Vraag nr. 158 van 29 maart 2000
van de heer CARL DECALUWE
Vlaamse Milieumaatschappij – Tijdelijke aanstel-lingen
Bij de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) wor-den bij vacatures voor leidinggevende functies, zoals bijvoorbeeld van afdelingshoofd, b l i j k b a a r waarnemende aanstellingen gedaan in plaats van meteen definitieve.
1. Is dat de gebruikelijke werkwijze ?
Is dat efficiënt vanuit organisatorisch oogpunt ? Hoeveel ambtenaren voldoen thans bijvoor-beeld aan de voorwaarden om "volwaardig" in een functie van afdelingshoofd te worden aan-gesteld ?
Waarom geeft de VMM desalniettemin de voor-keur aan tijdelijke aanstellingen ?
2. Verlopen dergelijke tijdelijke aanstellingen, b i j-voorbeeld van afdelingshoofd, volgens de statu-taire procedures die gelden voor de overeen-komstige definitieve aanstelling, of gelden daar-voor specifieke statutaire procedures ?
3. Hoeveel functies van afdelingshoofd zijn bij de VMM momenteel definitief vacant en sedert welke datum ?
Antwoord
1. Voor één betrekking van afdelingshoofd bij de Vlaamse Milieumaatschappij werd een perso-neelslid aangewezen in een waarnemende func-tie voor een periode van maximaal één jaar. Voor deze oplossing werd gekozen omdat ener-zijds voor de continuïteit en de werking van de afdeling in een onmiddellijke vervanging van het ontslagnemend afdelingshoofd diende te worden voorzien en anderzijds het aangewezen leek om voor een definitieve aanstelling te wachten op de goedkeuring van het stambesluit voor de Vlaamse openbare instellingen (VO I ' s ) , waardoor een aangepaste aanstellingsprocedure en een mandaatfunctie voor de afdelingshoof-den worafdelingshoof-den ingevoerd.
Op basis van het huidige statuut voldoen 23 personeelsleden aan de administratieve
voor-waarden om te kunnen worden aangewezen als a f d e l i n g s h o o f d . Voor de aanwijzing dienen ech-ter ook de inech-teresse van de mogelijke kandida-t e n , de generieke compekandida-tenkandida-ties en de afdelings-specifieke competenties te worden nagegaan, zodat een onmiddellijke invulling niet mogelijk is en ook bij deze procedure een tijdelijke aan-wijzing noodzakelijk zou zijn voor het verzeke-ren van de continuïteit.
2. De tijdelijke aanwijzing verloopt volgens een specifieke statutaire procedure, vastgelegd in de artikelen II, 23 tot II 28 van het personeelssta-tuut van de Vlaamse Milieumaatschappij. 3. Bij de Vlaamse Milieumaatschappij is één