• No results found

Vraag nr. 4 van 1 okto- ber 2004 van de heer MARK DEMESMAEKER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 4 van 1 okto- ber 2004 van de heer MARK DEMESMAEKER"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 4

van 1 okto- ber 2004

van de heer MARK DEMESMAEKER Jeugdbewegingen – Lokalen

Steeds meer jeugdbewegingen klagen steen en been over een gebrek aan degelijke jeugdlokalen. De chirojongens van Diegem verbouwen zelf hun lokalen, uit geldgebrek. Het VNJ (Vlaams Natio-naal Jeugdverbond) dreigt in Vilvoorde op straat te belanden. Het moet van het stadsbestuur zijn lokalen ontruimen, zonder dat er tot op heden een alternatief werd geboden. Dit zijn slechts twee concrete voorbeelden.

Daarnaast beschikken jeugdverenigingen niet over de gepaste middelen om hun infrastructuur aan de steeds strenger wordende wetgeving aan te pas-sen.

1. Is de minister zich bewust van deze problema-tiek?

2. In welke mate wordt deze problematiek op een efficiënte manier aangepakt?

3. Welke maatregelen worden genomen om de behoefte van de jeugd aan meer infrastructuur in te vullen?

4. Onder welke omstandigheden kan een gemeen-telijke overheid een afdeling van een landelijk erkende jeugdbeweging uit haar lokalen zetten? Welke opzegtermijn dient bijvoorbeeld gere-specteerd te worden? Is een gemeente verplicht om een alternatieve huisvesting aan te bieden of tenminste actief mee te zoeken naar een oplossing?

Is er van overheidswege een financiële ondersteu-ning naar gemeentebesturen om dergelijke situa-ties op te vangen?

Antwoord

1. Ik ben mij wel degelijk bewust van deze pro-blematiek. De Vlaamse overheid stimuleert de gemeenten om over de thematiek een denkoe-fening te houden in overleg met de betrokken jeugdwerkinitiatieven.

Via het decreet van 14 februari 2003 houdende de ondersteuning en de stimulering van het gemeentelijk, het intergemeentelijk en het pro-vinciaal jeugd- en jeugdwerkbeleid, inzake het voeren van een gemeentelijk en intergemeente-lijk jeugd- en jeugdwerkbeleid, en het nieuwe uitvoeringsbesluit voor de opmaak van jeugd-ruimteplannen (het besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2003 ter uitvoering van het decreet van 14 februari 2003 inza-ke de subsidiëring van gemeentebesturen die een jeugdruimtebeleid voeren als onderdeel van het jeugdwerkbeleid) worden de gemeen-ten gestimuleerd om het hoofdstuk "Jeugdwer-kinfrastructuur" in het jeugdwerkbeleidsplan extra uit te werken. Zo vraagt artikel 3,1°, e) van het besluit om een beschrijving te geven van de bestaande situatie, "met een weergave van de knelpunten, tekorten en werkpunten betreffende

– de beschikbaarheid en het gebruik van de jeugdwerkinfrastructuur (o.a. jeugdhuizen en jeugdlokalen);

– het beheer van de jeugdwerkinfrastructuur; – de capaciteit van de

jeugdwerkinfrastruc-tuur in verhouding tot het gebruik ervan; – de omgeving van de

jeugdwerkinfrastruc-tuur;

– de bouwtechnische staat van de jeugdwerk-infrastructuur, minstens met het oog op de veiligheid van de gebruikers;

– de wettelijkheid van de jeugdwerkinfrastruc-tuur".

Bovendien wordt gevraagd een overzicht te geven van de gemeentelijke ondersteuningsvormen. 2. Conform het kerntakendebat, is het

jeugd-lokalenbeleid expliciet een bevoegdheid van de gemeentebesturen. De gemeenten beslissen autonoom over de aanpak van de vastgestelde knelpunten. De Vlaamse overheid ziet er alleen op toe of de beslissingen correct werden geno-men (cf. juiste procedures en verordeningen). 3. Sinds 2002 loopt binnen de gemeentelijke

(2)

"Jeugd-ruim-te". Gemeenten kunnen 20 % extra sub-sidies krijgen van de Vlaamse Gemeenschap voor hun jeugdwerkbeleidsplan wanneer ze ook een jeugdruimteplan opmaken en uitvoeren. Een Leidraad Jeugdruimteplan werd samengesteld en verspreid: een van de aangeboden katernen behandelt uitvoerig de staat van de jeugdwerkin-frastructuur. Het is een inspiratiebron voor de lokale planners.

Alleen al het feit dat de gemeenten de proble-men moeten inventariseren, zal ze aanzetten om ook effectief de nodige investeringen te doen.

Verschillende actoren op Vlaams niveau maken er een prioriteit van om gemeenten aan te spo-ren aan deze behoefte tegemoet te komen. Zo functioneert binnen het Steunpunt Jeugd het samenwerkingsverband Locomotief, dat heel wat knowhow heeft verzameld en van waaruit een hele reeks handige publicaties worden ver-spreid. Het Steunpunt Jeugd wordt hiervoor gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. Ook de Vereniging voor Vlaamse Jeugddien-sten en -consulenten besteedt op haar vormings-momenten uitgebreid aandacht aan het thema. 4. Hier gelden de algemene regels van behoorlijk bestuur. Alles hangt ook af van de gemaakte afspraken, de huur- of gebruiksovereenkomst. Het is belangrijk dat groepen enige rechtsze-kerheid hebben inzake het gebruik van hun lokalen. We dringen er dan ook op aan dat dit voor-af duidelijk op papier wordt gezet, dat een minimumgebruiksduur afgesproken wordt. Een gemeente is niet verplicht om te voorzien

in lokalen voor de particuliere jeugdwerkiniti-atieven. Zij moet immers ook toezien op een gelijke behandeling van alle gelijksoortige orga-nisaties. Dankzij de jeugdwerkbeleidsplanning zijn echter de meeste gemeenten ernstig mee gaan zoeken naar oplossingen, omdat dit vaak de meest gevraagde ondersteuningsvorm is, omdat hier dikwijls de grootste noden opdui-ken. De gemeente is volledig zelf bevoegd om de meest verantwoorde beslissing te nemen inza-ke wie hoeveel ondersteuning krijgt en op welinza-ke manier.

De subsidiëring van het jeugdruimteplan door de Vlaamse overheid is een kleine

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Veeleer dan verbanden te zoeken die er niet zijn, dienen we oog te hebben voor de gecom- pliceerde maatschappelijke ontwikkelingen, die het door de Vlaamse Gemeenschap

Niet alleen werd onvoldoende informatie verstrekt over de kiesverrichtingen zelf, de verplaatsing naar de stembureaus scheen voor vele ouderen ook een onoverkomelijk

Het feit dat slechtziendheid bij ouderen dikwijls traag ontstaat, draagt er in elk geval toe bij dat betrokkenen en hun omgeving zich vaak niet bewust zijn van het progressief

Gebouwen in gebruik (eigendom of huur) door de Vlaamse openbare instellingen (VOI's) zijn ook niet opgenomen in deze inventaris2. Er bestaat geen centrale inventaris van

Op 25 november 2003 besliste het bureau van de PA RvE dat de opinie voor bijkomende rapporte- ring naar het Comité voor Welzijn, Gezondheid en Gezin zou worden gestuurd, waarna

Aan de hand van een cursusplan moeten de onthaalbureaus aantonen hoe ze MO organiseren om de doel- stellingen te behalen (Bulletin van Vragen en Antwoorden nr. Artikel 14,

"Het instellingsbestuur geeft rekenschap over zijn beleid inzake het gebruik van een andere onderwijs- taal dan het Nederlands in een jaarlijks verslag met een overzicht

voorzieningen – de zorgregisseur stelt immers dat het gaat om een beperkt aantal voorzienin- gen – of zijn het structurele maatregelen die naar de toekomst toe