• No results found

Passend onderwijs aan (meer- en) hoogbegaafde leerlingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Passend onderwijs aan (meer- en) hoogbegaafde leerlingen"

Copied!
28
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Passend onderwijs aan (meer- en) hoogbegaafde

leerlingen

2018-2022

September 2018

Coördinatoren MHB Wolderwijs, Karin Hartman en Dick Oelen

(2)

Inhoud

1. Visie op meer- en hoogbegaafdheid ... 2

2. Meer- en (hoog)begaafde leerlingen ... 3

Kenmerkend voor (hoog)begaafdheid ... 3

3. Uitvoering beleid meer- en (hoog)begaafdheid Wolderwijs ... 6

Signalering en diagnostisering ... 6

Contacten met voorschoolse instellingen en voortgezet onderwijs ... 7

Taken / inzet MHB-coördinator ... 8

4. Beleid op schoolniveau ... 9

Realisatie ... 9

5. Plusklas Wolderwijs ... 10

Sociale emotionele ontwikkeling ... 10

Doelgroep plusklas ... 11

Personeel ... 11

Financiën ... 12

Competenties leerkrachten ... 12

Communicatie ... 12

Aanmeldingsprocedure Plusklas ... 14

Toelatingscriteria ... 15

6. Innovatieplan Wolderwijs 2018-2022 ... 16

Onderwerp ... 16

Doel ... 16

Scholing ... 16

Taken werkgroep Plusklas ... 17

Uitvoeren van beleid op schoolniveau ... 17

Bewaking kwaliteit Plusklas 2018-2022 ... 17

7. Tijdpad uitvoering beleidsplan ... 19

8. Literatuurlijst, bronvermeldingen ... 20

Bijlagen ... 21

1. Aanmeldingsprocedures (versie 2018) ... 21

(3)

1. Visie op meer- en hoogbegaafdheid

Stichting Wolderwijs wil op al haar scholen onderwijs realiseren, dat recht doet aan de verschillen tussen leerlingen. Het kind staat daarin centraal.

Om tegemoet te komen aan deze grote variatie in vaardigheden, kennis en kunde van leerlingen is de deskundigheid van leraren in het omgaan met deze verschillen cruciaal, daarom is op deskundigheidsbevordering is sterk ingezet. Voor zowel moeilijk lerende, als ook meer- en hoogbegaafde leerlingen is er op alle scholen inmiddels een passend onderwijsprogramma met bijbehorende didactiek gecreëerd.

Alle scholen zijn in het bezit van de methode Levelwerk, waarin extra uitdagende en motiverende leerstof voor (hoog)begaafde kinderen is opgenomen. Om deze groep adequaat te kunnen bedienen is een aantal leerkrachten opgeleid tot meer- en hoogbegaafdheidscoördinatoren. Zij zijn het aanspreekpunt voor het onderwijs voor deze groep leerlingen en zien toe op een correcte uitvoering hiervan.

Op elke school is een schoolbeleidsplan aanwezig. In dit plan staat het aanbod en werkwijze van de school beschreven. Ook staat hierin de rol van de leerkracht, coördinator en directie uitvoerig beschreven.

Stichting Wolderwijs streeft ernaar dat haar leerlingen gemotiveerd zijn om voortdurend te leren ongeacht hun capaciteiten en achtergrond. Het onderwijs hoort daarbij voor iedere leerling passend te zijn.

Onze ankerpunten met betrekking tot onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen zijn:

• Hoogbegaafdheid betekent niet automatisch begaafde prestaties;

• Talent bezitten betekent niet automatisch talent krijgen. Hier zijn meerdere factoren voor nodig, zoals omgeving en persoonlijkheid;

• Zonder leerproces kom je niet tot ontwikkeling;

• Buiten je comfortzone durven komen;

• Er is geen significante relatie tussen hoogbegaafdheid en sociaal-emotionele problematiek. Kijk altijd naar de context;

• Talent x inzet x strategie = resultaat.

(4)

2. Meer- en (hoog)begaafde leerlingen

In de titel van dit beleidsplan wordt gesproken over meer- en (hoog)begaafde leerlingen en niet over excellente leerlingen. Er is bewust gekozen voor deze omschrijving om daarmee aan te sluiten bij de hedendaagse visie.

Met meer- en hoogbegaafde leerlingen worden in feite de best presterende leerlingen bedoeld;

leerlingen die beter zouden kunnen presteren als ze meer uitdagender onderwijs zouden krijgen.

Onderzoek laat zien dat het hoogbegaafdheid bij leerlingen met name tot ontplooiing komt als er in de omgeving van het kind voldoende ruimte wordt geboden tot talentontwikkeling. In Nederland is deze insteek de laatste jaren meer en meer geaccepteerd en er wordt ook meer aandacht aan geschonken.

Een percentage van deze leerlingen noemen we (hoog)begaafd. Dit zijn leerlingen, die ook de potentie hebben om tot hoge prestaties te komen, maar daarbij een afwijkende leerstijl hanteren, die een succesvolle carrière in de weg kan staan. De diversiteit in kennis en gedrag tussen deze leerlingen is groot; er kan zeker niet worden gesproken van een eenduidige, homogene groep.

Wolderwijs heeft de ambitie om deze groep leerlingen een passende en uitdagender omgeving aan te bieden, waar ze leerlingen met vergelijkbare problematiek kunnen ontmoeten, gedachten kunnen delen en waar verdere ontplooiingskansen zo optimaal mogelijk worden gerealiseerd.

Daarom is in 2013 De Plusklas Wolderwijs als pilot opgezet. Na een evaluatie in december 2017 is tot verdere instandhouding van de Plusklas besloten.

In deze notitie hanteren we onderstaande omschrijving over (hoog)begaafdheid:

• (Hoog)begaafde leerlingen beschikken over een in aanleg aanwezig potentieel om tot uitzonderlijke prestaties te komen, behorend bij de beste 10%, op een of meerdere begaafdheidsgebieden;

• De ontwikkeling van talent is een langdurig en dynamisch proces. Zowel persoonlijkheid- eigenschappen als de interactie met de omgeving zijn mede bepalend voor de mate waarin het aanwezige potentieel tot zijn recht komt;

• Een (hoog)begaafde leerling beschikt over een hoge intelligentie in combinatie met een creatief denkvermogen;

• Daarnaast is er sprake van een intrinsieke motivatie (doorzettingsvermogen) om een taak te volbrengen wat zich onder andere uit in een sterke gedrevenheid wanneer iets hun interesse heeft;

• (Hoog)begaafdheid is geen eendimensionaal begrip dat is uit te drukken in een criterium als een IQ

"score groter dan 130”. Een hoge score is wel een sterke indicatie van een hoge intelligentie, maar een lagere score sluit dit niet uit. (Hoog)begaafdheid omvat in ieder geval meer dan een hoge intelligentie en intelligentie omvat meer dan een IQ test meet.

• Op een gemiddelde populatie heeft 10% van de leerlingen kenmerken die kunnen duiden op (hoog)begaafdheid, waaronder indicaties die duiden op een hoge intelligentie.

Kenmerkend voor (hoog)begaafdheid

In het huidige onderwijs is ‘omgaan met verschillen’ een centraal thema geworden en in verband hiermee is er een toenemende belangstelling voor meer- en hoogbegaafdheid. Ook komen ouders steeds meer met vragen over hun kind met betrekking tot hoogbegaafdheid. In elke groep zijn leerlingen die een ontwikkelingsvoorsprong hebben.

Er bestaan verschillende theoretische modellen over hoogbegaafdheid. In de moderne visies op hoogbegaafdheid spreekt men over ‘het behalen van uitzonderlijke prestaties op verschillende terreinen’.

Onder andere het meer-factoren-model van Mönks, de theorieën van Heller/Gagné en de meervoudige intelligenties van Gardner staan nu in de belangstelling.

(5)

Tijdige signalering

Wolderwijs streeft er naar hoogbegaafdheid tijdig te signaleren, zodat leerlingen op passende manier onderwijs krijgen, waardoor hieraan gerelateerde problematiek als frustratie, diep ongelukkig zijn, onderpresteren, uitval en opvallend gedrag wellicht kan worden vermeden.

Kenmerken

Eerst gaan we in op de meest voorkomende kenmerken bij hoogbegaafde leerlingen. Deze kenmerken kunnen namelijk ondersteunend zijn bij het signaleren en herkennen van hoogbegaafdheid. Het kan helpen de leerling beter te begrijpen en vermoedens van hoogbegaafdheid te bevestigen of te ontkrachten. Niet alle kenmerken hoeven op elke leerling van toepassing te zijn. Omgekeerd geldt ook, dat als een leerling een of meer van deze gedragskenmerken vertoont, dit niet automatisch betekent dat de leerling hoogbegaafd is.

1. Hoge intelligentie (Hoog)begaafde leerlingen beschikken over hoge intellectuele capaciteiten. Een hoge score op een intelligentietest (IQ > 130) of hoge prestaties op andere test zijn hiervan een indicatie.

2. Vroege ontwikkeling (Hoog)begaafde leerlingen zijn geestelijk vroegrijp en worden gekenmerkt door een ontwikkelingsvoorsprong. Zij kunnen meestal op vroege leeftijd al lezen, praten, schrijven en hebben een vroege ontwikkeling van getalbegrip. Hierdoor kunnen zij zich gemakkelijk leerstof uit hogere leerjaren eigen maken. Ook stellen zij op jonge leeftijd al levensbeschouwelijke vragen en denken zij al vroeg na over de zin van het leven.

3. Uitblinken op een of meerdere gebieden

Een bijzondere begaafdheid kan tot uitdrukking komen in motorische, sociale, artistieke en intellectuele vaardigheden. Vaak treden deze begaafdheidsvormen gecombineerd op en blinken (hoog)begaafde leerlingen uit in meerdere gebieden, zoals bijvoorbeeld in taal en wiskunde. (Hoog)begaafde leerlingen hebben op taalgebied een grote woordenschat en vertonen een zeer goed en adequaat woordgebruik.

4. Gemakkelijk kunnen leren

(Hoog)begaafde leerlingen hebben over het algemeen een zeer goed geheugen en kunnen hierdoor goed informatie onthouden en verwerken.

Zij begrijpen nieuwe leerstof dan ook aanzienlijk sneller dan gemiddelde leerlingen en zijn daardoor sneller klaar met opdrachten en huiswerk.

Hierdoor hebben zij vaak een leertempo dat beduidend hoger is dan het tempo van de gemiddelde leerling.

5. Goed leggen van (causale) verbanden

(Hoog)begaafde leerlingen kunnen gemakkelijk (causale) verbanden leggen en hebben hierover een goed overzicht.

6. Het gemakkelijk kunnen analyseren van problemen

(Hoog)begaafde leerlingen zijn snelle probleem-analyseerders. Zij kunnen snel vaststellen wat de aard van een probleem is. Daarnaast zijn (hoog)begaafde leerlingen vaak vindingrijk in het ontwikkelen van eigen oplossingsmethoden. Dit kan soms problemen opleveren als zij zich een verkeerde oplossingsmethode hebben aangeleerd, omdat zij deze methode moeilijk weer los kunnen laten.

(6)

7. Het maken van grote denksprongen

Een (hoog)begaafde leerling maakt grotere leerstappen en heeft daarom minder tijd nodig.

8. Voorkeur voor abstractie

(Hoog)begaafde leerlingen kunnen goed abstract denken. Zij generaliseren gemakkelijker dan hun andere klasgenoten en hebben een goed overzicht van de kennisgehelen.

Zij hebben geen behoefte aan concretisering van de lesstof door het gebruik van voorbeelden.

9. Hoge mate van zelfstandigheid

(Hoog)begaafde leerlingen willen liever niet geholpen worden en geven de voorkeur aan zelfstandig werken. Bij het werken in groepsverband vertoont de (hoog)begaafde leerling veel initiatief en neemt hij/zij vaak de leiding. Bovendien wil de leerling dingen graag op zijn/haar eigen wijze doen, zoals het zelf bedenken van een methode voor het uitrekenen van sommen.

Een leerling, moet over doorzettingsvermogen beschikken om een taak te volbrengen.

10 Brede of juist

specifieke interesse/

hoge motivatie/ veel energie

Het is belangrijk dat het onderwerp van de opdracht de leerling interesseert. Bij (hoog)begaafde leerlingen is het kunnen een voorwaarde, maar het willen van even groot belang. Als het onderwerp aansluit bij de interesse van de leerling, dan is motivatie verzekerd. Er is aangetoond dat talent pas doorzet als de leerlingen plezier beleven aan de (leer)activiteiten. Kenmerkend voor (hoog)begaafde leerlingen is dat zij zeer leergierig zijn. Als een onderwerp de leerling interesseert dan pluist hij het onderwerp vaak tot op de bodem uit. Maar het tegenovergestelde geldt ook: als een (hoog)begaafde leerling geen interesse heeft voor een bepaald onderwerp, dan kan hij moeilijk de motivatie opbrengen om zich erin te verdiepen.

11 Creatief/origineel In de opdrachten laten (hoog)begaafde leerlingen vaak zien dat zij originele en creatieve ideeën en/of oplossingen hebben. Zij maken onverwachte zijsprongen en hebben grote verbeeldingskracht.

12 Perfectionistisch (Hoog)begaafde leerlingen zijn perfectionistisch aangelegd. Zij houden niet van half werk.

13 Apart gevoel voor humor

(Hoog)begaafde leerlingen bezitten over het algemeen een apart gevoel voor humor.

14 Hoge mate van concentratie

(Hoog)begaafde leerlingen kennen een hoge mate van concentratie en hebben daarbij een langere aandachtboog dan de gemiddelde leerlingen.

(7)

3. Uitvoering beleid meer- en (hoog)begaafdheid Wolderwijs

Scholen en samenwerkingsverbanden zijn verantwoordelijk voor een passend aanbod voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, dus ook voor hoogbegaafde leerlingen. Dit zal veelal mogelijk zijn binnen de basisondersteuning van de reguliere school. De basisscholen van stichting Wolderwijs zijn in staat om (hoog)begaafde leerlingen binnen de eigen onderwijssituatie:

• Te signaleren;

• Te diagnosticeren m.b.t. leerprocessen, werkhouding en sociaal-emotionele ontwikkeling;

• Passend te begeleiden;

• Te voorzien van een passend onderwijsaanbod.

Binnen de scholen van Wolderwijs:

• Is voor leerlingen de mogelijkheid tot compacten, verrijking, verbreding, verdieping en eventueel versnellen. Leerkrachten dienen hierin bekwaam te zijn.

• Zijn materialen aanwezig, die ingezet worden voor de diverse activiteiten;

• Werken alle scholen met SiDi-3 (= signaleren en diagnosticeren 3);

• Is een coördinator Meer- en Hoogbegaafdheid (=MHB), die specifiek belast is met deze problematiek. Per onderwijsteam is één coördinator MHB aangesteld;

• Worden onderpresteerders tijdig gesignaleerd en wordt een passend aanbod aangereikt;

• Is het eigen beleid omtrent (hoog)begaafde leerlingen vastgelegd in een schooldocument, dat eens in de 4 jaren wordt geactualiseerd.

Uitgangspunt is dat bij alle leerkrachten het besef aanwezig is, dat kinderen van elkaar verschillen in leren, denken en handelen en dat dit consequenties heeft voor o.a. het aanbod, de aan te bieden leerstijl, instructie, strategie, feedback, tijd om te verwerken etc.

Alle scholen hebben hiertoe beleid ontwikkeld om deze leerlingen passend te kunnen begeleiden.

Leerlingen die als (hoog)begaafd zijn aangemerkt krijgen eerst in de eigen groep een gedifferentieerd aanbod via o.a. (ver)korte instructie, aanpassingen in de leerstof en verwerking, compacten en verrijken.

Voor hen wordt o.a. de methode Levelwerk ingezet en er is een mogelijkheid tot doorstromen naar de Wolderwijs Plusklas. Alle scholen houden de inzet van Levelwerk (methoden) actueel. (zie ook schoolbeleidsplan)

Scholen nemen bij signaleren van (hoog)begaafdheid passende maatregelen, die staan omschreven in het schoolondersteuningsplan, dat op iedere school aanwezig is. De leerkracht is de eerstverantwoordelijke, die het onderwijs aan deze leerlingen coördineert en evalueert.

Ouders worden altijd nauw bij beslissingen betrokken.

Signalering en diagnostisering

Binnen Wolderwijs is voor alle onderwijsteams een aantal leerkrachten opgeleid tot meer- en hoogbegaafdheid-coördinator, die structureel met elkaar ervaringen uitwisselen over het thema (hoog)begaafdheid. Hun kennis wordt zoveel mogelijk binnen de teams verspreid, zodat alle leerkrachten attent zijn en over voldoende bagage beschikken om signalen hiervan op te merken en invulling te geven.

Op alle scholen wordt het SiDi-3 protocol gehanteerd om mogelijke hoogbegaafdheid objectief in beeld te brengen.

(8)

De leerkrachten zijn op de hoogte van de kenmerken en specifieke leereigenschappen van de meer- en (hoog)begaafde leerlingen, ook van het feit dat deze categorie niet altijd duidelijk is te herkennen.

Wanneer er signalen van (hoog)begaafdheid zijn opgemerkt, worden er door de intern begeleider/ de coördinator MHB (=Meer en hoogbegaafdheid) meer gegevens verzameld om dit mogelijke signaal in kaart te brengen.

De intern begeleider is verantwoordelijk voor het volgen van het proces en de coördinator MHB voor de inhoud bij de uitvoering van het Sidi-3 protocol.

In overleg met de ouders kan, indien daartoe aanleiding is, worden besloten tot het inschakelen van een extern deskundige.

Aan de hand van het SiDi 3-protocol wordt nagegaan of er een sterke indicatie is van hoge begaafdheid.

Na de indicatie wordt vastgesteld op welke wijze en met welke oefenstof de leerling verder begeleid dient te worden. Daarbij wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met het welbevinden van de leerling.

Figuur 2

Contacten met voorschoolse instellingen en voortgezet onderwijs

Per 1-8-2015 heeft Wolderwijs in de hoofdkernen Ruinen, De Wijk, Ruinerwold en Zuidwolde Integrale Kind centra (IKC’s) gevormd, om een meer logisch aansluiting tussen de voorschoolse en basisschool - periode te realiseren. De komende jaren wordt dit traject verder geïntensiveerd.

Scholen die nog niet tot een IKC zijn omgevormd, onderhouden nauw contact met de bijbehorende peuterspeelzaal en/of kinderopvang.

Alle basisscholen binnen Wolderwijs streven daarnaast een zo optimaal mogelijke samenwerking met het voortgezet onderwijs na:

• Optimaliseren van de onderlinge uitwisseling en overdracht;

• Effectieve overdracht naar het voortgezet onderwijs;

• Van het voortgezet onderwijs wordt een actieve terugkoppeling verwacht voor wat betreft voortgangsresultaten.

Wolderwijs wil waarborgen, dat het voortgezet onderwijs zo effectief mogelijk omgaat met het talent, dat leerlingen op de basisscholen hebben aangetoond.

(9)

Als geen gegevens over de eerste 3 schooljaren worden verstrekt, dan worden de voortgangsresultaten van de oud-leerlingen bij het voortgezet onderwijs opgevraagd.

Deze worden gedurende 3 schooljaren bijgehouden.

Taken / inzet MHB-coördinator

De MHB-er is op de hoogte van de visie m.b.t. excellente en (hoog)begaafde leerlingen op onze school.

De MHB-er kent de specifieke leereigenschappen van (hoog)begaafde leerlingen en de specifieke leereigenschappen van (hoog)begaafde onderpresteerders.

De MHB-er is op de hoogte van het feit dat bepaalde groepen (hoog)begaafde leerlingen moeilijk te herkennen zijn: onderpresteerders, meisjes, leerlingen met een handicap, leer- of

gedragsproblemen, leerlingen met een culturele achtergrond.

De MHB-er kent de procedure van het SIDI protocol. Ze kent de stappen binnen het SIDI-protocol en voert deze conform de afspraken uit.

De MHB-er of IB-er coördineert deze stappen voor de collega's:

o de wijze van aanmelding o volgen van de toetskalender o de wijze van diagnose

o vaststellen van de relevante de toetsgegevens o het gesprek met de leerling

o hoe om te gaan met specifieke zaken: onderpresteren/versnellen/externe hulp vragen o contact met ouders

o de aanmelding naar een plusklas

De MHB-er biedt hulp aan de leerkrachten m.b.t. het opstellen van de specifieke onderwijsbehoeften, didactisch groepsoverzicht en groepsplan.

De MHB-er ondersteunt de collega’s:

o in de leerlingbespreking

o de overdracht van leerlingen naar de volgende groep o in gesprekken met ouders

o over de toelating tot een plusklas o over de overgang naar VO

o bij het inschakelen van een extern deskundige

De MHB-er kan in gesprekken met leerlingen specifieke hulp bieden:

o in leerstrategieën

o in omgaan met faalgevoel

o in sociaal/emotionele vaardigheden o in mentale weerbaarheid

(10)

4. Beleid op schoolniveau

Op iedere school is een specifiek op de school gericht beleidsplan “meer en (hoog)begaafde leerlingen”, waarin een pakket maatregelen en middelen wordt verantwoord om specifiek aan de talenten en onderwijsbehoefte van (hoog)begaafde leerlingen tegemoet te komen.

Te denken valt daarbij aan:

• Het kunnen signaleren en diagnosticeren van (hoog)begaafdheid m.b.v. het SIDi-protocol, dat minimaal twee keer per jaar ingezet kan worden;

• Het kunnen compacten en verrijken van het leerstofaanbod;

• Het kunnen omgaan met de inzet van Levelwerk, dat op iedere school aanwezig is;

Iedere school realiseert voor haar meer- en (hoog)begaafde leerlingen een passend en gestructureerd onderwijsaanbod. Leerkrachten worden hiertoe voortdurend (bij)geschoold.

Concreet zorgt iedere school ervoor dat:

• Er een zorgvuldige en duidelijke wijze van signalering en diagnostisering plaats vindt;

• Iedere school over een aangepaste leerlijn en een plan van aanpak voor deze groep leerlingen beschikt;

• Iedere school inmiddels een gestructureerd aanbod van compacten, verrijking en verbreding van de leerstof heeft en dat de leerkrachten hiermee adequaat om kunnen gaan;

• De houding van de leerkracht met betrekking tot het pedagogisch-didactisch handelen is gericht op de (onderwijs)behoefte van de meer- (hoog)begaafde leerling;

• De leerkracht in de groep alert is op de aanwezigheid van (hoog)begaafde leerlingen.

Realisatie

Leerkrachten dienen goed geïnformeerd te zijn op het gebied van meer- en (hoog)begaafdheid. Ze horen in staat te zijn deze categorie leerlingen snel te signaleren en een passend aanbod te bieden.

Voorwaardelijk is daarbij, dat:

• De directeur/ ib’er inzichtelijk heeft hoe de benodigde competenties moeten worden versterkt/verbeterd;

• Aan iedere school een coördinator (meer-)hoogbegaafdheid verbonden is, die daartoe actueel geschoold is en bewaakt dat het onderwerp jaarlijks met regelmaat aandacht krijgt;

• De coördinator verplicht is tot bijwonen van de door Wolderwijs ingezette scholing;

(11)

5. Plusklas Wolderwijs

Zoals gemeld biedt het reguliere onderwijsprogramma voor de hoogbegaafde leerling vaak niet voldoende uitdaging. De leerling loopt daarbij het risico onvoldoende vaardigheid aan te leren, die hij in zijn latere leven wel nodig heeft, waardoor kans op vastlopen in zijn functioneren aanwezig is. Wolderwijs wil dat er op haar scholen voor meer en (hoog)begaafde leerlingen, in onderwijsinhoudelijk, pedagogisch, didactisch opzicht, een passend en gestructureerd onderwijsaanbod wordt aangeboden.

Dat betekent:

• Dat voor deze categorie leerlingen met een aangepaste aanpak een passend plan wordt geschreven;

• Dat de wijze van signalering en diagnose zorgvuldig en transparant geschiedt;

• Dat het aanbod van compacten, verrijking en verbreding op een planmatige, doorzichtige wijze wordt aangeboden;

• Dat de houding met betrekking tot het pedagogisch, didactisch handelen wordt toegespitst op de behoefte van intelligente en (hoog) begaafde leerlingen (competenties leerkracht);

Sociale emotionele ontwikkeling

De Plusklas wenst een waardevolle aanvulling in de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze (hoog)begaafde leerlingen realiseren. Er wordt structureel aandacht besteed aan onderwerpen als faalangst, aansluiting bij klasgenoten (=peers) en het omgaan met je eigen zelfbeeld, waar in de eigen schoolsituatie nog wel eens sprake van kan zijn. Talenten worden bij de Plusklas verder ontwikkeld.

Leerlingen in Plusklassen zijn enthousiast over de "nieuwe" vakken programmeren, filosoferen en de andere wijze van werken (Timmermans, 2016). Deze leerlingen willen opdrachten, waarbij sterk een beroep wordt gedaan op hun zelfstandigheid, samenwerking en creativiteit. Ze willen vooral bezig zijn met techniek, ontwerpen en bouwen en zich daarnaast verdiepen in projecten op het gebied van wereldverkenning, technologie en het leren van andere talen.

Ook het omgaan met frustratie (De kracht in jezelf) je mening leren uiten, plannen en leerstrategieën uitwerken is voor hen van grote betekenis. In de notitie "voortzetting plusklas"(14-11-2017) is dit nog eens benadrukt.

Met het voortzetten van de Plusklas wordt voortdurend gewerkt aan:

• Vergroten van leerplezier

• Voorkomen van demotivatie

• Stimuleren van cognitief talent

• Het verbreden van de frustratietolerantie

• Aandacht voor de sociale ontwikkeling

• Leren reflecteren, zelfsturing, autonoom leren

Vanaf 2013 beschikt Wolderwijs over een bovenschoolse Plusklas, bekostigd uit de reserves. In 2017 is besloten deze voort te zetten op grond van de positieve reacties van ouders, leerlingen en ook leerkrachten. (Zie notitie “voortzetting plusklas”, 2017). Deze vorm van zorg is school-overstijgend en richt zich expliciet op de (hoog)begaafde leerlingen uit de groepen 5 t/m 8.

Het gaat om leerlingen van de diverse basisscholen die in twee groepen van ± 15 leerlingen in het gebouw van o.b.s. De Horst (De Wijk), één keer per week op woensdag van 8.30 uur – 14.00 uur samenkomen.

Een vaste plaats biedt rust, duidelijkheid en regelmaat voor de leerlingen als hun ouders.

Tussen de Plusklas-leerkrachten en de directeur van De Horst zijn afspraken gemaakt omtrent de onderlinge afstemming en het gebruik van het gebouw.

(12)

Vanaf het schooljaar 2015-2016 hanteert de Plusklas, evenals De Horst, het zogenaamde continurooster.

Met het verlengen van de Plusklas, wil Wolderwijs bereiken dat

• Meer en (hoog)begaafde leerlingen meer kansen/mogelijkheden wordt geboden om ontwik- kelingsgelijken (=peers) te ontmoeten, onderling samen te werken en gezamenlijke problemen te bespreken;

• Ondersteuning wordt geboden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van (hoog)begaafde leerlingen en het welbevinden van deze groep leerlingen;

• Optimaal gebruik wordt gemaakt van verdere vaardigheidsgroei in het benutten van specifieke ICT- leermiddelen;

• Mogelijkheden worden aangereikt om verdiepings- en verbredingsactiviteiten uit te voeren, die normaliter in een reguliere school minder snel geboden kunnen worden;

• Nog gerichter wordt gewerkt aan bijv. werkhoudingsproblematiek; doorzettingsvermogen, het stimuleren van creativiteit;

• De weg wordt gewezen naar het zelfstandig zoeken naar gegevens, het combineren van uitkomsten en het formuleren van bevindingen;

• Het leren luisteren naar anderen, gericht leren doorvragen en conclusies en consequenties trekken en daardoor nog meer diepgang verkrijgen;

• Leerlingen leren discussiëren, leren een standpunt te verwoorden en te eerbiedigen;

• Getalenteerde leerlingen, ook op hen afgestemd (passend) onderwijs ontvangen, waarin ze de kans krijgen te laten zien wat ze kunnen, hun talenten volop kunnen inzetten.

• Dat de Plusklas bijdraagt aan meer welbevinden, door uitwisseling met gelijkgestemden.

Een onderwijsomgeving is adequaat te noemen voor (hoog)begaafde (en andere) leerlingen op het moment dat deze situatie functioneert als katalysator voor het tot uiting komen van de bekwaamheden/mogelijkheden van de (hoogbegaafde) leerling. Alleen een plusklas kan dit niet bieden voor een leerling, want niet alle leerlingen kunnen van de Plusklas profiteren. Maar ook leerlingen die wel deelnemen aan de Plusklas kunnen op een andere moment behoefte hebben aan een andere aanpak.

Daarom is het belangrijk dat er per leerling gekeken wordt, welke aanpassingen op welk moment tot de beste resultaten leiden, zowel op cognitief als op sociaal emotioneel gebied.

Doelgroep plusklas

Aan de Plusklas van Wolderwijs nemen leerlingen deel, die aangemerkt kunnen worden als meer- en hoogbegaafd. Hoogbegaafdheid is de aanleg om tot uitzonderlijke prestaties te komen. (zie ook hoofdstuk 1) Onderzoek toont aan dat de sociale omgeving van grote invloed is op de ontwikkeling van hoogbegaafden. Omgang met gelijkgestemden is daarin wezenlijk en draagt bij aan het vergroten van de eigen tolerantiegrens. School, ontwikkelingsgelijken en gezin vormen hierbij een wezenlijke samenhang.

Personeel

Voor beide Plusklassen zijn twee leerkrachten voor negen uren aangesteld. Daarmee wordt extra tijd gecreëerd om de communicatie met leerkrachten en scholen te onderhouden.

De werkgroep Plusklas, met daarin de meer-en hoogbegaafdsspecialisten, vormt het klankbord voor de leerkrachten als het over de leerlingen gaat. Deze werkgroep vertegenwoordigt de scholen ook bij het toelatingsbeleid.

De beleidsmedewerker kwaliteit en onderwijs is eerste aanspreekpunt voor de leerkrachten van de Plusklas. Op gezette tijden worden onderwijs-/ organisatorische zaken samen besproken.

Het Directieberaad volgt de ontwikkelingen rondom de Plusklas. Zij wordt geïnformeerd door en/of kunnen informatie inwinnen bij de beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit.

De eindverantwoordelijkheid voor de opzet, uitvoering en inrichting van de Plusklas berust uiteindelijk bij de bestuurder.

(13)

Financiën

Wolderwijs heeft in haar begroting een budget voor de Plusklas gereserveerd.

Voor de aanschaf van leer- en verbruiksmiddelen jaarlijks: € 1500,00 (OLP) Voor investering van duurzame middelen: € 5000,00

Deelname aan de Plusklas brengt voor de ouders geen verdere kosten met zich mee. Nu er meer en meer excursies worden gemaakt, zou een vrijwillige ouderbijdrage kunnen worden overwogen om de kosten voor de jaarlijkse schoolexcursies enigszins te dekken.

Competenties leerkrachten

Voor de Plusklas zijn in het omgaan met hoogbegaafdheid speciaal opgeleide leerkrachten beschikbaar.

Plusklas leerkrachten moeten leerlingen helpen zich de leerinhouden eigen te maken en vertrouwd te raken met verschillende manieren waarop deze kennis en kunde wordt gebruikt. Om dat te kunnen moeten (Plus)leerkrachten vakinhoudelijk en didactisch competent zijn. Zij kunnen een krachtige leeromgeving in hun groep en lessen ontwerpen.

Deze leraren:

• Stemmen de leerinhouden en ook het doen en laten af op de leerlingen en houden sterk rekening met individuele verschillen;

• Motiveren de leerlingen voor hun leertaken, dagen hen uit om er het beste van te maken en helpen hen om deze taken met succes af te kunnen ronden;

• Leren de leerlingen leren, ook van en met elkaar, om daarmee onder andere hun zelfstandigheid te bevorderen.

• Zorgen ervoor dat leerlingen weten waar ze aan toe zijn en welke ruimte zij hebben voor eigen initiatief;

• Verzamelen voortdurend informatie over nieuwe inhoudelijk en didactische aanpak en bespreken de toegevoegde waarde hiervan met de collega;

Om het functioneren van leerlingen in de Plusgroep zo optimaal mogelijk te laten verlopen, wordt van Plusklas leerkrachten verwacht dat zij in hoge mate over de volgende voorwaarden beschikken:

• Dient in staat te zijn een positieve relatie in de groep op te kunnen bouwen;

• Frequent verbale interactie op hoog niveau kunnen bieden;

• Beschikken over flexibiliteit en humor;

• Kennis hebben van diverse vakgebieden;

• Passie tonen voor en kennis hebben over (hoog)begaafdheid;

• Beschikken over een ‘natuurlijke’ instructietechniek;

Communicatie

• Er vindt een regelmatige terugkoppeling vanuit de Plusklas plaats naar de leerkracht van de aanleverende school (thuisklas) via mail, tussentijds overleg en ook informatieavonden.

• Voor elke leerling worden bij de intake doelen opgenomen in een werkplan, dat als leidraad dient voor verdere ontwikkeling en voor de informatie-uitwisseling tussen plusklas, thuisklas, ouders en leerling.

• In januari wordt er een tussentijds kind-verslag opgesteld, dat via het volgsysteem van ParnasSys voor de ouders is in te zien;

Voor verrijking of verbredingsactiviteiten maken leerkrachten o.a. gebruik van:

(14)

• Lesopbouw volgens de Taxonomie van Bloom

Benjamin Bloom maakt een verschil tussen “lagere en hogere orde” denken. In zijn taxonomie worden zes niveaus onderscheiden: onthouden, begrijpen, toepassen (lagere orde) en analyseren, evalueren en creëren (hogere orde).

Deze niveaus geven een onderscheid aan in de complexiteit van het kennis- en denkniveau waarop een beroep wordt gedaan. Met name de hogere orde vragen zijn geschikt voor het stimuleren van het denkniveau van hoogbegaafde leerlingen.

• Denksleutels

Dit zijn sleutels met daarop een vraag of opdracht, die leerlingen aanzetten tot creatief, analytisch, kritisch en praktisch denken. Met deze sleutels maak je het denken open; het stimuleert de hoogbegaafde kinderen om op een andere manier aan te sluiten bij de taxonomie van Bloom.

De kracht in jezelf

Onderpresteren is bijna altijd inherent aan hoogbegaafdheid. Hoogbegaafdheid en onderpresteren krijgen op scholen veel aandacht. Hoogbegaafde kinderen krijgen niet altijd het gewenste onderwijsaanbod en de juiste begeleiding, met als gevolg dat zij onvoldoende worden uitgedaagd en blijven hangen in het ‘informele leren’.

Als gevolg daarvan ontwikkelen ze onvoldoende vaardigheden in bijvoorbeeld discipline en

doorzetten en metacognitieve vaardigheden, zoals plannen en reflecteren. Onvoldoende vaardigheden in het ontwikkelen van leren leren kan leiden tot onderpresteren. Hoogebegaafde kinderen kunnen zich ongelukkig en geïsoleerd voelen of vluchtgedrag vertonen. Veel voorkomende problemen zijn verveling, perfectionisme (inclusief faalangst), onzekerheid en hyperactiviteit.

Met de methode ‘De kracht in jezelf' wordt leerkrachten een handreiking gegeven/ programma aangeboden om in samenwerking met de onder presterende leerling om te gaan met het fenomeen onderpresteren.

De leerkrachten onderhouden hun kennis via o.a. (Wolderwijs)scholing, studiedagen en ook uitwisseling van (praktijk)- ervaringen met andere Plusklassen in het land.

(15)

Aanmeldingsprocedure Plusklas

Er is een toelatingscommissie Plusklas (T.L.C) aangesteld, die eens per jaar op grond van de aangeleverde data besluit tot al dan niet plaatsing bij de Plusklas Wolderwijs.

1. De specialist hoogbegaafdheid en de intern begeleider van de basisschool overleggen met de ouders of hun zoon/dochter in aanmerking kan komen voor toelating op de Plusklas.

o De basisschool (= specialist hoogbegaafdheid en/of ib’er) meldt de leerling bij positieve beschikking en in overleg met de ouders aan bij de toelatingscommissie Plusklas;

o De basisschool legt vooraf de procedure van aanmelding aan de ouders uit;

o De basisschool legt vooraf de doelstelling en werkwijze van de Plusklas aan de ouders uit;

o De basisschool communiceert met ouders over plaatsing of afwijzing voor de Plusklas.

2. De specialist hoogbegaafdheid en de intern begeleider melden de leerling aan en gebruiken hierbij de volgende instrumenten/ formulieren:

o De SiDi- 3 observatielijst;

o Recente toetsgegevens (Cito, …);

o Eventuele externe testgegevens;

o Het aanmeldingsformulier: Aanmelding Plusklas –school. (De leerkracht geeft een hulpvraag aan, waar hij binnen de school handelingsverlegen mee is);

o Het aanmeldingsformulier: Aanmelding Plusklas – ouders en leerling;

3. De aanmelding wordt voorgelegd aan de toelatingscommissie. De toelatingscommissie beslist over toelating en plaatsing. Een aanmelding van de school betekent niet bij voorbaat een garantie tot plaatsing. Deze commissie kan contact met school opnemen en om aanvullende informatie vragen.

De toelatingscommissie bestaat uit:

o Vijf de leden van de werkgroep Plusklas;

o Eventueel beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit; (adviserend) Beleidsafspraken:

o Bij behandeling van een leerling van de eigen school beslist desbetreffende leerkracht niet mee;

o De toelatingscommissie handelt zorgvuldig, het eindoordeel is bepalend en autonoom.

4. In samenspraak met de leerling, ouders en school wordt een (handelings-)plan opgesteld door de plusleerkracht. Het doel van de plaatsing en de werkwijze wordt hierin opgenomen.

5. Jaarlijks maken de leerkrachten van de plusklas in hun jaarprogramma bekend wanneer de

toelatingscommissie samenkomt en beslist over toelating. Van deze bijeenkomsten worden notulen gemaakt, die voor intern gebruik beschikbaar zijn. De onderwijskundig beleidsmedewerker is bij dit overleg aanwezig. De toelatingscommissie komt in mei/juni samen.

6. De aanmeldingsformulieren worden 5 jaar lang in het archief van Wolderwijs bewaard.

(16)

Toelatingscriteria

Alleen leerlingen uit de groepen 5 t/m 8 van Wolderwijsscholen kunnen aan de Plusklas deelnemen als er sprake is van:

o Leerlingen moeten beschikken over een aangetoonde, hoge intelligentie. (O.a. via intelligentie onderzoek, Cito, SiDi3);

o Er mag geen sprake zijn van een te grote “naastliggende” problematiek;

o Van de leerling en ouders wordt een hoge motivatie en bereidheid tot actieve deelname verwacht bij de activiteiten van de Plusklas. Bij de kennismakingsbijeenkomst in het nieuwe jaar wordt hierop gewezen;

o De leerkracht moet een hulpvraag hebben, die binnen de eigen school moeilijk opgelost kan worden (=sprake van handelingsverlegenheid).

Daarnaast gelden de volgende afspraken:

o De leerling blijft ingeschreven op de eigen basisschool. De basisschool blijft formeel verant- woordelijk;

o De schooltijden lopen parallel aan die van De Horst;

o De eerste schoolweek zijn de leerlingen op de eigen school;

o Van de thuisklasleerkracht wordt verwacht dat hij in de groep ruimte en tijd creëert voor de plusklasopdrachten, die de leerling (eventueel) moet uitvoeren;

o De plusleerkrachten organiseren jaarlijks informatiemomenten voor zowel school als ouders, waarbij o.a. de voortgang in de Plusklas wordt besproken;

o De leerlingen kunnen gebruik maken van de faciliteiten van I.K.C. de Horst,

Postweg 43a, 7957 bv,

De Wijk. (Tel. 0522-441942)

o De leerlingen zijn tijdens de lesdag (woensdag) van de Plusklas door Wolderwijs verzekerd tegen aansprakelijkheid en ongevallen;

o De ouders zijn zelfverantwoordelijk voor het tijdig brengen en halen van hun kind naar de Plusklas;

o De op het aanmeldingsformulier aangegeven leer- aandachtspunten worden meegenomen in het handelingsplan;

o Er zitten maximaal 15 leerlingen in een groep van de Plusklas; tussentijds kan niet worden ingestroomd;

o Leerlingen die worden aangemeld bij een basisschool van Stichting Wolderwijs en al deelnemen aan een (soort van) plusklas in hun huidige woonplaats, kunnen met voorrang bij de Plusklas Wolderwijs worden geplaatst. De toelatingscommissie dient hieraan goedkeuring te verlenen.

o De aanmeldingsformulieren dienen te worden gestuurd naar:

TCP@wolderwijs.nl

De betreffende gegevens dienen voor een afgesproken datum te worden aangeleverd.

(17)

6. Innovatieplan Wolderwijs 2018-2022

Onderwerp

Passend onderwijs aan excellente en (hoog) begaafde leerlingen.

Doel

Ieder schoolbestuur heeft de verantwoordelijkheid om voor iedere leerling, die zich bij een van haar scholen aanmeldt, een passend onderwijs-zorgarrangement aan te bieden.

Wolderwijs wil in dit kader ten aanzien van Passend Onderwijs en de ‘zorgplicht’ een goed doordacht, passend aanbod voor al haar leerlingen binnen haar scholen realiseren, waartoe ook leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong behoren.

Scholing

Er zijn zeven coördinatoren “excellent leren” (op ieder onderwijsteam 1 coördinator) binnen Wolderwijs opgeleid en aangesteld in schaal Lb. Deze coördinatoren zijn eerstelijnsondersteuner in de eigen

scholen.

Voor de volgende school/scholencombinatie is een hoogbegaafdheidsspecialist beschikbaar:

1. Obs De Klimtoren - De Bosrand - Anita Hoekstra 2. Obs Het Veldboeket - Lisette Stolwerk 3. IKC Het Groene Hart - Anneke van der Veen 4. KC De Dissel - Roelien Tissingh 5. Obs De Wezeboom, De Rozebottel - Saskia de Boer 6. Obs ’t Echtenest, ’t Oelebröd - Erna Kuipers 7. IKC De Horst - Jeannette Boertjes De leerkrachten van de Plusklas zijn:

• Alien Boersma - ook leerkracht Het Groene Hart

• Anneke van der Veen - ook leerkracht Het Groene Hart Alle coördinatoren hebben een gelijkwaardige opleiding “Specialist excellent talent en (hoog)- begaafdheid voor de hoogbegaafdheid-specialisten” positief afgerond.

Met deze opleiding zijn de huidige coördinatoren in staat om op te treden als:

- Coördinator voor de schoolaanpak hoogbegaafdheid;

- Begeleider voor schoolbeleid;

- Vraagbaak voor collega’ s;

- Mentor voor de leerlingen;

- Deskundige in contacten met ouders, - Uitvoering beleid,

- Leerkracht Plusklas, - …

De kennis wordt jaarlijks opgefrist door verplichte scholingsbijeenkomsten (4x per jaar, bij scholingsinstituut) en onderlinge ontmoeting/uitwisseling.

Coördinatoren dienen hun kennis en kunde actueel te houden. Aangeboden scholing vanuit Wolderwijs behoort tot verplichte scholing.

(18)

Taken werkgroep Plusklas

Ter ondersteuning van de leerkrachten in de Plusklas is er een werkgroep gevormd, die met regelmaat met de Plusklas-leerkrachten regelmatig overleg voert over o.a.

▪ (Deel)beleidsplan schrijven;

▪ Procedure aanmelding bewaken;

▪ Benoemingsprocedure plusklas leerkracht(en);

▪ Curriculum ontwikkelen;

▪ Koppeling thuisklas, plusklas stimuleren;

▪ (Meedenken over) beleid, ruimte en middelen;

De werkgroep bestaat uit:

• De coördinatoren meer- en hoogbegaafdheid;

• De twee plusleerkrachten;

• Beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit;

• ’t Voorzitterschap ligt bij een vooraf aangesteld lid van deze groep.

Uitvoeren van beleid op schoolniveau

Dit beleidsplan wordt op schoolniveau omgezet in een vierjarig schoolbeleidsplan hoogbegaafdheid. De koers vanuit dit plan dient daarbij leidend te zijn.

De meer-/hoogbegaafdheidcoördinatoren hebben hierin een coördinerende rol.

Bewaking kwaliteit Plusklas 2018-2022

Het bewaken van de kwaliteit is bij scholen een belangrijk element, ook in de zorg voor de

hoogbegaafde leerling. Om deze zorg te waarborgen komt dit onderwerp met regelmaat op de agenda in de reguliere én informele overlegmomenten in het team.

• Drie tot vier keer per jaar is er overleg met de coördinatoren, waarbij ingegaan wordt op o.a. de voortgang van de gemaakte afspraken en knelpunten die worden ervaren;

• De beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit heeft in 2017 nader onderzoek gedaan naar de waarde van de Plusklas Wolderwijs “Notitie voortzetting Plusklas Wolderwijs”; Er zijn gesprekken gevoerd met leerlingen, ouders en betrokken leerkrachten, ib’ers en directeuren.

• Ook heeft een van de oud-leerkrachten haar scriptie aan de waarde van de Plusklas gewijd;

Uit het onderzoek zijn de volgende aanbevelingen naar voren gekomen, die in de komende periode nader aandacht zullen krijgen:

o In hoeverre is het beleidsplan Meer- en hoogbegaafdheid binnen Wolderwijs op de scholen uitgezet.

Onderzoek aan de hand van indicatoren hoe dit op de basisscholen gestalte heeft gekregen;

o Monitoring van inhoud en werkwijze in de Plusklas door werkgroep plusklas;

o De Plusklas levert associaties op met “Min-klas”. Er is een procedure opgezet om een nieuwe, passende naam voor deze klas te ontwerpen;

o In feite zijn meer leerlingen gebaat bij een dergelijk aanbod, zoals de Plusklas die biedt.

Inmiddels is besloten voor de komende periode geen derde Plusgroep toe te voegen;

o De contacten tussen de Plusklas leerkrachten en de leerkrachten van de basisschool worden nog als te miniem ervaren. Aangeraden wordt om de contacten wederzijds te vergroten en meer gericht te verbreden;

o De Plusklas heeft geen eigen schoolgids. De Plusklas-leerkrachten wordt geadviseerd hieraan aandacht te schenken. De huidige folder is niet meer actueel en dient te worden geactualiseerd.

o Daarnaast wordt verwacht dat de Plusklas zich meer naar buiten toe etaleert;

(19)

o Bij ziekte is het moeilijk passende, geschikte invallers te vinden. Afgestudeerde meer- en hoogbegaafdheidscoördinatoren zouden bereid moeten zijn om in te vallen.

o In de praktijk betekent dit vaak dat dan de eigen groep of werkzaamheden niet uitgevoerd kunnen worden. Ter overweging wordt meegegeven het aantal invallers te vergroten door hen passende opleiding aan te bieden en meer aan de plusklas te binden;

o De Plusklas werkt met een bepaald budget, dat niet voorziet in de bekostiging van de jaarlijkse excursie. Vanaf het nieuwe schooljaar wordt overwogen om de ouders van deze leerlingengroep om een redelijke bijdrage te vragen;

o Iedere school beschikt voor de periode 2018-2022 over een actueel, 4-jarig schoolbeleidsplan Meer- en hoogbegaafdheidsplan, dat aansluit op voorliggend beleidsplan meer- en hoogbegaafdheid Wolderwijs;

o De Plusklas werkt met een schoolbegroting OLP van € 1500,00. Jaarlijks wordt in de begroting opgenomen hoe deze gelden worden besteed. Als aandachtspunten in dit beleidsplan wordt opgenomen:

o Begroting: Opname leermiddelen, koffiegelden, gebruik De Horst, … o Toezicht vanuit Wolderwijs op de ontwikkeling van De Plusklas;

o Hoe vinden de groepsbezoeken, voortgangsgesprekken plaats;

o De werkgroep Plusklas komt minimaal twee keer per jaar bijeen om na te gaan op welke wijze het beleid op Plusklassen en de scholen inmiddels is uitgevoerd. Daarbij worden eventuele knelpunten in kaart gebracht en uitgewerkt. De regie hiervoor berust bij coördinator Plusklas;

o De coördinatie via de beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit eindigt in principe aan het eind van het schooljaar 2017-2018. Wolderwijs overweegt in de tussentijd op welke wijze deze coördinatie een vervolg dient te krijgen.

(20)

7. Tijdpad uitvoering beleidsplan

Kort te sluiten: Regie

1 27-06-2018 2e Reactie in werkgroep MHB.

Opmerkingen worden verwerkt. Werkgroep /

Beleidsmedewerker onderwijs 2 September 2018 Definitief beleidsplan 2018-2022

wordt verstuurd naar MO + bestuurder

Beleidsmedewerker onderwijs

3 September 2018 Concept 2e versie bespreken in directieberaad ter advies.

Evt. wijzigingen worden aangepast in beleidsdocument.

Beleidsmedewerker onderwijs

4 September 2018 Bestuurder stelt beleidsplan vast

voor periode 20118-2022 Beleidsmedewerker 5 Oktober 2018 Definitief beleidsplan Wolderwijs

versturen aan de scholen/directies Beleidsmedewerker onderwijs

6 Oktober/november

2018 Beleidsplan wordt in de scholen besproken

Iedere school actualiseert eigen beleidsdocument MHB in 2018-2019

MHB coördinatoren.

Beleidsmedewerker onderwijs

(21)

8. Literatuurlijst, bronvermeldingen

• Ministerie van OCW (2011) Actieplan PO Beter presteren.

• Segers, E. & Hoogeveen, L. (2012) Programmering studie Excellentieonderzoek in primair, voortgezet en hoger onderwijs.

Nijmegen: Radboud Universiteit,

Behavioural Science Institute & Centrum voor Begaafdheidsonderzoek.

• Robert J. Marzano, Phil Warrick Hoog betrouwbare scholen; (Bazalt educatieve uitgaven 2015)

• www.slo.nl

• Informatiebrochure Day a Day a week school Amsterdam, December 2016 Weekschool

• Day a week schoolgids, Day a week school, Amsterdam 2017 Voor scholen en ouders

• Ministerie van OCW (2011) Actieplan PO Beter presteren.

• Tessa Kieboom en Danielle Verheye, De hoogbegaafdheid survivalgids,

• Jan Kuipers, Sidi, 2010.

• Tijl Koenderink, 2012. De zeven uitdagingen in het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen, (2012)

• Eleonoor van Gerven, 2011. Handboek hoogbegaafdheid

• Eleonoor van Gerven, 2008 Slim beleid, keuzes en consequenties bij beleid voor hoogbegaafde leerlingen in het basisonderwijs,

• Jan Kuipers, Competenties m.b.t. (hoog)begaafde kinderen,

• SLO, 2010 Digitale checklist “(Hoog)begaafdenwijzer (vs1) Basisonderwijs, SLO, 2010.

• J.T.Webb, E.R.Amend, N.E.Webb,

J.Goerss, 2013. Misdiagnose van hoogbegaafden,

• E. van Gerven, 2016. De Gids, Over begaafdheid in het basisonderwijs,

• Notitie voortzetting Plusklas

Wolderwijs Dick Oelen (14-11-2017)

(22)

Bijlagen

1. Aanmeldingsprocedures (versie 2018)

Toelatingscommissie Plusklas (T.C.P) Stichting Wolderwijs Schoolstraat 1, 7921 AV Zuidwolde

TPC@wolderwijs.nl

Aanmeldingsprocedure Plusklas

1. De coördinator + IB-er van de basisschool overleggen met de ouders of hun zoon/dochter in aanmerking wil komen voor de Plusklas en melden de leerling aan.

o De ouders melden niet zelf aan, maar via en samen met de basisschool;

o De basisschool legt de procedure van aanmelding aan de ouders uit;

o De basisschool legt de doelstelling en werkwijze van de Plusklas aan de ouders uit;

o De TCP communiceert met ouders over plaatsing of afwijzing voor de Plusklas.

2. De coördinator + IB-er van de basisschool melden de leerling aan en gebruiken hierbij de volgende formulieren:

o De SiDi- 3 observatielijst (leerkracht – ouder – kind);

o (Recente) toetsgegevens;

o Doortoets gegevens;

o Indien afgenomen: onderpresteerderslijst;

o Eventuele externe testgegevens;

o Het aanmeldingsformulier – school (1/2) (De leerling moet een hulpvraag hebben die moeilijk binnen de school opgelost kan worden);

o Het aanmeldingsformulier – ouders en leerling (2/2);

o Handtekeningenformulier.

3. De aanmelding wordt voorgelegd aan de Toelatingscommissie, bestaande uit 5 personen. Deze commissie kan contact met de scholen opnemen en om aanvullende informatie vragen.

De toelatingscommissie wordt samengesteld uit de volgende personen, waarbij jaarlijks sprake kan zijn van wisselende samenstelling:

- Alien Boersma -Leerkracht Plusklas, leerkracht Groene Hart - Anneke van der Veen -Leerkracht Plusklas, leerkracht Groene Hart - Lisette Stolwerk -Intern - Begeleider, MHB-coördinator, leerkracht - Saskia de Boer -Intern Begeleider, MHB-coördinator, leerkracht - Erna Kuipers -MHB-coördinator, leerkracht ‘t Oelebröd - Jeannette Boertjes -MHB-coördinator, leerkracht Het Groene Hart - Anita Hoekstra -Intern Begeleider, MHB-coördinator i.o.

- Roelien Tissingh -MHB-coördinator, leerkracht De Dissel Adviserend:

- Dick Oelen -Beleidsmedewerker onderwijs en kwaliteit

Bij behandeling van de eigen leerling, beslist de desbetreffende leerkracht niet mee.

(23)

De toelatingscommissie stelt zorgvuldig en autonoom haar rapportage op. Haar bevindingen zijn eensluidend en bepalend.

De toelatingscommissie besluit over toelating en plaatsing. Een aanmelding is derhalve geen garantie voor plaatsing.

4. In samenspraak met de leerling, ouders en school wordt een (handelings-)plan opgesteld door de plusleerkracht.

Het doel van de plaatsing en de werkwijze wordt hierin opgenomen.

5. De Plusklasleerkrachten informeren de scholen over de voortgang van de kinderen in de Plusklas.

De (thuis)leerkrachten informeren de Plusklasleerkrachten over de voortgang van de leerling in de thuisgroep.

6. De toelatingscommissie komt één keer per jaar samen.

De leerlingen moeten jaarlijks vóór …….. mei worden aangemeld. Plusklasleerlingen worden jaarlijks opnieuw aangemeld.

De basisschool en de ouders krijgen bericht van de Toelatingscommissie betreffende toelating of afwijzing van het aangemelde kind.

Hierbij wordt ook kort de reden vermeld.

Toelatingscriteria

De Plusklas Wolderwijs is bedoeld voor leerlingen uit de groepen 5 t/m 8.

1. De kinderen dienen te beschikken over een aantoonbaar hoge intelligentie (Cito, SiDi3);

2. Er mag geen sprake zijn van een te grote “naastliggende” problematiek;*

3. De leerling moet gemotiveerd zijn om actief mee te doen aan de activiteiten van de Plusklas;

4. De leerling moet een hulpvraag hebben die moeilijk binnen de school opgelost kan worden (=handelingsverlegen).

* Leerlingen, waarbij sprake is van een te grote, “naastliggende” problematiek kunnen onder

voorbehoud worden geplaatst tot aan de herfstvakantie, waarna vervolgens, in overleg met de T.C.P tot langer verblijf kan worden besloten.

Daarnaast gelden de volgende voorwaarden:

o De leerling blijft ingeschreven op de eigen basisschool. De basisschool blijft formeel verantwoordelijk;

o Van de thuisklas leerkracht wordt verwacht dat hij/zij in de groep ruimte en tijd creëert voor de plusklasopdrachten die de leerling moet uitvoeren;

o De plusklasleerkracht organiseert enkele contactmomenten voor de school en ouders, waarbij de voortgang en ontwikkeling wordt besproken;

o De leerlingen kunnen gebruik maken van de faciliteiten van: I.K.C de Horst (de Wijk) Adres: Postweg 43a, 7957 BV, 0522-441942, De Wijk;

o De leerlingen zijn tijdens de lesdag (woensdag) van de Plusklas verzekerd;

o De ouders zijn zelfverantwoordelijk voor het halen en brengen van hun kind naar de Plusklas;

o De op het aanmeldingsformulier aangegeven leer- en aandachtspunten worden meegenomen in het handelingsplan;

o Er zitten niet meer dan 15 kinderen in de Plusklas;

o Er zijn voor het komend schooljaar wederom 2 Plusklassen;

o Leerlingen van buiten Stichting Wolderwijs, die (tussentijds) aangemeld worden op een basisschool van Stichting Wolderwijs, hebben met voorrang recht op een aanmelding voor de Plusklas;

o Aanmelding.

Wij verzoeken de betreffende gegevens aan te leveren vóór ………..mei 20..

Aanmeldingen dienen digitaal te worden verstuurd naar:

tcp@wolderwijs.nl

(24)

Aanmeldformulier Plusklas - Ouders en leerling -

Datum:

Naam kind: jongen/meisje*

Groep:

Huidige basisschool:

Informatie van de ouders

Ik wil graag dat mijn kind naar de Plusklas gaat, omdat:

Een aandachtspunt voor mijn kind in de Plusklas is:

Informatie van de leerling

Ik wil graag naar de Plusklas, omdat:

Ik wil in de Plusklas graag leren …….

Ik wil in de Plusklas graag werken aan (onderwerpen):

*Streep door wat niet wordt gewenst.

(25)

Handtekeningenformulier

Behorend bij aanvraag Plusklas-plaatsing

O Ondergetekenden zijn op de hoogte van de procedure en inhoud van deze aanmelding en procedure en gaan akkoord met de aanmelding voor de Plusklas;

O Ondergetekenden geven de T.C.P toestemming om de aanmeldingsgegevens digitaal te versturen;

O Ondergetekenden geven de T.C.P toestemming om informatie van de eigen basisschool op te vragen.

o Ondergetekende heeft er geen bezwaar tegen dat leerlingengegevens van hun kind digitaal worden verstuurd.

Naam school:

Naam leerling: Datum:

Naam ouder: Datum:

Vader:

Moeder:

Naam leerkracht groep: ……… Datum:

Naam (M)HB-coördinator: Datum:

(26)

Afvinklijst aanmelding Plusklas

De volgende gegevens moeten aanwezig zijn bij de aanmelding van een leerling voor de Plusklas.

O Aanmeldingsformulier school;

O Aanmeldingsformulier ouder-kind;

O Handtekeningenformulier;

O SiDi3 leerkracht (formulier 3.B - resultaat en diagnosegrafiek);

O SiDi3 ouder (formulier 2.B - resultaat);

O SiDi3 leerling (formulier 5);

O Toetsgegevens Cito uit ParnasSys (overzicht);

Hierop moeten de didactische leeftijd (=Dl) en D.l.e (=didactische leeftijds- equivalent) vermeld staan.

O Doortoetsgegevens;

o ………

Eventueel extra aan te leveren:

O Extern, aanvullend onderzoek;

O Onderpresteerlijst (indien afgenomen – altijd toevoegen, ongeacht de uitkomst);

O Versnellingswenselijkheidslijst;

Met vriendelijke groet,

Namens de Toelatings Commissie Plusklas (=T.C.P) Wolderwijs,

……… (handtekening)

……….……… (naam)

……….. (functie) op school: ……….

(27)

Aanmelding Plusklas - door de ouders en leerling - Datum:

Naam kind: j/m

Groep:

Basisschool:

Informatie van de ouders

Ik wil graag dat mijn kind naar de Plusklas gaat, omdat:

Een aandachtspunt voor mijn kind in de Plusklas is:

Informatie van de leerling

Ik wil graag naar de Plusklas, omdat:

Ik wil in de Plusklas graag leren …….

Ik wil in de Plusklas graag werken aan (onderwerpen):

Handtekening ouder(s): Handtekening leerling:

(28)

Aanmelding Plusklas - door de school -

Datum: ………..

Ingevuld door: ………..

O.b.s. /I.K.C ………..

Gegevens betreffende de leerling

Naam: jongen/meisje*

Adres:

Woonplaats:

Telefoon:

Geboortedatum:

Groepsverloop:

Informatie van de school (1e aanmelding)

Reden om de leerling aan te melden voor de Plusklas:

Wat is er al aan de problematiek gedaan? (sluit evt. bijlage bij)

Wat zijn de leerpunten om aan te werken in de Plusklas?

Is er sprake van een naastliggende problematiek? Zo ja, welke?

Handtekening leerkracht: Bijlagen toevoegen:

- SiDi-3 observatielijst (leerkracht-ouder-kind) ___________________________________ - (Recente) toetsgegevens

Handtekening coördinator (m)H.B, - Evt. externe testgegevens

___________________________________

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Vanuit de huidige situatie en noodzaak voor een groep leerlingen die niet voldoende ondersteund kunnen worden binnen het reguliere basisonderw s is een

Bijna alle basisscholen en de helft van de vo-scholen kreeg er in 2016 geen of één leerling bij vanuit het speciaal onderwijs.. De instroom op sbo-scholen

28 Als we kijken naar veiligheid en inclusiviteit (zie tabel 5) zien we dat de kinderen uit het speciaal basisonderwijs minder tevreden zijn, dan de kinderen op

samenwerkingsverbanden voor de 'Regeling subsidie begaafde leerlingen primair en voortgezet onderwijs' geanalyseerd om te kunnen achterhalen welke soort activiteiten daarin genoemd

In deze fase wordt er met vragenlijsten voor de leerkracht, ouders en leerling en door het in kaart brengen van het didactisch niveau van de leerling bekeken of er mogelijk sprake

Als de leerling wordt verwijderd van een school voor bijzonder onderwijs (bijvoorbeeld een katholieke, protestant-christelijke of algemeen bijzondere school), kunnen ouders na

De onderwijsaanpassingen worden vaak gecombineerd: alleen differentiëren in de eigen groep, al dan niet in combinatie met een groep overslaan gebeurt op ongeveer 40% van de

Hierbij komt dat veel leraren denken dat verwijzen naar het speciaal (basis)onderwijs niet meer mag en dat daardoor veel meer leerlingen met extra ondersteu- ningsbehoeften in