Vraag nr. 239 van 26 maart 1999
van de heer LUK VAN NIEUWENHUYSEN Overijse Golf Club – Gewestplanzone
De "Overijse Golf Club" is m.i. gelegen in een landbouwzone in de gelijknamige Vlaams-Brabant-se gemeente.
Kan de minister vice-president dit bevestigen ? Werden er in dit specifieke dossier reeds stappen ondernomen om het terrein in zijn oorspronkelijke functie van landbouwgebied te herstellen ?
Antwoord
De Overijse Golf Club (BVBA Golf Practice Club) is volgens het gewestplan Halle-Vilvoorde-Asse deels gelegen in het agrarisch gebied en deels in het bosgebied.
Tevens is die ordening met het bij ministerieel be-sluit van 14 april 1989 goedgekeurd bijzonder plan van aanleg nr. 44 "Hoog Jezus-Eik" bevestigd en nader gedetailleerd.
De BVBA Golf Practice Club heeft bij de Raad van State de vernietiging van dat bijzonder plan van aanleg gevorderd, doch bij arrest nr. 79.083 van 3 maart 1999 werd dat beroep verworpen en wer-den de door appellant ingeroepen bezwaren tegen de totstandkoming van het gemeentelijk aanleg-plan en de behandeling van diens protest tijdens de goedkeuringsprocedure, gemotiveerd weerlegd. Het bijzonder plan van aanleg is met andere woor-den rechtsgeldig bevonwoor-den.
Het golfterrein ligt volgens dat bijzonder plan van aanleg ten dele in het agrarisch gebied dat, volgens artikel 7 van de stedenbouwkundige voorschriften, bestemd is om als agrarisch gebied in stand te wor-den gehouwor-den ten behoeve van land-, akkerbouw en veeteelt, met uitsluiting van intensieve veeteelt-bedrijven, en ten dele in het bosgebied dat, volgens artikel 4, wordt aangewezen als bos, bestemd om als bos in stand te worden gehouden ten behoeve van doeleinden zoals de opbouw van het land-schap, volksgezondheid, bodembescherming, wa-terbeheersing en houtproductie.
Voor een aantal van de in Vlaanderen voorkomen-de golfterreinen werd, in navolging van hetgeen was gesteld in de uit het begin van de jaren negen-tig daterende "Beleidsnota golfterreinen", in een aangepaste gewestplanbestemming voorzien. In die
zogenaamde "Golfnota" was aangaande de Overij-se Golf Club echter gesteld dat deze golf niet kon worden geofficialiseerd, noch gelegaliseerd.
Een aangepaste gewestplanbestemming of een aanpassing van het bijzonder plan van aanleg met het oog op een regularisering van de Overijse Golf Club werd aldus als niet te verantwoorden bevon-den.
Wat de met de geldende voorschriften strijdige ex-ploitatie betreft, zijn reeds de volgende vaststellin-gen en stappen verricht.
Proces-verbaal van 24 februari 1988 voor :
– het uitvoeren van grondwerken, uitgravingen en ophogingen ;
– het wijzigen van het gebruik wat de hoofdfunc-tie betreft van de bouwwerken gelegen op het perceel kadastraal bekend sectie N, nr. 42 t8 ; – het geschikt maken van de gronden tot het
be-oefenen van de golfsport.
Proces-verbaal van 27 oktober 1989 voor het voort-zetten van de ongeoorloofde werken.
Proces-verbaal van 6 april 1989 voor :
– het plaatsen van verschillende afsluitingen op het terrein, bestaande uit palen en netten ; – het voortzetten van de wijziging van gebruik
wat de hoofdfunctie betreft van de bouwwerken gelegen op het perceel kadastraal bekend sectie N, nr. 42 t8, en dit ondanks het proces-verbaal nr. 26.
Proces-verbaal van 3 mei 1995 voor het plaatsen van als bouwwerk aangemerkte reclameborden in een als landschap beschermde zone (koninklijk be-sluit van 14 december 1959).
Op 7 juni 1995 werd voor het plaatsen van twee re-clameborden een vordering tot herstel van de plaats in de vorige staat, gekoppeld aan een dwang-som van 1.000 frank per dag, bij het parket inge-leid.