• No results found

RAPPORT BESCHERMING NAMEN EN GRADEN HOGER ONDERWIJS IBO QUALIFIED BUSINESS SCHOOL

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "RAPPORT BESCHERMING NAMEN EN GRADEN HOGER ONDERWIJS IBO QUALIFIED BUSINESS SCHOOL"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAPPORT BESCHERMING NAMEN EN GRADEN HOGER ONDERWIJS

IBO QUALIFIED BUSINESS SCHOOL

Plaats : Utrecht Onderzoeksnummer : 302689

Datum onderzoek : oktober 2019 – april 2020 Datum vaststelling : 8 juli 2020

(2)

INHOUD

1 Inleiding 3

2 Gegevens onderwijsaanbieder 4 3 Juridisch kader 5

4 Bevindingen onderzoek 6

4.1 Bevindingen m.b.t. verlening van graden 6 4.2 Reactie aanbieder op conceptrapport 7

5 Overtreding 8

6 Hoor en wederhoor 9

7 Consequenties en vervolg 10

8 Conclusie 11

Bijlage I: Bewijzen 12

1. Printscreen KvK: Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen B.V. [12-12-2019] 12 2. Screenshot website Executive MBA [ibo.nl/executive-mba; 17-07-2019] 13 3. Screenshot website nieuwbericht MBA’s [ibo.nl; 29-07-2019] 14

4. Voorbeeld geanonimiseerd getuigschrift Executive MBA 15

5. Informatie alumni op LinkedIn [gedownload september en december 2019] 16 Bijlage II: Lijst met afkortingen en begrippen 17

Bijlage III: Relevante wetsartikelen 18

Bijlage IV: Zienswijze van onderwijsaanbieder 20

(3)

Pagina 3 van 23

1 Inleiding

De namen hogeschool en universiteit zijn beschermd. Dit betekent dat organisaties niet zomaar de naam universiteit of hogeschool mogen gebruiken. De bescherming geldt ook voor de graden (associate degree, bachelor, master, doctor) die behaald kunnen worden in het hoger onderwijs. Om misleiding van studenten en werkgevers tegen te gaan en het aanzien van het hoger onderwijs te borgen, houdt de Inspectie van het Onderwijs (hierna: inspectie) toezicht op het terecht gebruik van de namen universiteit en hogeschool en het terecht verlenen van graden in het hoger

onderwijs. Dit is sinds 2017 geregeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW). Zie voor meer informatie deze webpagina van de inspectie.

De inspectie heeft onderzoek verricht naar de naleving door IBO Qualified Business School (hierna: de aanbieder)

van artikel 15.7 van de WHW. Dit artikel heeft betrekking op niet-gerechtigde verlening van graden. Bij dit artikel heeft de inspectie een overtreding door de aanbieder geconstateerd.

https://www.onderwijsinspectie.nl/onderwerpen/namen-en-graden-in-het-hoger-onderwijs

(4)

2 Gegevens onderwijsaanbieder

De aanbieder is onderdeel van het Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen (IBO) B.V., gevestigd te Leusden met Kamer van Koophandel (hierna: KvK) nummer 30071689. De statutaire zetel van de organisatie bevindt zich in Groningen. Enig aandeelhouder en tevens bestuurder van de B.V. is Freia Holding B.V. (KvK:

02044274) te Groningen. De organisatie houdt zich volgens het Handelsregister van de KvK bezig met bedrijfsopleiding en –training (SBI-code: 85592) en restaurants (SBI-code: 56101).

De aanbieder is geen rechtspersoon voor hoger onderwijs. Dit wil zeggen dat de aanbieder geen bevoegdheid heeft gekregen van de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (hierna: OCW) om graden te verlenen voor opleidingen in het hoger onderwijs.

2 Standaard Bedrijfsindeling (SBI): ieder bedrijf dat zich inschrijft in het Handelsregister krijgt een of meerdere SBI-codes. Deze code bestaat u t 4 of 5 cijfers en geeft aan wat de activiteit van een bedrijf is. SBI is opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).

(5)

Pagina 5 van 23

3 Juridisch kader

In het kader van dit onderzoek zijn de volgende wetsartikelen van toepassing:

 Artikel 15.7 WHW, niet-gerechtigde verlening graden en titels;

 Artikel 15.9 WHW, hoogte bestuurlijke boete;

 Awb artikel 5:48 Rapport van overtreding.

De inhoud van deze artikelen is in bijlage III van dit rapport opgenomen.

(6)

4 Bevindingen onderzoek

4.1 Bevindingen m.b.t. verlening van graden

 De inspectie heeft in juli 2019 geconstateerd dat de aanbieder op haar website (ibo.nl) een masteropleiding, te weten de opleiding Executive MBA, aanbiedt. Bewijs: Bijlage I.2

o 31 augustus 2019 werd als startdatum voor de opleiding genoemd.

o Kosten voor de opleiding bedroegen ten minste €24750.

 In een oud nieuwsbericht gaf de aanbieder op haar website (ibo.nl) aan dat zij in verband met een wetswijziging per 1 september 2017 geen opleidingen meer gericht op een MBA-kwalificatie meer kan aanbieden. De inspectie leidt hieruit af dat de aanbieder, ondanks het feit dat in 2019 studenten worden geworven voor een Executive MBA, op de hoogte was van de Wet

bescherming Namen en Graden (WNG) en de inwerkingtreding daarvan in 2017. Bewijs: Bijlage I.2 en I.3

 In respons op een brief van de inspectie (kenmerk: 5392786) gaf de aanbieder op 5 september 2019 per mail onder andere aan dat:

o De opleiding niet geaccrediteerd is door de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO).

o Er sinds de invoering van de Wet bescherming Namen en Graden geen studenten meer worden ingeschreven aan de opleiding Executive MBA van IBO Qualified Business School.

o De opleiding als aanbod op de website blijft staan zodat geïnteresseerde studenten doorgeleid kunnen worden naar de geaccrediteerde Executive MBA van zusterbedrijf AOG TSM Business School of kunnen kiezen voor de lichtere opleiding Qualified

Bedrijfskundige bij IBO Qualified Business School.

De inspectie tekent hierbij aan dat op de website niets werd gemeld over het eventueel doorverwijzen naar een andere organisatie.

Bovendien kwam de inhoud en omvang van het curriculum voor de MBA, zoals gepresenteerd door IBO op de website, op het eerste gezicht niet overeen met die van de geaccrediteerde MBA-opleiding van de partnerorganisatie.

 Op 10 september 2019 vroeg de inspectie de aanbieder per brief (kenmerk:

5402725) om meer informatie over de MBA-opleiding. Daarnaast werd de aanbieder verzocht de opleiding niet meer op de website aan te bieden. In reactie hierop gaf de aanbieder op 23 september 2019 per mail aan dat:

o De opleiding Executive MBA verwijderd zou worden van de website van de aanbieder. De inspectie heeft in oktober 2019 geconstateerd dat de informatie over deze opleiding van de website is verwijderd.

o In september 2017 nog 52 studenten ingeschreven stonden bij de MBA-opleiding. Momenteel staan geen studenten meer ingeschreven voor de opleiding.

 Op de website van de aanbieder stond een register van afgestudeerden. Op basis van de informatie in dit register (geraadpleegd op 09-09-2019) concludeert de inspectie dat de volgende aantallen getuigschriften zijn uitgereikt voor MBA’s:

o 2017: 33 getuigschriften o 2018: 34 getuigschriften o 2019: 18 getuigschriften

Dit betekent dat ten minste 52 getuigschriften uitgegeven zijn na september 2017. Dit aantal komt overeen met het aantal studenten dat volgens de

(7)

Pagina 7 van 23

aanbieder op september 2017 nog moest afstuderen. In verband met de bescherming van persoonsgegevens zijn screenshots van het register niet opgenomen als bewijsmateriaal in dit rapport.

 De aanbieder heeft per mail (05-09-2019, 23-09-2019, 25-11-2019) meermaals aangegeven van mening te zijn dat sinds september 2017 geen mastergraden zijn verleend en dat het getuigschrift niet de indruk wekt dat een graad wordt verleend.

De inspectie deelt deze conclusie niet en is van mening dat met het uitreiken van getuigschriften voor de opleiding Executive MBA wel degelijk graden zijn verleend.

o Op het getuigschrift staat: “… heeft voldaan aan de gestelde eisen van de opleiding Executive MBA”. Gezien het feit dat de afkorting MBA staat voor Master of business administration, een bekende combinatie van graad en graadtoevoeging, kan de inspectie niet anders dan concluderen dat met het uitreiken van het getuigschrift een graad wordt verleend. Bewijs: Bijlage I.4

o Alumni van de aanbieder hebben de indruk dat zij door het volgen van een MBA bij de aanbieder een graad hebben behaald. Dit blijkt onder andere uit het feit dat zij de opleiding expliciet als zijnde een masteropleiding op hun LinkedIn-profielen vermelden. Bovendien voeren enkele van de personen de titel Master of MBA. Bewijs:

Bijlage I.5.

4.2 Reactie aanbieder op conceptrapport

Op 2 juni 2020 heeft de inspectie een conceptversie van dit rapport verstuurd naar de aanbieder. De aanbieder heeft op 15 juni 2020 schriftelijk gereageerd op het rapport. Deze reactie heeft niet geleid tot wijzigingen van het rapport.

(8)

5 Overtreding

Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 4 concludeert de inspectie dat de

aanbieder van september 2017 tot en met september 2019 in strijd heeft gehandeld met artikel 15.7 van de WHW. Gedurende deze periode heeft de aanbieder onterecht ten minste 52 mastergraden verleend. Op de datum van vaststelling van dit rapport worden door de aanbieder geen MBA-opleidingen meer aangeboden.

(9)

Pagina 9 van 23

6 Hoor en wederhoor

Voor dit onderzoek geldt een hoor en wederhoorprocedure en de mogelijkheid tot een zienswijze.

Het conceptrapport is op 2 juni 2020 naar de aanbieder verstuurd. Daarbij werd gevraagd om voor 16 juni 2020 schriftelijk te reageren.

De aanbieder heeft op 15 juni 2020 schriftelijk gereageerd op het rapport. Deze reactie heeft niet geleid tot wijzigingen van het rapport. De aanbieder is hierover door de inspectie geïnformeerd.

Het rapport is vervolgens door de inspectie op 8 juli 2020 vastgesteld.

(10)

7 Consequenties en vervolg

Dit boeterapport wordt op 12 augustus 2020 aan het ministerie van OCW gestuurd.

Het ministerie kan overgaan tot het nemen van een boetebesluit (artikel 15.7 lid 3 en 15.9 van de WHW). Binnen vijf weken na vaststelling wordt dit rapport

gepubliceerd op de website van de inspectie.

(11)

Pagina 11 van 23

8 Conclusie

Naam Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen (IBO) B.V.

KvK nummer 30071689.

Bestuurder Freia Holding B.V. (KvK nummer 02044274)

Adres Heiligenbergerweg 5

3833AC Leusden Overtredingen Artikel 15.7 van de WHW

Duur overtreding September 2017 tot en met september 2019

(12)

Bijlage I: Bewijzen

Hieronder staat een kort overzicht van enkele belangrijke bewijzen die de inspectie in haar bezit heeft. Bewijsmaterialen zijn, indien nodig, voor weergave in dit rapport bewerkt (namen e.d. zijn verwijderd) in het kader van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG).

1. Printscreen KvK: Instituut voor Bedrijfskundige Opleidingen B.V. [12-12- 2019]

(13)

Pagina 13 van 23

2. Screenshot website Executive MBA [ibo.nl/executive-mba; 17-07-2019]

(14)

3. Screenshot website nieuwbericht MBA’s [ibo.nl; 29-07-2019]

(15)
(16)

5. Informatie alumni op LinkedIn [gedownload september en december 2019]

In verband met de bescherming van de persoonsgegevens van alumni van de aanbieder laten we hier enkel dat deel van de LinkedIn-pagina zien waarin zij hun opleiding bij de aanbieder vermelden.

1.

2.

3.

4.

(17)

Pagina 17 van 23

Bijlage II: Lijst met afkortingen en begrippen

AVG Algemene Verordening Gegevensbescherming Awb Algemene wet bestuursrecht

inspectie Inspectie van het Onderwijs KvK Kamer van Koophandel

NVAO Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie OCW Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap SBI Standaard Bedrijfsindeling

WHW Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek WNG Wet bescherming Namen en Graden

(18)

Bijlage III: Relevante wetsartikelen

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW) Artikel 15.7. Niet-gerechtigde verlening graden en titels

1. Het is verboden graden te verlenen, tenzij:

a. aan de opleiding accreditatie is verleend, of

b. toepassing is gegeven aan artikel 5.21, derde of zesde lid, of artikel 5.32, of

c. de graad wordt verleend op grond van een buitenlandse wettelijke

regeling en zowel bij het aantrekken van studenten als bij de graadverlening kenbaar is gemaakt tot welke graad de opleiding leidt en op grond van welke buitenlandse regeling de graad wordt verleend, of

d. de graad wordt verleend op grond van artikel 7.18, eerste of zesde lid, of de uitzondering, bedoeld in artikel 1.22, tweede lid, van toepassing is.

2. Het is verboden titels, genoemd in de artikelen 7.20, 7.22, tweede lid, en 7a.5, te verlenen.

3. Onze Minister kan een bestuurlijke boete opleggen aan degene die in strijd met het eerste of tweede lid handelt.

Artikel 15.9. Hoogte bestuurlijke boete

De bestuurlijke boete die op grond van artikel 15.7 en artikel 15.8 kan worden opgelegd, bedraagt ten hoogste het bedrag dat is vastgesteld voor de zesde categorie, bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht,

respectievelijk artikel 27, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht BES of, indien dat meer is, ten hoogste 10% van de omzet van de onderneming, onderscheidenlijk, indien de overtreding door een ondernemersvereniging is begaan, van de

gezamenlijke omzet van de ondernemingen die van de vereniging deel uitmaken, in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarin de bestuurlijke boete wordt opgelegd.

Algemene wet bestuursrecht (Awb) Artikel 5:48. Rapport van overtreding

1. Het bestuursorgaan en de voor de overtreding bevoegde toezichthouder kunnen van de overtreding een rapport opmaken.

2. Het rapport is gedagtekend en vermeldt:

a. de naam van de overtreder;

b. de overtreding alsmede het overtreden voorschrift;

c. zo nodig een aanduiding van de plaats waar en het tijdstip waarop de overtreding is geconstateerd.

3. Een afschrift van het rapport wordt uiterlijk bij de bekendmaking van de

beschikking tot oplegging van de bestuurlijke boete aan de overtreder toegezonden of uitgereikt.

(19)

Pagina 19 van 23

4. Indien van de overtreding een proces-verbaal als bedoeld in artikel 152 van het Wetboek van Strafvordering is opgemaakt, treedt dit voor de toepassing van deze afdeling in de plaats van het rapport.

(20)

Bijlage IV: Zienswijze van onderwijsaanbieder

De instelling heeft de inspectie verzocht een brief van 15 juni 2020 in te voegen als zienswijze op dit rapport. Deze brief staat op de volgende pagina’s.

(21)

Inspectie van het Onderwijs Tav Postbus 2730

3500 GS Utrecht

15 juni 2020

Onze ref: INSVR.0001

Betreft: IBO Qualified Business School / Inspectie van het Onderwijs

Geachte ,

Hierbij reageer ik namens IBO Qualified Business School (hierna: IBO) op het concept-rapport van 2 juni 2020.

Anders dan in dat rapport gesteld wordt, heeft IBO niet in strijd met artikel 15.7 WHW gehandeld. IBO heeft geen wettelijk beschermde graden als bedoeld in artikel 7.10a WHW verleend aan afgestudeerden van de opleiding Executive MBA. Ook zijn geen getuigschriften als bedoeld in artikel 7.11 WHW uitgereikt aan afgestudeerden. IBO heeft dit nooit gedaan; zij is immers geen rechtspersoon voor hoger onderwijs en de opleiding is niet geaccrediteerd door de NVAO. Dit betekent dat zij helemaal geen graden als bedoeld in de WHW kan verlenen en evenmin getuigschriften als bedoeld in de WHW kan uitreiken.

IBO heeft ook niet informele graden of kwalificaties verleend die de indruk wekken een graad als bedoeld in de WHW te zijn. Dit is in ieder geval niet gebeurd sinds de inwerkintreding van de Wet bescherming namen en graden hoger onderwijs per 1 september 2017.

Artikel 15.7 verbiedt het onbevoegd verlenen van graden als een opleiding niet geaccrediteerd is. De WHW definieert een graad als volgt (artikel 1.1 onder z): "de graad Bachelor of Master met of zonder toevoeging, de graad Associate degree of de graad Doctor, Doctor honoris causa of Doctor of Philosophy". Die graden zijn nader geregeld in artikel 7.19a WHW. Artikel 7.19a lid 2 onder c beschermt de graad "Master" en de afkorting "M". De aanduiding “MBA”

wordt overigens in artikel 7.19a WHW niet genoemd.

De bevoegdheid van het instellingsbestuur om graden te verlenen is geregeld in artikel 7.10a

WHW. Die bepaling is ook de basis voor een ministeriële regeling, waarnaar weer verwezen

wordt in artikel 7.19a, de Regeling titulatuur hoger onderwijs. In de bijlage bij die regeling is

Master of Business Administration, afgekort MBA, geregeld als een graad met toevoeging als

bedoeld in artikel 7.19a lid 3 WHW, een zogenaamde “andere toevoeging aan de graad”, wat

overigens dus niet de graad zelf is. Het is dus op grond van artikel 15.7 WHW verboden om de

graad “Master” te verlenen als dat niet gebeurt door een op grond van de WHW

geaccrediteerde Masteropleiding. De aanduiding “MBA” is zelf geen graad en wordt dan ook

(22)

niet door de letter van artikel 15.7 WHW bestreken. IBO heeft overigens geen graad “MBA”

verleend en zal dat ook niet doen.

Anders dan de hiervoor behandelde graden zijn de namen van opleidingen niet beschermd. De naam "universiteit" en de naam "hogeschool" zijn wel beschermd, zie artikel 1.22, 1.23, 1.24 en 15.8 WHW, maar voor de namen van de opleidingen geldt dat niet. De namen van geaccrediteerde opleidingen zijn wel geregeld (zie onder meer artikel 5.6 lid 3 onder a, 5.7 lid 4 onder a, artikel 7.11 lid 2 onder a en 7.15 lid 1 onder e WHW), maar er is dus geen bepaling over de bescherming van de opleidingsnaam.

In het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) zijn 9 Masteropleidingen Business Administration geregistreerd. Dit is een naam die voor op grond van de WHW geaccrediteerde Masteropleidingen wordt gebruikt, maar er is geen specifieke verbodsbepaling voor het gebruik van die naam voor een niet-geaccrediteerde opleiding. De voor deze opleidingen in het CROHO geregistreerde namen zijn “M Business Administration” en “M International MSc in Business Administration”. Er is geen enkele in het CROHO geregistreerde opleiding met de naam “Executive MBA”.

IBO mag de naam “Executive MBA” gewoon gebruiken voor haar opleiding; dat is uiteraard niet in strijd met artikel 15.7 WHW. Zij mag uiteraard ook de naam van die opleiding vermelden op haar diploma’s. Het is kennelijk de keuze van de wetgever geweest om geen verdergaande bescherming in de WHW op te nemen dan hiervoor beschreven.

De grondslag voor de beweerdelijke constatering van een schending van artikel 15.7 WHW is volgens de Inspectie:

- Diploma’s vermelden de tekst “… heeft voldaan aan de gestelde eisen van de opleiding Executive MBA”.

Deze vermelding is correct, want dat is de naam van de opleiding. Dit is niet het verlenen van een door de wet voorbehouden graad. Het feit dat de aanduiding “MBA” – op rechtmatige wijze – deel uitmaakt van de naam van de opleiding, betekent niet dat middels deze vermelding een graad verleend wordt.

In het rapport wordt gesteld dat MBA staat voor Master of business administration en dat dit

“een bekende combinatie van graad en toevoeging” is. Daarmee wordt terecht al aangegeven dat dit op zichzelf geen graad is, maar slechts een (niet wettelijke) toevoeging aan een graad.

Bovendien wordt die door IBO niet als zodanig gebruikt, maar slechts als onderdeel van de opleidingsnaam “Executive MBA”.

- Alumni hebben de indruk dat zij een graad hebben behaald.

Artikel 15.7 ziet niet op de indruk die derden hebben, maar op het verlenen van graden.

Aangezien dit een bepaling is die met een bestuurlijke boete kan worden gesanctioneerd, is er geen ruimte voor extensieve interpretatie van deze bepaling.

Het zonder daartoe gerechtigd zijn voeren van een Mastergraad is niet verboden in de WHW, maar wel in artikel 435 onder 3° Sr; de normadressaat is echter niet de onderwijsinstelling, maar de persoon die deze graad voert.

Tot 1 september 2002 was er geen wettelijk geregelde Mastergraad in Nederland. Tot 1

september 2017 was de Mastergraad niet wettelijk beschermd. Vanaf 1 september 2017 zijn

geen nieuwe studenten meer ingeschreven aan de opleiding Executive MBA. De al

(23)

3

ingeschreven studenten mochten hun opleiding uiteraard afronden en hebben dat ook gedaan.

Aan hen die deze opleiding met goed gevolg hebben afgesloten is een diploma met vermelding van de naam van de opleiding uitgereikt, maar geen Mastergraad verleend.

Er staan sinds de uitreiking van de laatste diploma’s in 2019 geen studenten meer ingeschreven aan de opleiding. IBO schrijft geen nieuwe studenten meer in aan deze opleiding; dat wordt door de Inspectie ook niet bestreden. Onder de studenten en in het bedrijfsleven was er altijd veel waardering voor de opleiding Executive MBA; dit was niet afhankelijk van regulering van de opleiding. Dit is ook aan de Inspectie meegedeeld, zie bijlage. Anders dan bij instromers vanuit het voortgezet onderwijs was bij deelnemers die de opleiding naast hun bestaande werkkring volgden ook minder behoefte aan regulering. De toenemende regulering van de Mastergraad creëert echter wel een spanningsveld. Om te voorkomen dat studenten verwachtingen zouden kunnen hebben die IBO niet waar kan maken is de opleiding gestaakt.

Bij e-mail van 23 september 2019 heeft IBO aan de Inspectie gemeld dat de vermelding van de opleiding ook van de website verwijderd zou worden. De Inspectie heeft in oktober 2019 geconstateerd dat dit daadwerkelijk gebeurd is.

Hoofdstuk 5 van het rapport heeft als titel “Overtreding”. Dit is een strafrechtelijk begrip, dat hier niet gehanteerd kan worden. Als de Inspectie van mening is dat sprake is van een overtreding, had zij bij het begin van het onderzoek de cautie moeten geven. Dat is niet gedaan, waarmee het hele onderzoek onrechtmatig zou zijn. Dat in strijd zou zijn gehandeld met artikel 15.7 WHW – wat geen overtreding is – is onjuist.

Het concept-rapport is dus inhoudelijk onjuist en kan niet gehandhaafd worden.

Met vriendelijke groet,

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Deze competentie komt goed van pas bij werkzaamheden waarbij je onder druk staat, bijvoorbeeld dat er veel moet gebeuren in heel korte tijd, dat er belangrijke dingen mis kunnen

De gemeente Asten heeft de afgelopen jaren samen met de partners van de voor- en vroegschoolse voorzieningen hard gewerkt om de kwaliteit van de vve in Asten te verbeteren. De

• In reactie op het conceptrapport heeft de aanbieder in januari en maart 2021 aangegeven niet op de hoogte te zijn geweest van de wettelijke beperkingen rondom het voeren van

• Naar aanleiding van deze reactie heeft de inspectie tussen oktober 2020 en februari 2021 enkele malen contact gehad met de aanbieder om aanvullende informatie over de door

Op basis van bevindingen in hoofdstuk 4 constateert de inspectie dat de Connection University in ieder geval van augustus 2018 tot en met mei 2019 in strijd heeft gehandeld

Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 4 concludeert de inspectie dat de aanbieder in ieder geval van juni 2017 tot en met december 2020 in strijd heeft gehandeld met artikel

• In reactie op het conceptrapport heeft de aanbieder in januari en maart 2021 aangegeven niet op de hoogte te zijn geweest van de wettelijke beperkingen rondom het voeren van

Op basis van de bevindingen in hoofdstuk 4 en 5 concludeert de inspectie dat de aanbieder in ieder geval van juni 2017 tot en met ten minste april 2021 in strijd heeft gehandeld