• No results found

Inspectierapport Aardbeivlindertje (KDV) Grindlaan TA OSS Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Aardbeivlindertje (KDV) Grindlaan TA OSS Registratienummer"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Aardbeivlindertje (KDV) Grindlaan 6

5345TA OSS

Registratienummer 545407175

(2)

Inhoudsopgave

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Pedagogisch klimaat ... 4

Veiligheid en gezondheid ... 5

Ouderrecht ... 6

Inspectie-items ... 7

Gegevens voorziening ... 8

Gegevens toezicht ... 8

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek.

Beschouwing

Op 8 september 2015 heeft de toezichthouder kinderopvang in opdracht van de gemeente Oss een nader onderzoek uitgevoerd bij kinderdagverblijf (peuteropvang) het Aardbeivlindertje.

In dit nader onderzoek zijn de voorwaarden waaraan tijdens de vorige inspectie (onderzoek na registratie) 02-03-2015 niet werd voldaan opnieuw bekeken.

Deze hebben betrekking op de domeinen:

 Pedagogisch klimaat (pedagogisch beleidsplan en VVE)

 Veiligheid en gezondheid (risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid)

 Ouderrecht (informatie)

Vooraf zijn de benodigde documenten opgevraagd en is het centrum bezocht, allereerst op 14 juli 2015 echter toen was het centrum niet geopend.

Op 8 september 2015 is het centrum nogmaals bezocht.

Er was op dat moment een beroepskracht aanwezig op de groep.

Conclusie

Er wordt voldaan aan de onderzochte voorwaarden.

De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport.

Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het domein pedagogisch klimaat.

Pedagogisch beleid

De houder geeft aan dat naar aanleiding van het vorige inspectierapport, het pedagogisch

beleidsplan onder de loep is genomen. Zij geeft aan dat zij geconstateerd hebben dat de vertaling van de werkwijzen binnen het Buitenschools Net op pedagogisch gebied onvoldoende naar voren kwam in het pedagogisch beleid en andere stukken. Hierop zijn alle locatiewerkplannen in het voorjaar volledig herschreven.

Het pedagogisch beleidsplan c.q. locatiewerkplan is opnieuw bekeken op de ontbrekende voorwaarde.

Conclusie is dat de 4 competenties te weten: de wijze waarop de emotionele veiligheid wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van persoonlijke en sociale competentie en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt nu duidelijker en uitgebreider beschreven staan.

Het pedagogisch beleidsplan (locatie-werkplan) van deze locatie voldoet hiermee aan de voorwaarde.

Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat 3 dagdelen van 8.30 - 12.00 uur, hiermee wordt voldaan aan ten minste 10 uur activiteiten gericht op VVE.

De beiden vaste beroepskrachten zijn in het bezit van een certificaat betreffende de scholing van het programma Piramide (module 1, 2 en 3).

De houder heeft een opleidingsplan opgesteld voor VVE.

Gebruikte bronnen:

 Interview anderen (beroepskracht aanwezig op locatie)

 Pedagogisch werkplan (Pedagogisch locatiewerkplan Peuternet Aardbeivlindertje versie juni 2015)

 VVE-certificaten (van drie beroepskrachten)

 Opleidingsplan voorschoolse educatie (Peuternet)

 Mailcorrespondentie met locatie- verantwoordelijke over het pedagogisch beleidsplan.

(5)

Veiligheid en gezondheid

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het domein veiligheid en gezondheid.

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid uitgevoerd op 05 maart 2015. Er is gebruik gemaakt van de risicomonitor, deze omvat 115 digitale pagina's.

De risico-inventarisatie gezondheid is uitgevoerd op 01-05-2015. Op de inventarisaties zijn acties vermeld, veelal wordt er verwezen naar protocollen. Hierbij is gebruik gemaakt van de methode gezondheidsmanagement van Consument en Veiligheid.

De locatieverantwoordelijke geeft (mail 29-09-2015) dat in de toekomst ook overgestapt gaat worden op de risico-monitor.

Het plan van aanpak van veiligheid en gezondheid is opgesteld. In dit plan van aanpak wordt verwezen naar een vijftal bijlagen.

Vanuit de risicomonitor is geen actieplan gegenereerd wat wel gebruikelijk is. De

locatieverantwoordelijke geeft aan dat zij ervoor gekozen hebben om het plan van aanpak in huidige vorm te gebruiken omdat dit prettig werkbaar is voor de locatie (actieplannen per maand en per kwartaal en (huis) regels).

De samenhang met protocollen wordt nog onvoldoende gezien. De houder geeft in het plan van aanpak dat er zorg gedragen wordt, dat alle medewerkers op de hoogte zijn van de van de protocollen en werkwijzen die gelden binnen de organisatie. Hoe dit plaatsvindt wordt niet beschreven.

Duidelijk wordt dat het totale veiligheidsbeleid en gezondheidsbeleid verbeterd is maar tevens ook dat het nog volop in ontwikkeling is.

De 4 geconstateerde risico's genoemd in het voorgaande inspectierapport zijn allen opgenomen in de risico-inventarisatie en/ of er zijn maatregelen getroffen.

NB: Op locatie tijdens de inspectie, stond in het actieplan een actie open betreffende het

speeltoestel. De beroepskracht gaf aan dat de verantwoordelijkheid betreffende de uitvoering van het onderhoud, bij de school ligt.

Per mail geeft beroepskracht aan dat er een onderhoudsplan is opgesteld door de basisschool en dat zij dit toestel jaarlijks controleren. Dit gegeven dient duidelijk opgenomen te worden in het actieplan veiligheid.

Samenvattend: er zijn actieplannen opgesteld naar aanleiding van de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Het door ontwikkelen en het uitvoeren van geformuleerde actiepunten blijft een aandachtspunt. Derhalve zal de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid bij een volgende inspectie nadrukkelijk meegenomen worden.

Gebruikte bronnen:

(6)

Ouderrecht

Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot de

informatievoorziening van de ouders. Binnen dit onderdeel is beoordeeld hoe de houder de ouders informeert over bepaalde onderwerpen.

Informatie

Ouders worden geïnformeerd door middel van de website, informatieboekje.

Tijdens de inspectie op 2 maart 2015 is geconstateerd dat ouders niet of onvoldoende geïnformeerd worden onderstaande onderwerpen:

- het pedagogisch beleid - de groepsgrootte

- inzet van beroepskrachten die in opleiding zijn - het beleid over veiligheid en gezondheid - her vierogenprincipe

- de uitgevoerde risico-inventarisatie

Het informatieboekje wat toegezonden is op 17 juli 2015 (2014-2015) is bekeken en gaf geen nieuwe informatie, de hiervoor genoemde onderwerpen ontbraken.

Via de mail is op 23 september gevraagd of er aanpassingen gedaan zijn, gezien het feit dat er geen wijzigingen gevonden werden.

Hierop is op 29 september het meest recente informatieboekje toegezonden, versie 2015-2016, echter dit voldeed niet.

Door middel van telefonisch contact op 1 oktober 2015 met locatieverantwoordelijke, is duidelijk geworden dat ouders via een gesprek informatie krijgen over de onderwerpen waarover ouders geïnformeerd willen worden. Het pedagogisch beleidsplan krijgen ouders niet verstrekt maar kan opgevraagd worden.

Hiermee is onvoldoende geborgd dat ouders over alle onderwerpen geïnformeerd worden.

Locatieverantwoordelijke heeft hierop direct het informatieboekje aangepast en de ontbrekende onderwerpen opgenomen. De informatie is hiermee compleet.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Telefonisch contact op 1 oktober 2015)

 Informatiemateriaal voor ouders (Informatiegids Aardbeivlindertje schooljaar 2015- 2016 Het Buitenschoolse Net)

 Informatiegids Aardbeivlindertje schooljaar 2015-2016 Het Buitenschoolse Net, september 2015

(7)

Inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogisch beleid

In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF

Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.

OF

De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Veiligheid en gezondheid

Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn,

respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn

respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang

(8)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : aardbeivlindertje

Website : http://www.buitenschoolsenet.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Nee Gegevens houder

Naam houder : Het Buitenschoolse Net

Adres houder : Rossinistraat 9

Postcode en plaats : 5344AK OSS

Website : www.buitenschoolsenet.nl

KvK nummer : 17109926

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Hart voor Brabant

Adres : Postbus 3024

Postcode en plaats : 5003DA TILBURG

Telefoonnummer : 073-6404515

Onderzoek uitgevoerd door : C. van Hulst Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Oss

Adres : Postbus 5

Postcode en plaats : 5340BA OSS

Planning

Datum inspectie : 08-09-2015

Opstellen concept inspectierapport : Niet van toepassing

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 01-10-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 02-10-2015 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 02-10-2015 Openbaar maken inspectierapport : 23-10-2015

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en