Vraag nr. 57 van 5 maart 1996
van de heer CARL DECALUWE
Toewijzing sociale woningen – Registers kandidaat-huurders
Normaliter moesten de beknopte registers, na actuali-satie, eind oktober ter beschikking worden gesteld van de kandidaat-huurders, teneinde maximaal inzicht te geven bij de toewijzing van de sociale woningen. 1. Welke sociale bouwmaatschappijen hebben hieraan
geen gevolg gegeven ?
2. Wat zijn de redenen voor het niet ter beschikking stellen van de geactualiseerde beknopte registers ? 3. Welke sancties kunnen worden getroffen tegen
erkende vennootschappen die niet over geactuali-seerde beknopte registers beschikken en door wie kunnen deze sancties worden genomen ?
Antwoord
Het besluit van de Vlaamse regering van 6 april 1995 tot bepaling van de vorm, de inhoud, de wijze van bij-houden, de modaliteiten van de actualisering en de controle van de registers van de kandidaat-huurders voor sociale woningen, stelt in artikel 5 dat de daat-huurder het recht heeft het register van de kandi-daat-huurders ten minste één dag per week in te kijken. De sociale huisvestingsmaatschappij moet aan de kan-didaat-huurder op het ogenblik van de inschrijving meedelen op welke dagen en uren hij dat register kan inkijken.
Door de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM) wordt, via haar sociaal inspecteurs en via het semes-trieel verslag van de commissarissen, controle uitgeoe-fend op de naleving van de huurreglementering. Tot op heden werden geen inbreuken vastgesteld op de ver-plichting om het register ter inzage te leggen.
Het besluit van 6 april 1995 vermeldt geen specifieke sancties tegen sociale huisvestingsmaatschappijen die niet over een geactualiseerd register van de kandidaat-huurders beschikken. Artikel 23, laatste lid, van het besluit van de Vlaamse regering van 29 september 1994 tot reglementering van het sociale huurstelsel stelt evenwel dat, indien uit een onderzoek blijkt dat de sociale huisvestingsmaatschappij in gebreke is gebleven wat de toepassing van het huurbesluit betreft, de VHM gerechtigd is om, na de vastgestelde inbreuk per aange-tekend schrijven aan de betrokken sociale huisvestings-maatschappij te hebben betekend en zolang de inbreuk voortduurt, de rentevoet van de jaarlijks door de socia-le huisvestingsmaatschappij op de toegestane voor-schotten te betalen intresten met maximum 10 % per jaar te verhogen en om geen nieuwe voorschotten meer te verlenen voor het bouwen van huurwoningen.