• No results found

Risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E) Arbeidsomstandigheden. Dieseko Group

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E) Arbeidsomstandigheden. Dieseko Group"

Copied!
51
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Risico-inventarisatie en-evaluatie (RI&E)

Arbeidsomstandigheden Dieseko Group

Lelystraat 49 3364 AH Sliedrecht

Uitvoering

Alka Barten-Keunen, Arbeidshygiënist

Wies van Hofwegen, Arbeids- en Organisatiedeskundige Hobeon gecertificeerd

Marti Beeftink, arbeidshygiënist/hoger veiligheidskundige Hobeon certificatienummer

36913

ArboNed Drechtsteden Stationsplein 1

3331 LL Zwijndrecht

oktober 2021

(2)

Inhoudsopgave

Managementsamenvatting 3

1. Projectaanpak 6

2. Plan van Aanpak 10

3 PMO-advies 47

Bijlage 1: Evaluatie beoordeling knelpunten 48

Bijlage 2: Nadere voorschriften inventarisatie en evaluatie 49

Bijlage 3 Vragenlijst individuele medewerker 50

(3)

In mei-juni 2021 is een actualisatie van de Risico Inventarisatie en -Evaluatie uitgevoerd bij Dieseko Group. Aanleiding van het onderzoek is de wens van de directie van Dieseko om de risico’s opnieuw in kaart te brengen. U heeft eerder een RIE uitgevoerd (2017).

De werkprocessen en activiteiten van Dieseko zijn inhoudelijk niet gewijzigd. De organisatie is gegroeid. Deze RIE ‘update’ vervangt de rapportage.

Wat hebben we geconstateerd?

Gebaseerd op deze RI&E en het bedrijfsbezoek is vastgesteld dat binnen Dieseko veel waarde gehecht wordt aan goede arbeidsomstandigheden en gemotiveerde medewerkers. Tijdens de uitvoering van de RIE zijn veel positieve punten geconstateerd en ook punten die voor verbetering vatbaar zijn.

De volgende onderwerpen zijn in uw organisatie goed geregeld:

 Er is aandacht voor veiligheid en gezond werken. Men werkt volgens ISO 9001 en ieder jaar wordt een ESG audit gehouden. Er is een arbeidsvoorwaardenhandboek aanwezig waarin ook Arbozaken worden beschreven.

 N.a.v. de vorige RIE in 2017 zijn er veel verbeterslagen gemaakt. Zo is men actief bezig met zaken beleidsmatig op orde te brengen. Zo werkt men aan een thuiswerkbeleid, worden

‘bijna’ ongevallen gemeld, zijn er preventiemedewerkers aangesteld en opgeleid en worden er werkplekinspecties uitgevoerd.

 De bedrijfshulpverlening is degelijk georganiseerd. Er zijn BHV plannen en voldoende BHV- ers aanwezig.

 Medewerkers beschikken over verantwoord meubilair en er worden middelen verstrekt bij het thuiswerken.

 Men is voornemens weer een PMO (najaar 2021) uit te voeren waar tevens meer zicht verkregen kan worden op de PsychoSociale Arbeidsbelasting van medewerkers en duurzame inzetbaarheid.

De resultaten van de RIE van organisatie zijn hieronder in het risicoprofiel samengevat. Het risicoprofiel laat zien of de aanwezige risico’s binnen een thema voldoende beheerst zijn en/of aan de huidige wet- en regelgeving wordt voldaan.

In het profiel is aan ieder thema een kleur toegekend die overeen komt met het hoogste geclassificeerde risico binnen dit thema. Een oranje kleur staat voor een hoog risico. Een gele kleur geeft een gemiddeld risico aan en een groene kleur komt overeen met een laag risico.

Thema Hoogst voorkomende risicoklasse

1 Arbo- en Verzuimbeleid Hoog

2 Werkplek Gemiddeld

3 Omgeving Hoog

4 PSA (Psychosociale Arbeidsbelasting) Hoog 5 Bedrijfshulpverlening Gemiddeld

6 Stoffen Gemiddeld

7 Fysieke belasting Gemiddeld

8 Veiligheid Hoog

Managementsamenvatting

(4)

4 Bovenstaande conclusie trekken wij op grond van onderstaande constateringen:

 Het Arbobeleid heeft de aandacht, maar moet nog verder geformaliseerd worden. De meeste activiteiten hebben nog teveel een ad-hoc karakter.

 Er is inhoudelijk al een en ander beschreven, maar uit deze gegevens kan nog niet worden opgemaakt dat de Arbo-beleidscyclus gevolgd wordt door te werken aan het continu verbeteren en evalueren van risico’s via een Plan-Do-Check-Act-cyclus.

 Er is nog onvoldoende inzicht in PSA risico’s die in de werksituatie leiden tot werkstress. Een werkdrukbeleid ontbreekt en afspraken omtrent ongewenste omgangsvormen zijn nog niet volledig.

 Periodieke voorlichtingen en instructies vinden niet (structureel) plaats. Een planmatige aanpak over risico’s in het werk (wettelijk) ontbreekt m.b.t. beeldschermwerk, thuiswerken, fysieke belasting en PSA Werkdruk en Omgangsvormen.

 Tijdens de rondgang zijn enkele knelpunten geconstateerd m.b.t. o.. klimaat, blusmiddelen, magazijnstellingen en arbeidsmiddelen.

Om deze kernproblemen op te lossen doen wij de volgende aanbevelingen:

 Arbobeleid verder vormgeven, borgen en monitoren met beleidsmatige, organisatorische en administratieve maatregelen.

 Arbostructuur verder uitwerken en, waar nodig, meer helderheid scheppen in verantwoordelijkheden taken en bevoegdheden voor Arbo (deze ook vastleggen).

 Beleid omgangsvormen aanvullen met preventieve voorlichting en corrigerende maatregelen zoals het instellen van een klachtencommissie en –regeling en nazorg (www.zelfinspectie.nl) ongewenst gedrag.)

 Inzicht en aanpak werkdrukfactoren en disfunctionele elementen in het werk door het uitvoeren van een onderzoek naar PSA Werkdruk/Omgangsvormen met aandacht voor de communicatie.

 Op gestructureerde wijze voorlichting geven over veiligheids- en gezondheidsrisico’s in het werk voor nieuwkomers (verschillende doelgroepen) en zittende medewerkers.

 Formaliseren van een thuiswerkbeleid (mede indien het thuis(flex)werken structureel wordt).

 De bedrijfshulporganisatie (BHV) verder optimaliseren (ontruimingsoefeningen houden, plan actualiseren, noodknoppen teststraat testen en vluchtwegen vrijhouden).

 Aanpak van knelpunten op de werkvloer m.b.t. o.a. klimaat, blusmiddelen, magazijnstellingen en arbeidsmiddelen.

Wat te doen?

Op basis van deze RIE stelt u het Plan van aanpak in overleg met uw Ondernemingsraad definitief vast. Daarin is vastgelegd welke maatregelen u neemt, met welke prioriteit.

Dit Plan van aanpak is de basis voor uw acties op Arbogebied in de komende jaren. Bespreek jaarlijks de voortgang van de acties uit het Plan van aanpak in overleg met uw medewerkers.

Status rapportage

Deze RIE geeft de risico's op het gebied van arbeidsomstandigheden voor de medewerkers van Dieseko goed weer. Daarnaast zijn de meest actuele inzichten op het terrein van

arbeidsomstandigheden verwerkt.

De RIE is compleet als de onderstaande onderwerpen nog nader zijn geïnventariseerd:

 Uitvoeren van een verdiepend onderzoek naar Psychosociale Arbeidsbelasting

 Een nadere inventarisatie fysieke belasting tijdens instructie door een deskundige.

(5)

 Nadere inventarisatie gevaarlijke stoffen en geluid uitvoeren.

Met dit rapport, het verdiepend onderzoek naar PSA én het Plan van Aanpak voldoet u aan de wettelijke eis tot een RIE. Uiteraard dient u (blijvend) uitvoering te geven aan de acties die in het Plan van Aanpak zijn vastgelegd.

Opbouw rapport

Het rapport is als volgt opgebouwd:

Hoofdstuk 1 beschrijft de projectaanpak.

Hoofdstuk 2 geeft de opzet voor het Plan van aanpak.

Hoofdstuk 3 bevat ons advies voor het Preventief medisch onderzoek.

In bijlage 1 is informatie opgenomen over de evaluatiemethodiek beoordeling knelpunten.

In bijlage 2 is een overzicht ter aanduiding van de nadere inventarisatie verplichting.

In bijlage 3 is de vragenlijst die uitgezet is voor de individuele medewerkers die deelnamen aan de groepsinterviews

Algemene gegevens

Uitgevoerd voor:

Organisatievorm Besloten Vennootschap

Leeftijd bedrijf 48 jaar

Contact persoon Martin Brouwer (QHSE & Facility manager) m.brouwer@diesekogroup.com

Preventiemedewerkers Martin Brouwer, Hans van Lemmeren, Bas Kamerbeek, Christiaan Tent

OR vertegenwoordiging OR@diesekogroup.com Erik van Ballegooijen (secretaris) en Vincent Gijsen (voorzitter)

Adres Lelystraat 49 te Sliedrecht

Telefoon. 01184-184410333 / 06-53326806

Certificaten ISO 9001

Branche Metaal (FME)

CAO grootmetaal (metalelektro)/ CAO klein metaal (metaal &

techniek) Eerdere RIE uitgevoerd september 2017 Informatie uitvoering:

datum bedrijfsbezoek: 31 mei en 7 juni 2021 Oplevering concept rapport 16 juli 2021

Oplevering definitieve rapport: 13-12-2021 Uitgevoerd door: ArboNed

Adres: Stationsplein 1, 3331 LL Zwijndrecht

Bedrijfsarts en procesregisseur Ruud Steijger en Jolanda den Breeijen Uitvoerend consultant A. Barten-Keunen, Arbeidshygiënist

M.P. L. van Hofwegen, Arbeids-& Organisatiedeskundige Hobeon certificaat voor verkennend PSA deel

Marti Beeftink, gecertificeerde arbeidshygiënist

Hobeon certificatienummer

36913 voor fysieke veiligheid

Telefoon: 06-82118356

(6)

6

1. Projectaanpak

Omschrijving bedrijf

Dieseko Group is een internationaal bedrijf, gespecialiseerd in fundatie techniek. Dieseko Group is producent en leverancier van trilblokken en van funderingsmachines (Woltman).

Deze RIE heeft betrekking op de locaties te Sliedrecht (Lelystraat 48, 49, 50 en 51) en de locatie te Giessenburg (Ambachtsweg 16).

Er zijn 139 medewerkers werkzaam bij Dieseko Group waarvan 113 bij Dieseko en 26 bij Woltman.

Dieseko is producent en leverancier van funderingsmachines en trilblokken. Aggregaten en trilblokken worden gemaakt en deze worden op het buitenterrein getest of ze ‘compatible’ zijn.

Dieseko omvat een machinefabriek, magazijnen en hallen (aggregatenhal, trilblokkenhal, R&D service), een spuiterij en een lashoek. Op locatie te Giessenburg vinden reparatie, revisie en nieuwbouwwerkzaamheden plaats aan funderingsmachines, waarvan een deel van de hallen onlangs is vernieuwd.

Voor een aantal afdelingen bestaat het werk vooral uit beeldschermwerk (R&D, HR, staf, finance).

Het overgrote deel van de medewerkers is in de productie werkzaam.

Binnen Dieseko zijn 4 preventiemedewerkers aanwezig en is er een Ondernemingsraad met 7 leden actief. Een aantal leden is passief lid.

De werkzaamheden zijn te verdelen in de volgende functie- en leeftijdsgroepen:

Functiegroep Aantal

 Kantoor beeldschermwerk

 Werkzaamheden Werkplaats & Productie

67 72

Productie Nieuwbouw (assemblage monteurs machines)

Servicemonteurs

Vrachtwagenchauffeur

Logistiek medewerkers

Machine bankwerkers

Servicemonteurs binnendienst (verhuurmedewerkers))

HR

Facilitaire dienst

Directie

22 9 1 13

7 2 2 1 7

(7)

Leeftijdsopbouw Aantal werknemers

 < 25 jaar 11

 25 - 34 jaar 21

 35 - 44 jaar 39

 45 -54 jaar 38

 > 55 jaar 25

 > 65 jaar 5

Man/ vrouw 122/17

medewerkers totaal 139

Bijzondere groepen

Aanwezig ca

- Jeugdigen 0

- Ouderen 5

- Zwangeren 1

- Stagiaires/ leerlingen (MEE talent) 2

- Thuiswerkers 76

- Alleenwerkers (die reizen) 9

- Anderstaligen 3

- Ingehuurd 22

Derden:

- Catering / bedrijfsrestaurant - Schoonmaakbedrijf

1 3

Wijze van uitvoering

Voor uitvoering van deze opdracht is de volgende werkwijze gevolgd:

1 Inventariserend overleg met Martin Brouwer (QHSE en Facility Manager) en Mireille Hilgenkamp (HR Officer) over het Arbo- en verzuimbeleid.

2 Met 3 managers van de Werkplaats en Logistiek, Verhuur en Machinefabriek is gesproken over de uitvoering van de arbozorg op tactisch niveau. Tevens een interview met 4

leidinggevenden van kantoorafdelingen.. Met 2 leden van de OR (voorzitter en secretaris) is gesproken over ambities en actuele zaken vanuit de medezeggenschap t.a.v.

arbeidsomstandigheden.

3 Met 10 medewerkers (at random geselecteerd) is in twee groepsinterviews gesproken over hun beleving van de PSA (Psychosociale Arbeidsbelasting) aan de hand van de vragenlijst 'kantoormedewerker' en ‘uitvoerend medewerker’. In totaal zijn 10 vragenlijsten ingevuld (uitkomsten in bijlage 3).

4 Inventariserend overleg met de facilitair medewerker en QHSE manager over BHV, gebouwbeheer, onderhoudscontracten, werken in het buitenland, gebruik van PBM’ s.

5 Inventariserende rondgangen door het bedrijfspand en langs de werkplekken door mevrouw Alka Barten-Keunen en de heer Marti Beeftink op de locaties op 7 juni 2021.

6 Afstemming geweest met de heer Aad Duivestein, hoger veiligheidskundige over de bevindingen uit de rondgang.

7 Preventiemedewerker, HR en de OR hebben het concept rapport besproken op xxxx 2021.

8 Oplevering van de definitieve RIE rapportage vond plaats op xxx 2021.

(8)

8 Voorbereiding:

Voor de uitvoering van de RIE is de volgende informatie verzameld en doorgenomen:

- verzuimgegevens 2018, 2019 en 2020 - aanstellingsbrief preventiemedewerkers - arbobeleidsverklaring Dieseko Group

- Correspondentie ISZW n.a.v. melding ongeval 2019 - werkplekinspectie hal 3 nov 2020

- werkplekinspectie machinefabriek Dieseko maart 2021 - werkplekinspectie magazijn Dieseko

- overzicht ongevallen t/m april 2021 - vordering 19 Woltman (Dieseko Group) - Covid-19 RIE

- handboek Dieseko Arbeidsvoorwaarden def juni 2019 - kopie gevaarlijke stoffen lijst Dieseko

- noodplan Dieseko Group Sliedrecht rev 3 - noodplan Woltman Giessenburg rev 1 2019 - RIE incl. plan van aanpak jan 2018 rev 1 - Rie def sept 2017

- Werkplekinstelling beeldschermwerk v 2.0

Verzuim, ongevallen en beroepsziekten:

2018 2019 2020

Verzuimpercentage 5,24 2,46 3,20

Meldingsfrequentie 1,03 1,11 0,85

Ongevallen met verzuim 3 6 1

Beroepsziekten 0 0 0

Inventarisatie:

Bij de inventarisatie is gebruik gemaakt van de ArboNed Checklist als achtergronddocument.

Deze checklist is gebaseerd op het Arbo-informatieblad nr.1 van de Inspectie SZW en RIE Manager. De RIE is uitgevoerd door Wies van Hofwegen, A&O (kern)deskundige, Marti Beeftink, arbeidshygiënist (kerndeskundige) en mevrouw Alka Barten-Keunen, consultant van ArboNed.

Ook is uw bedrijfsarts gesproken in het kader van de uitvoering van dit project.

Plan van Aanpak:

De geconstateerde knelpunten zijn in hoofdstuk 2 per onderdeel aangegeven in de vorm van een plan van aanpak. Bij de knelpunten is een oplossingsrichting en een voorstel voor prioriteit aangegeven. Dit voorstel is gebaseerd op de mate waarin een knelpunt bijdraagt aan een gevaarlijke of ongezonde werkomgeving.

Op basis van bovenstaande criteria zijn de te nemen maatregelen in drie categorieën ingedeeld, te weten:

Prioriteit

1 Prioriteit hoog Maatregelen die het eerst moeten worden uitgevoerd.

2 Prioriteit midden Maatregelen die vervolgens moeten worden uitgevoerd.

3 Prioriteit laag Maatregelen die tenslotte moeten worden uitgevoerd.

Bij het opstellen van het Plan van aanpak hebben wij rekening gehouden met de bronaanpak.

Met bronaanpak wordt bedoeld dat de risico’s al bij het ontstaan zoveel mogelijk worden

(9)

voorkomen en/of beheerst. Volgens deze aanpak worden achtereenvolgens de volgende vier mogelijkheden doorlopen:

1. Risico bij de bron aanpakken: door (technische) maatregelen aan de bron 2. Maatregelen treffen om het niveau van de blootstelling te beperken

3. Maatregelen treffen om de blootstellingsduur te beperken (organisatorische maatregelen).

4. Maatregelen treffen om blootstelling te vermijden, zoals het gebruik van oordoppen.

De definitieve prioriteitstelling rond de te treffen maatregelen maakt de werkgever, in overleg met zijn werknemers(-vertegenwoordiging). Hierbij dient rekening gehouden te worden met de volgende aspecten:

- het advies van de arbodienst;

- de wensen van de werknemers;

- de uitvoerbaarheid van de voorgestelde maatregelen;

- de kosten van de voorgestelde maatregelen.

Status RIE

Met dit onderzoek heeft u voldaan aan de wettelijke eis tot een Risico-inventarisatie en –evaluatie, zoals genoemd in de Arbowet. De RIE is betrouwbaar, volledig en een juiste weerspiegeling van uw organisatie.

(10)

10

2. Plan van Aanpak

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

1.1 Doelstellingen geformuleerd t.a.v.

arbobeleid ?

Binnen Dieseko is zeker aandacht voor arbeidsomstandigheden. Er zijn de laatste jaren slagen gemaakt om Arbozaken vorm te geven en op orde te brengen. E.e.a. is vastgelegd, onder andere in het arbeidsvoorwaarden regelement.

Men werkt aan structuur in het Arbobeleid, maar deze is zeker nog niet volledig (zoals planmatige voorlichting, doelgroepenbeleid, werkdrukbeleid, omgangsvormenbeleid, fysieke belasting etc.)

 Het arbobeleid moet nog verder geformaliseerd worden in het continu verbeteren en evalueren van risico’s via de plan-do-check-act cyclus.

 Besteed in het beleid ook aandacht aan de taken, rollen en verantwoordelijkheden op het gebied van Arbo en het formaliseren van afspraken en procedures. Evalueer het beleid periodiek.

1

1.2 Verzuim en Duurzame inzetbaarheid

beleid?

Dieseko is bij ArboNed aangesloten voor de verzuimbegeleiding en registratie. Een verzuim- protocol is aanwezig. Verzuim heeft de aandacht van HR omdat het percentage met 6% te hoog is. Dit wordt vooral veroorzaakt door het aandeel psychisch en langdurig verzuim. De hoge werkdruk én de

leiderschapsstijl spelen daarbij een rol. Vanuit HR wordt al ingezet op verzuimverlaging door het aanbieden van verzuimtrainingen aan leidinggevenden waarbij ook de stijl van beïnvloeden de aandacht krijgt.

De samenwerking met de arbodienst ervaart men nog niet als optimaal. Vooral de

doorlooptijden m.b.t. WVPW (wet verbetering poortwachter) staan onder druk.

 De leidinggevende heeft de regierol in het verzuim, houdt de medewerker betrokken en kan met zijn stijl verzuim beïnvloeden.

Train leidinggevende ook in het voorkomen van verzuim door het signaleren van stress- gerelateerde klachten en het tijdig treffen van maatregelen. Daarnaast kan de preventieve aanpak verstevigd worden door analyse (via PMO of PSA onderzoek) en aanpak van de PSA belastingen in het werk.

 Evalueer de samenwerking met de arbodienst en maak afspraken over het optimaliseren van de samenwerking en doorlooptijden.

1

1.3 Preventie

medewerker aanwezig (PMW)?

Meerdere medewerkers voeren preventietaken uit. De rol van de Preventiemedewerker is belegd bij de QHSE & Facility manager die wordt ondersteund door een 4 tal PMW-ers op

 De PMW’ers vervullen wettelijke Arbotaken uit als onafhankelijke adviseurs voor zowel het management, de medewerkers als de OR.

1

(11)

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

de werkvloer. De PMW’ers voeren ook oneigenlijke Arbo taken uit, zoals toezicht houden. Een aantal PMW heeft nog geen nascholing gehad, voornemen is om dit in het najaar in te plannen.

 De PMW’ers hebben voldoende kennis (gebaseerd op risico’s uit de RIE) en hebben een taak- en functieomschrijving.

 Stel de taken van de PMW’ers nader vast op basis van de risico’s uit deze RIE. Daaronder valt ‘mede’ het bewaken van dit plan van aanpak. (De toezichthoudende taak ligt (juridisch) in de lijn bij de leidinggevende.) 1.4 Bijzondere groepen

medewerkers en aanvullende afspraken?

Groepen die vanuit de Arbowet bijzondere bescherming genieten zijn:

 ouderen: fysieke belasting kan een rol spelen bij het ouder worden

 uitzendkrachten; er zijn afspraken met de uitzendbureaus (PBM gebruik/overwerken)

 Stagiaires (snuffelstages voor 15-16 jarigen: afspraken zijn geregeld, liggen niet vast

 Nieuwkomers: nemen deel aan een onboarding programma, (geen Arbo instructies)

 Thuiswerkers; hebben mondelinge instructies ontvangen; beleid is nog niet geformaliseerd

 Alleen werkers: servicemonteurs geen ook op klus in het buitenland en slapen in hotels.

 Minderheden/ anderstaligen: Alle

informatie wordt In het Engels verstrekt.

Evalueer periodiek het beleid bijzondere groepen en tref, indien nodig, aanvullende maatregelen.

Maak maatwerkafspraken voor doelgroepen.

 De CAO en generatiepact zijn gestopt Er is geen levensfasebewustbeleid. Maak indien nodig, maatwerkafspraken voor ouderen.

 Neem Arbo-instructies mee in het on- boardingprogramma voor nieuwkomers en uitzendkrachten (werkplek, BHV, VP, PMW)

 Jongeren onder 18 jaar: onder begeleiding laten werken en afspraken vastleggen!

 Thuiswerkers: Zier punt Voorlichting en beleid beeldschermwerk,

 Alleen werken: indien nodig extra

maatregelen als bereikbaarheid, overuren, veiligheidsaspecten bij beroepsmatig reizen en pauzegedrag.

 Minderheden: check of alle protocollen in het Engels vertaald zijn (verzuimprotocol)

2

1.5 Overleg met Ondernemingsraad (OR)?

De OR heeft ieder kwartaal overleg en ook overleg met de bestuurder en daarnaast tweemaal per jaar met de coördinator PMW.

De OR wordt actief betrokken bij Arbo en brengt zelf ook punten in. OR faciliteiten zijn voldoende. Speerpunten van de OR zijn (geweest): fietsplan, kledingpakket, het functiehuis, rookbeleid en de werkomgeving

Geen nadere afspraken nodig

(12)

12

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

verbeteringen (spoelhok en lashoek). De OR heeft een toetsende rol op het arbobeleid.

1.6 Ongevallen/incidenten registratie en melding?

Dieseko beschikt over een procedure melden en registreren van ongevallen.

Medewerkers kunnen meldingen doen en periodiek worden deze meldingen geanalyseerd en waar nodig actie ondernomen.

De PMW heeft hierin ook een rol om gevaarlijke situaties te melden.

Geen advies -

1.7 Contract met een gecertificeerde arbodienst?

Dieseko is aangesloten bij ArboNed voor de verzuimbegeleiding. Daarnaast worden, indien nodig, deskundigen ingeschakeld.

Geen advies -

1.8 Preventief (Arbo) spreekuur bekend?

Preventief spreekuur is opgenomen in het arbeidsvoorwaardenhandboek. Uit de interviews blijkt dat niet iedereen bekend is met dit spreekuur (voor klachten in relatie tot werk zonder verzuim)

 Informeer medewerkers ook anderszins over de mogelijkheid om gebruik te maken van het preventieve spreekuur bij de arbodienst.

3

1.9 Actualiteit Plan van Aanpak ?

Dieseko heeft een RI&E eerder uit laten voeren in 2017. Men heeft zelf het plan van aanpak actueel gehouden. Hier zijn geen schriftelijke geactualiseerde versies van.

 N.a.v. deze RIE met de OR het plan van aanpak vaststellen dat u door ArboNed wordt aangeboden. De voortgang van de activiteiten jaarlijks met de OR evalueren.

1

1.10 Preventief Medisch Onderzoek (PMO) aangeboden?

Men is voornemens de medewerkers in 2021 opnieuw in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan het PMO (uitvoering door AD expert).

 Zie hoofdstuk 3 advies invulling PMO.

PMO kan ook onderdeel zijn van het Duurzame Inzetbaarheidsbeleid.

2

1.11 Voorlichting en instructies Arbo en PSA?

Dieseko heeft een digitaal leerplatform.

Instructies t.a.v. veilig en gezond werken zijn hierin niet voor alle onderwerpen opgenomen.

De volgende scholingen/voorlichtingen over de risico’s van het werk (door een deskundige) vinden nog niet structureel plaats:

- periodieke voorlichting ergonomie voor nieuwe en zittende medewerkers op het werk - voorlichting voor thuiswerkers

 Geef voorlichtingsprogramma’s een structureel karakter. Dit kan voor een deel ook online via het digitaal leerplatform en voor het overige door deskundigen:

nieuwkomers: in on-boarding programma Arbo instructies opnemen

zittende medewerkers:

- voorlichting thuiswerken

- voorlichting beeldschermwerk: (1x 3 jaar) 2

(13)

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

- voorlichting fysieke belasting; Toolboxen vinden wel plaats (in het verleden ook door 5x Beter), maar gedeeltelijk en ad-hoc. Er is geen eigenaarschap.

- periodieke voorlichting over PSA werkdruk en omgangsvormen

- PSA werkdruk/omgangsvormen (1x jaar) - buitendienst: Arbo policy 1x per jaar - fysieke belasting revitaliseren en per afdeling 5x beter metaalbranche

 In het voorlichtingsprogramma het doel aangeven, de betrokken deskundigheid, periodiciteit en aantoonbaarheid, bijvoorbeeld door deelname registratie 1.12 Veiligheid derden? Derden zijn altijd onder begeleiding of toezicht

op het terrein aanwezig of werkzaam. Geen advies

1.13 Taken,

verantwoordelijk-heen en bevoegdheden t.a.v. Arbo?

De Arbostructuur ontbreekt nog of is niet overal bekend bij de medewerkers. Functies t.a.v. Arbo zijn nog niet (op alle gebieden) omschreven.

 TBV ’s helder omschrijven en, waar nodig vastleggen. Denk hierbij aan de directie, leidinggevenden (vullen het tactische niveau in), medewerkers, OR en (gemandateerde) taakverdeling tussen lijn en staf. Neem deze informatie op in het arbobeleidsplan.

2

1.14 Veiligheidsbewustzijn en toezicht?

Om het veiligheidsbewustzijn te vergroten worden regelmatig werkplekinspecties gehouden door de PMW’ers.

Geen advies

1.14 A

Toezicht veilig gedrag leidinggevende?

Leidinggevenden hebben een signalerende rol bij overbelasting (mentaal/fysieke) ter voorkoming van verzuim. Er wordt toezicht gehouden op het veilig en gezond werken, echter nog niet voldoende blijkt uit gesprekken en rondgangen. Arbo dient in de lijn te liggen en PMW heeft een signalerende rol i.p.v.

toezichthoudende rol.

 Evalueer regelmatig de procedures en werkinstructies t.a.v. veilig en gezond werken en stel dit zo nodig bij.

2

1.14 B Veilig gedrag medewerkers?

Voor zover bekend vertonen medewerkers een veilig gedrag. Er is beleid veilig gedrag (alcohol, drugsgebruik en medicatie opgenomen in het arbeidsvoorwaarden handboek).

Geen advies

(14)

14

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

1.15 Samenwerking en overleg?

Er zijn diverse vormen van overleg waarin Arbo zaken worden besproken. Werkbeleving wordt hierin niet structureel besproken. Uit

gesprekken blijkt dat beoordelingsgesprekken nog niet op alle afdelingen structureel gehouden worden.

 Gesignaleerde Arbo aandachtspunten uit de diverse overleggen terugkoppelen aan HR/PMW en opnemen in het plan van aanpak.

 Blijf in contact. Samenhang en cohesie binnen teams is belangrijk, ook bij thuis werken. Neem dit aspect eveneens op in het thuiswerkbeleid.

 Houd structureel functioneringsgesprekken met de medewerkers van alle afdelingen volgens een eenduidige methode.

2 LG

uitvoering en HR beleid

1.16 Bij inkoop, ontwerp ver- en nieuwbouw rekening houden met Arbo

Diverse hallen zijn verbouwd/gerenoveerd. Bij de inrichting en inkoop van meubilair wordt rekening gehouden met wet- en regelgeving en kwaliteitsnormen. De PMW heeft hierbij een belangrijke rol.

 Stel naast wettelijke normen altijd ook eigen criteria op (Arbo check/plan van eisen) bij wijziging van inrichting of aanschaf van arbeidsmiddelen. Dit om te voorkomen dat risico’s in huis worden gehaald.

3

1.17 Bepalingen over werk- en rusttijden ?

Dieseko voert beleid waarbij werk en rusttijden in acht worden genomen. Overwerk vindt plaats in overleg en overwerk wordt gecompenseerd/uitbetaald.

Geen knelpunten geconstateerd. Evalueer periodiek de huidige afspraken en blijf in overleg met de medewerkers.

-

1.18 Afspraken consignatie- diensten/

ploegendiensten?

Afspraken hierover zijn opgenomen in het handboek Arbeidsreglement.

 Geen advies

1.19 Hanteert de

organisatie voer Beleid PBM (persoonlijke beschermingsmidde- len)?

Afspraken over PBM zijn opgenomen in het handboek arbeidsvoorwaarden. Hierin worden middelen als schoenen, gehoorbescherming en veiligheidsbrillen beschikbaar gesteld. De overige middelen zijn hierin niet benoemd.

Afhankelijk van de functie heeft men

beschikking over de beschermingsmiddelen. De PBM’s zijn CE gekeurd en onderhoud hiervan is niet overal geregeld.

 Vul het PBM beleid aan met type, onderhoud en gebruik middelen aan (denk aan hesjes, helm, adembescherming, handschoenen).

2

1.20 Beleid op plaats en onafhankelijk werken aanwezig?

Mondeling zijn er diverse afspraken gemaakt, echter dit is nog niet geformaliseerd binnen Dieseko.

 Formaliseer het beleid thuiswerk en besteed hierin naast aandacht voor de werkplek

2

(15)

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

thuis en voorlichting ook aan de mentale belasting tijdens thuiswerk.

Thuiswerken | Hoe werkt Nederland 1.21 Aantoonbare

afspraken gemaakt in 1,5 meter samenleving (coronabeleid)

Er zijn afspraken gemaakt m.b.t. corona maatregelen om verspreiding te beperken en besmetting te voorkomen. Zo zijn er afspraken over de persoonlijke hygiëne, aanwezigheid op kantoor, schoonmaak frequentie en

handdesinfectie. De 1,5 meter wordt zoveel mogelijk waar mogelijk gehanteerd.

De richtlijnen van het RIVM, GGD en de overheid worden hierin gevolgd. HR en de PMW is aanspreekpunt voor medewerkers m.b.t.

Covid-19. Er is een aanvullende RIE opgesteld m.b.t. Covid conform metaalunie template.

Deze afspraken zijn niet geformaliseerd en opgenomen in het handboek.

 Integreer de afspraken omtrent covid 19 in het handboek.

3

2. WERKPLEK

2.1.1 Gebouw en terrein goed toegankelijk?

Dieseko Group heeft diverse panden waarvan terrein en toegang tot gebouw veilig en goed toegankelijk zijn.

Geen advies - -

2.1.2 Transport en looprouten veilig?

In de hallen en buiten zijn de paden gemarkeerd. Op een aantal plaatsen is de belijning minder zichtbaar (buiten) en aan onderhoud/vervanging toe.

 Neem maatregelen om de belijning weer goed zichtbaar te maken.

2

2.1.3 Vloeren egaal en voldoende stroef?

Vloeren in de panden zijn voldoende stroef en egaal. Het buitenterrein is op enkele plaatsen verzakt (achter magazijnhallen). Dit kan negatief bijdragen aan de fysieke belasting van medewerkers en is reeds een aandachtspunt binnen de organisatie. Ook is de overgang naar de hallen niet overal gelijk, er wordt gebruik gemaakt van rijplaten. De vloeren zijn voldoende stroef.

 Pak de vloeren aan en waar nodig stem dit af met de verhuurder.

3

(16)

16

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

2.1.4 Zijn trappen en bordessen in goede staat?

Niet alle bordessen zijn voorzien van goede hekwerken/relingen. Een stoot/schoprand ontbreekt. Denk hierbij ook aan bordes in Sliedrecht magazijn en bordes te Giessenburg (Woltman).

Stootrand ontbreekt op het bordes (Sliedrecht)

Door het ontbreken van kantplank kan materiaal naar beneden vallen of bestaat kans op valgevaar (Giessenburg)

 Breng afscherming aan bij de bordessen en zorg dat valgevaar wordt voorkomen.

Voorzie bordes van hekwerk met leuning op heup, kniehoogte en kantplank.

 Zorg dat bordes goed veilig kan worden betreden (vaste trap).

Ter info onderstaande link:

Bordessen afschermen | Arbocatalogus Technische Groothandel (arbocatalogus-tg.nl)

1

(17)

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

2.1.5 Leidt glas in gebouw tot onveilige situatie?

Tijdens de rondgang zijn geen glazen deuren zonder markering aangetroffen.

Geen advies

2.1.6 Voldoende adequate voorzieningen

(kleedruimte, sanitair, toiletten) aanwezig?

Binnen Dieseko zijn voldoende sanitaire voorzieningen aanwezig en kleedruimten zijn aanwezig voor de operationele medewerkers zowel in Giessenburg als Sliedrecht.

Geen advies

2.1.7 Hinder door roken? Het roken op de werkplek is niet toegestaan maar vindt buiten plaats.

Geen advies

2.1.8 Asbest aanwezig in het gebouw?

Voor zover bekend is geen asbest aanwezig in de panden van Dieseko te Sliedrecht en Giessenburg. Er wordt door medewerkers niet gewerkt met asbest

Geen advies

2.1.9 Legionella maatregelen?

De aanwezige brandhaspels worden periodiek gekeurd door een extern bedrijf. Er zijn voor de medewerkers productie een aantal douches aanwezig op beide locaties die structureel worden doorgespoeld. Bij onregelmatig gebruik is er een gering risico op legionella besmetting.

Dit wordt ondervangen door in de vakanties afspraken te maken over het doorspoelen.

 Laat na de zomerperiode en lange tijd ongebruikt ook de niet wekelijks gebruikte kranen altijd goed doorlopen alvorens te gebruiken.

3

COVID-19 beleid Er zijn afspraken m.b.t. COVID-19 waarbij men de richtlijnen van het RIVM volgt. Medewerkers komen gefaseerd weer terug op het werk en maatregelen worden getroffen:

- de schoonmaak wordt geïntensiveerd.

- het klimaatsysteem wordt aangepast met vochtige lucht en maximale capaciteit, ramen open

- gedragsregels hygiëne zijn aanwezig.

- BHV bezetting wordt aangepast etc.

Aanvulling op het beleid:

 Wijzigingen in RIVM advies doorvoeren.

 Een aanspreekpunt aanwijzen waar men terecht kan met vragen over COVID-19.

 Maak inzichtelijk welke mensen onder risicogroepen vallen.

 Gedrag thuiswerkers pauzegedrag, inrichting contact etc.(Zie punt 2.2.10 Werkplek thuis)

2

2.1.10 Documentatie gebouw gebonden installatie?

De gebouw gebonden installaties zoals schakelkasten, bedieningsschakelaars zijn gedocumenteerd.

Geen advies

(18)

18

Nr. Onderwerp Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verant- woorde-

lijke Planning

Datum gereed Status/stvz

2.1.11 Onderhoudscontracten en inspectie voor installatie en

apparatuur aanwezig?

Middels onderhoudscontracten vindt planmatig onderhoud plaats aan gebouw en installaties (hijsinstallaties, transportbanen, overhead- deuren, hekken etc.). Dit wordt veelal uitbesteed aan extern deskundigen die dit op veilige wijze uitvoeren.

Geen advies

2.2.12 Periodieke keuring deuren, hekken, liften, docks, hijs-installaties en transportbanen

Alle hijsinstallaties, overheaddeuren, hekken worden periodiek gekeurd door extern deskundige). Dit vindt volgens planning consequent plaats.

Geen advies

2.1.13 Planmatig onderhoud plaats aan gebouw/

installatie?

Er vindt waar nodig planmatig onderhoud plaats aan gebouw/installatie in afstemming met de verhuurder.

Geen advies

Nr. Onderwerp

Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verantwo

ordelijke Planning

Datum gereed Status/stvz

2. WERKPLEK- werkplekinrichting

Besluit Beeldschermwerk is van toepassing bij > 2 uur per dag beeldschermwerk. Er geldt een preventief beleid ter voorkoming van klachten door ongunstige/statische houdingen.

2.2.1 Zijn werkruimten voldoende ruim ingericht?

Op kantoor (pand 49 en 50, afdeling R&D) zitten medewerkers in open ruimte (kantoortuin). Niet alle medewerkers zijn op kantoor aanwezig, een deel werkt vanuit huis. De beschikbare ruimte voor beeldschermwerkers is over het algemeen voldoende. Bij Woltman zat men met relatief veel personen in een kleine ruimte.

 Zorg dat medewerkers op kantoor altijd ook 1,5 meter kunnen aanhouden. Vermijd kantoorwerkplekken direct naast elkaar of tegenover elkaar.

 Maak eventueel gebruik van kuchschermen (voldoende afmetingen) om besmetting te voorkomen.

2 - -

2.2.2 Zijn werkplekken ergonomisch ingericht?

Het meubilair is ergonomisch verantwoord op kantoor. Niet alle medewerkers hebben hun werkplek ingesteld met de mogelijkheden die er zijn.

 Zie punt 1.11 voorlichting geven over de instelbaarheid van het meubilair en gezonde werkhouding.

2

(19)

Nr. Onderwerp

Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verantwo

ordelijke Planning

Datum gereed Status/stvz

2.2.3 Staand werk Staand werk wordt door diverse personen verricht, wat regelmatig wordt afgewisseld met lopen. De werkbanken in de werkplaatsen een vaste werkhoogte, waar mogelijk afgestemd op de gebruikers. Door spullen onder werktafels te plaatsen kan een goede werkhouding worden belemmerd.

 Houd de ruimte onder werktafels in de productie zoveel mogelijk vrij van materialen om voldoende voet- en beenruimte te waarborgen. De vrije beenruimte is 60x60 en voetruimte 80 cm.

3

2.2.4 Zittend werk In de productie zijn op diverse plaatsen

stoelen/krukken gesignaleerd om waar mogelijk te zitten. Er is sprake van afwisseling voor medewerkers in de productie. Zij zitten relatief weinig achter het scherm.

Geen advies

2.2.5 Printers,

kopieermachines

Printers en kopieerapparatuur staan opgesteld in aparte reproruimtes. Er zijn

onderhoudscontracten afgesloten. Bij R&D staat een kleine printer nabij de gebruiker (< 1,5 meter). De grote printer staat apart.

 Geen advies behoudens het verplaatsen van de kleine printer bij R&D 1e etage op enige afstand van gebruikers (hal).

 Zorg dat de ventilatieopening van de gebruiker af is gericht.

3

2.2.6 Maatregelen om de werkplek opgeruimd te houden clean desk?

Er liggen her en der spullen en is er op sommige plaatsen veel papier aanwezig. Hierdoor is er risico van onoverzichtelijke situaties, valgevaar, verhoogde fysieke belasting en stof. Aanwezige stof/papier op kantoor kan het binnenklimaat negatief belasten en mogelijk leiden tot allergische reacties.

 Maak afspraken over wat bewaard wordt, geschikte wijze van opslaan/opslagplaats en voer niet gebruikte materialen af. Houd regelmatig opruimacties.

3

2.2.7 Materialen veilig opgeslagen magazijn?

Bij Dieseko worden materialen veelal in stellingen opgeslagen. Een aantal stellingen zijn niet goed gekeurd (doorlichtbeveiliging

ontbreekt, maximale belasting is niet

aangegeven, en/of aanrijdbeveiliging ontbreekt).

Dit aspect is bekend binnen de organisatie.

 Zorg dat alle stellingen gekeurd zijn en voorzie deze van aanrijdbeveiliging, maximale belasting.

2

(20)

20 Nr. Onderwerp

Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verantwo

ordelijke Planning

Datum gereed Status/stvz

borgpen ontbreekt in de stelling

2.2.8 Werkplekken thuis volgens de ergonomische beginselen ingericht

Er wordt veel aan gedaan om het thuis werken zo prettig en gezond mogelijk te laten verlopen (instructies, afspraken, voorzien in materiaal). Een thuiswerkbeleid is nog niet geformaliseerd.

 Maak goede afspraken over gezond thuiswerken. Formaliseer het beleid als het thuis-/flexwerken structureel wordt. Neem in dit beleid op: pauzegedrag, contact, werk- privé-balans, werkplekergonomie, mentale belasting (periodieke herhaling van instructies).

Thuiswerken | Hoe werkt Nederland

2/3

2.2.9 Is de diversiteit van de werkplekken voldoende?

Deel van de werkplekken hebben een open karakter. Medewerkers hebben hun vaste werkplek en kunnen uitwijken naar ‘andere’

plekken die concentratie, overleg of privacy behoeven. In kantoortuinen ervaren

medewerkers klachten van onrust en hinderlijk geluid. Dit aspect zal meer gaan spelen indien iedereen weer op kantoor weer aanwezig is.

Hinderlijk geluid kan leiden tot vermoeidheid en verminderde concentratievermogen.

 Het is aan te bevelen om te onderzoeken hoe groot dit probleem kan worden (indien iedereen weer op kantoor komt) en aan welke maatwerkaanpassingen men behoefte heeft m.b.t. diversiteit t.a.v. de inrichting.

3

2.3.1 Op locatie Incidenteel komen servicemonteurs (8 medewerkers) op locatie bij derden voor onderhoud. Men gaat dan ook wel eens naar het buitenland. Er zijn afspraken gemaakt over het veilig werken op locaties en deze opgenomen in

Houd de afspraken actueel en vul waar nodig aan (zie 2.3.3).

3

(21)

Nr. Onderwerp

Bevindingen /knelpunt Advies Risicoklasse

E x B x W=R

Verantwo

ordelijke Planning

Datum gereed Status/stvz

het arbeidsvoorwaarden handboek conform wetgeving

In de praktijk wordt aggregaat en/of trilplaat meestal naar de werkplaats gebracht.

2.3.2 Beleid ambulante medewerkers aanwezig?

Beleid/afspraken hierover zijn gemaakt voor deze groep personen. Betreffende

servicemonteurs beschikken over VCA.

Geen advies

2.3.3 Gevaren bij gebruik transport/vervoers- middelen

voorkomen?

Medewerkers beschikken over werkbus/auto.

Afspraken over het gebruik van de auto zijn gemaakt (opgenomen in handboek). De vervoersmiddelen beschikken over EHBO doos.

Een kleine brandblusmiddel is standaard aanwezig.

 Geef medewerkers verkeerstraining (i.v.m.

herfst/winterseizoen risico gevaarlijk wegdek)

 Geef instructie over instelling autostoel.

 Maak afspraken over rij- rusttijden.

 Overweeg registratie geldigheid rijbewijs.

3

2.3.4 Transport materiaal veilig?

T.b.v. transport van materiaal beschikken servicemonteurs over een aantal werkbussen.

Deze zijn voorzien van gereedschap en een EHBO doos. Materiaal wordt goed vastgezet om vallen/rollen te voorkomen.

Controle en onderhoud van deze werkbussen vindt periodiek plaats (uitbesteed).

Het transport van aggregaten/triplaat gaat via de weg waarvoor chauffeurs worden ingehuurd.

Dieseko beschikt over een eigen chauffeur die de benodigde opleidingen heeft gevolgd.

Geen advies

2.3.5 Betreden terrein derden onder begeleiding

Derden komen enkel onder begeleiding op het terrein of wordt aangeduid waar ze mogen komen.

Geen advies - - -

(22)

22 3. WERKPLEKOMGEVING

3.1 Klimaat

3.1.1 Binnenklimaat en klachten

Het binnenklimaat in de aggregatenhal en trilblokkenhal is redelijk tot goed geregeld door aanwezigheid van vloerverwarming (in

aggregatenhal) en dakluiken (in de hallen) die open kunnen.

Op kantoren kunnen ramen open en zijn er airco’s aanwezig in de ruimten.

Klachten over het binnenklimaat worden geuit (seizoensgebonden) met name in de werkplaats machinefabriek in Sliedrecht waar enkel sprake is van natuurlijke ventilatie in combinatie met plat dak. In de zomermaanden kan het in de werkplaats erg warm worden, dikwijls worden dan ijsjes uitgedeeld.

Een hitteprotocol is niet aanwezig.

 Blijf aandacht houden voor klimaatklachten die geuit worden d.m.v. klachtregistratie.

Los deze zoveel mogelijk op, rekening houdend met de eigenschappen van het gebouw.

 Verbeter het klimaat in de werkplaats door deze in mechanische ventilatie of airco te voorzien.

 Maak afspraken over werken in de warme zomermaanden (hitte protocol).

2

3.1.2 3.1.3

Thermisch klimaat voldoende beheerst?

Diverse hallen Dieseko is het klimaat voldoende beheerst. De nieuwere hallen zijn voorzien van vloerverwarming en voldoende afzuiging (dakluiken). Er is sprake van mechanische afzuiging. Op kantoren zijn airco units aanwezig om het klimaat behaaglijk te houden in de zomermaanden.

 Zie advies 3.1.1

3.1.3 Werkplekken voldoende geventileerd?

De werkplekken worden voldoende geventileerd.

De werkplaats machinefabriek lijkt door aanwezigheid van enkele natuurlijke ventilatie niet voldoende te worden geventileerd. Klachten worden geuit op deze werkplek

 Inventariseer klachten en laat zo nodig een klimaatmeting uitvoeren.

 Door de koolzuurconcentratie in de ruimte te meten kan inzicht verkregen worden in de mate van ventilatie in de ruimte.

2

3.1.4 Voldoende bescherming teen hitte?

In de proefdraairuimte kan het warm worden.

Van mogelijk te warm klimaat kan sprake zijn in de werkplaats (machinefabriek).

Daarnaast kunnen medewerkers door

werkzaamheden buiten uit te voeren, hinder van de hitte krijgen (warme zomers). Een

hitteprotocol is niet aanwezig.

 Stel een hitte protocol op (afspraken m.b.t.

temperatuur, drinken, werk en rusttijden vastleggen). Eventueel een hitte stress meting verrichten (WBGT).

2

(23)

3.1.5 Voldoende

bescherming tegen koude?

Er kan sprake zijn van koude aangezien medewerkers ook buiten werkzaam zijn. Men beschikt over voldoende koude werende werkkleding.

Geen advies - - -

3.2 Licht

3.2.1 Voldoende daglicht in de ruimten?

Er is voldoende daglicht in de ruimtes. Er zijn nagenoeg geen inpandige ruimtes aanwezig m.u.v. werkplaats machinefabriek.

Geen advies - - -

3.2.2 Is het verlichtings- niveau afgestemd op de visuele taken in het werk?

Er is LED verlichting voorzien van armaturen. De verlichting hangt hoog, maar er zijn geen klachten van medewerkers over te weinig licht op de werkplek. In de hallen wordt het lichtplan in uitvoer genomen.

Geen advies - - -

3.2.3 Ramen voorzien van zonwering en/of helderheidswering?

Ramen op kantoor zijn voorzien van zon/helderheidswering. In verband met opstelling van beeldschermen (evenwijdig aan het raam) is luxaflex aanwezig om invallend licht te weren.

Geen advies - - -

3.3 Geluid 3.3.1 3.3.2

Geluid hinderlijk/

schadelijk

Op diverse plaatsen in de hallen (aggregaten, trilblokken, lashal) en machinefabriek (incl.

Woltman) is sprake van werkzaamheden waarbij schadelijk geluid wordt geproduceerd.

De hallen in Sliedrecht zijn voorzien van geluiddempende/isolerende wanden.

Het gebruik van slagboren, luchthamers, perslucht etc. zijn bronnen die kortdurend worden gebruikt. Medewerkers beschikken over otoplastieken. Medewerkers in de omgeving kunnen hinder ondervinden van de

werkzaamheden.

 Geef met behulp van markering het gebruik van gehoorbescherming aan, bijvoorbeeld aanbrengen van markering/sticker op de betreffende arbeidsmiddelen en ruimten.

 Informeer dat medewerkers die in de omgeving van geluidsactiviteiten eveneens gehoorbescherming dragen.

2

3.3.3 Beoordeling blootstelling geluid?

Een beoordeling van geluidsbelasting is niet eerder uitgevoerd.

 Laat een geluidmeting uitvoeren in alle werkplaatsen om de geluidsbelasting van de medewerkers inzichtelijk te maken.

1

3.3.4 Maatregelen ter reductie schadelijk geluid genomen?

Er wordt gebruik gemaakt van (veel) accu aangedreven handgereedschap gebruikt.

Geen advies. - - -

(24)

24 bronmaatregelen aan de apparatuur is niet

verder mogelijk.

3.3.5 Gehooronderzoek Medewerkers in de productie wordt een

gehooronderzoek aangeboden. Dit aspect wordt eveneens in het PMO meegenomen.

Geen advies 2

3.3.6 Gebruik otoplastieken

Medewerkers beschikken over

gehoorbescherming, echter maakt niet iedereen hier gebruik van. De otoplastieken worden periodiek getest (lektest).

Toolbox geluid is gegeven aan medewerkers om ze te wijzen op de risico’s van schadelijk geluid en hoe dit te reduceren.

Toezicht op het gebruik van otoplastieken is niet/onvoldoende aanwezig.

 Blijf medewerkers periodiek voorlichten over het gebruik van de gehoorbescherming tijdens bepaalde werkzaamheden.

 Houd als voorman/leidinggevende toezicht hierop en spreek medewerkers hierop aan.

2

3.3 Straling

3.4.1 Straling Medewerkers komen met straling in aanraking tijdens laswerkzaamheden en tijdens het werken buiten. In de zomermaanden kan men worden blootgesteld aan UV straling.

Tijdens het lassen is sprake van UV licht, waarvoor men gebruik maakt van lasschermen en een laskap met UV filter. Blootstelling aan ioniserende straling vindt niet plaats.

 Besteed via toolbox aandacht aan het werken in zonlicht en te nemen maatregelen.

2

3.4.2 Is er protocol aanwezig voor het werken met

ioniserende straling?

Er wordt niet gewerkt met röntgenstraling. Niet van toepassing

Niet van toepassing - - -

3.4.3 is er protocol aanwezig voor het werken met niet ioniserende straling?

Er wordt gelast, zoals eerder genoemd. De betrokkenen zijn deskundig (opgeleid). Verder zijn er interne lasers in enkele apparaten aanwezig. Onderhoud wordt uitbesteed aan deskundige bij storing/defect.

Geen advies - - -

3.4.5 Is apparatuur voorzien van pictogram?

Apparatuur t.b.v. R&D welke is voorzien van stralingsbronnen zijn voorzien van pictogram.

Geen advies - - -

(25)

3.4.6 medisch onderzoek aanwezig m.b.t.

ioniserende straling?

Niet van toepassing Niet van toepassing - - -

3.4.7 Blootstelling aan elektromagnetische velden (EMV)?

Niet van toepassing Niet van toepassing - - -

PSYCHOSOCIALE ARBEIDSBELASTING (PSA) Dit betreft een samenvatting van gehouden interviews en uitkomsten van de uitgezette vragenlijsten in bijlage 3.

De uitkomsten geven een indicatie van de Psychosociale Arbeidsbelasting.

4.1 Werkdruk 4.1.3

4.1.5

Autonomie en afwisseling in het werk?

Men werkt zelfstandig. Medewerkers ervaren voldoende eigen verantwoordelijkheid en autonomie in het werk.

Geen advies - - -

4.1.1 4.1.2 4.1.4

Ervaren Werkdruk (door tijdsdruk, werktempo en hoeveelheid werk)

In de interviews wordt een hoge werkdruk ervaren ten gevolge van:

- grote werkhoeveelheid in combinatie met tijdsdruk (deadlines) waardoor (te)veel druk op de medewerkers

- veel overwerken (is niet verplicht) - planningsproblemen

- communicatie (top-down) - taakonduidelijkheid (engineers) - ervaren van een tekort aan

energiebronnen, zoals te weinig waardering, werk-privébalans (bij thuiswerken) - cultuurverandering bedrijf

- individuele factoren: coping, werk-privé

Een onevenwichtige of structureel te hoge werkdruk kan zich vertalen in welzijns-,en gezondheidsklachten en toename van verzuim. Werkdruk (in balans) kan ook stimulerend zijn en leiden tot positieve gevoelens zoals werkplezier en veerkracht.

Ook deze ervaringen worden herkend (tijdens de interviews).

Om meer zicht te krijgen op PSA factoren die leiden tot werkstress en daarop gerichter maatregelen te kunnen treffen, is het advies om werkdruk nader te inventariseren middels een verdiepend PSA onderzoek (of aan bod laten komen in het PMO onderzoek). De aanbevelingen opnemen in dit Plan van Aanpak.

De volgende acties zijn al in gang gezet - Het meer aantrekken van extra ‘tijdelijk’

personeel wat de druk kan doen verlichten.

- Het onderbrengen van werk bij onderaannemers

Acties die direct in gang gezet kunnen worden:

- focus op keuzes (wat doen we wel/ niet) - verder ontwikkelen van skills

- signaleren en bespreken van werkdruk - voorlichting geven over PSA werkdruk.

- disfunctionele elementen in het werk aanpakken (communicatie, workload, tegenstrijdige doelen)

- bij overbelasting maatwerkprogramma’s aanbieden (expertise bedrijfsarts)

1

(26)

26 4.1.6 Worden

medewerkers voldoende

geïnformeerd over het doel en resultaten van hun werk?

In meerdere interviews wordt aangegeven dat de top-down communicatie beter kan.

Besluitvorming door de top en de top-down communicatie blijft vaak uit of bereikt de werkvloer niet. Dit werkt frustrerend voor de werkvloer en heeft (veel) impact op het werkplezier op de werkvloer.

 Bepaal een strategie hoe de werkvloer te bereiken.

 Voorstel vanuit de interviews: beschrijf de communicatieroutes en maak ze transparant

 Neem in het PSA belevingsonderzoek vragen mee over de onderlinge communicatie en het informeren.

2

4.1.7 Is de werksfeer in het algemeen goed?

De onderlinge werksfeer wordt in de interviews in het algemeen als zeer prettig ervaren.

Medewerkers ervaren steun van elkaar, een hechte sfeer en goede samenwerking. Ook tussen de afdelingen is de sfeer meestal goed.

 Blijf een goede werksfeer onderhouden en stimuleren.

Goede arbeidsverhoudingen tussen collega’s en collega’s met hun leidinggevenden is een belangrijk onderdeel van de kwaliteit van de arbeid.

- -

4.1.8 Zijn er voldoende contactmogelijk- heden

Bij alle interviews wordt aangegeven dat communicatie aandacht nodig heeft (en gezien wordt als een prioritair risico). Niet alle afdelingen stemmen goed met elkaar af. Niet iedereen voelt zich verantwoordelijk om te communiceren. Bij vragen (bottom-up) blijven antwoorden (top-down) vaak uit. Dit is ook frustrerend voor de bedrijfsvoering.

 Het PMO kan meer inzicht verschaffen in de communicatieproblemen. Neem daarop gerichte maatregelen.

 Middels de diverse overlegvormen communicatie aan bod laten komen en de input uit de diverse groepen meenemen in dit plan van aanpak

 Medewerkers geven zelf aan meer te willen afstemmen, waar nodig.

 Tegenstijdigheden in het werk aanpakken (zoals omzet & service & voorraad)

2

4.1.9 Zijn er voor de medewerkers voldoende groei en scholings-

mogelijkheden?

Opleiding is mogelijk en wordt ook besproken in beoordelingsgesprekken.

Bepaalde workshops, trainingen, trajecten kunnen altijd gevolgd worden. Beleidsmatig is scholing nog niet belegd. Er zijn geen

opleidingsbudgetten. Uit gesprekken komt naar voren dat functioneringsgesprekken nog niet structureel plaats vinden.

 Koppel het opleidingsbeleid bij voorkeur aan het HRM beleid, zodat kansen voor iedereen optimaal benut worden.

 Zorg dat met iedereen

beoordelingsgesprekken worden gehouden (kantoor en productie) op een éénduidige wijze.

3

4.1.10 Is er regelmatig werkoverleg met medewerkers

Er vindt regelmatig overleg plaats met medewerkers. Dit verschilt sterk per team of leidinggevende.

 Zorg dat structureel overleg met de medewerkers plaats vindt.

3

(27)

4.2 Ongewenst gedrag (pesten, ‘seksuele’ intimidatie, discriminatie, agressie, geweld) 4.2.1 Zijn er vormen van

ongewenst gedrag bekend:

- Pesten - Seksuele Intimidatie - Discriminatie

Als medewerkers bloot staan aan ongewenste omgangsvormen kan dit stress veroorzaken.

Emotionele belasting vraagt een hogere herstelbehoefte (met risico op verzuim).

Op basis van dit onderzoek kunnen geen uitspraken gedaan worden over de mate van ongewenste omgangsvormen op de werkvloer.

Uit de vragenlijsten (steekproef) blijkt dat ongewenst gedrag weinig voorkomt. Eén medewerker geeft aan weleens te maken te hebben gehad met agressie. De overige deelnemers geven aan niet blootgesteld te zijn aan ongewenst gedrag. Voor een valide onderzoek is 50% deelname nodig.

 Uit het verdiepend PSA onderzoek zal blijken in welke mate ongewenst gedrag voorkomt.

 Ter preventie van ongewenste

omgangsvormen is het belangrijk dat een beleid ongewenst gedrag gevoerd wordt met preventieve maatregelen (zoals een

planmatige voorlichting voor medewerkers én voor leidinggevenden) en corrigerende maatregelen getroffen worden (sancties, klachtenregeling en klachtencommissie).

 Beschrijf ook wat men verstaat onder ongewenste omgangsvormen. Wanneer is bijvoorbeeld sprake van discriminatie?

2

4.2.2 Zijn gedragsregels geformuleerd voor omgangsvormen?

1e opvang/nazorg?

Er staan gedragsregels in een code of conduct en men kan zich wenden tot de

vertrouwenspersoon. Echter, maatregelen richten zich enkel tot het anoniem melden van incidenten (beschreven in het

arbeidsvoorwaardenreglement). De corrigerende maatregelen en sancties (klachtencommissie en -regeling, nazorg) worden hierin niet benoemd.

• Het PSA Beleid omgangsvormen verder uitwerken en aanvullen met sanctieafspraken, nazorg, wijze van melden/registreren en nader analyseren.

Zie ook:

http://werkdrukenongewenstgedrag.zelfinspectie .nl/

2

4.2.3 Is er een vertrouwens persoon

Er is een interne vertrouwenspersonen. Een externe vertrouwenspersoon is niet aangesteld, indien men niet intern eea wil/kan bespreken.

 De vertrouwenspersoon kan een rol vervullen in vervullen door periodiek een campagne te organiseren.

 Overweeg het aanstellen van een externe vertrouwenspersoon, indien medewerkers niet bij de interne vertrouwenspersoon terecht willen/kunnen.

3

4.2.4 Worden

omgangsvormen gemeld en geregistreerd?

Ongewenste omgangsvormen worden nog niet gemeld of geregistreerd.

 De vertrouwenspersoon jaarlijks laten terugkoppelen aan de bedrijfsarts en de preventiemedewerker.

3

(28)

28 5. BEDRIJFSHULPVERLENING

5.1 Bedrijfshulp Verlening bedrijfsnoodplan?

De BHV organisatie is georganiseerd en voldoet in grote lijnen aan de Arbowet. Dit houdt in dat het noodplan is afgestemd op het bedrijfsproces en risico’s en er een ontruimingsplan opgenomen is. Het noodplan op de locaties beschrijft de basis informatie, echter vormt het

ontruimingsplan hier nog geen integraal onderdeel van. De organisatie is bezig met actualisatie hiervan m.b.v. externe organisatie (DGS). Plattegronden zijn hierin nog niet opgenomen en de namen van de BHV-ers dienen nagelopen te worden.

Ontruimingsoefeningen worden nog niet jaarlijks gehouden en geëvalueerd.

Er is voor de BHV-groep een app aanwezig om zodat ze elkaar snel kunnen bereiken in geval van nood.

Overige scenario’s in crisissituaties zoals bommelding, stroomstoring, hack (ICT security), gifwolk uit omgeving etc. zijn hierin nog niet beschreven.

 Het is belangrijk dat iedereen, incl. de receptioniste weet wat men moet doen bij een calamiteit. Een instructie voor de receptioniste is niet opgenomen in het plan.

Maak een korte papieren lijst voor de receptie wat hun taak is bij brand, ongeval, incident in de omgeving etc. Bied de receptioniste eventueel een BHV receptietraining aan.

 Vanwege COVID-19 zal de jaarlijkse oefening, later dan gepland, gehouden worden. Advies is om dit ook met

waarnemers te houden (staat vaak nog in de verzekeringsvoorschriften).

3

5.2 Voldoende BHV-ers aangesteld?

Er zijn 16 BHV-ers aangesteld. Zij worden jaarlijks geschoold. Opgenomen in het smoelenboek. Het plan is nog niet actueel/volledig.

 Zorg dat de namen van de BHV-ers in het noodplan van beide locaties actueel zijn.

 Vanwege Covid 19 moet herscholing voor dit jaar nog plaatsvinden.

3

5.3 BHV-ers voldoende opgeleid en ervaren?

De aanwezige BHV-ers zijn opgeleid en volgen de herhalingstrainingen.

Geen advies - - -

5.4 Ontruimingsoefening en gehouden?

Ontruimingsoefeningen worden nog niet gehouden. De teststraat bevat noodknoppen echter worden deze niet periodiek getest op werking.

 Zorg dat de oefeningen jaarlijks worden gehouden om altijd actueel en deskundig te zijn.

 Houd eventueel een tabeltop overleg, waarbij de diverse scenario’s worden doorgesproken.

 Test periodiek of noodknoppen teststraat werken.

3

5.5 Blusmiddelen Er zijn voldoende blusmiddelen en brandmelders aanwezig die periodiek worden gekeurd. In de

 Verwijder pictogrammen blusmiddel indien dit niet meer relevant is door

3

(29)

aggregatenhal waren de blusmiddelen aan keuring toe (geplande onderhoud mei 2021).

In de aggregatenhal zijn pictogrammen aanwezig, terwijl de blusmiddelen afwezig zijn.

Door mogelijke verhuizing/verplaatsing zijn deze niet meer actueel.

verplaatsing/nieuwe indeling van een ruimte.

5.6 EHBO middelen oogspoelflessen

Er zijn voldoende EHBO middelen voorzien van signalering en onderhoud. De middelen worden gecontroleerd door een externe en de

preventiemedewerker heeft hierbij een controlerende taak (check).

 Check de houdbaarheidsdatum van de oogspoelflessen periodiek en vervang deze indien nodig.

3

5.7 AED Er zijn een drietal AED apparaten aanwezig. deze worden periodiek gekeurd door externen. De BHV-ers zijn bekend met de werking van deze apparatuur. In de praktijk weet men deze (buiten de BHV) deze niet te vinden. Dit is belangrijk als iedere minuut telt.

 Informeer alle medewerkers op een andere wijze dan het bedrijfsnoodplan over de vindplek van de AED.

 Zorg dat de BHV-ers de werking van de AED periodiek oefenen.

3

5.8 Zijn er voldoende nooduitgangen en vluchtwegen aanwezig?

Er zijn voldoende nooduitgangen en vluchtwegen die over het algemeen vrij van obstakels zijn.

Ten tijde van de ronde zijn op een enkele plaats obstakels aangetroffen in de vluchtweg.

 Zorg dat vluchtwegen en nooduitgangen altijd vrij van obstakels zijn. Laat de PMW maandelijks een ronde lopen om dit te checken

2

(30)

30

Vluchtwegen versperd door obstakel Medewerkers moeten vanuit de hallen direct naar buiten kunnen dooraanwezige nooddeuren altijd vrij van het slot te houden. In de praktijk is er een nooddeur (Sliedrecht) welke regelmatig gesloten (op slot) zit vanwege de

inbraakgevoeligheid.

Nooddeur kan niet altijd direct geopend worden

 Voorzie genoemde deur aan de buitenkant van een andere type sluiting (draaiknop) zodat men altijd naar buiten kan en men niet binnen kan (i.v.m. inbraak).

5.9 Is noodverlichting aanwezig?

 Er is voldoende noodverlichting aanwezig. Geen advies - - -

(31)

6. STOFFEN, DAMPEN, GAS 6.1 Gevaarlijke stoffen 6.1.1 Zijn er gevaarlijke

stoffen in het pand aanwezig?

Binnen Dieseko is inzichtelijk welke stoffen er gebruikt worden (smeeroliën, motoroliën, spuitbussen Loctite, droogijs, verven,

oplosmiddel/spoelmiddel, gasflessen etc. In de trilblokkenhal wordt droogijs gebruikt. de stoffen zijn opgeslagen in de werkplaats, magazijn of gecompartimenteerd.

Zie adviezen hieronder - - -

6.1.2 Overzicht aanwezig van de gevaarlijke stoffen?

Een register gevaarlijke stoffen is niet aanwezig binnen Dieseko waarin H-P zinnen zijn benoemd en CAS nummers. Wel is informatie aanwezig over deze stoffen doordat veiligheidsbladen aanwezig zijn (overzicht Excel bestand) welke wordt bijgehouden door inkoop.

 Zorg voor een actueel register van de aanwezige/gebruikte stoffen en benoemd hierin ook de stoffen die tijdens proces gevormd kunnen worden (denk aan dieselmotorremissie (DME), lasrook etc.)

2

6.1.3 Is een beoordeling gevaarlijke stoffen uitgevoerd?

Inzicht in de blootstelling aan gevaarlijke stoffen is niet uitgevoerd, waaardoor niet inzichtelijk is of er sprake is van stoffen die vallen onder CRM (kankerverwekkende stoffen).

 Voer een RIE gevaarlijke stoffen uit (of laat dit uitvoeren) om zicht te krijgen in de blootstellingsbeoordeling (nadere inventarisatieplicht)

2

6.1.4 Veiligheidsinformat ie-bladen

aanwezig?

Niet van alle producten zijn acutele veiligheidsinformatiebladen aanwezig.

Werkplekinstructiekaarten (verkorte informatie obv de veiligheidsinformatiebalden) zijn niet aanwezig op de werkvloer (denk bijvoorbeeld aan droogijs, spoelmiddel, verf).

Het aanwezige veiligheidsinformatieblad bevat te veel informatie en is niet goed leesbaar voor de medewerker.

 Zorg voor actuele veiligheids-

informatiebladen (max 5 jaar oud en in het NL) en check of de kwaliteit ervan goed is via de vib checker: VIB-check

 Vraag bij de leverancier de goede veiligheidsinformatiebladen op

 Informeer medewerkers over deze bladen en stel zo nodig een werkplekinstructiekaart op (droogijs).

2

(32)

32 Bij onvoldoende informatie over de risico’s van

de stoffen en te nemen maatrelgen kunnen kunnen (onbdoeld) gezondheidsrisico of onveilige situaties optreden.

6.1.5 Opslag stoffen conform PGS 15?

In de hallen zijn stoffen (vnl. olieën) opgeslagen en bevinden deze zich in

lekbakken. De lekbakken staan erg vol en niet alle cans staan erin. Daarnaast zijn de hallen voorzien van lekdichte vloer.

 Zorg dat de opslag van de cans in de lekbak zodanig is dat de lekbak dit bij calamiteit kan opvangen (opvangcapaciteit).

 De opslagcapaciteit is minimaal 110% t.o.v.

de inhoud van de grootste opslagtank/verpakking. De totale

opvangcapaciteit is minimaal 10% van alle opgeslagen vloeistoffen.

 Zorg dat in de brandkasten de stoffen zodanig zijn opgesteld dat er geen reacties kunnen ontstaan.

2

6.1.6 Opslag gasflessen conform PGS 15?

In de organisatie wrodt gebruik gemakt van gasflessen voor het snijden/branden. De flessen staan niet altijd geborgd tegen omvallen (Woltman) en opslaghok Sliedrecht.

 Zorg dat alle gasflessen zowel leeg als vol altijd geborgd zijn tegen omvallen. Bevestig deze met een ketting.

 Breng in het gashok enkele kettingen aan zodat ook kleiner formaat geborgd kan worden of gebruik een krat waarin de kleinere modellen in geplaatst kunnen worden.

 Instrueer medewerkers (toolbox) over de wijze van opslag van gassen (zowel leeg als vol).

2

(33)

Gasfles niet geborgd tegen omvallen (Giessenburg)

Niet alle gasflessen geborgd tegen omvallen (Sliedrecht)

6.1.6 Opslag van de stoffen

De opslag van stoffen vindt plaats in daarvoor bestemde plaatsen in de hallen, magazijn en voor de brandbare stoffen zijn brandkasten aanwezig. Onduidelijk is of de

werkplekinspecties dit aspect eveneens meenemen.

 Beperk de hoeveelheid aan opslag

 Voer niet meer gebruikte (verouderde) stoffen af.

 Overweeg om in de werkplekinspecties ook de opslag van stoffen op te nemen.

3

6.1.7 Is er aandacht voor bronaanpak i.v.m.

gebruik stoffen?

Er wordt zoveel mogelijk aan bronaanpak gedaan, zij het nog niet structureel. Zo is er onlangs thinner vervangen door een minder schadelijk spoelmiddel.

 Blijf zoveel mogelijk structureel aandacht besteden aan bronaanpak.

 Hanteer structureel bij aankoop van stoffen criteria, zodat bepaalde CRM stoffen niet ingekocht worden en vraag direct de VIB’s op.

2

6.1.8 Persoonlijke beschermings- middelen (PBM) ter beschikking gesteld?

Medewerkers ontvangen persoonlijke beschermingsmiddelen als werkoveral, veiligheidsschoenen, handschoenen,

gehoorbescherming, adembescherming, helm en veiligheidsbril. Onderhoud aan alle middelen vindt niet structureel plaats. Zo wordt

 Instrueer medewerkers over gebruik, onderhoud en opslag van de gebruikte PBM’s middels toolbox.

2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Foto 10 van bijlage 1 toont afval welk in de mogelijk in de put terecht nadat deze tijdens het ledigen niet in de vrachtwagen van de chauffeur is beland..

Omschrijving: De medewerkers voelen zich belast door ongewenst gedrag (agressie en geweld, pesten, discriminatie en seksuele intimidatie) van ouders. Risicoklasse:

Opslag Zorg dat alle gevaarlijke stoffen zijn opgeslagen volgens PGS-15 richtlijnen. Draag zorg dat de dag-, werkvoorraad op de buiten de betreffende opslaglocaties niet

Er zijn diverse instrumenten die kunnen helpen bij het uitvoeren van een specifieke risico- inventarisatie en evaluatie (RI&amp;E) van VOS (zie hoofdstuk 3 van het dossier

Er zijn enkele expliciete eisen die OWSV Cyana stelt aan: duikflessen, kranen van duikflessen, Nitrox duikflessen en ademautomatensets als die door leden gebruikt

Alle medewerkers zijn door de school geïnformeerd over agressie en geweld, pesten, discriminatie en seksuele intimidatie en de maatregelen die de school daartegen neemt.

Veiligheid en een goede zorg voor de molen en zijn mensen gaan namelijk hand in hand.. In deze zin is zorg voor Arbo óók vanuit economisch opzicht een

Op basis van de Risico inventarisatie &amp; Evaluatie Electrische rolstoel in de stadsbus (versie 3.0 13-05-2016) heeft HTM geoordeeld dat de huidige rolstoelvoorzieningen in