Vraag nr. 56
van 13 februari 2004
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Streekplatforms – Structurele linken en gebiedsom-schrijving
Wetenschappelijke studies wijzen uit dat een regio-nale benadering van de economie nodig is om de streekeigen mogelijkheden/moeilijkheden positief te benutten.
In Vlaanderen zijn hiervoor onder andere de streekplatforms opgericht.
1. Hebben de huidige streekplatforms – aange-zien ze sociaal-economische aspecten als onder-werp hebben – structurele linken met aanpak van kansarmoede, o n d e r w i j s, w e l z i j n , g e z o n d-heid, huisvesting ?
2. Respecteren deze streekplatforms overal de provinciegrenzen ?
3. Worden deze streekplatforms als regionale om-schrijving in de toekomst behouden met dezelf-de gebiedsomschrijving ?
Antwoord
1. Sta me toe het antwoord op de eerste vraag op te splitsen in twee delen. Enerzijds moet ik ver-wijzen naar het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 houdende de erkenning en be-toelaging van streekplatformen in het kader van het regionaal economisch beleid en het afsluiten van streekcharters. Dit besluit bepaalt de taak en de werking van de streekplatformen en geeft dan ook aan welke de verplichte en dus structu-rele linken met andere beleidsvelden zijn. D a a r-naast zal ik als tweede luik van dit antwoord een zicht proberen te geven op de concrete wer-king van de streekplatformen.
Het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 1994 geeft aan dat de samenwerking van de hoofdzakelijk economische actoren binnen het streekplatform gericht is op het bevorderen van economische groei, inkomensvorming en werk-gelegenheid in de subregio. Hiertoe maakt het streekplatform een streekvisie waarin ze de so-c i a a l-eso-conomisso-che struso-ctuur van de subregio be-schrijft en analyseert en waarin ze de specifieke factoren bespreekt die de economische groei, d e inkomensvorming en de werkgelegenheid bepa-len in de subregio. Tot slot van deze streekvisie
definieert het streekplatform een beperkt aantal strategische hefbomen voor de subregio. S t r a t e-gische hefbomen zijn dan weer acties die de economische groei, de inkomensvorming en de werkgelegenheid van een subregio op termijn r e c h t s t r e e k s, maximaal en doorslaggevend be-vorderen.
De Vlaamse volksvertegenwoordiger merkt dat de werking van streekplatformen weinig gere-glementeerd is en dat ze in principe een breed gamma aan thema's kunnen aansnijden in hun w e r k i n g, waarbij vanuit het beleidsveld Econo-mie op Vlaams niveau slechts gevraagd wordt de thema's vanuit een economische invalshoek te benaderen. Hier zijn dan ook grote verschil-len tussen de verschilverschil-lende subregio's in V l a a n-d e r e n . De structurele linken waarnaar zij vraagt tussen enerzijds de sociaal-economische invals-hoek van de streekplatformen en anderzijds de thema's kansarmoede, o n d e r w i j s, w e l z i j n , g e-zondheid en huisvesting zijn aanwezig in zover-re rond deze thema's hefbomen zijn gedefi-nieerd in het streekcharter dat de Vlaamse rege-ring kan afsluiten met het streekplatform. Het streekcharter is een gemeenschappelijke in-tentieverklaring waarin een streekplatform en de Vlaamse regering hun medewerking toezeg-gen aan de verwezenlijking van de strategische h e f b o o m a c t i e s. Alle ministers van de V l a a m s e regering verlenen hieraan hun goedkeuring en verlenen onder de noemer van een moreel en-gagement hun medewerking aan de verwezenlij-king van de strategische hefbomen. Alvorens te komen tot de officiële goedkeuring door de Vlaamse regering richtte de administratie Eco-nomie een stuurgroep op waarin alle relevante administraties op Vlaams niveau werden uitge-nodigd hun commentaar op het ontwerpstreek-charter te leveren.
De strategische hefbomen betreffen over het al-gemeen een breed gamma aan thema's: de reali-satie van een regionaal ziekenhuis, de sociale e c o n o m i e, voorzien in een kwalitatief en kwan-titatief voldoende woningaanbod, a f s t e m m i n g tussen onderwijs- en arbeidsmarkt, e n z o v o o r t . Daarnaast zijn er uiteraard nog een aantal spe-cifiek economische hefboomprojecten die gesi-tueerd zijn op vlak van ondersteuning van de b e d r i j f s w e r e l d , r u i m t e l i j k-economisch beleid, enzovoort.
orga-niseren ter ondersteuning van de realisatie van de strategische hefbomen van de streekplatfor-m e n . In principe kostreekplatfor-men hier slechts projecten in aanmerking met een economische finaliteit. D i t is zo omdat bij de goedkeuring van de streek-charters door de Vlaamse regering telkens werd afgesproken dat elke functioneel bevoegde mi-nister de realisatie van die strategische hefbo-men zou stimuleren die onder zijn of haar be-voegdheden vallen. Via de projectoproep wer-den al projecten ondersteund binnen de sociale e c o n o m i e, afstemming onderwijs-a r b e i d s m a r k t , peterschapsprojecten voor de socio-p r o f i t s e c t o r, e n z o v o o r t . Voor projecten welke niet recht-streeks binnen de werking van het beleidsveld Economie vielen, moest de promotiepromotor steeds aantonen dat het project wel degelijk een economische finaliteit bevatte.
Voor de projectoproep van dit jaar wijzigde ik het concept. Dit mede doordat een aantal types projecten jaarlijks uit de boot viel, waardoor de strategische hefboom die bij het project hoort evenmin gerealiseerd werd. In plaats van een al-gemene projectoproep zal een thematische pro-jectoproep georganiseerd worden. De drie gese-lecteerde thema's zijn :
1) Economie en Cultuur, 2) Economie en Welzijn, 3) Telewerken.
Merk op dat ook hier naar de economische fina-liteit van het project gevraagd wordt, al is de in-valshoek minder traditioneel economisch. Als conclusie voor het antwoord op de eerste vraag kan worden gesteld dat er linken bestaan tussen de werking van de streekplatformen met de aanpak van kansarmoede, o n d e r w i j s, w e l z i j n , g e z o n d h e i d , h u i s v e s t i n g, maar dat deze linken slechts een beperkt structureel karakter kennen en veeleer voortspruiten uit de dynamiek en het regionaal draagvlak van elk specifiek streek-p l a t f o r m . De verschillen tussen de verschillende streekplatformen in Vlaanderen zijn dan ook erg groot. Bovendien zal niet elke functioneel bevoegde minister op Vlaams niveau altijd het streekplatform erkennen als de geëigende ge-sprekspartner inzake deze thema's, juist door de sociaal-economische invalshoek van de streek-p l a t f o r m e n . In de mate dat er een economische finaliteit kan worden gevonden binnen de link, probeert het beleidsveld Economie na overleg met de bevoegde administratie deze linken te ondersteunen.
2. De afbakening van de streekplatformen respec-teert overal de provinciegrenzen.
3. Het is op dit ogenblik niet zeker dat de toekom-stige structuren zoals opgericht in een V Z W-vorm dezelfde gebiedsomschrijving zullen heb-ben als de huidige streekplatformen. De onder-liggende organen SERR en Resoc zullen in de meeste gevallen een bijna identieke gebiedsom-schrijving hebben. Zoals de Vlaamse volksverte-genwoordiger weet, wordt het streekplatform-beleid naar aanleiding van het kerntakendebat op dit ogenblik hervormd. S t r e e k o n t w i k k e l i n g wordt een kerntaak van de provincies en de lo-kale besturen. In de plaats van de huidige streekplatformen en STC's komen er Erkende Regionale Samenwerkingsverbanden (ERSV's) die als juridisch geheel zullen dienen voor Re-s o c ’Re-s en SERR'Re-s. (SERR : S o c i a a l - E c o n o m i Re-s ch e Raad van de Regio ; Resoc : Regionaal Sociaal-E c o n o m i s ch Overlegcomité ; STC : s u b r e g i o n a a l tewerkstellingscomité – red.)
