Vraag nr. 156 van 9 juli 2002
van de heer DIRK DE COCK
Ruimtelijk structuurplan Lebbeke – Zonevreemde woningen
Het ruimtelijk structuurplan van de gemeente Leb-beke was na een lange en zinvolle aanlooptijd als een van de eerste klaar in Vlaanderen (bij de eer-ste tien). Het kwam in het jaar 2000 tot stand, nadat de hele bevolking werd bevraagd, via tal van g e l e d i n g e n , en het werd begeleid door een compe-tente stuurgroep en door Studiegroep Omgeving uit Mortsel. Het traject duurde een hele legislatuur. Pas nadat het ruimtelijk structuurplan Lebbeke was goedgekeurd in de gemeenteraad, kwam de problematiek van de zonevreemde woningen strin-gent ter sprake.
Volgens Stedenbouw Gent moet de gemeente Leb-beke haar ruimtelijk structuurplan LebLeb-beke aan-p a s s e n , met het oog oaan-p de visie van de gemeente omtrent zonevreemde woningen. De administratie Ruimtelijke Ordening zegt dat de gemeente niet moet overgaan tot een dergelijke aanpassing. E e n dergelijke aanpassing zou een heel ingrijpende en langdurige oefening tot gevolg hebben. E v e n w e l zijn de gevolgen zoals door Stedenbouw Gent aan-g e k o n d i aan-g d , ook niet min. Stedenbouw Gent zou formeel niet in staat zijn om een ruimtelijk uitvoe-ringsplan (RUP) goed te keuren voor de gemeente Lebbeke zonder voornoemde aanpassing.
Het komt bij het gemeentebestuur van Lebbeke over alsof voorbeeldige studenten een herexamen k r i j g e n , terwijl het hele procédé goed en naar re-gelgeving strikt werd doorlopen. De rere-gelgeving m . b. t . zonevreemde woningen, waarvoor Steden-bouw Gent een aanpassing vraagt, werd achteraf (na de goedkeuring van het ruimtelijke structuur-plan in de gemeenteraad van Lebbeke) ingevoerd. Moet de gemeente Lebbeke nu wel of niet over-gaan tot aanpassing van haar ruimtelijk structuur-plan ? Zo niet, wat met de gevolgen zoals gesteld door Stedenbouw Gent ?
Antwoord
Conform artikel 48, § 2 van het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke o r d e n i n g, kan de gemeente gemeentelijke ruimte-lijke uitvoeringsplannen (GRUP) opmaken "ter
uitvoering" van het gemeentelijk ruimtelijk struc-tuurplan.
In de memorie van toelichting bij het ontwerp van decreet wordt toegelicht wat het betekent dat ruimtelijke uitvoeringsplannen opgemaakt worden ter uitvoering van het betrokken structuurplan. Over de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplan-nen zegt de memorie van toelichting het volgende : "de gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen worden opgemaakt in uitvoering van het Ruimte-lijk Structuurplan Vlaanderen (hierna RSV). Dit is uiteraard duidelijk wanneer het RSV in de binden-de bepalingen taakstellingen en krijtlijnen bevat voor de opmaak van uitvoeringsplannen. Het rich-tinggevend gedeelte bevat echter evenzeer op-drachten en zeker principes inzake de opmaak van u i t v o e r i n g s p l a n n e n . Voor een aantal met geweste-lijke ruimtegeweste-lijke uitvoeringsplannen te regelen ma-teries zal men niet zozeer kunnen spraken van een "opdracht" in het RSV. In dit laatste geval houdt de hier besproken bepaling in dat het uitvoerings-plan minstens conform is met de principes die ont-wikkeld werden in het RSV."
In de memorie wordt voor de gemeentelijke ruim-telijke uitvoeringsplannen naar analogie verwezen naar deze passage.
Aangezien de problematiek van de zonevreemde woningen nog niet als acuut werd ervaren op het moment van de politieke besluitvorming rond het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Lebbeke, b e-vatten zowel het richtinggevende gedeelte als het bindende gedeelte geen expliciete verwijzingen. In dit geval kan een gemeentelijk ruimtelijk uitvoe-ringsplan worden opgemaakt onder de volgende voorwaarden.
– Het GRUP geeft voldoende inzicht in de volle-dige problematiek van de zonevreemde wonin-g e n . De basiswonin-gewonin-gevens die idealiter in het wonin- ge-meentelijk ruimtelijk structuurplan zouden zijn u i t g e w e r k t , worden nu verzameld in het kader van het GRUP.
– In de toelichtingsnota wordt aangetoond op welke manier de ruimtelijke principes van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan doorwer-ken in het GRUP en op welke manier de duur-zame ruimtelijke ontwikkeling, de ruimtelijke draagkracht en de ruimtelijke kwaliteit in het GRUP zullen worden gevrijwaard.
– De toelichtingsnota geeft een verantwoording waarom de problematiek van de zonevreemde woningen in een gemeentelijk ruimtelijk uitvoe-ringsplan moet worden geregeld, terwijl het ruimtelijk structuurplan niet expliciet op de problematiek ingaat.
– Het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan kan nooit strijdig zijn met de bindende bepalingen van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Indien elementen van het richtinggevende ge-d e e l t e, bijvoorbeelge-d in het kage-der van ge-de ge- deel-ruimtenbenadering of in relatie tot de gewenste n e d e r z e t t i n g s s t r u c t u u r, strijdig zouden zijn met het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, moet worden aangegeven welke dringende so-c i a l e, eso-conomisso-che of budgettaire redenen of onvoorziene ontwikkelingen van de ruimtelijke behoeften van de verschillende maatschappelij-ke activiteiten hiervoor de basis vormen.