• No results found

Inspectierapport Villa Hup (KDV) Wijnkoperstraat HA GORINCHEM Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Villa Hup (KDV) Wijnkoperstraat HA GORINCHEM Registratienummer"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Villa Hup (KDV) Wijnkoperstraat 5 4204HA GORINCHEM

Registratienummer 144555669

Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd In opdracht van gemeente: Gorinchem

Datum inspectie: 24-09-2015

Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek

Status: Definitief

(2)

2 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-09-2015

Villa Hup te GORINCHEM

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Personeel en groepen ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 9

Gegevens toezicht ... 9

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 10

(3)

3 van 10

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing Algemeen

Kinderdagopvang Villa Hup is onderdeel van de Stichting Kindercentra Gorinchem (SKG). Deze stichting biedt dagopvang, buitenschoolse opvang, peuterspeelzaalwerk en gastouderopvang aan in de gemeente Gorinchem en omgeving. Villa Hup is gesitueerd in Brede school Gildenplein, waar ook de Mariëngaarde, de Poorterschool en BSO Gildenplein zitten.

Inspectiehistorie

In november 2014 heeft er incidenteel inspectiebezoek plaatsgevonden. Het betrof een uitbreiding van de kindplaatsen. De peutergroep Villa kakelbont valt nu onder Kinderopvang Villa Hup. De peuters komen niet in de andere ruimten van Villa Hup, maar spelen in een aparte groepsruimte.

Op 24 november 2014 heeft een jaarlijks inspectiebezoek plaatsgevonden, gevolgd door een tweede inspectie op 15 januari 2015. Er zijn tekortkomingen geconstateerd binnen twee domeinen.

Huidige inspectie

Het jaarlijkse onderzoek bij Villa Hup heeft in September plaatsgevonden en heeft zich gericht op kernzaken uit de Wet kinderopvang. Per hoofdstuk is een beknopte beschrijving opgenomen waarop het kindercentrum getoetst is. Achterin het rapport is de itemlijst van de getoetste voorwaarden geplaatst. Aan de getoetste voorwaarden is voldaan.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

4 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-09-2015

Villa Hup te GORINCHEM

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

Er is tweemaal geobserveerd op de locatie door de toezichthouder. Aanleiding hiervoor is dat de toezichthouder tijdens de eerste observatie wilde controleren of de pedagogische praktijk

voldoende gewaarborgd is als de kinderen worden opgevangen in de centrale speelruimte. Bij beide observaties vond geen opvang plaats in de centrale speelruimte.

De eerste observatie vond plaats tijdens een eet-en drinkmoment, verzorging van de kinderen, buitenspeelmoment en een vrij spelmoment bij de Mollen. Op drie groepen is geobserveerd. De tweede observatie vond plaats tijdens het naar buiten gaan en het buitenspelen van de

kinderen. Er waren geen kinderen in de centrale speelruimte aanwezig.

Hieronder worden deze competenties toegelicht met voorbeelden.

Emotionele veiligheid

De beroepskrachten reageren op een warme en ondersteunende manier op kinderen. Ze voeren korte gesprekjes met kinderen, buigen door de knieën om op kindhoogte te communiceren en geven ondersteuning bij spelactiviteiten en het smeren van de boterhammen.

Er is een dagschema met dagelijkse routines en activiteiten in een herkenbare en vertrouwde volgorde. Het biedt houvast voor kinderen. Het laat ruimte voor enige flexibiliteit voor onvoorziene situaties of uitloop van geplande activiteiten. Het dagritme wordt zichtbaar gemaakt met de dagritmekaarten. De meeste kinderen tonen in hun gedrag dat ze zich op hun gemak voelen. Ze bewegen zich vrij door de groepsruimte en zijn bekend met de groepsgenootjes.

Uit bovenstaande blijkt dat de emotionele veiligheid tijdens de inspectie voldoende wordt gewaarborgd.

Persoonlijke competentie

Tijdens het eet- en drinkmoment mogen de kinderen aangeven of ze nog een boterham willen en welk beleg ze daarop willen hebben.

Er wordt met een aantal kinderen gesprekjes gevoerd en gevraagd welke liedjes ze willen zingen.

Bij het naar buiten gaan worden de kinderen gestimuleerd om zelf hun jas en schoenen aan te trekken.

Tijdens het vrijspelmoment mogen de kinderen kiezen waarmee ze gaan spelen.

Hiermee wordt voldoende aandacht besteed aan de ontwikkeling van de persoonlijke competentie.

Sociale competentie

De beroepskrachten moedigen gesprekjes tussen henzelf en tussen kinderen onderling aan, door zowel luisteren als praten. Beroepskracht en kind dragen beiden bij aan de inhoud en voortgang van het gesprek. Als er iets gebeurt, is dit aanleiding voor een gesprek met individuele kinderen, in een klein groepje of met de hele groep.

Tijdens het eet-en drinkmoment wordt aan een aantal kinderen gevraagd naast wie zij zitten en of ze weten hoeveel jaar diegene is. Er ontstaat een gesprek over leeftijden, hoe je moet tellen en hoeveel vingertjes er bij een bepaald getal horen. Als één van de kinderen het jasje niet kan vinden helpen de andere kinderen om het jasje te zoeken.

Dit draagt voldoende bij aan de ontwikkeling van de sociale competentie.

Normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. De beroepskrachten hanteren de regels, afspraken en gedragsnormen op een eenduidige manier.

Tijdens het eet-en drinkmoment leren de kinderen te wachten met het eten totdat iedereen aan tafel zit en er een liedje is gezongen.

De kinderen leren naar elkaar te luisteren en antwoord te geven als daarom gevraagd wordt.

Hiermee wordt voldoende aandacht besteed aan de overdracht van normen en waarden.

(5)

5 van 10 Voorschoolse educatie

Het VVE programma Piramide is verwerkt in het programma van kinderdagopvang Villa Hup aan de hand van een thema.

Thema's worden in samenwerking met de bibliotheek gekozen en het kinderdagverblijf kan de boeken en dvd's over het thema van de bibliotheek lenen.

Uitgaande van de basisvaardigheden kinderopvang worden verschillende activiteiten bedacht of uit Piramide overgenomen en aan de kinderen aangeboden. In het lokaal hangen werkjes over het thema.

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minsten één beroepskracht per acht kinderen.

Er waren tijdens de observatie voldoende beroepskrachten aanwezig.

De werkzame beroepskrachten zijn in het bezit van een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond, specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieve programma's.

Met bovenstaande wordt voldaan aan de wettelijke eisen met betrekking tot voorschoolse educatie.

Gebruikte bronnen:

• Interview anderen (interview beroepskrachten)

• Observaties

• Website

• Huisregels/groepsregels

• Pedagogisch beleidsplan

• Pedagogisch werkplan

• VVE-certificaten

(6)

6 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-09-2015

Villa Hup te GORINCHEM

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent het gedrag van de werkzame beroepskrachten zijn steekproefsgewijs ingezien. De verklaringen omtrent het gedrag zijn na 1 maart 2013 afgegeven en bevatten de juiste screeningskenmerken voor de werkzaamheden in de kinderopvang. Hieruit blijkt dat voldaan wordt aan de betreffende voorwaarde uit de Wet kinderopvang.

Passende beroepskwalificatie

Beroepskwalificaties van de werkzame beroepskrachten zijn steekproefgewijs ingezien op de locatie. Hieruit blijkt dat aan de kwalificatie-eis conform de CAO Kinderopvang is voldaan.

Opvang in groepen

Op kinderdagopvang Villa Hup vindt de opvang plaats in vier stamgroepen. In onderstaande tabel zijn drie groepen, zoals aanwezig tijdens het inspectiebezoek, weergegeven. De peutergroep Villa Kakelbont is tijdens dit bezoek niet meegenomen in de inspectie.

Groepen Leeftijd aantal kinderen Aantal aanwezige kinderen Eekhoorns 0-4 jaar 14 11

Egels 0-4 jaar 14 6

Mollen 0-4 jaar 14 9

Hieruit blijkt dat omvang en de samenstelling van de groepen voldoen aan de wettelijke voorwaarden.

Beroepskracht-kindratio

Uit de presentielijsten en het personeelsroosters van de groepen is de verhouding tussen het aantal kinderen en de ingezette beroepskrachten als voldoende beoordeeld. Op Villa Hup worden voldoende beroepskrachten ingezet voor het aantal kinderen dat wordt opgevangen.

Gebruikte bronnen:

• Interview anderen (interview beroepskrachten)

• Observaties

• Website

• Verklaringen omtrent het gedrag

• Diploma's beroepskrachten

• Presentielijsten

• Personeelsrooster

(7)

7 van 10

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF

Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

(8)

8 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-09-2015

Villa Hup te GORINCHEM

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.

Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en

peuterspeelzalen)

Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

(9)

9 van 10

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Villa Hup

Website : http://www.kinderopvanggorinchem.nl

Aantal kindplaatsen : 54

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting Kindercentra Gorinchem

Adres houder : Vijfzinnenstraat 4b

Postcode en plaats : 4201JD GORINCHEM

KvK nummer : 41118503

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : Dienst Gezondheid en Jeugd

Adres : Postbus 166

Postcode en plaats : 3300AD DORDRECHT

Telefoonnummer : 078-7708500

Onderzoek uitgevoerd door : E.I.A.M van Drunen Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Gorinchem

Adres : Postbus 108

Postcode en plaats : 4200AC GORINCHEM

Planning

Datum inspectie : 24-09-2015

Opstellen concept inspectierapport : 23-11-2015 Vaststelling inspectierapport : 10-12-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 10-12-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 10-12-2015 Openbaar maken inspectierapport : 31-12-2015

(10)

10 van 10 Inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 24-09-2015

Villa Hup te GORINCHEM

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten voorschoolse educatie en het

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en