• No results found

Vraag nr. 188 van 26 februari 1998 van de heer JOHAN SAUWENS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 188 van 26 februari 1998 van de heer JOHAN SAUWENS"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 188 van 26 februari 1998

van de heer JOHAN SAUWENS Militaire domeinen – Milieuwetgeving

Tijdens een interpellatie over de Cannerberg nabij Maastricht kwam ook de vervuiling van militaire domeinen in het Vlaamse gewest ter sprake (Han-delingen C43 van 4 februari 1998). De minister gaf toe dat het gaat om een "niet te onderschatten pro-bleem".

1. Is het ministerie van Defensie als eigenaar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest onderworpen aan het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake grondwater-beheer ?

a) Zo ja, is de Vlaamse milieuadministratie op de hoogte van inbreuken op de wettelijke bepalingen uit het decreet van 24 januari 1984 houdende maatregelen inzake grond-waterbeheer, door het ministerie van Defen-sie ?

Welke maatregelen heeft het ministerie van Defensie eventueel genomen om in overeen-stemming te zijn met de wettelijke bepalin-gen uit het decreet van 24 januari 1984 ? b) Zo neen, waarom is het ministerie van

Defensie als eigenaar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest niet onder-worpen aan het bovenvermelde decreet ? 2. Is het ministerie van Defensie als eigenaar van

de militaire domeinen in het Vlaamse gewest onderworpen aan het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering ?

a) Zo ja, is de Vlaamse milieuadministratie op de hoogte van inbreuken op de wettelijke bepalingen uit het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering, eventu-eel door het ministerie van Defensie ? Welke maatregelen heeft het ministerie van Defensie eventueel genomen om in overeen-stemming te zijn met de wettelijke bepalin-gen uit het decreet van 22 februari 1995 ? b) Zo neen, waarom is het ministerie van

Defensie als eigenaar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest niet onderworpen aan het decreet van 22 februari 1995 ?

3. Is het ministerie van Defensie als eigenaar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest onderworpen aan het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (met inbegrip van Vlarem I en II) ? a) Zo ja, is de Vlaamse milieuadministratie op

de hoogte van inbreuken op de wettelijke bepalingen uit het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen (met inbegrip van Vlarem I en II), door het ministerie van Defensie ? Welke maatregelen heeft het ministerie van Defensie eventueel genomen om in overeen-stemming te zijn met de wettelijke bepalin-gen uit het decreet van 2 juli 1981 ?

b) Zo neen, waarom is het ministerie van Defensie als eigenaar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest niet onder-worpen aan het decreet van 2 juli 1981 ?

Antwoord

1. Krachtens het decreet van 8 - 10 juli 1791 "con-cernant la conservation et le classement des places de guerre et postes militaires, la police des fortifications et autres objects y relatifs" is de militaire overheid in alle domeinen die wer-kelijk de militaire dienst aanbelangen volstrekt onafhankelijk van de burgerlijke macht. M e t betrekking tot grondwaterwinning is zij dus niet onderworpen aan de vergunningsplicht voor het oppompen van grondwater voorzover dit nood-zakelijk is voor militaire doeleinden.

Wanneer het grondwater gewonnen wordt met commerciële doeleinden is het decreet van 24 januari 1983 houdende maatregelen inzake het grondwaterbeheer wel van toepassing. D e Vlaamse milieuadministratie gaat verder na of er terzake inbreuken zijn gepleegd door het ministerie van Landsverdediging.

2. Het ministerie van Landsverdediging is als eige-naar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest onderworpen aan het bodemsanerings-d e c r e e t , voorzover bodemsanerings-de terreinen niet meer als van militair-strategisch belang worden beschouwd.

(2)

voor-beeld verwijs ik hierbij naar de vaststelling van de bodemverontreiniging ten gevolge van de vliegtuigcrash in Geetbets ;deze verontreiniging kwam tot stand na de inwerkingtreding van het decreet van 22 februari 1995 en het betrof dus een nieuwe bodemverontreiniging. Bij nieuwe bodemverontreiniging dient in uitvoering van de bepalingen van artikelen 7 en 10 § 1 van het decreet door de saneringsplichtige te worden overgegaan tot bodemsanering.

In bovenvermeld geval werden alle maatregelen genomen om de bodem te saneren.

Ook bij vaststelling van historische verontreini-ging op de militaire domeinen werd de OVAM (Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaams Gewest) op de hoogte gesteld en wer-den de bepalingen van het decreet gevolgd. Hetzelfde geldt bij overdracht van terreinen. 3. Het ministerie van Landsverdediging is als

eige-naar van de militaire domeinen in het Vlaamse gewest onderworpen aan het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en de titels I en Ii van het Vla-rem, voorzover de installaties niet meer als van strategisch belang worden beschouwd.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Kan de minister voor de voorbije zittingsperiode meedelen hoeveel (voor)ontwerpen van decreet en hoeveel ontwerpen van besluit hij/zij bij de afde- ling Wetgeving van de Raad van

Reeds in mijn Beleidsbrief Ambtenarenzaken – Beleidsprioriteiten 1998 heb ik gesteld dat de huidige regeling van de loopbaanversnelling de verwachtingen niet helemaal

In het kader van de uitvoering van het Wi t t e Donderdagakkoord werd met middelen uit de sociale reconversie-enveloppe in het Limburg- fonds een strategisch

Voor wanneer verwacht de Vlaamse regering de uitspraak van de Europese Commissie over het al dan niet strijdig zijn van het financiële luik van het MAP met het

Daarnaast moet worden meegedeeld dat enkel een onderscheid wordt gemaakt tussen adviezen die aangevraagd worden door de minister-president en adviezen die gevraagd worden door

De grondwaterheffing voor het grondwater dat niet wordt gebruikt voor de openbare drinkwa- tervoorziening werd ingevoerd door het decreet van 19 december 1997 houdende bepalingen

Bij een onderzoek op een militair domein rijst bovendien het probleem dat soms moeilijk gege- vens kunnen worden verkregen van de precieze locatie van

1. Op welke verdragsrechtelijke verplichtingen van de internationale burgerluchtvaartinstanties heeft het ministerie van de Vlaamse Gemeen- schap zich in 1994 gebaseerd voor de