• No results found

Vraag nr. 197 van 4 maart 1999 van de heer JOHAN DE ROO

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 197 van 4 maart 1999 van de heer JOHAN DE ROO"

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 197 van 4 maart 1999

van de heer JOHAN DE ROO

Haven en Kanaalzone Gent – Ruimtelijke orde-ning, verkeer en milieu

In de streek van Evergem en Gent rijzen heel wat vragen rond de aanleg van de Kluizendokken, de uitbouw van de haven van Gent en de inrichting van de Kanaalzone. Hoe zal het probleem van het zware vervoer worden opgelost, zal de bestaande beplanting in de groene bufferzone worden ge-rooid, wat met de onteigeningen, en zo meer. Graag had ik antwoord gekregen op volgende vra-gen rond deze problematiek.

1. Voor de inrichting van de Kanaalzone (gewest-plan en ROM-project) wordt een nieuwe zone voor milieuvervuilende en milieubelastende indu-strie gepland (RO) in Rieme-Noord (ROM = ruimtelijke ordening en milieu ; RO = regionaal be-drijventerrein met openbaar karakter – red.). De vroegere bufferzone en het agrarisch gebied pa-lend aan deze RO-zone worden koppelingsgebied. Hierdoor worden de in dit gebied bestaande woningen en bedrijven (landbouw en KMO) bedreigd.

a) Is er reële behoefte aan nog een RO-zone ? Kluizendokken is nog lang niet volzet. De KMO's uit de regio hebben integendeel geen haalbaar alternatief inzake locatie.

b) Welke maatregelen zijn gepland voor de be-drijven ? Kan een KMO blijven ? Wat met de landbouw ?

c) Kan de bestaande woonzone (Callemansput-te), die vroeger in een bufferzone was gele-gen, behouden blijven ?

Indien niet, welke maatregelen worden ge-nomen ? Voorziet men verplichte herlokali-satie en zo ja, hoe en wanneer zullen de ver-goedingen voor de bewoners worden be-paald, hoe en waar zal eventueel alternatieve huisvesting worden aangeboden en voor wanneer is het verlaten van de woningen ge-pland ?

Er is sprake van het opnemen van het woon-lint Callemansputte in het Structuurfonds (fonds voor verwerving, onteigening en huis-vesting op te richten in het kader van het ROM-project). Is dit reeds beslist en hoever

staat men met dit Structuurfonds ?

d) Wie zal bepalen welke bedrijven op het nieu-we industrieterrein Rieme-Noord worden toegelaten (gewest, provincie, gemeenten) en hoe zal dit gebeuren ?

De Kanaalzone en meer specifiek Rieme heeft reeds de tolerantiedrempel voor mi-lieubelasting bereikt, zo niet overschreden. Welke garanties hebben de bewoners dat de kwaliteit van hun leefomgeving niet nog meer wordt aangetast (inspraak ?) ?

2. Zijn er veiligheidsregels voor het treintraject dat door Rieme-dorp loopt (gevaarlijke trans-porten) ?

3. Hoe kunnen de gronden van de Kluizendokken worden gecommercialiseerd ? Er is de eerste jaren geen toegang via het aan te leggen klaver-blad ter hoogte van het industriegebied De Nest en geen alternatief voor de toegang via Rieme. 4. Komen er voor het havengebied verbindingen

met het openbaar vervoer ?

5. Hoe zit het met de verbinding van de N458 met de R4 (via het Klaverblad) en van de N458 en de N49 (alle verkeer via de Katte ?) ?

6. Wanneer en hoe komt er een structurele oplos-sing voor de overlast van het zwaar vervoer in Rieme, ontstaan door het afsluiten van de Ter-donkkaai voor de aanleg van de Kluizendokken ? De maatregelen die door de gemeente kunnen worden genomen, zijn onvoldoende. Enige goede oplossing is het prioritair verwezenlijken van een alternatieve weg voor het zwaar vervoer.

7. Wat met de bufferzone (groenzone) rond de haven van Gent ? Worden de bestaande beplan-tingen inderdaad weggehaald ? Welke garanties kunnen de haven (voor de buffer op het haven-gebied) en de gemeente (voor het koppelings-gebied dat grenst aan het havenkoppelings-gebied) bieden met betrekking tot het aanleggen of heraanleg-gen van een groene bufferzone ?

Artikel 5 van de aanvullende stedenbouwkundi-ge voorschriften bepaalt dat een bufferzone moet worden aangelegd op het zeehavengebied. Hoe groot is deze bufferzone ?

(2)

Wat is de realisatiestrategie van beide ? Kunnen de bewoners van de aanpalende dorpskernen worden betrokken bij de realisatie van beide zones ? Wordt er geopteerd voor de bescher-ming van de woonzones vooraleer de industrië-le vestigingen er komen ?

Antwoord

1. a) Om de behoefte aan ruimte voor economi-sche activiteiten tot 2007 op te vangen, wordt, vanuit de basisdoelstellingen van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen, ervoor geopteerd om in de stedelijke gebieden en de overige economische knooppunten voor een voldoende aanbod van bedrijventerrei-nen te zorgen.

Daarbij is in het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen gesteld dat in de Gentse Kanaalzone een gedeelte van het aanbod aan regionale bedrijventerreinen voor de regio kan worden aangelegd en ontwikkeld. Het re-gionaal bedrijventerrein met openbaar karak-ter Rieme-Noord is geconcipieerd om een ge-deelte van het aanbod aan ruimte voor econo-mische activiteiten voor het stedelijk gebied Gent en het economisch knooppunt Zelzate voor zijn rekening te nemen. KMO's met uit-breidings- en/of herlokalisatieproblemen uit de regio en die als een regionaal bedrijf kun-nen worden beschouwd, kunkun-nen aldus op dit bedrijventerrein worden gevestigd.

Het type bedrijvigheid wat milieubelasting be-treft, moet bij de inrichting van het regionaal bedrijventerrein worden bepaald. Het con-ceptstreefbeeld voor de Gentse Kanaalzone en de werkzaamheden in het kader van het ROM-project zullen verder richting geven aan de inrichting van en het type van bedrijvigheid op het bedrijventerrein Rieme-Noord.

Gelet op de aanwezigheid van een zeker ruimteaanbod in het regionaal bedrijventer-rein met openbaar karakter Hoeksken/De Nest ten zuiden van Rieme langs de R4, wordt het regionaal bedrijventerrein Rieme-Noord – vanuit het principe van een zuinig ruimtegebruik – beschouwd als een te ont-wikkelen bedrijventerrein voor de middel-lange termijn.

De omvangrijke industrieterreinen rond het Kluizendok zijn in het conceptstreefbeeld voor de Gentse Kanaalzone en in het ge-westplan uitdrukkelijk voorbehouden voor

zeehavenactiviteiten. Bij de laatste gewest-planwijziging voor Gentse en Kanaalzone is deze optie met alle betrokken partners in het ROM-project (havenbedrijf, gemeenten, Arohm, AWZ) verder uitgewerkt in een bij-zonder stedenbouwkundig voorschrift (Arohm = administratie Ruimtelijke Orde-ning, Huisvesting en Monumenten en Land-schappen ; AWZ = administratie Waterwegen en Zeewezen – red.). Het bedrijventerrein Rieme-Noord en het Kluizendokterrein zijn aldus niet als een gelijkwaardig en gelijkaar-dig ruimte-aanbod voor economische activi-teiten te beschouwen.

b) Bij de inrichting en de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Rieme-Noord moet worden bekeken in hoeverre bestaan-de bedrijven – met uitsluiting van bestaan-de land-bouwbedrijven – zich op hun bestaande lo-catie kunnen blijven ontwikkelen. Vooral de lay-out van het gehele terrein, de interne ontsluiting en ontsluiting naar de R4-West en de kanaalweg zullen bepalend zijn voor het behoud van een bedrijf op de bestaande locatie.

Vermits het een bedrijventerrein met open-baar karakter betreft, is het aan de ontwik-kelende overheid om de nodige maatregelen te treffen voor de verplaatsing, verwerving of onteigening van de bestaande landbouwbe-drijven en de overige belandbouwbe-drijven die zich niet ter plaatse kunnen ontwikkelen.

c) Gelet op de huidige gewestplanbestemming "regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter (RO)" kunnen de bestaande wonin-gen – voordien gelewonin-gen in de gewestplanbe-stemming bufferzone en aldus zonder ont-wikkelingsmogelijkheden – niet behouden blijven bij de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Rieme-Noord.

(3)

De omstandigheden waaronder dit moet ge-beuren, zijn opgenomen in een kernbeslis-sing. Ik citeer : "Sociale begeleiding is hierbij essentieel en betekent duidelijkheid in be-stemmingen en timingen, verwerving door de overheid op korte en middellange termijn en het voorzien van goede en betaalbare wonin-gen in nabijgelewonin-gen kernen. De omschake-ling zal per woninggroep in één operatie ge-beuren".

Ter uitvoering van de betrokken kernbeslis-sing zijn op initiatief van de provincie Oost-Vlaanderen twee projecten opgestart, met name : "Leefbaarheidsmaatregelen kleine kernen" en "actie herlokalisatie woonkernen met het onderzoek Structuurfonds".

Wat het "onderzoek Structuurfonds" betreft, wordt het ontwerp van eindrapport bespro-ken in de eerstvolgende ROM-stuurgroep. Hierin zijn alle betrokken gemeentebesturen en alle betrokken provinciale en gewestelij-ke administraties vertegenwoordigd. Voorzit-ter is de gouverneur.

Hoe en wanneer de vergoedingen concreet zullen worden uitgekeerd, of wanneer met de effectieve ontwikkeling van het bedrij-venterrein zal worden gestart, is evenwel nog niet bekend en maakt het voorwerp uit van de werkzaamheden van het ROM-project. d) Het is aan de openbare besturen in het

ROM-project (gewest, provincie of de ge-meenten Evergem, Zelzate en/of Gent) om afspraken te maken wie de ontwikkeling van het regionaal bedrijventerrein Rieme-Noord op zich zal nemen en op welke wijze dit zal gebeuren ; vandaag zijn hierover nog geen formele afspraken gemaakt.

Wat de milieubelasting in de Gentse Kanaal-zone betreft, dit is uitdrukkelijk een aan-dachtspunt bij het uitwerken van het ROM-streefbeeld inzake ruimtelijke ordening, milieu en economische ontwikkeling voor dit gebied. Om over een degelijke wetenschappelijke on-derbouwing inzake de milieubelasting te be-schikken, is een onderzoek naar de gecumu-leerde milieubelasting in dit gebied lopende. Daarnaast moet het onderzoek naar de leef-baarheid van de woonkernen aangeven wat de ruimtelijke, sociale en milieurandvoor-waarden zijn bij de verdere economische ontwikkeling van de gehele kanaalzone. De opdrachthouder voor deze studie heeft trou-wens op een intensieve wijze de bewoners

van de woonkernen in het kanaalgebied bij de uitwerking van deze opdracht betrokken. Ten slotte moet de uitwerking van een glo-baal concept inzake landschapsopbouw op zijn beurt de nodige aanzetten geven voor een verbeterde landschappelijke samenhang en beeldvorming in het gehele kanaalgebied, en in het bijzonder rond de bestaande woon-kernen zoals Rieme.

Bij de uitvoering van deze opdrachten is er geregelde communicatie naar de bewoners via de betrokken besturen en maatschappe-lijke groepen in de ROM-projectorganisatie en via de nieuwsbrief.

2. Het treintraject dat thans reeds door Rieme-dorp loopt, wordt niet gewijzigd door de aanleg van het Kluizendok. De geplande omlegging van de lijn 55 loopt volledig ten zuiden van Rieme-dorp.

De aard van de trafieken die door Rieme-dorp per spoor worden vervoerd, is louter gerela-teerd aan de activiteiten in de haven van Ter-neuzen.

De veiligheidsregels voor deze transporten wor-den vastgelegd in de reglementering hierom-trent die door de NMBS moet worden nage-leefd. Deze reglementering behoort niet tot de bevoegdheid van het Vlaams Gewest.

3. De in aanbouw zijnde kaaimuur wordt in eerste instantie ontsloten via de zuidelijke tak van de N474. Zodra de ophoging van de terreinen ver genoeg is gevorderd, zal de zuidelijke hoofdont-sluitingsweg naar de R4 worden aangelegd en voorlopig op de R4 worden aangesloten in af-wachting van de realisatie van de rotonde. De aanleg van deze ontsluitingsweg wordt gepland voor de periode 2000-2001.

In het kader van het ROM-project Gentse Ka-naalzone wordt in de werkgroep Mobiliteit naar een alternatieve ontsluiting gezocht voor het bedrijventerrein Kluizendok en voor de bedrij-ven in het noordoosten (Rieme) via een voorlo-pige ontsluitingsweg naar de R4-West.

4. In het kader van de opmaak van het masterplan Mobiliteit voor de Gentse conurbatie zal verder onderzoek gebeuren naar de bestaande en wen-selijke openbaarvervoerverbindingen in het Gentse havengebied.

(4)

aan-vaard door alle partners in het ROM-project, voorziet in de aanleg van een verbindingsweg tussen de N458 en het geplande verkeersknoop-punt R4-West en de N497, weliswaar na evalu-atie in het provinciaal verkeersmodel voor Oost-Vlaanderen. Er moet immers worden voorkomen dat door de aanleg van deze weg de kernen van Kluizen en Ertvelde meer sluikver-keer voor de noordelijk gelegen kernen (Asse-nede, ...) zouden krijgen.

Op basis van de resultaten van een simulatie in het provinciaal verkeersmodel is duidelijk ge-worden dat het betrokken wegvak overwegend bestemmingsverkeer voor de kernen Kluizen, Ertvelde en Rieme zal aantrekken. Op het voorliggende voorstel voor gewestplanwijziging voor Gentse en Kanaalzone is dan ook een re-servatiestrook voor het nieuwe wegvak tussen de N458 en de R4-West ingetekend.

De bestaande aansluiting N49-N458 wordt in het kader van de omvorming van de N49 tot hoofdweg (A11) afgeschaft en vervangen door een brug over de A11/N49. Het nabijgelegen aansluitingscomplex N49-R4-West is te berei-ken via de N448 (Stoepestraat), de N436 (de Katte) en het wegvak van de R4-West gelegen tussen de Zelzatebrug en de N49.

6. Ten gevolge van het onderbreken van de N474 (kanaalweg) voor de aanleg van het Kluizen-dok, wordt de gemeenteweg Riemsesteenweg meer belast door zwaar vrachtverkeer met als bestemming de bestaande bedrijven in het noordoosten van Rieme. Bij de omvorming van de R4-West als een primaire weg 1 zal – con-form het streefbeeld voor deze weg – de Riemsesteenweg worden afgesloten van de R4-West.

De bouw van de ondertunneling van de R4-West onder de Riemsesteenweg is gepland op korte termijn. Om in de tussenperiode een op-lossing te bieden aan het vele vrachtverkeer op de Riemsesteenweg wordt – zoals op één van de vorige subvragen reeds is geantwoord – in de werkgroep Mobiliteit van het ROM-project naar een alternatieve ontsluiting gezocht voor de bedrijven in het noordoosten van Rieme via een voorlopige ontsluitingsweg naar de R4-West.

De administratie Waterwegen en Zeewezen, het Gentse Havenbedrijf, de gemeenten Evergem, Zelzate en Gent en de administratie Wegen en Verkeer zullen samen nagaan hoe deze ontslui-ting op een voorlopige wijze kan worden gere-aliseerd.

Alle betrokken administraties, en in het bijzon-der de administratie Waterwegen en Zeewezen, zullen – gelet op het dringende karakter van deze verkeersleefbaarheidsproblematiek – op zeer korte termijn de nodige engagementen moeten nemen.

7. Wat de bufferzone (groenzone) rond de haven van Gent betreft, is in het gewestplan voor de verschillende bestemmingen voor een degelijke buffering van de zeehavenactiviteiten en de overige economische activiteiten gezorgd. In het bijzonder stedenbouwkundig voorschrift "gebied voor zeehavenactiviteiten" wordt uit-drukkelijk gesteld dat binnen deze bestemming een degelijke buffer moet worden aangelegd. Op andere plaatsen is hetzij de bestemming "bufferzone", hetzij de bestemming "koppe-lingsgebied" vastgelegd. In de beide bestemmin-gen is de buffering van de woonkernen ten op-zichte van de omgevende activiteiten essentieel. Ook in het gebied met bestemming "regionaal bedrijventerrein met openbaar karakter" moet bij de inrichting van het bedrijventerrein voor een bufferzone ten opzichte van de omgevende functies en activiteiten worden gezorgd.

De omvang en de breedte van deze bufferzone is afhankelijk van de aard van de activiteiten op het zeehaventerrein of bedrijventerrein en van de omgevende functies.

Of de beplantingen ook effectief worden weg-gehaald is – ingeval het een vergunningplichti-ge activiteit betreft – afhankelijk van de afvergunningplichti-gele- afgele-verde vergunning.

Garanties voor de effectieve aanleg van een bufferstrook in het koppelingsgebied worden verschaft door de noodzakelijke voorafgaande opmaak van een bijzonder plan van aanleg voor het gehele gebied. Enerzijds wordt dit BPA voorgelegd aan een openbaar onderzoek, wat de betrokkenheid van omwonenden zou moe-ten vergromoe-ten, en anderzijds engageert de be-trokken gemeente zich in het ROM-project om het project ook effectief uit te voeren. Het glo-bale concept inzake de landschapsopbouw kan voor de nodige inhoudelijke ondersteuning zor-gen.

(5)

Gentse Kanaalzone is immers een verantwoor-delijkheid – ook financieel – voor alle part-ners in het proces.

Garanties voor de effectieve aanleg van een bufferstrook in het zeehavengebied worden ver-schaft enerzijds bij het verlenen van de vergun-ning en anderzijds bij de engagementen die het Havenbedrijf Gent heeft genomen voor de werkzaamheden en de uitvoering van de opties van het ROM-project. De financiering van de bufferzones blijft een zaak voor de overheid die de terreinen ontwikkelt.

Inzake realisatiestrategie voor de bufferzones kan enerzijds opnieuw naar de bovenvermelde studies en onderzoeken worden verwezen. An-derzijds wordt vandaag een proeve van ruimte-lijk uitvoeringsplan voor het Kluizendok en de koppelingsgebieden Rieme-Zuid en de Doorn-zele-Noord opgemaakt, dat als een gevalstudie inzake strategie en inhoudelijke aanpak voor de inrichting van het zeehavengebied en de buffe-ring met de omgeving moet worden beschouwd. Ook de opmaak van het BPA Doornzeel-sestraat in Evergem moet als een gevalstudie voor de inrichting van een koppelingsgebied worden opgevat.

Nu reeds wordt duidelijk dat de realisatie van de buffergebieden en de koppelingsgebieden in de eerste plaats een taak voor de verschillende overheden zal blijven, en minder voor de parti-culiere bewoner.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Theo Kelchtermans, Vlaams minister van Leefmilieu

In de gemeenten van het Meetjesland werd, noch door de Vlaamse Maatschappij voor Wa- tervoorziening (VMW), noch door de afdeling Water van de administratie Milieu-, Natuur-, Land-

In de polemiek rond het vliegveld in Ursel-Knesse- lare (Drongengoed) staan twee groepen tegenover elkaar : de milieuverenigingen en de twee erkende vliegclubs in Ursel.. Om nog

Wel dient, vanuit het vrijwaringsprincipe, erover te worden gewaakt dat geen vergunningen worden afgeleverd die de realisatie van de voorgeschre- ven bestemming

197 van 4 maart 1999 betreffende de Gentse Kanaalzone, en meer bepaald de ontwikkeling van een regionaal bedrijventerrein Rieme- Noord, wordt meegedeeld dat bij de inrichting

Hoe concreet en specifiek tewerk wordt gegaan voor de problematiek van de bestemming van de vrijgekomen specie bij de aanleg van het D e u r g a n c k d o k , hangt af

De ombouw van de N49 is zowel voor de minis- ter als voor de administratie Wegen en Verkeer een beleidsprioriteit, zo niet zouden er met de vele noden die zich overal

Naar aanleiding van mijn schriftelijke parlementai- re vraag nr 276 van 26 mei 1999, verklaarde de mi- nister vice-president dat men in het kader van het onderzoek naar de