de toelage betalen of de woning hebben kunnen aankopen.