Vraag nr. 51
van 28 februari 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gemeentelijke gesco's – Tewerkstelling bij VZW's In verschillende gemeenten worden personeelsle-den – al dan niet gesubsidieerde contractuelen (gesco) – die officieel in dienst zijn van de ge-m e e n t e, in de praktijk tewerkgesteld in gege-meente- gemeente-lijke V Z W ' s. Dit gebeurt meestal in onderlinge af-spraak, al dan niet op papier gezet.
Men combineert zo de voordelen van de V Z W ' s met de voordelen van de gesco-toewijzing aan ge-m e e n t e n . Anderzijds geeft dit wel ge-moeilijkheden voor het personeel, dat in feite in een onzekere si-tuatie terechtkomt en met verschillende werkge-vers rekening moet houden. Daarenboven zou het in strijd zijn met de wetgeving, aangezien het dan een vorm van uitzendarbeid betreft.
1. Is de minister op de hoogte van deze feiten ? 2. Kunnen gesco's toegewezen aan een gemeente,
ook gedetacheerd worden naar een gemeentelij-ke VZW ? Zo ja, onder welgemeentelij-ke voorwaarden ? 3. Wordt er gecontroleerd of toegewezen gesco's
effectief bij het initiatief werken waarvoor ze werden toegewezen ?
Antwoord
1. De administratie Werkgelegenheid voert jaar-lijks een controle uit bij alle besturen die KB 474-gesco's in dienst hebben, en dit in het kader van de naleving van de afgesproken criteria en met betrekking tot de jaarafrekening van de premies (KB : koninklijk besluit – red.). I k word van de resultaten op de hoogte gesteld middels een rapportering.
2. Met het KB nr. 474 van 28 oktober 1986 tot op-zetting van een stelsel van door de staat gesub-sidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen werd een harmonisering doorgevoerd van de op dat moment bestaande tewerkstel-lingsprogramma's bij de plaatselijke besturen. Het ging hierbij met name om de tewerkgestel-de werklozen, het Dertewerkgestel-de Arbeidscircuit en het bijzonder tijdelijk kader.
In artikel 1 van dit KB nr. 474 wordt een defi-niëring gegeven van "plaatselijke besturen". Hieronder worden begrepen :
– de gemeenten,
– de verenigingen van gemeenten met uitzon-dering van die met economische finaliteit, – de openbare centra voor maatschappelijk
welzijn,
– de verenigingen van openbare centra voor maatschappelijk welzijn,
– de intercommunale centra voor maatschap-pelijk welzijn.
Uit het verslag aan de Koning bij dit KB nr. 4 7 4 (Belgisch Staatsblad 20 november 1986) blijkt dat onder de gemeenten ook de gemeentelijke VZW's begrepen worden. "Deze drie catego-rieën werknemers vertegenwoordigen soms een aanzienlijk aandeel van de personeelsleden die door de gemeenten worden tewerkgesteld, e n meer nog als men rekening houdt met het groot aantal VZW's die opgericht werden op het ge-bied van gemeentelijke taken zoals op het vlak van toerisme en cultuur ... Er wordt voorgesteld om in de gemeenten, de OCMW's alsook de verenigingen die ervan afhangen, deze catego-rieën werknemers te vervangen door een enkele categorie werknemers."
In de betrokken contingentovereenkomsten dienen dan ook de personeelsleden (alle statu-ten) van de gemeentelijke VZW's uitdrukkelijk meegeteld te worden om het globale tewerkstel-lingsvolume van de betrokken gemeente te be-palen.