Vraag nr. 56
van 28 februari 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Museumkaart – Stand van zaken
Op 7 februari 2001 keurde de plenaire vergadering het voorstel van resolutie goed betreffende de in-voering van een Vlaamse museumkaart (Stuk 318 (1999-2000) – Nr. 6).
Deze resolutie vraagt de Vlaamse regering, c o n-form de resultaten van de hoorzitting, het museum-decreet verder uit te voeren door het ter beschik-king stellen van meer middelen voor erkende musea.
Wat is hierbij de stand van zaken ?
Antwoord
De Vlaamse regering keurde op 7 september 2001 de wijziging goed van het besluit ter uitvoering van het decreet van 20 december 1996 tot erkenning en subsidiëring van musea. Deze wijziging van het uit-voeringsbesluit heeft hoofdzakelijk betrekking op de wijziging van hoofdstuk III, S u b s i d i ë r i n g, m e t name de beslissing om vanaf 2001 ook aan erkende musea ingedeeld bij het regionale niveau een for-faitaire werkingssubsidie toe te kennen (bijlage 1) . Daarnaast werden een aantal verbeteringen/wijzi-gingen aangebracht in de termijnen van de proce-dure voor erkenning en aanvragen van subsidies. De middelen voor subsidies aan en ten gunste van musea – programma 45.3, basisallocatie 33.01 – vertonen de volgende evolutie :
2000 244.300.000 frank
2001 284.200.000 frank
2002 7.200.000 euro.
Als bijlage 2 gaat een overzicht van de besteding van de subsidies 2001 :
– werkingssubsidies aan erkende musea ingedeeld bij het landelijke en het regionale niveau ; – startsubsidies ;
– projectsubsidies volgens de beleidsaccenten 2001.
Het project museumkaart/cultuurkaart wordt on-dergebracht binnen de activiteiten van het
Steun-punt Vlaams Centrum voor Cultuurcommunicatie (VCCC). Dit steunpunt heeft als opdracht :
– het verbreden en verdiepen van de participatie aan cultuur in Vlaanderen ;
– het vergroten van de maatschappelijke inbed-ding en uitstraling van cultuur binnen V l a a n d e-ren ;
– het versterken van de culturele profilering van Vlaanderen en van het culturele aanbod van Vlaanderen in het buitenland.
Het concept van een cultuurdatabank wordt op dit ogenblik voorgelegd aan de verschillende betrok-ken actoren per beleidsveld. De gefaseerde uitvoe-ring voorziet op langere termijn op het vlak van ontsluiting ook in productontwikkeling, w a a r o n d e r ticketing, een cultuurkaart, enzovoort.
Daarnaast wil ik melding maken van een groot pu-blieksonderzoek dat in 2001 in de Vlaamse musea gebeurd is, op initiatief van de Vlaamse museum-consulent publiekswerking. Dit kan alvast de basis bieden voor het al dan niet ontwikkelen van een museum- of ruimere cultuurkaart. In het onder-zoek kwam alvast naar voren dat de museumkaart van Openbaar Kunstbezit Vlaanderen reeds goed functioneert.