Inspectierapport
PSZ De Vijf Hoeven (PSZ) Hendrik van Tulderstraat 7 5046NC TILBURG
Toezichthouder: GGD Hart voor Brabant
In opdracht van gemeente: TILBURG
Datum inspectie: 27-10-2014
Type onderzoek : Regulier onderzoek
Status: Definitief
Datum vaststelling inspectierapport: 12-11-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek ... 3
Observaties en bevindingen ... 4
Pedagogisch klimaat ... 4
Personeel en groepen ... 7
Ruimte en inrichting ... 8
Inspectie-items ... 9
Gegevens voorziening ... 12
Gegevens toezicht ... 12
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ... 13
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
Peuterspeelzaal De Vijf Hoeven is onderdeel van de Kinderopvanggroep en is gevestigd in basisschool De Vijf Hoeven te Tilburg.
Bij de peuterspeelzaal worden gedurende 8 dagdelen maximaal 15 kinderen opgevangen door 2 beroepskrachten en een vrijwilligster, die werken volgens het VVE programma Piramide.
Inspectiegeschiedenis
Tijdens de inspectie van oktober 2011 stelt de toezichthouder vast dat alle getoetste voorwaarden voldoen aan de eisen.
Tijdens de inspectie van december 2013 stelt de toezichthouder vast dat niet alle beroepskrachten in het bezit zijn van een VVE certificaat.
Tijdens de inspectie van oktober 2014 stelt de toezichthouder vast dat nog niet alle beroepskrachten in het bezit zijn van een VVE certificaat. De locatieverantwoordelijke kan aantonen dat alle beroepskrachten momenteel een VVE training volgen. De toezichthouder heeft om die reden de voorwaarden met betrekking tot VVE toch positief beoordeeld.
Alle andere getoetste voorwaarden voldoen ook aan de eisen.
Advies aan College van B&W Geen handhaving.
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na de beschrijving uit het veldinstrument (cursief gedrukt opgenomen in het rapport) volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richten zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen:
1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.
2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.
3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Pedagogische praktijk
Uitvoering pedagogisch beleidsplan
De beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en werkinstructies in het pedagogisch beleidsplan die gaan over de pedagogische basisdoelen.
Conclusie
De uitvoering van het pedagogisch beleidsplan wordt voldoende gewaarborgd.
Emotionele veiligheid
De beroepskrachten communiceren met de kinderen
Het moment van vertrek verloopt rustig en goed georganiseerd.
De kinderen hebben de jassen aan en zitten in de kring. De beroepskracht opent de deur, de ouders komen binnen en lopen naar de kinderen. Als de kinderen naar buiten lopen wordt er persoonlijk afscheid genomen.
Er heerst een ontspannen en open sfeer in de groep.
Voorbeeld
De kinderen zitten in de kring, een van de beroepskrachten wil iets gaan vertellen. Op dat moment heeft een kind een klein spinnetje in de hand en laat de spin zien aan de beroepskracht. De
beroepskracht pakt het spinnetje, alle kinderen mogen even kijken. Vervolgens wordt het spinnetje in de herfstdoos gezet. Er ontstaat een kringgesprek over de spin en de herfst. De beroepskrachten stemmen de activiteit af op de behoeften van de kinderen.
Er is informatieoverdracht tussen ouders en kinderen.
Ouders halen de kinderen in de groepsruimte op. Het is mogelijk om informatie uit te wisselen met de beroepskracht. Dit kan op verzoek van de ouders, maar ook op verzoek van de
beroepskrachten.
Op het moment van inspectie hebben beide beroepskrachten bijzonderheden van de middag uitgewisseld met de ouders.
Conclusie
Op peuterspeelzaal de vijf hoeven is de emotionele veiligheid voldoende gewaarborgd.
Persoonlijke competentie
Er is een goede interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen.
De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties.
Voorbeeld:De beroepskracht roept alle kinderen om de beurt bij zich om even te plassen. Een meisje wordt geroepen, zij wil niet. De beroepskracht vraagt het nog een keer, opnieuw zegt het meisje dat ze niet wil. De beroepskracht loopt richting het meisje en zegt: "je weet toch dat we allemaal proberen om even te plassen, als het niet lukt geeft niet, maar wel proberen". Het meisje staat op en loopt naar de beroepskracht toe. Als ze bij de beroepskracht staat omhelst het meisje de beroepskracht. De beroepskracht zegt: "je weet toch dat we altijd even proberen, en je mag weer verder met knutselen als je klaar bent". Het meisje knikt en gaat even plassen.
Er is aandacht voor leermomenten
De beroepskrachten geven steun en verwoorden wat er gebeurt.
De beroepskracht vraagt aan een kind, "lukt het je broek zelf openmaken" De jongen knikt en loopt naar het toilet. Even later blijkt dat hij zijn broek niet open kan maken. Hij loopt naar de
beroepskracht. "Lukt het niet?"vraagt de beroepskracht. Ze kijkt naar de broek en zegt:"oo, kijk ik zie het al, er zit geen knoop aan maar een schuif". "Deze broek moet je zo open maken, zullen we het samen doen?"De jongen knikt, de beroepskracht maakt samen met de jongen de broek open.
Conclusie
Op peuterspeelzaal de vijf hoeven is de persoonlijke competentie voldoende gewaarborgd.
Sociale competentie
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten Voorbeeld
Een meisje loopt huilend naar de beroepskracht. Ze zegt dat ze graag mee wil spelen maar dat dit niet mag. De beroepskracht zegt dat ze met het meisje mee gaat om te vragen waarom het meisje niet mee mag spelen. De beroepskracht loopt naar de jongen en vraagt waarom het meisjeniet mee mag spelen. De jongen kijkt naar de beroepskracht en dan naar het meisje. Hij zegt: "mag wel meespelen, sorry". De beroepskracht zegt: " dat is fijn dat jullie nu kunnen samenspelen, dat hebben jullie goed opgelost".
De beroepskrachten zetten zich in voor een positieve sfeer door zorg voor de inrichting en aankleding van ruimte en activiteiten.
De beroepskrachten helpen de kinderen actief mee om sociale vaardigheden met groepsgenootjes te ontwikkelen.
Conclusie
Op peuterspeelzaal de vijf hoeven wordt de sociale competentie voldoende gewaarborgd.
Overdracht van waarden en normen
Afspraken regels en omgangsvormen zijn duidelijk en worden indien nodig uitgelegd.
Voorbeelden:
Jongens wat doe we ook weer na het plassen? Heel goed handen wassen.
Bij het naar buiten gaan worden de kinderen 1 voor 1 geroepen. Als een kind eerder komt vraagt de beroepskracht: "heb je je naam al gehoord"? "Nee, hè nog even wachten dan".
Conclusie
Op peuterspeelzaal de vijf hoeven wordt de overdracht van normen en waarden voldoende gewaarborgd.
Voorschoolse educatie
De peuterspeelzaal is 8 dagdelen per week geopend.
Er worden per dagdeel 15 kinderen opgevangen, een aantal kinderen komen 4 dagdelen per week naar de peuterspeelzaal.
Uit de aangeleverde documenten blijkt dat 1 beroepskracht die wordt ingezet beschikt over een certificaat VVE. De locatieverantwoordelijke kan aantonen dat de andere 3 beroepskrachten die worden ingezet gestart zijn met de basistraining en ook deel gaan nemen aan de vervolgtraining.
De certificaten worden pas uitgereikt als de hele training is gevolgd, dit duurt nog een aantal maanden.
Er is een opleidingsplan opgesteld. Daarin is de aanvullende scholing van de beroepskrachten opgenomen.
De peuterspeelzaal hanteert het programma Piramide. Dit programma is wettelijk erkend. De methode is nog niet volledig geïmplementeerd, de beroepskrachten volgen momenteel nog een aanvullende cursus. Het is de bedoeling dat Piramide in juni 2015 volledig is geïmplementeerd.
Conclusie
Alle getoetste voorwaarden met betrekking tot VVE voldoen.
Gebruikte bronnen:
Interview houder en/of locatieverantwoordelijke
Interview anderen
Observaties
Pedagogisch werkplan
VVE-certificaten
Opleidingsplan voorschoolse educatie
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag die valt binnen de continue screening.
Alle vrijwilligsters die worden ingezet beschikken over een verklaring omtrent het gedrag van maximaal 2 jaar oud.
Conclusie
De getoetste voorwaarden met betrekking tot de verklaring omtrent het gedrag voldoen aan de eisen.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie.
Opvang in groepen
Er is sprake van 1 peuterspeelzaalgroep.
De peuterspeelzaalgroep is 8 dagdelen geopend. Per dagdeel worden er maximaal 15 kinderen opgevangen. Een groot aantal van de kinderen bezoekt de peuterspeelzaal 4 dagdelen.
Conclusie
De voorwaarden getoetst met betrekking tot opvang in groepen voldoen aan de eisen.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Op het moment van inspectie en uit de documenten aanwezig op locatie blijkt dat er voldoende beroepskrachten worden ingezet ten opzichte van het aantal aanwezige kinderen.
De vrijwilligsters worden boventallig ingezet.
Conclusie
De getoetste voorwaarden met betrekking tot de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio voldoen aan de eisen.
Gebruikte bronnen:
Verklaringen omtrent het gedrag
Diploma's beroepskrachten
Vrijwilligersbeleid
Presentielijsten
Personeelsrooster
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
De groepsruimte heeft een oppervlakte van 64 m2.
Het betreft een lichte, overzichtelijke ruimte met diverse hoeken. In de groepsruimte is een keukenblok geplaatst voor de groepsleiding. Aangrenzend aan de groepsruimte is een kantoortje waar indien nodig gesprekken met ouders plaats kunnen vinden of met een klein groepje kinderen gewerkt kan worden. Het kantoortje is voorzien van een groot raam gericht naar de groepsruimte.
Conclusie
De getoetste voorwaarden met betrekking tot de binnenruimte voldoen.
Buitenspeelruimte
Het betreft een patio-speelplaats met in totaal 62.3 m2. Er zijn voldoende meters beschikbaar voor het aantal kinderen. De beroepskrachten geven aan dat ze de groep regelmatig splitsen tijdens het buitenspelen. Dit om de kinderen meer ruimte te geven om te fietsen.
De buitenruimte heeft een zandbak.
Conclusie
De getoetste voorwaarden met betrekking tot de buitenruimte voldoen aan de eisen.
Gebruikte bronnen:
Observaties
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Ruimte en inrichting
Binnenruimte
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Buitenspeelruimte
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening : PSZ De Vijf Hoeven
Website : http://www.sbkinderopvang.nl
Aantal kindplaatsen : 15
Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder
Naam houder : Peuterspeelzalen Tilburg B.V.
Adres houder : Postbus 769
Postcode en plaats : 5000AT TILBURG
KvK nummer : 18077079
Gegevens toezicht
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD : GGD Hart voor Brabant
Adres : Postbus 3024
Postcode en plaats : 5003DA TILBURG
Telefoonnummer : 073-6404515
Onderzoek uitgevoerd door : A van Lokven Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente : TILBURG
Adres : Postbus 90155
Postcode en plaats : 5000LH TILBURG
Planning
Datum inspectie : 27-10-2014
Opstellen concept inspectierapport : 05-11-2014
Zienswijze houder : Niet van toepassing
Vaststelling inspectierapport : 12-11-2014 Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
: 14-11-2014 Verzenden inspectierapport naar
gemeente
: 14-11-2014 Openbaar maken inspectierapport : 05-12-2014
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.