Vraag nr. 5
van 6 oktober 1998
van de heer JOHAN SAUWENS Waterzuiveringsslib – Verwerking
Bij de zuivering van afvalwater komen grote hoe-veelheden slib vrij die nutriënten (stikstof, fosfor, kalium, ... ) bevatten. Sommige waterzuiverings-maatschappijen storten dit slib op landbouwperce-len. Nochtans waarschuwt de vakpers voor de nadelige gevolgen hiervan. Naast de genoemde nutriënten bevat het slib immers ook zware meta-len, schadelijke organische stoffen, bacteriën en andere mogelijke ziekteverwekkers.
1. Hoeveel slib is bij de zuivering van afvalwater vrijgekomen in het Vlaamse gewest in 1995, in 1996 en in 1997 ?
2. Is het slib dat vrijkomt in waterzuiveringssta-tions een afvalstof waarvan de verwerking onderhevig is aan de Vlaamse afvalwetgeving ? 3. Mag het waterzuiveringsslib al dan niet gestort
worden op landbouwpercelen, gezien het ant-woord op vraag 2 ?
Op welke wijze dient het waterzuiveringsslib verwerkt te worden, gezien de antwoorden op de vragen 2 en 3 ?
5. Heeft de milieuadministratie controles uitge-voerd teneinde een correcte verwerking af te dwingen van waterzuiveringsslib (cf. de Vlaamse afvalwetgeving) ?
Zo ja, heeft de milieuadministratie reeds over-tredingen vastgesteld van de Vlaamse afvalwet-geving bij de verwerking van waterzuiverings-slib (wie, waar, wanneer en hoeveel waterzuiverings-slib in de periode tussen 1994 en 1998) ?
Zo niet, heeft de minister zijn administratie als-nog opdracht gegeven de naleving te controle-ren van de Vlaamse afvalwetgeving bij de ver-werking van waterzuiveringsslib ?
Antwoord
1. Bij de Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest (OVAM) werden door de NV Aquafin volgende hoeveelheden slib gemeld : – productiejaar 1995 (melding 1996) : 827.234 ton slib ; – productiejaar 1996 (melding 1997) : 968.036 ton slib ; – productiejaar 1997 (melding 1998) : 1.650.722 ton slib.
In verband met de belangrijke stijging van de slibproductie ten opzichte van de vorige jaren wenst de OVAM op te merken dat het slib dat vrijkomt bij de pompstations (in tegenstelling met de voorgaande jaren) nu ook in de totale hoeveelheid gemeld slib is inbegrepen.
2. Volgens artikel 3 § 5 van het afvalstoffendecreet is slib afkomstig van de rioolwaterzuiveringsin-stallaties (RWZI) een bijzondere afvalstof. Het verwerken van het slib is bijgevolg onder-hevig aan de afvalwetgeving.
3. Sinds 1 juni 1998 is het Vlarea (Vlaams Regle-ment inzake Afvalvoorkoming en -beheer) van kracht. Dit heeft tot gevolg dat bepaalde afval-stoffen (bv. behandeld rioolwaterzuiveringsslib) kunnen worden gebruikt als secundaire grond-stof (bv. mestgrond-stof in de landbouw).
Het gebruik van behandeld rioolwaterzuive-ringsslib in de landbouw is afhankelijk van twee voorwaarden :
– er dient een ontheffing te zijn vanwege het ministerie van Landbouw ;
– er dient een gebruikscertificaat te worden verkregen bij de OVAM.
Indien aan deze beide voorwaarden niet vol-daan is, kan het slib niet worden gebruikt op landbouwgrond.
4. Volgende verwerkingswijzen zijn momenteel wettelijk toegelaten voor de verwerking van rioolwaterzuiveringsslib :
– storten op een categorie 2-stortplaats ; – verbranden in een verbrandingsoven voor
bedrijfsafvalstoffen ;
– gebruik als meststof (secundaire grondstof) in de landbouw ;
– gebruik als brandstof (secundaire grondstof) in een met steenkool gestookte verbran-dingsinrichting.
routinemati-ge controles en routinemati-gecoördineerde controlecam-pagnes uit teneinde een correcte verwerking af te dwingen van waterzuiveringsslib.
Er werden reeds twee geplande en gecoördi-neerde controlecampagnes van waterzuiverings-slib uitgevoerd.
– Eind 1996 werden 40 staalnemingen uitge-voerd van waterzuiveringsslib afkomstig van de zuivering van huishoudelijk afvalwater. Van 21 monsters werd het waterzuiverings-slib afgevoerd naar de landbouw. Na evalu-atie van de eerste analyseresultaten, werd bij 16 RWZI een tweede staal genomen. Op basis van alle beschikbare analyseresultaten werd bij 20 RWZI een proces-verbaal van overtreding opgemaakt.
De resultaten van deze campagne werden bestudeerd door het expertisecentrum Grondstoffen van de VITO (Vlaamse Instel-ling voor Technologisch Onderzoek). Hun besluiten werden gebundeld in het rapport "Milieuhygiënische evaluatie gebruik slib in de landbouw" door K. Devoldere en B. Laet-hem en werden gebruikt bij het vastleggen van de normen in het Vlarea.
– In de periode juni-september 1998 werden 8 staalnemingen uitgevoerd van waterzuive-ringsslib van RWZI dat wordt afgevoerd naar de landbouw.