• No results found

Inspectierapport Peuteropvang P.U.K. (KDV) Sint Janstraat BC Keijenborg Registratienummer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inspectierapport Peuteropvang P.U.K. (KDV) Sint Janstraat BC Keijenborg Registratienummer"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Inspectierapport

Peuteropvang P.U.K. (KDV) Sint Janstraat 6

7256 BC Keijenborg

Registratienummer 639665512

(2)

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ... 2

Het onderzoek ... 3

Observaties en bevindingen ... 4

Overzicht getoetste inspectie-items ... 8

Gegevens voorziening ... 10

Gegevens toezicht ... 10

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ... 11

(3)

Het onderzoek

Onderzoeksopzet

Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek.

Beschouwing

Feiten over het kindercentrum

Peuteropvang P.U.K. is gestart in september 2015. De peuteropvang was voor september een peuterspeelzaal van Stichting Peuterspeelzalen Bronckhorst. Kinderopvangorganisatie Juut & Co heeft de locatie van deze stichting overgenomen.

Inspectiegeschiedenis

Omdat na de overname zowel de ruimte als het personeel gelijk blijft is er in overleg met de gemeente Bronckhorst een incidenteel onderzoek uitgevoerd. Tijdens dit incidenteel onderzoek zijn alle voorwaarden onderzocht die vóór start beoordeeld konden worden. Juut & Co heeft tijdens dit onderzoek voldoende aannemelijk gemaakt dat de locatie aan de eisen uit de Wet kinderopvang gaat voldoen.

Op 3 februari 2016 is geconstateerd dat de locatie aan alle getoetste voorwaarden voldoet.

Bevindingen huidig onderzoek

Op 4 april 2017 is geconstateerd dat de locatie aan alle getoetste voorwaarden voldoet. Er is een observatie uitgevoerd in de praktijk, documenten zijn beoordeeld en er heeft er een interview plaatsgevonden met de locatieverantwoordelijke.

Nadere toelichting is te lezen in dit rapport.

Met de beroepskracht en de locatieverantwoordelijke is gesproken over het gebruik van 1 handdoek op de toiletjes voor de kinderen. Deze handdoek wordt de hele ochtend door alle kinderen gebruikt om handen af te drogen. De risico's van kruisbesmetting zijn met betrokkenen doorgesproken. De locatieverantwoordelijke overweegt om over te stappen op papieren

wegwerphanddoekjes.

Tevens heeft de toezichthouder in de koelkast gekeken en in de koelkast blijken pakjes drinken te staan die de maximale houdbaarheid ruim zijn overschreden. De pakjes drinken zijn door de beroepskracht weggegooid. De beroepskracht zal beter controleren en eerder etenswaren en drinken weggooien, geeft zij aan in het gesprek met de toezichthouder. De

locatieverantwoordelijke zal deze situatie met de beroepskracht verder bespreken.

Advies aan College van B&W Geen handhaving.

(4)

Observaties en bevindingen

Pedagogisch klimaat

Binnen dit domein zijn de volgende pedagogische basisdoelen geobserveerd en beoordeeld:

 waarborging emotionele veiligheid

 ontwikkeling van persoonlijke competentie

 ontwikkeling van sociale competentie

 overdracht van normen en waarden

Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument observatie pedagogische praktijk 0-4 jaar.

Aangezien deze locatie gesubsidieerd wordt in het kader van vroeg- en voorschoolse educatie is gecontroleerd of wordt voldaan aan de eisen die volgen uit het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie. Dit onderdeel komt als laatste aan bod binnen dit domein.

Hieronder worden de bijbehorende voorwaarden toegelicht en beoordeeld.

Pedagogische praktijk

Tijdens de praktijkobservatie die is uitgevoerd op dinsdagmorgen 4 april 2017 zijn de 8 kinderen bij binnenkomst van de toezichthouder vrij aan het spelen in de groepsruimte. Vervolgens gaan de kinderen opruimen en daarna gaan ze aan tafel voor het eet- en drinkmoment. Er is een

beroepskracht en een vrijwilligster aanwezig.

Het volgende is onder andere geobserveerd ten aanzien van de pedagogische basisdoelen (waarbij de schuingedrukte tekst uit het veldinstrument is overgenomen en de tekst daarna een uitwerking daarvan is in zoals deze is geobserveerd in de praktijk):

Zorgdragen voor het waarborgen van emotionele veiligheid De beroepskrachten communiceren met de kinderen

De beroepskracht kent ieder kind op de groep en zij is op de hoogte van de persoonlijke

bijzonderheden. De beroepskracht en de vrijwilligster voeren gesprekjes met de kinderen. Tijdens het spel passen zij hun lichaamshouding aan; bijvoorbeeld doordat zij op de grond of op een lage stoel gaan zitten. De gesprekjes gaan onder meer over zwemmen, binnen en buiten zwembaden.

Eén van de kinderen krijgt uitgelegd waar het aan en uit knopje van de trein zit. Tijdens de activiteiten worden de kinderen regelmatig bedeeld met complimentjes.

Het welbevinden van de kinderen is goed. De kinderen zijn ontspannen bezig met hun spel. De sfeer is ontspannen en goed.

(5)

Zorgdragen voor de ontwikkeling van persoonlijke competenties

Kinderen hebben de mogelijkheid om leerervaringen op te doen dankzij het activiteitenaanbod.

Tijdens de observatie zijn de kinderen eerst vrij aan het spelen. De beroepskracht helpt een individueel kind of een groepje kinderen op weg met hun spel.

Behalve vrij spel krijgen de kinderen ook gestructureerde activiteiten aangeboden. Deze

activiteiten sluiten aan bij het thema van dit moment, namelijk Pasen. Zo zijn er al paashaasjes en paasmandjes gemaakt. Tijdens de activiteiten worden de kleuren genoemd en veel kinderen worden betrokken in het gesprek wat daar opvolgt.

De kinderen hebben speelmaatjes in de groep waardoor er gelegenheid is voor spel met gelijkgestemden.

Er is wederzijdse interactie tussen beroepskrachten en individuele kinderen.

De beroepskracht geeft de kinderen passende uitleg, aanwijzingen en correcties. De kinderen ontvangen regelmatig complimentjes. Nadat de kinderen samen hebben opgeruimd zegt de beroepskracht: "Dank jullie wel, goed gedaan hoor!"

Wanneer een kindje zegt dat ze verkouden is, zegt de beroepskracht:" Al je je neus wilt snuiten laat me dat dan weten". Een ander kindje verteld dat ze een zusje heeft gekregen en de

beroepskracht vraagt aan haar wat de naam is van dat zusje.

Zorgdragen voor de ontwikkeling van sociale competenties De kinderen zijn deel van de groep

De beroepskracht en de vrijwilligster ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. Twee kinderen worden gestimuleerd om samen te werken met de kleurpotloden. De beroepskracht zegt:"

En als je kleurtjes wil ruilen dan kan dat ook." De kinderen gaan samen aan het kleuren. De kinderen zijn bekend en vertrouwd met elkaar.

Samen spelen samen leren

De kinderen zingen voor bepaalde activiteiten, gaan gezamenlijk hun handen wassen en ruimen met zijn allen het speelgoed op wanneer er fruit en drinken op tafel komt.

Positieve sfeer en participatie

Er is een positieve sfeer waarbij het welbevinden van de kinderen goed is. Kinderen worden gestimuleerd, aangespoord en gecomplimenteerd.

Zorgdragen voor de overdracht van normen en waarden

Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.

De beroepskracht begeleid kinderen actief bij het leren kennen en omgaan met de afspraken in de groep. Zo is het gewoon op de groep dat wanneer er gespeeld is, er ook opgeruimd gaat worden.

Na het opruimen worden handen gewassen en een liedje gezongen.

Beroepskrachten vervullen een voorbeeldfunctie in spreken en handelen.

De beroepskracht en de vrijwilligster geven kinderen het goede voorbeeld van sociale vaardigheden in de omgang met elkaar en met andere kinderen. Ze zijn behulpzaam en luisteren naar de

kinderen. Ze zijn zich bewust van hun professionele voorbeeldrol. De interacties met kinderen zijn vriendelijk en hartelijk.

(6)

Voorschoolse educatie

De peuteropvang is geopend op vier dagdelen zijn van 08:30 uur tot 12:00 uur op de maandag-, dinsdag-, woensdag- en vrijdagmorgen. Hierdoor wordt voldaan aan de eis dat er ten minste 10 uur Voorschoolse Educatie (VE) wordt aangeboden.

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. De beroepskracht heeft de basisopleiding voor het programma "Startblokken" gevolgd. Door de houder worden verdiepingscursussen aangeboden.

Er wordt gewerkt met thema's die zijn gekoppeld aan een programma waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. In het pedagogisch beleidsplan staat vermeld dat er wordt gewerkt met de methode Startblokken.

Gebruikte bronnen:

 Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (mevrouw Salome)

 Interview (beroepskracht)

 Observaties

 Pedagogisch werkplan

 VVE-certificaten

 Opleidingsplan voorschoolse educatie

(7)

Personeel en groepen

Dit domein belicht de inspectiebevindingen over het domein "Personeel en groepen".

Er worden eisen gesteld aan het personeel, in dit domein wordt toegelicht of aan de eisen hieromtrent wordt voldaan.

Tevens worden er eisen gesteld aan hoe de houder met de opvang in groepen dient om te gaan.

De bevindingen over deze voorwaarden worden beschreven en beoordeeld.

Verklaring omtrent het gedrag

De verklaringen omtrent gedrag (VOG)van de beroepskracht en de vrijwilligster zijn beoordeeld.

Deze verklaringen voldoen aan de voorwaarden.

Passende beroepskwalificatie

De beroepskracht die op 4 april 2017 aanwezig is beschikt over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.

Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in één stamgroep waarin maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 2 tot 4 jaar kunnen worden opgevangen. Tijdens de observatie zijn er 8 kinderen aanwezig.

Beroepskracht-kindratio

Tijdens de observatie worden er voor het aantal feitelijk aanwezige kinderen voldoende

beroepskrachten ingezet. Er wordt voldaan aan de beroepskracht-kindratio. Er is op de groep een vrijwilligster aanwezig. Zij is boventallig en verricht ondersteunende werkzaamheden.

Gebruikte bronnen:

 Interview (beroepskracht)

 Observaties

 Diploma beroepskracht

 Verklaringen omtrent het gedrag

 Plaatsingslijsten

 Presentielijsten

(8)

Overzicht getoetste inspectie-items

Pedagogisch klimaat

Pedagogische praktijk

De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)

Voorschoolse educatie

De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.

OF

(9)

De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)

Personeel en groepen

Verklaring omtrent het gedrag

De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013.

(art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.

(art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)

Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger is niet ouder dan twee jaar.

(art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie

Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals opgenomen in de meest recent aangevangen cao kinderopvang.

(art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen

De opvang vindt plaats in stamgroepen.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF

De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.

(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Beroepskracht-kindratio

De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:

- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;

- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;

- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;

(10)

Gegevens voorziening

Opvanggegevens

Naam voorziening : Peuteropvang P.U.K.

Website : http://www.juutenco.nl

Aantal kindplaatsen : 16

Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder

Naam houder : Stichting TSO Achterhoek

Adres houder : Nijverheidsweg 7

Postcode en plaats : 7071 CH Ulft

KvK nummer : 57064563

Aansluiting geschillencommissie : Ja

Gegevens toezicht

Gegevens toezichthouder (GGD)

Naam GGD : GGD Noord- en Oost-Gelderland

Adres : Postbus 3

Postcode en plaats : 7200 AA Zutphen

Telefoonnummer : 088-4433000

Onderzoek uitgevoerd door : J. Huberts Gegevens opdrachtgever (gemeente)

Naam gemeente : Bronckhorst

Adres : Postbus 200

Postcode en plaats : 7255 ZJ HENGELO GLD

Planning

Datum inspectie : 04-04-2017

Opstellen concept inspectierapport : 05-04-2017

Zienswijze houder : Niet van toepassing

Vaststelling inspectierapport : 10-04-2017 Verzenden inspectierapport naar houder : 11-04-2017 Verzenden inspectierapport naar

gemeente

: 11-04-2017 Openbaar maken inspectierapport : 14-04-2017

(11)

Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum

De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.

De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn

(art 2.8 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie) De verhouding tussen het aantal beroepskrachten voorschoolse educatie en het

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal

(art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie). De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en