Vraag nr. 92 van 12 februari 1996
van de heer CARL DECALUWE Serviceflats – Bezettingsgraad
De door de minister van Financiën gelanceerde bevak (belastingvennootschap met vast kapitaal) om geld in te zamelen voor het bouwen van serviceflats kende bij de beleggers een groot succes, waardoor de mogelijk-heid werd geschapen om in de toekomst duizenden nieuwe serviceflats te bouwen. In diverse gemeenten wordt echter vastgesteld dat serviceflats die nog wer-den gebouwd onder het stelsel-Lenssens, nog altijd niet bewoond zijn.
1. Kan de minister mij meedelen, per provincie, wat de bezettingsgraad is van de serviceflats gebouwd met steun van het Vlaams Gewest ?
2. In welke mate speelt de huidige bezettingsgraad mee bij het bepalen van de plaats waar de nieuwe bevak-serviceflats komen ?
Antwoord
1. Ik verwijs het Vlaams parlementslid naar vraag nr. 57 van 19 december 1995 van de heer Eddy Schuer-mans (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. 5 van 8 januari 1996, blz. 241). Het betreft hier cijfers over de serviceflats die zowel met als zonder subsi-dieverlening werden gebouwd (zie verder). Voor de bezettingsgraad van serviceflats gebouwd met subsi-dieverlening van het Vlaams Gewest, beschik ik over geen aparte cijfergegevens.
2. De planning van de serviceflats gebouwd door de NV Servi ceflats Invest ressorteert onder de bevoegdheid van mevrouw Wivina Demeester-De Meyer, Vlaams minister van Financiën, Begroting en Gezondheidsbeleid. Het criterium "bezettings-graad" speelt bij selectie van de projecten, voor zover mij bekend, geen rol.