• No results found

RAPPORT BESCHERMING NAMEN EN GRADEN HOGER ONDERWIJS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT BESCHERMING NAMEN EN GRADEN HOGER ONDERWIJS"

Copied!
22
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT BESCHERMING NAMEN EN GRADEN HOGER ONDERWIJS

VVAA OPLEIDINGEN EN TEAMCOACHING B.V.

Plaats : Utrecht

Datum onderzoek : oktober 2019 – april 2020 Datum vaststelling : 15 februari 2021

(2)

INHOUD

1 Inleiding 3

2 Gegevens onderwijsaanbieder 4 3 Juridisch kader 5

4 Bevindingen onderzoek 6

4.1 Bevindingen m.b.t. verlening van graden 6

4.2 Oplossing van de aanbieder voor alumni en (aspirant) studenten 7

5 Overtreding 8

6 Hoor en wederhoor 9

7 Consequenties en vervolg 10

8 Conclusie 11

Bijlage I: Bewijzen 12

1. Uittreksel KvK [VvAA opleidingen en teamcoaching B.V.; 16-09-2020] 12 2. Aanbod MBA op website [www.vvaabusinessschool.nl; 17-07-2019] 13 3. Brief van aanbieder met daarin aantal verleende graden [22-10-2019] 14 4. Voorbeeld geanonimiseerd getuigschrift MBA [ontvangen 22-10-2019] 15 Bijlage II: Lijst met afkortingen en begrippen 16

Bijlage III: Relevante wetsartikelen 17

Bijlage IV: Zienswijze van onderwijsaanbieder 19

(3)

Pagina 3 van 22

1 Inleiding

De namen hogeschool en universiteit zijn beschermd. Dit betekent dat organisaties niet zomaar de naam universiteit of hogeschool mogen gebruiken. De bescherming geldt ook voor de graden (associate degree, bachelor, master, doctor) die behaald kunnen worden in het hoger onderwijs. Om misleiding van studenten en werkgevers tegen te gaan en het aanzien van het hoger onderwijs te borgen, houdt de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) toezicht op het terecht gebruik van de namen universiteit en hogeschool en het terecht verlenen van graden in het hoger

onderwijs. Dit is sinds 2017 geregeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW). Zie voor meer informatie deze webpagina van de inspectie.

De inspectie heeft onderzoek verricht naar de naleving door

VvAA opleidingen en teamcoaching B.V. (hierna: de aanbieder of VvAA)

van artikel 15.7 van de WHW. Dit artikel heeft betrekking op niet-gerechtigde verlening van graden. Bij dit artikel heeft de inspectie een overtreding door de aanbieder geconstateerd.

https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/namen-en-graden-in-het-hoger-onderwijs

(4)

2 Gegevens onderwijsaanbieder

De aanbieder is een besloten vennootschap die sinds 15 februari 2011 staat ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel (hierna: KvK) met KvK nummer 52064115. De statutaire zetel van de organisatie bevindt zich in Utrecht. Bestuurders van de rechtspersoon zijn

. Enig aandeelhouder van de BV is VvAA investments B.V. (KvK nummer 30177411). Enig aandeelhouder en bestuurder van VvAA investments B.V. is VvAA Groep B.V. (KvK nummer 30041399).

De organisatie houdt zich volgens het Handelsregister van de KvK bezig met bedrijfsopleiding en –training (SBI-code: 85592), het positioneren in de markt van opleidingen, trainingen en begeleiding van maatschappen en vakgroepen bij

organisatorische en samenwerkingsvraagstukken van de ondernemende zorgprofessional en de teamsamenwerking te intensiveren en uit te breiden.

De aanbieder is geen rechtspersoon voor hoger onderwijs. Dit wil zeggen dat de aanbieder geen bevoegdheid heeft gekregen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) om graden te verlenen voor opleidingen in het hoger onderwijs.

(5)

Pagina 5 van 22

3 Juridisch kader

In het kader van dit onderzoek zijn de volgende wetsartikelen van toepassing:

• Artikel 15.7 WHW, niet-gerechtigde verlening graden en titels;

• Artikel 15.9 WHW, hoogte bestuurlijke boete;

• Artikel 5:48 Awb, rapport van overtreding;

De inhoud van deze artikelen is in bijlage III van dit rapport opgenomen.

(6)

4 Bevindingen onderzoek

4.1 Bevindingen m.b.t. verlening van graden

o De inspectie heeft in juli 2019 geconstateerd dat de aanbieder op haar website (www.vvaabusinessschool.nl) een masteropleiding, te weten de opleiding Master of business administration (MBA) aanbiedt. Bewijs: Bijlage I.2.

o Op 8 augustus 2019 heeft de inspectie de aanbieder een brief (kenmerk:

5392391) gestuurd m.b.t. het onderwijsaanbod van VvAA en mogelijke overtredingen van de WHW door het onterecht verlenen van graden. Op basis van de informatie op de website www.vvaabusinessschool.nl constateert de inspectie dat VvAA MBA-graden aanbiedt op de Nederlandse markt en neemt aan dat VvAA deze graden ook verleent.

o Naar aanleiding van de brief heeft de inspectie op 3 oktober 2019 gesproken met de academisch directeur van de VvAA business school. In het gesprek werden onder andere de volgende punten besproken:

• De aanbieder is al enkele jaren bezig met het verkrijgen van een accreditatie van de Nederlands-Vlaamse Accreditatierganisatie (NVAO). Het betreft een verzwaarde toets nieuwe opleiding (TNO).

• De inspectie geeft aan dat de aanbieder tot de accreditatie niet gerechtigd is graden te verlenen en verzoekt de aanbieder daarom te stoppen met het verlenen van diploma’s met daarop aanduidingen als master of MBA.

• De inspectie vraagt de aanbieder te zorgen dat voor (aspirant) studenten duidelijk is dat het (nog) geen geaccrediteerde opleiding betreft die

vooralsnog niet kan leiden tot een graad. Hiertoe moet de informatie op o.a.

de website worden aangepast.

• De aanbieder zal desgevraagd voor de inspectie uitzoeken hoeveel graden zijn verleend. Zij zullen de inspectie ook een geanonimiseerd voorbeeld van een diploma opsturen zoals dat tot dusver voor de (MBA-)opleiding is uitgereikt.

Een conceptverslag van dit gesprek (kenmerk: 5428492) werd op 7 oktober 2019 per mail aan de aanbieder gezonden. De aanbieder liet op 22 oktober 2019 per brief weten zich te kunnen vinden in de inhoud van dit verslag.

o Bij brief van 22 oktober 2019 zond de aanbieder de volgende documenten toe:

• Een blanco getuigschrift (format) zoals dat sedert juni 2017 aan 25

deelnemers werd uitgereikt. Dit getuigschrift zal vanaf 3 oktober 2019 niet meer worden uitgereikt totdat de accreditatie rond is. Bewijs: Bijlage I.3 &

Bijlage I.4.

• Een screenshot van de website om aan te tonen dat iedere verwijzing naar MBA of master van de website is verwijderd.

• Ontvangstbevestiging van de aanvraag 'Toets nieuwe opleiding' bij de NVAO.

o In januari 2020 constateert de inspectie dat de aanbieder de term ‘master of business administration’ heeft vervangen door de term ‘magister of business administration’, waardoor de term MBA in gebruik blijft. Bovendien staat in enkele documenten op de website nog de term master. De inspectie verzoekt de aanbieder op 14 januari 2020 per mail nogmaals de informatievoorziening op korte termijn aan te passen.

o Op 31 januari 2020 reageert de aanbieder per mail dat het nog voorkomen van de termen ‘MBA’ en ‘master’ op de website onbedoeld was en dat deze

ondertussen zijn verwijderd van de website. Ook wordt afgezien van het gebruik van de term ‘magister’ zodat studenten niet misleid kunnen worden. De inspectie heeft in februari 2020 geconstateerd dat de termen MBA en master inderdaad niet meer voorkomen op de website van de aanbieder.

(7)

Pagina 7 van 22

4.2 Oplossing van de aanbieder voor alumni en (aspirant) studenten o Initieel was het de bedoeling het rapport in het voorjaar van 2020 voor

wederhoor voor te leggen aan de aanbieder. In verband met de coronacrisis is de inspectie echter met de aanbieder overeengekomen dit uit te stellen tot het najaar van 2020. Vervolgens heeft de inspectie op 17 september 2020 een conceptversie van dit rapport verstuurd naar de aanbieder.

o De aanbieder heeft op 14 oktober 2020 schriftelijk gereageerd op het rapport. In deze reactie gaf de aanbieder aan alumni en (aspirant) studenten een oplossing te bieden waarmee zij (alsnog) een geldige mastergraad kunnen verkrijgen.

• Naar aanleiding van deze reactie heeft de inspectie tussen oktober 2020 en februari 2021 enkele malen contact gehad met de aanbieder om aanvullende informatie over de door de aanbieder gekozen oplossing te verkrijgen.

o Uit de informatie die de aanbieder tussen oktober 2020 en januari 2021 aan de inspectie heeft verschaft blijkt dat:

• Alumni en (aspirant) studenten, eventueel na het volgen van aanvullend onderwijs, een mastergraad (MBA) kunnen ontvangen van de University of Applied Sciences Europe (UE) uit Duitsland.

• UE is een erkende Duitse instelling die gerechtigd is in Duitsland graden te verlenen o.b.v. een FIBAA-accreditatie.

• De aanbieder kosten voor het aanvullend programma op zich zal nemen.

• De aanbieder heeft alumni en zittende studenten geïnformeerd over

bovenstaande oplossing. Ook is per februari 2021 de informatievoorziening op o.a. de website aangepast zodat wordt voldaan aan de kenbaarheidsvereisten.

De inspectie ziet op basis van deze bevindingen geen reden om te twijfelen aan de rechtsgeldigheid van deze constructie.

(8)

5 Overtreding

Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 4 concludeert de inspectie dat de

aanbieder van september 2017 tot en met september 2019 in strijd heeft gehandeld met artikel 15.7 van de WHW. Gedurende deze periode heeft de aanbieder onterecht 25 mastergraden verleend. Op de datum van vaststelling van dit rapport worden door de aanbieder geen mastergraden meer verleend.

(9)

Pagina 9 van 22

6 Hoor en wederhoor

Voor dit onderzoek geldt een hoor en wederhoorprocedure en de mogelijkheid tot een zienswijze.

Na afronding van het onderzoek was het de bedoeling het conceptrapport in het voorjaar van 2020 voor te leggen aan de aanbieder voor wederhoor. In verband met de coronacrisis is de inspectie echter met de aanbieder overeen gekomen dit uit te stellen tot het najaar van 2020.

Het conceptrapport is vervolgens op 17 september 2020 naar de aanbieder

verstuurd. Daarbij werd gevraagd om uiterlijk 1 oktober schriftelijk te reageren. Op aanvraag van de aanbieder is deze termijn verlengd tot 15 oktober.

De aanbieder heeft op 14 oktober een reactie gestuurd op het conceptrapport. In deze reactie geeft de aanbieder aan dat zij zich kan vinden in de bevindingen en conclusies van de inspectie. Derhalve heeft deze reactie niet geleid tot wijzigingen in het rapport.

De reactie van de aanbieder gaf wel aanleiding een paragraaf (Hoofdstuk 4.2) toe te voegen. Hierin wordt de door de aanbieder aangeboden oplossing voor alumni en (aspirant) studenten toegelicht. De inspectie heeft tussen oktober 2020 en februari 2021 enkele malen contact gehad met de aanbieder om vast te stellen of de oplossing past binnen de kaders van de WHW. In januari 2021 heeft de inspectie geconstateerd dat geen reden bestond om te twijfelen aan de door de aanbieder geschetste oplossing.

Het rapport is vervolgens door de inspectie op 15 februari 2021 vastgesteld.

(10)

7 Consequenties en vervolg

Binnen vijf weken na vaststelling wordt dit rapport gepubliceerd op de website van de inspectie. Op dezelfde datum wordt het boeterapport aan het ministerie van OCW gestuurd. Het ministerie kan overgaan tot het nemen van een boetebesluit (Artikel 15.7 lid 3 en 15.9 van de WHW).

(11)

Pagina 11 van 22

8 Conclusie

Naam VvAA opleidingen en teamcoaching B.V.

KvK nummer 52064115

Bestuurder(s) Adres

Overtredingen Artikel 15.7 van de WHW

Duur overtreding September 2017 tot en met september 2019

(12)

Bijlage I: Bewijzen

Hieronder staat een kort overzicht van enkele belangrijke bewijzen die de inspectie in haar bezit heeft. Bewijsmaterialen zijn, indien nodig, voor weergave in dit rapport bewerkt (namen e.d. zijn verwijderd) in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

1. Uittreksel KvK [VvAA opleidingen en teamcoaching B.V.; 16-09-2020]

(13)

Pagina 13 van 22

2. Aanbod MBA op website [www.vvaabusinessschool.nl; 17-07-2019]

(14)

3. Brief van aanbieder met daarin aantal verleende graden [22-10-2019]

(15)

Pagina 15 van 22

4. Voorbeeld geanonimiseerd getuigschrift MBA [ontvangen 22-10-2019]

(16)

Bijlage II: Lijst met afkortingen en begrippen

AVG Algemene Verordening Gegevensbescherming Awb Algemene wet bestuursrecht

inspectie Inspectie van het Onderwijs KvK Kamer van Koophandel

NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap SBI Standaard Bedrijfsindeling

TNO Toets nieuwe opleiding

WHW Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek WOT Wet op het onderwijstoezicht

(17)

Pagina 17 van 22

Bijlage III: Relevante wetsartikelen

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) Artikel 15.7. Niet-gerechtigde verlening graden en titels

1. Het is verboden graden te verlenen, tenzij:

a. aan de opleiding accreditatie is verleend, of

b. toepassing is gegeven aan artikel 5.21, derde of zesde lid, of artikel 5.32, of

c. de graad wordt verleend op grond van een buitenlandse wettelijke

regeling en zowel bij het aantrekken van studenten als bij de graadverlening kenbaar is gemaakt tot welke graad de opleiding leidt en op grond van welke buitenlandse regeling de graad wordt verleend, of

d. de graad wordt verleend op grond van artikel 7.18, eerste of zesde lid, of de uitzondering, bedoeld in artikel 1.22, tweede lid, van toepassing is.

2. Het is verboden titels, genoemd in de artikelen 7.20, 7.22, tweede lid, en 7a.5, te verlenen.

3. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen aan degene die in strijd met het eerste of tweede lid handelt.

Artikel 15.9. Hoogte bestuurlijke boete

De bestuurlijke boete die op grond van artikel 15.7 en artikel 15.8 kan worden opgelegd, bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht, respectievelijk artikel 27, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht BES of, indien dat meer is, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, onderscheidenlijk, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de

gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd.

Algemene wet bestuursrecht (Awb) Artikel 5:48. Rapport van overtreding

1. Het bestuursorgaan en de voor de overtreding bevoegde toezichthouder kunnen van de overtreding een rapport opmaken.

2. Het rapport is gedagtekend en vermeldt:

a. de naam van de overtreder;

b. de overtreding alsmede het overtreden voorschrift;

c. zo nodig een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd.

3. Een afschrift van het rapport wordt uiterlijk bij de bekendmaking van de

beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete aan de overtreder toegezonden of uitgereikt.

(18)

4. Indien van de overtreding een proces-verbaal als bedoeld in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering is opgemaakt, treedt dit voor de toepassing van deze afdeling in de plaats van het rapport.

(19)

Pagina 19 van 22

Bijlage IV: Zienswijze van onderwijsaanbieder

Brief 14 oktober 2020

(20)
(21)

Pagina 21 van 22

Brief 1 maart 2021

(22)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Omdat de populatie 17-24-jarige studenten met een vwo- vooropleiding constanter is dan de volledige populatie studenten maakt dit resultaat het onwaarschijnlijker dat de toename in

Op basis van bevindingen in hoofdstuk 4 constateert de inspectie dat de Connection University in ieder geval van augustus 2018 tot en met mei 2019 in strijd heeft gehandeld

Aantal unieke hoofdinschrijvingen van een opleiding (isat) dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in bronHO voorkomt (domein ho) en op 1 oktober van jaar t+1 aan een

Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 4 concludeert de inspectie dat de aanbieder in ieder geval van juni 2017 tot en met december 2020 in strijd heeft gehandeld met artikel

De inspectie deelt deze conclusie niet en is van mening dat met het uitreiken van getuigschriften voor de opleiding Executive MBA wel degelijk graden zijn verleend.. o Op

• In reactie op het conceptrapport heeft de aanbieder in januari en maart 2021 aangegeven niet op de hoogte te zijn geweest van de wettelijke beperkingen rondom het voeren van

Aantal unieke hoofdinschrijvingen aan een opleiding van een instelling dat op 1 oktober van jaar t de eerste maal in BRON HO voorkomt (domein ho) en op 1 oktober van jaar t+1

Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 4 en 5 concludeert de inspectie dat de aanbieder in ieder geval van juni 2017 tot en met ten minste april 2021 in strijd heeft gehandeld