• No results found

Inspectierapport H3O Peuteropvang De Horizon (KDV) Singel HH DORDRECHT Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport H3O Peuteropvang De Horizon (KDV) Singel HH DORDRECHT Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

H3O Peuteropvang De Horizon (KDV) Singel 441

3311HH DORDRECHT

Registratienummer 199968226

Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd In opdracht van gemeente: Dordrecht

Datum inspectie: 27-01-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

(2)

2 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

H3O Peuteropvang De Horizon te DORDRECHT

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

3 van 10

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing Algemeen

H3O Peuteropvang De Horizon is onderdeel van Stichting H3O. Deze stichting biedt in Dordrecht christelijke peuteropvang, kinderopvang, buitenschoolse opvang, primair en voortgezet onderwijs aan.

Peuteropvang De Horizon is gevestigd in basisschool De Horizon. De peuteropvang bestaat uit twee reguliere peutergroepen van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Gedurende de week maken de groepen afzonderlijk van elkaar gebruik van dezelfde groepsruimte.

Vanaf 1 januari 2015 heeft de locatie de mogelijkheid om 16 kinderen op te vangen.

Inspectiehistorie

Op 4 maart 2014 heeft er een onaangekondigd inspectiebezoek plaatsgevonden, waarbij

tekortkomingen zijn geconstateerd met betrekking tot de geldigheid van de verklaringen omtrent het gedrag en het instellen van een oudercommissie. De houder voldeed aan de

inspanningsverplichting om een oudercommissie in te stellen, waardoor er op dit punt een advies 'niet handhaven' is afgegeven.

Naar aanleiding van de tekortkoming betreffende de geldigheid van de verklaringen omtrent het gedrag heeft de gemeente Dordrecht een handhavingstraject ingezet. Op verzoek van de gemeente Dordrecht heeft er op 28 mei 2014 een nader onderzoek plaatsgevonden, waaruit is gebleken dat de tekortkoming is verholpen.

Huidige inspectie

Het betrof een rustige dag op de peuteropvang vanwege een aantal zieke kinderen op de locatie.

De beroepskrachten reageren op de signalen die de kinderen afgeven en sluiten in de interactie aan bij de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van het betreffende kind.

Op basis van het onderzoek heeft de toezichthouder twee verbeterpunten aangegeven met betrekking tot de pedagogische praktijk.

Er zijn geen overtredingen geconstateerd.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

H3O Peuteropvang De Horizon te DORDRECHT

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De beroepskrachten zijn bekend met het pedagogisch beleidsplan. In het gesprek met de beroepskracht geeft ze aan dat ze het met respect behandelen van de kinderen, de waarden en normen en het consequent handelen belangrijk vindt. Iedere maand vinden teamvergaderingen plaats waarbij onder andere het pedagogisch handelen wordt besproken.

Op de locatie zal gestart worden met vroeg- en voorschoolse educatie. Om de kinderen goed te stimuleren hebben de beroepskrachten de mogelijkheid advies in te winnen bij een pedagoog.

De observatie is uitgevoerd tijdens het vrij spelen en het kringmoment.

De kinderen worden in de gelegenheid gesteld zelf speelmateriaal te pakken. Veel speelmateriaal is op kindhoogte geplaatst. De beroepskrachten begeleiden de activiteiten en helpen waar dit nodig is. Bij het puzzelen helpt de beroepskracht het kind en legt uit waar ze op moet letten bij het aanleggen van de stukjes, zoals de kleuren die op elkaar moeten aansluiten. Tijdens het puzzelen worden diverse gesprekjes gevoerd, bij het puzzelen van een auto wordt gevraagd waar we doorheen kijken als we in de auto zitten.

Op de computer worden Engels liedjes afgespeeld via YouTube, de kinderen hebben tijdens het vrij spelen de mogelijkheid om te kijken. Ten tijde van het inspectiebezoek waren deze Engelse liedjes ongeveer 45 minuten te zien en te beluisteren. Dit heeft tot gevolg dat een aantal kinderen werden afgeleid van hun eigen spel en telkens bij de computer gingen kijken. Het gebruik van de computer kan een leerzaam effect hebben, echter de tijd dat deze aanstaat kan ervoor zorgen dat de

ontwikkeling van de persoonlijke en sociale competenties worden geminimaliseerd tijdens het moment van vrij spelen.

De beroepskracht gaat kinderen schminken en geeft duidelijk aan dat ze een kind had beloofd als eerste te schminken en bepaald vervolgens wie de volgende mag zijn. De kinderen die geschminkt willen worden komen aan de beurt, de beroepskracht vraagt alle kinderen en degenen die niet willen worden in hun waarde gelaten.

Alvorens de kinderen in de kring gaan, wordt aangegeven dat de kinderen moeten opruimen. De beroepskrachten begeleiden dit proces.

In het kader van het thema 'gezond-ziek' wordt tijdens de kring een boekje voorgelezen.

Gedurende het voorlezen komt het voor dat de kinderen niet blijven zitten en worden hierop aangesproken door de beroepskracht. De beroepskrachten reageren op de reacties die de kinderen geven naar aanleiding van het boekje en na het voorlezen wordt er nog verder over het snuiten van de neus gesproken. Na een vraag van de beroepskracht geven de kinderen aan dat als ze een snottebel hebben een doekje moeten pakken. De beroepskracht laat dit gebeuren en geeft aan dat ze daarna het doekje weg moeten gooien. De beroepskrachten zijn meestal consequent in wat ze willen uitdragen en hoe ze zelf werkelijk handelen. Echter is de beroepskracht zelf 2 keer vergeten om een vervuild zakdoekje gelijk weg te gooien. Dit punt is aangegeven bij de beroepskrachten en heeft de aandacht.

De normen en waarden worden onder andere bijgebracht bij het uitdelen van de koekjes. De helper mag ronddelen en de kinderen worden gestimuleerd om 'dank je wel' te zeggen.

De regels en grenzen zijn duidelijk op de groep aanwezig. Een kind heeft het toilet bevuild en wordt op haar gedrag aangesproken. Als in de kring blijkt dat een kind moet plassen, benoemt de beroepskracht dat we dat altijd doen voordat we in de kring gaan en laat vervolgens het kind het toilet bezoeken. De regels worden herhaald indien dit nodig is.

(5)

5 van 10 Na het eten en drinken wordt een spelletje gedaan waarbij Nijntje wordt verstopt en de kinderen deze om de beurt mogen gaan zoeken. Bij het verstoppen wordt rekening gehouden met de leeftijd en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Nijntje maakt geluid, waardoor het zoeken

vergemakkelijkt wordt. Als een kind Nijntje heeft gevonden, wordt er voor het kind geapplaudisseerd.

Uit deze observatie blijkt dat de houder voldoet aan de wettelijke voorwaarden betreffende het pedagogisch klimaat. Op het kindercentrum is voldoende aandacht voor het bieden van emotionele veiligheid, stimulans van de persoonlijke en sociale vaardigheden en overdracht van waarden en normen.

Voorschoolse educatie

Op Peuteropvang De Horizon wordt door de gemeente gesubsidieerde voorschoolse educatie aangeboden.

Gezien de openingstijden blijkt dat er wekelijks minimaal 10 uur voor- en vroegschoolse educatie aangeboden wordt.

In het kindercentrum worden voldoende gekwalificeerde en gecertificeerde beroepskrachten ingezet. De groepsgrootte is maximaal 16 kinderen.

De beroepskrachten zijn in het bezit van certificaten gericht op het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie. Deze certificaten zijn tijdens het inspectiebezoek ingezien. De

beroepskrachten zijn gecertificeerd voor andere VVE programma's, namelijk voor Piramide en Uk en Puk, terwijl er op de groep gewerkt zal gaan worden met Startblokken. De beroepskrachten zullen binnenkort een scholing voor Startblokken gaan volgen.

Het gehanteerde programma Startblokken is een landelijk erkend programma voor het aanbieden van voor- en vroegschoolse educatie. Op de groep is nog niet gestart met de uitvoering van het programma, dit zal na de scholing verder tot uitvoering worden gebracht.

De houder heeft voor 2015 een opleidingsplan vastgesteld.

Gebruikte bronnen:

• Interview anderen (Beroepskrachten)

• Observaties

• Pedagogisch beleidsplan

• VVE-certificaten

• Opleidingsplan voorschoolse educatie

(6)

6 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

H3O Peuteropvang De Horizon te DORDRECHT

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van de werkzame beroepskrachten zijn ingezien op de locatie.

Deze verklaringen zijn na 1 maart 2013 afgegeven en bevatten de juiste screeningskenmerken voor de kinderopvang. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de betreffende voorwaarde uit de Wet kinderopvang.

Passende beroepskwalificatie

Beroepskwalificaties van de werkzame beroepskrachten zijn ingezien op de locatie. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform de CAO Kinderopvang is voldaan.

Opvang in groepen

De peuteropvang bestaat uit twee reguliere peutergroepen van maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. Gedurende de week maken de groepen afzonderlijk van elkaar gebruik van dezelfde groepsruimte. De peuteropvang is 4 dagdelen geopend. De kinderen komen 2 of 4 dagdelen.

Hiermee voldoet de houder aan de kwaliteitseisen om kinderen op te vangen in vaste groepen.

Beroepskracht-kindratio

Uit de daadwerkelijke bezetting van de groep is de verhouding tussen het aantal kinderen en de ingezette beroepskrachten als voldoende beoordeeld. Ten tijde van het inspectiebezoek werden 8 kinderen opgevangen in het bijzijn van 2 beroepskrachten.

Gebruikte bronnen:

• Interview anderen (Beroepskrachten)

• Observaties

• Verklaringen omtrent het gedrag

• Diploma's beroepskrachten

• Presentielijsten

(7)

7 van 10

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(8)

8 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

H3O Peuteropvang De Horizon te DORDRECHT

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

(9)

9 van 10

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : H3O Peuteropvang De Horizon

Website : http://www.hadrieo.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting H3O

Adres houder : Laan der Verenigde Naties 89

Postcode en plaats : 3316AK DORDRECHT

Website : www.hadrieo.nl

KvK nummer : 41120110

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd

Adres : Postbus 166

Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT

Telefoonnummer : 078-7708500

Onderzoek uitgevoerd door : M. van Maurik Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Dordrecht

Adres : Postbus 8

Postcode en plaats : 3300AA DORDRECHT

Planning

Datum inspectie : 27-01-2015

Opstellen concept inspectierapport : 18-02-2015 Vaststelling inspectierapport : 03-03-2015 Verzenden inspectierapport naar houder

en oudercommissie

: 03-03-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 03-03-2015 Openbaar maken inspectierapport : 24-03-2015

(10)

10 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 27-01-2015

H3O Peuteropvang De Horizon te DORDRECHT

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

2 maart 2015:

“De inspecteur heeft een aantal waardevolle tips gegeven. Deze zijn in het team besproken en nieuwe afspraken hierover zijn gemaakt.”

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

Burgt worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen. De norm hiervoor conform www.1ratio.nl wordt nageleefd. In onderstaande tabel zijn

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal