• No results found

Vraag nr.175van 26 maart 1999van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.175van 26 maart 1999van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 175 van 26 maart 1999

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Bodemvervuiling St.-Amands – Studie milieuaan-sprakelijkheid

Op 7 oktober van vorig jaar deelde de minister in antwoord op een vraag van collega Johan Malcorps over de bodemvervuiling in Sint-Amands mee dat er op dat ogenblik een studie in de maak was aan de Katholieke Universiteit Leuven (KU-Leuven) over milieuaansprakelijkheid. De resultaten ervan zouden op het einde van 1998 beschikbaar zijn. Dat zou het ogenblik zijn om knopen door te hak-ken in verband met het Milieuschadefonds. Onder meer een aantal aansprakelijkheidsregels zouden moeten worden vastgelegd, evenals de rechten van de eigenaar die wordt geconfronteerd met vervui-ling waarvoor hij niet verantwoordelijk is (Hande-lingen C8 van 7 oktober 1998, blz. 18 – red.). Kan de minister mij in dat verband een stand van zaken meedelen ?

Antwoord

Het Instituut voor Milieu- en Energierecht van de KU-Leuven heeft gedurende één jaar onderzoek verricht naar de opportuniteit en de haalbaarheid van een vernieuwd vergoedingssysteem voor mi-lieuschade. Deze studie werd afgerond op 7 decem-ber 1998. Ze werd toegelicht in de Commissie voor Leefmilieu en Natuurbehoud op 28 april 1999. In het onderzoek wordt het geldende foutaanspra-kelijkheidsrecht (artikel 1382 e.v. Burgerlijk Wet-boek) getoetst aan de specifieke problematiek van het herstel van milieuschade en wordt nagegaan welke problemen kunnen rijzen wanneer deze re-geling wordt toegepast op schade veroorzaakt door milieuverontreiniging. Op basis van deze analyse worden mogelijke alternatieven voor de bestaande regeling voorgesteld, waarbij niet alleen aanspra-kelijkheid een aandachtspunt is, maar ook en even-zeer de mogelijkheid om zich in te dekken tegen de financiële gevolgen van die aansprakelijkheid, zoals het opvangen van de insolvabiliteit van de aansprakelijke, teneinde tot een effectief herstel te komen.

De studie situeert zich eveneens tegen de achter-grond van de voorbereiding van een Witboek inza-ke herstel van milieuschade door de Europese Commissie.

Uitgangspunt bij het onderzoek was dat een aan-sprakelijkheids- en financieringssysteem een zo groot mogelijk maatschappelijk draagvlak diende te hebben teneinde in praktijk werkbaar te zijn. Centraal in het onderzoeksproject stond bijgevolg de consultatie van een aantal deskundigen uit de academische wereld en uit de betrokken maat-schappelijke belangengroepen (milieubeweging, banken, verzekeraars, vertegenwoordigers van de ondernemingswereld en van de overheid).

Het resultaat van deze consultatierondes werd ge-toetst aan de voorstellen van de Interuniversitaire Commissie tot Herziening van het Milieurecht in het Vlaams Gewest.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Er werd door de BDBH geen overleg gepleegd over het initiatief om aan Belgische en Luxem- burgse bedrijven de mogelijkheid te bieden zich via een uitgebreide en

De daarin opgenomen bewegwijzering bestaat uit zeshoekige borden voor de autoroutes en de recre- atieve fietsroutes, rechthoekige borden voor de landelijke fietsroutes en

Bij wegenwerken op autosnelwegen worden wel op grote schaal ruim vooraf opvallende waarschuwingen voor mogelijke files aangebracht.. Als filebeveiliging wordt voor de

Anders dan tijdens andere edities zal dit keer het accent liggen op de verstrekking van heldere en juiste info aan de stand voor zaken met betrekking tot het dioxineprobleem,

van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Luchthaven Zaventem – Spoorverbindingen De vorige Vlaamse regering zou van de NMBS de toezegging hebben gekregen dat het station op de luchthaven

Borden die scheef staan of omver werden gereden, worden niet op hun plaats g e z e t , waarschuwingslichten die niet meer werken of die nog amper zichtbaar zijn, worden niet

Rekening houdende met deze bevindingen, m e t het feit dat sport een belangrijke factor is van ge- meenschapsvorming en inburgering, alsook met het belang voor de jeugd om

Tijdens de vorige zittingsperiode gaf de voorganger van de minister te kennen dat hij zijn federale col- lega systematisch op de hoogte hield van daden van onbehoorlijk bestuur