Vraag nr. 69
van 28 februari 2002
van mevrouw RIET VAN CLEUVENBERGEN Gemeentepersoneel – Tewerkstelling bij VZW's In vele gemeenten worden personeelsleden – al dan niet gesubsidieerde contractuelen (gesco's) – die officieel in dienst zijn van de gemeente, in de praktijk tewerkgesteld in gemeentelijke V Z W ' s zoals kinderopvanginitiatieven, culturele centra, . . . Dit gebeurt meestal in onderlinge afspraak, al dan niet op papier gezet, en bemoeilijkt de arbeidsrech-telijke positie van deze werknemers.
1. Klopt het dat personeelsleden in dienst van de gemeente niet systematisch voor gemeentelijke VZW's mogen werken ? Hoe gebeurt de con-trole ?
2. Welke gevolgen kan dit hebben voor de werk-n e m e r, de gemeewerk-ntelijke VZW ewerk-n de gemeewerk-nte indien het toch gebeurt ?
Antwoord
1. De artikelen 31 en 32 van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uit-zendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, z i j n van toepassing op alle contractuele werkne-m e r s, zowel van de openbare sector als van de privé-sector.
Als algemene regel geldt dat het ter beschikking stellen door een natuurlijk persoon of rechts-persoon van door hem in dienst genomen werk-nemers aan derden, die deze werkwerk-nemers ge-bruiken en over hen enig gedeelte van het gezag uitoefenen dat normaal aan de werkgever toe-k o m t , verboden is (art. 3 1 , § 1 van de wet van 24 juli 1987, zoals gewijzigd door de wet van 12 au-gustus 2000 houdende sociale, budgettaire en andere bepalingen).
Artikel 32 van de hier bedoelde wet formuleert een aantal beperkte uitzonderingen op dit ver-b o d . Dit ver-betreft ver-bijvoorver-beeld het ter ver- beschik-king stellen voor zeer beperkte tijd, mits vooraf-gaande toestemming van de bevoegde ambte-naar van de Inspectie van de Sociale Wetten van het federale Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid.
Ook artikel 60, § 7 van de wet van juli 1976 be-treffende de openbare centra voor
maatschap-pelijk welzijn omvat een afwijking op deze ver-b o d s ver-b e p a l i n g. Het ver-betreft hier echter geenszins de tewerkstelling van gesubsidieerde contractu-elen.
In verband met de controle op de naleving van deze wet bepaalt artikel 35 het volgende: " O n-verminderd de bevoegdheden van de officieren van gerechtelijke politie, houden de door de Ko-ning aangewezen ambtenaren toezicht op de na-leving van deze wet en de uitvoeringsbesluiten e r v a n . Deze ambtenaren oefenen dit toezicht uit overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 november 1972 betreffende de arbeidsin-spectie."
2. Artikel 33 van de bovenvermelde wet van 24 juli 1987 betreffende onder meer het ter be-schikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, stelt dat alle met de bepalingen van deze wet en haar uitvoeringsbesluiten strij-dige bedingen nietig zijn voorzover zij ertoe strekken de rechten van de werknemers in te korten of hun verplichtingen te verzwaren. M e t andere woorden, een overtreding van deze wet heeft geen negatieve gevolgen voor de betrok-ken werknemers.
De voorziene strafbepalingen treffen dan ook alleen de "gebruikers" die werknemers tewerk-stellen in strijd met de bepalingen van de wet, en verder ook al degenen die werknemers ter beschikking stellen van gebruikers in strijd met de bepalingen van de artikelen 31 en 32, a l s m e-de hun aangestele-den of lasthebbers, maar dus niet de terbeschikkinggestelden zelf.