• No results found

Vraag nr. 146 van 3 juli 2000 van de heer DIRK DE COCK

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 146 van 3 juli 2000 van de heer DIRK DE COCK"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 146 van 3 juli 2000

van de heer DIRK DE COCK

Europese onderwijsindicatoren – Uitsplitsing per gemeenschap

Op 21 juni jongstleden stelde ik de minister een ac-tuele vraag over de publicatie van per gemeen-schap uitgesplitste onderwijsstatistieken door de Europese Commissie (Handelingen plenaire verga -dering, nr. 68 van 21 juni 2000, blz. 2 – red.).

1. Uit het antwoord bleek dat de Europese Com-missie deze gegevens slechts in uitgesplitste vorm publiceerde indien "de cijfers van de ver-schillende gemeenschappen te ver uit elkaar lig-g e n " . Hieruit kan worden aflig-geleid dat voor de vermelde indicatoren een uitsplitsing per ge-meenschap mogelijk is.

Klopt dit ? Zo neen, voor welke indicatoren kan geen uitsplitsing worden gemaakt en waarom ? 2. Kan de minister ook wat meer duidelijkheid

geven met betrekking tot de door de Europese Commissie gevolgde beoordelingsprocedure om uit te maken of een bepaalde onderwijsindica-tor al dan niet in uitgesplitste vorm zal worden gepubliceerd ?

Wat wordt in dit verband bedoeld met "te ver uit elkaar liggen" ?

3. In een recent OESO-rapport wordt melding ge-maakt van de uitgaven per leerling in de ver-schillende OESO-lidstaten (OESO : O r g a n i s a t i e voor Economische Samenwerking en Ontwikke -ling – red.). Vlaanderen en België worden op dat vlak blijkbaar gelijkgesteld, ten bewijze de vermelding "Belgium (FL)". Franstalige cijfers zijn hier niet voorhanden.

Weet de minister waarom de Franse Gemeen-schap dienaangaande geen cijfergegevens publi-ceert ?

Heeft de minister dit feit reeds aangekaart in het Overlegcomité ? Zo ja, welk antwoord ver-kreeg zij van haar Franstalige collega('s) ? Hoe reageert de federale regering op het feit dat de Franse Gemeenschap blijkbaar niet vol-doet aan haar statistische publicatieverplichtin-gen ?

Antwoord

1. In het rapport "European Rapport on Quality of School Education" van de Europese Com-missie worden zestien indicatoren geïntegreerd. Voor zeven van de zestien indicatoren werden afzonderlijke gegevens voor de Vlaamse Ge-meenschap geïntegreerd. Het gaat om de vol-gende indicatoren :

– leerlingenprestaties in wiskunde ; deze gege-vens zijn gebaseerd op het T I M S S - o n d e rzoek 1995 ( T I M S S : T h i rd International Ma -thematics and Science Study – red.) ;

– leerlingenprestaties in wetenschappen ; eveneens gebaseerd op TIMSS ;

– integratie van ICT (informatie en communi -c a t i e t e -chnologie – red.) in het onderwijs-cur- onderwijscur-ricu-lum ;

– structuur van evaluatie in het onderwijssys-teem ;

– ouderparticipatie ;

– aantal leerlingen per computer (bron : g e-deeltelijk TIMSS) ;

– ten slotte onderwijsuitgave per leerling/stu-d e n t , waar verkeerleerling/stu-delijk werleerling/stu-d aangeleerling/stu-duileerling/stu-d leerling/stu-dat het om Belgische gegevens gaat, terwijl het vermelde cijfer enkel de Vlaamse Gemeen-schap betreft. Voor het referentiejaar 1997 werden immers geen financiële gegevens door de Franse Gemeenschap aangeleverd. De andere indicatoren hebben betrekking op de Belgische situatie of op de Franse Gemeen-s c h a p. De VlaamGemeen-se volkGemeen-svertegenwoordiger vroeg voor welke indicatoren geen uitsplitsing kan worden gemaakt. Het gaat om slechts één i n d i c a t o r, met name de indicator over prestaties in lezen van 14-jarigen. Hiervoor zijn enkel ge-gevens m.b. t . de Franse Gemeenschap voorhan-d e n , omvoorhan-dat Vlaanvoorhan-deren voorhan-destijvoorhan-ds (in 1991) niet deelgenomen heeft aan het betrokken interna-tionaal onderzoek.

Voor de resterende Belgische indicatoren in het Europees rapport kunnen uitsplitsingen worden gemaakt.

(2)

Mijn departement heeft hiertegen reeds ver-scheidene keren bezwaar aangetekend, o m d a t de beleidsrelevantie van Europese rapporten hierdoor voor Vlaanderen verkleint. De Euro-pese Commissie daarentegen stelt dat indien ze indicatoren en gegevens naar onderwijssysteem in Europa zou uitsplitsen, dit te onoverzichtelijk zou worden. Ze vreest dat dan bijvoorbeeld Schotland hetzelfde zou vragen m.b. t . u i t s p l i t-sing van zijn indicatoren ten opzichte van het Verenigd Ko n i n k r i j k , Catalonië ten opzichte van Spanje, enzovoort.

In het geval van de uitgesplitste resultaten uit het TIMSS-onderzoek (1995) over leerresulta-ten wiskunde en weleerresulta-tenschappen is de Europese Commissie afgeweken van deze politiek, o m d a t de resultaten tussen de Vlaamse en Franse Ge-meenschap wetenschappelijk significant ver-s c h i l d e n . Ze iver-s daarmee het wetenver-schappelijk onderzoekscentrum dat TIMSS coördineerde (met name Boston College, USA) gevolgd. 3. In het OESO-rapport "Education at a Glance

2000" zijn inderdaad grotendeels exclusief Vlaamse indicatoren opgenomen. Dat geldt ook voor de door de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger vermelde indicator over overheidskosten per leerling in het onderwijs. De reden waarom er geen Belgische indicator hierover werd gepu-b l i c e e r d , is dat de Franse Gemeenschap geen basisgegevens hierover aan de OESO heeft aan-geleverd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Klopt het dat door de aanleg van de nieuwe weg het verkeer van en naar Doel verplicht wordt ongeveer vier kilometer om te rijden in tegen- stelling tot vroeger?. Heeft de minister

Dat overleg heeft plaatsgevonden op mijn kabinet in december vorig jaar, de problematiek werd nogmaals be- sproken op de interministeriële conferentie van 14 maart laatstleden

De luchtverontreiniging door vluchtige organi- sche stoffen (waaronder benzeen) wordt in Vlaanderen gemeten met behulp van gaschro- matografie na voorafgaande monsterneming op

Daarnaast werd het mogelijk geacht dat som- mige lerarenjobs, bijvoorbeeld in het buitenge- woon onderwijs of het beroepsonderwijs, a l s "zware beroepen" zouden

Ik ben ten slotte ook van mening dat het niet in strijd is met de autonomie van de hogeschool als de minister in dergelijke conflictsituaties, die een ne- gatieve impact kunnen

Volgens de Vlarem-indelingsrubriek 15.1 zijn al dan niet overdekte ruimten waarin "meer dan 2 5 autovoertuigen en/of aanhangwagens, a n d e r e dan personenwagens" worden

Eerste concreet resultaat van de Task Fo r c e Mestverwerking is de gezamenlijke nota van de Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw en van de Vlaamse minister van

De Vlaamse regering besliste op 30 juni jongstle- den het leerlingenvervoer onder te brengen bij De L i j n2. De busbegeleiding wordt