• No results found

Annotation: Kantonrechter 's-Gravenhage 2004-08-03

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Annotation: Kantonrechter 's-Gravenhage 2004-08-03"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Annotation: Kantonrechter 's-Gravenhage 2004-08-03

Heerma van Voss, G.J.J.

Citation

Heerma van Voss, G. J. J. (2004). Annotation: Kantonrechter 's-Gravenhage 2004-08-03. Or

Informatie, 3, 46-46. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/14840

Version:

Not Applicable (or Unknown)

License:

Leiden University Non-exclusive license

Downloaded from:

https://hdl.handle.net/1887/14840

(2)

Berekening van pensioen

DeORvan Aegon Nederland NY wendde zich tor de kantonrechter met het verzoek om vast te stellen dat op grond van de Pensioen- en Spaarfondsenwet niet meer dan veertig dienstjaren mogen worden meegeteld voor de berekening van de premievrije aanspraak op een evenredig ouderdomspensioen. Met name van belang voor de (ex-) werknemers die voor hun 25e in dienst waren getreden en tot hun 65e in dienst waren gebleven. DeORbaseerde de mogelijkheid

om deze vordering in te stellen op het feit dar een or volgens de WOR ten doel heeft de algemene belangen van het personeel te behartigen. Een effectieve beharti-ging van de belangen van de circa 450 belanghebbenden bij deze kwestie zou niet te realiseren zijn

Guus Heerma van Voss

is hoogleraar sociaal rechtaan de Universiteit Leiden

met gerechte1ijke procedures door de werknemers ieder afzon-derlijk.

Daarnaast vroeg deORde onder-nemer te veroordelen in de pro-ceskosten, omdat volgens de WOR de or niet kan worden ver-oordeeld in de proceskosten. Aegon beriep zich erop dat eenOR

geen rechtspersoon is en geen procesbevoegdheid heeft, behalve in de gevallen waarin de WOR dit uitdrukkelijk roekenr.

De kantonrechter gaf de onderne-mer gelijk. Hij beriep zich daarroe op een arrest van de Hoge Raad van 3 december 1993 waarin deze bevestigde dat de regel is dar in beginse1 alleen natuurlijke perso-nen en rechtspersoperso-nen als partij in een burgerlijk geding kunnen optreden. Een uitzondering zou aan de orde zijn als het gaat om her naleven van de verplichtingen jegens een medezeggenschapsor-gaan, waarbij her afsnijden van de weg naar de burgerlijke rechter door het ontbreken van een toe-passelijke geschillenregeling een niet aanvaardbaar gebrek aan rechtsbescherming zou betekenen (NJ 1994,375).

Deze uitspraak toepassend op de

Aegon-zaak overweegt de kanton-rechter dar her hier niet gaat om een verplichting jegens een mede-zeggenschapsorgaan en dar de individuele werknemers wel naar de rechter kunnen. Er is dus geen reden voor een uirzondering in dir geval. DeORwordt niet ontvangen in zijn vordering en moer ook de eigen proceskosren beralen, omdar andersOR'en de ondernemer node-loos voor de rechter zouden kun-nen dagen waar daar geen bevoegdheid toe bestaar.

Cornmentaar

De regel dar alleen rechrspersonen ofnatuurlijke personen een rechts-zaak kunnen beginnen, kornt eruit voort dar alleen deze ook door de andere parrij kunnen worden gedaagd in een rechtszaak. DeORis echter wel een orgaan van de onder-neming en onornsrreden is dar deze ook naar de rechter kan als de wet hem die bevoegdheid roekent, Er is in het verleden we! discussie geweest over de vraag of de or nier ook in het algemeen rechtszaken zou moeten kunnen beginnen. Deze discussie heefr geen resulta-ten opgeleverd. Her is de moeite waard om die discussie te voeren in her kader van her wetsvoorstel voor deWMW.

De wetgeverheeftdestijds wel

veel discussie gevoerd over de vraag of collectieve vorderingen kunnen worden ingediend bij de rechrer namens een groep. Dar is mogelijk gemaakr, onder strikte voorwaarden, waaronder dat het hier moet gaan om een rechts-persoon. Een vakbond zou dus wel namens een groep werk-nemers kunnen optreden, een or nier,Of dar nog helemaal van deze tijd is, waag ik te betwijfelen. In deze zaak was her toch veel efficienrer geweesr als de or in

een

keer voor de hele groep had kun-nen procederen in plaats van de betrokkenen zelf daartoe te ver-plichten. Her gevaar dar de or regen de zin van de betrokkenen zelf in zou handelen en hun belangen verkeerd zou beharri-gen, lijkt mij beperkt. Zij kunnen imrners altijd ook nog zelf naar de rechter. Men zou overigens ook een procedure kunnen inbouwen waarin eerst de instern-ming van de betrokkenen wordt gepeild of waarin zij bezwaar kunnen maken regen her proce-deren op dit punt.

In de huidige situatie is het echter aan te bevelen dat ondernemings-raden over dit soon kwesties door de vakbonden laten procederen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Uir deze zaak blijkt in de eerste plaats, dar her van belang is om steeds duidelijk vast te stellen war een besluit is in de zin van artikel 27 WOR Gaar het om een lande- lijk

In de geschiedenis van de WO R is niets gezegd over vacaturestops, Oat het hof meent dar een besluit tot een vacaturestop op een ter- rein ligt 'waar overleg met de vak- bonden voor

BBA stelde dat de or behoorde in te stemmen als de voorgenomen werktijdenregelingen binnen de wettelijke kaders waren toege- staan, De kantonrechter oordeel- de echter dat BBA

De kantonrechter verklaarde daarom voor recht; dat de instem- ming van de or nodig was voor dit besluit en dat de regeling bij ontbreken daarvan nietig is, dat er geen

Zoals de minister terecht stelt, steunt zijn besluit om geen subsidie meer te verstrekken weliswaar op gegevens over feiten en belangen die appellante betreffen, maar deze gegevens

In dar geval kunnen ze niet tussen- tijds worden opgezegd door een van de partijen, tenzij dar uitdruk- kelijk is afgesproken.. Wel kunnen de partijen gezamenlijk de over-

Bij besluit van 28 juni 2002 heeft de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij (de minister), onder intrekking van zijn besluit van 28 februari 2002, waarbij, voorzover

aan te nemen dat de zwaarte van de werkomstandigheden of het feit dat de werknemer als gevolg van zijn werk arbeidsongeschikt is geworden in een geval als het onderhavige aileen dan