• No results found

Vraag nr. 50 van 25 november 1999 van de heer JOS BEX

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 50 van 25 november 1999 van de heer JOS BEX"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 50

van 25 november 1999 van de heer JOS BEX

Natuurrapport 1999 – Evaluatie

Het allereerste Natuurrapport over de toestand van de natuur in Vlaanderen velt een negatief oor-d e e l : oor-de natuur in Vlaanoor-deren bevinoor-dt zich in een neerwaartse spiraal. 179 planten- en diersoorten zijn verdwenen. 349 soorten zijn bedreigd. I n k r i m-ping van de oppervlakte, v e r s n i p p e r i n g, v e r v u i l i n g, verdroging en verstedelijking zijn hiervan de oor-z a a k . De "Weken van het bos" en de "Dagen van de natuur" verhelpen dat spijtig genoeg te weinig. Naar aanleiding van de publicatie van dit rapport wens ik de minister volgende vragen te stellen. 1. Onderschrijft de minister de conclusie van het

Natuurrapport dat de gewestplannen nog onvol-doende hebben bijgedragen tot een duurzame en kwalitatief hoogstaande natuur ?

Waarom bieden de vastgestelde groene bestem-mingen onvoldoende garanties voor het behoud en het herstel van natuurwaarden ?

2. Deelt de minister de mening van de algemeen directeur van het Instituut voor Natuurbehoud dat er, om alle plannen inzake natuurexpansie te realiseren, 1,6 miljard extra nodig is ? Kan de minister deze berekening verduidelijken ? 3. Beaamt de minister dat er in de duinen geen

aangepast beheer is uit het oogpunt van natuur-behoud ?

Zo ja, welke oplossingen reikt de minister hier-voor aan ?

4. Deelt de minister de stelling van het Natuurrap-port dat daarvoor nog meer natuurgebieden langs de overgang van duinen naar polders moeten worden afgebakend ? Zo ja, welke ini-tiatieven werden dienaangaande reeds genomen en staan op stapel ?

5. Hoe werden de "Weken van het bos" en de "Dagen van de natuur" geëvalueerd ?

Konden zij een mentaliteitswijziging tot stand brengen ?

Worden er eventueel initiatieven genomen om deze mentaliteitswijziging beter tot stand te brengen ? Waarop zijn ze gebaseerd ?

6. Wordt eraan gedacht om voortaan systematisch te spreken van "natuurbeheer", in plaats van de veeleer negatieve term "natuurbehoud" ?

Antwoord

1. Het Natuurrapport stelt concluderend dat de groene gewestplanbestemmingen wel hebben bijgedragen tot behoud van natuurgebieden, maar dat hierdoor een achteruitgang van de na-tuurkwaliteit vaak niet voldoende kon worden tegengegaan.

– Niet alle in Vlaanderen aanwezige natuur heeft op de bestaande gewestplannen een adequate bestemming met de bijbehorende bestemmingsvoorschriften.

Bij het opmaken en vaststellen van de ge-westplannen in de jaren zeventig was het be-houd van de aanwezige of potentiële natuur-waarden niet het primordiale uitgangspunt en het instandhouden of ontwikkelen van voor natuur duurzame en leefbare aaneenge-sloten gebieden helemaal niet.

– De bestemming op de gewestplannen kan niet op zichzelf de instandhouding van na-tuurterreinen of het realiseren van de groene bestemming garanderen.

De groene gewestplanbestemmingen behel-zen een passieve planologische bescher-m i n g : in het beste geval verzekeren ze dat de betrokken gebieden als open ruimten worden behouden en dat er geen bouwver-gunningplichtige werken worden uitgevoerd die strijdig zijn met de groene bestemming. In combinatie met andere wetgeving, z o a l s de in het besluit van de Vlaamse regering van 23 juli 1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu opgelegde verbods-maatregelen en natuurvergunningplicht, g e-nieten natuurlijke vegetaties en landschaps-elementen een wettelijke bescherming bin-nen de groene bestemmingen.

De reële handhaving van de wetgeving vergt echter een volgehouden inspanning inzake voorlichting en sensibilisering en een admi-nistratief en politioneel toezicht.

(2)

andere instrumenten vereist voor het realise-ren van de groene gewestplanbestemmingen. Het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurwaarden vereisen maatregelen van natuurtechnische inrichting en beheer die pas op duurzame wijze kunnen worden genomen wanneer de natuurgebieden eigen-dom zijn van of worden gehuurd door na-tuurbeherende instanties, zoals de afdeling Natuur van het ministerie van de V l a a m s e Gemeenschap of de erkende particuliere na-t u u r b e h o u d v e r e n i g i n g e n . Vandaar hena-t belang van een offensief aankoopbeleid van natuur-gebieden door de Vlaamse overheid, z o a l s dat trouwens is opgenomen in het V l a a m s regeerakkoord van 13 juli 1999.

Maatregelen zoals beheersovereenkomsten en het subsidiëren van projecten voor herstel en inrichting kunnen in bijkomende orde bij-dragen tot het realiseren van groene gewest-planbestemmingen.

2. De berekeningen in het Natuurrapport zijn een tijdgebonden aanzet die een raming geven van de financiële middelen die vereist zijn voor de in het Natuurrapport aangegeven maatregelen. De gegevens en de stand van zaken uit het Na-tuurrapport vormen een ijkpunt voor de voor-uitzichten en intenties die in mijn beleidsnota (Stuk 141 (1999-2000) – Nr. 1 – red.) aan de orde k o m e n . Overigens moet die in samenhang met de regeringsverklaring het uitgangspunt vormen voor de beleidsbrieven en de toelichting bij de jaarlijkse ontwerpbegrotingen. Het Vlaams Par-lement beslist uiteindelijk over de opportuniteit en de grootte van de begrotingsmiddelen voor het natuurbeleid.

3. Ik wil die stelling zeker niet veralgemenen. Van de op heden overblijvende 3.600 hectare beschermde open ruimte in de Maritieme Duin-streek zijn er anno 1999 ongeveer 1.240 hectare eigendom van het Vlaams Gewest.

Sinds 1997 beschikken de Vlaamse administra-ties over de "Ecosysteemvisie voor de V l a a m s e k u s t " , een in opdracht van de afdeling Natuur van de administratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Aminal) door de Universiteit Gent in samenwerking met het Instituut voor Natuurbehoud uitgewerkt referentiewerk, d a t een natuurwetenschappelijk onderbouwd kader biedt inzake het onder andere natuurtechnisch

beheer van strand, s l i k , s c h o r, duin en duin-pol-d e r- o v e r g a n g s z o n e. Het natuurduin-pol-doeltypensys- natuurdoeltypensys-teem van de ecosysnatuurdoeltypensys-teemvisie voor de V l a a m s e kust steunt op de Europese habitatrichtlijn 9 2 / 4 3 / E E G. Voor alle Vlaamse natuurreservaten langs de kust werd reeds een beheersplan bij ministerieel besluit goedgekeurd of wordt mo-menteel een beheersplan opgemaakt. Voor de meeste zeewerende domeinduinen worden mo-menteel gebiedsvisies uitgewerkt.

De ecosysteemvisie voor de Vlaamse kust vormt de ecologische basis voor deze beheers-plannen en gebiedsvisies. Sinds 1997 voeren de afdeling Natuur van Aminal en de afdeling Wa-terwegen Kust van de administratie Wa t e r w e-gen en Zeewezen (AW Z ) , in onderling overleg, het beheer van de Vlaamse natuurreservaten en zeewerende domeinduinen overeenkomstig de richtlijnen van de beheersplannen en gebiedsvi-s i e gebiedsvi-s. Hiermee wordt in deze kugebiedsvi-stduinen de Eu-ropese habitatrichtlijn in de praktijk geïmple-m e n t e e r d , zodat geïmple-mag worden geconcludeerd dat de natuurreservaten en domeinduinen langs de Vlaamse kust op een ecologisch verantwoorde wijze worden beheerd.

Van de 2.360 hectare duinen en duin-polder-overgangszones die (nog) geen eigendom zijn van het Vlaams Gewest, zijn ongeveer 380 hec-tare eigendom van de watervoorzieningsmaat-s c h a p p i j e n , de Intercommunale Wa t e r l e i d i n g watervoorzieningsmaat- s-maatschappij van Veurne-Ambacht (IWVA) en de Vlaamse Maatschappij voor Wa t e r v o o r z i e-ning (VMW). Hiervan is voor 150 hectare een beheersplan opgemaakt en krijgt een natuur-technisch beheer. Het is aangewezen dat de in-tercommunales ook voor de overige oppervlak-te een natuurbeheersplan zouden samensoppervlak-tellen om het beheer van hun terreinen af te stemmen op de aanwezige of te ontwikkelen natuurwaar-den.

Voorts zijn ongeveer 100 hectare duinen eigen-dom van de gemeenten De Panne, Koksijde en K n o k k e - H e i s t . Enkel een beperkt gedeelte van de 8 hectare groot natuurgebiedje "Park 58" in Knokke-Heist wordt natuurtechnisch beheerd door Natuurreservaten V Z W. De 60 hectare uit-gestrekte Oosthoekduinen in De Panne krijgen tot op heden nagenoeg geen beheer, op het ge-dogen van wilde recreatie na, maar zijn sinds 29 juni 1999 opgenomen in het natuurinrichtings-project "Oosthoekduinen".

(3)

1.880 hectare nog particulier eigendom. D e z e particuliere duinen en duin-polder- o v e r g a n g s g e-bieden worden op heden niet natuurtechnisch beheerd.

Gelet op de snelle vooruitgang van de natuur-waarden in de particuliere duinen en duin-pol-d e r-overgangsgebieduin-pol-den acht ik een geïntensi-veerd verwervingsbeleid door de Vlaamse over-heid aangewezen om die gebieden op adequate wijze natuurtechnisch te beheren. Met goedkeu-ring van het Vlaams Parlement zal op mijn voorstel vanaf het jaar 2000 op de begroting van het Vlaams Gewest een krediet van 180 miljoen frank ter beschikking zijn voor het verwerven van duinen en duin-polder-overgangsgebieden. 4. De duin-polder-overgangszones vertonen

mees-tal mees-talrijke milieugradiënten die goede mogelijk-heden bieden voor herstel en ontwikkeling van n a t u u r. Op de meeste plaatsen komen zowel de actuele als de potentiële natuurwaarden van die d u i n - p o l d e r-overgangszones onder druk van een ongepast gebruik.

Deze duin-polder-overgangszones werden op de in de jaren 1970 vastgelegde gewestplannen meestal als agrarisch gebied aangeduid. Door de vanuit landbouweconomisch oogpunt marginale kwaliteit van die schrale, droge of natte gron-d e n , en veelal ook gron-door gron-de ruimtelijke versnip-pering ervan, heeft het traditioneel landbouw-gebruik van die gebieden reeds plaatsgemaakt voor een gebruik door niet-agrariërs. Wa a r d u i n - p o l d e r-overgangsgebieden toch nog in ag-rarisch gebruik zijn, worden zij, ondanks hun marginale betekenis voor de landbouw, w e l l i c h t "uit gewoonte" overmatig bemest en onderwor-pen aan pesticidengebruik, waardoor de oor-spronkelijk aanwezige natuurwaarden zeer sterk achteruitgegaan zijn en nog altijd achter-uitgaan.

Aangezien de agrarische bestemming van een aantal duin-polder-overgangszones maatschap-pelijk en economisch achterhaald is en niet toe-laat op afdoende wijze de actuele den te handhaven of de potentiële natuurwaar-den te ontwikkelen, ligt in die gevallen een groene gewestplanbestemmingswijziging voor de hand.

Op heden zijn, op twee uitzonderingen in Lom-bardsijde en in De Haan na, nog geen initiatie-ven in die zin genomen.

5. De Week van het Bos wordt georganiseerd door A m i n a l , afdeling Bos en Groen. De Open Na-tuurdagen worden georganiseerd op initiatief van Natuurreservaten VZW en sinds enkele jaren verloopt dit initiatief in samenwerking met A m i n a l , afdeling Natuur. Daarnaast be-staan er op Vlaams niveau nog enkele gelijkaar-dige sensibiliserende initiatieven die worden ge-organiseerd door natuur- of milieuverenigingen, door de administratie of in onderlinge samen-werking.

De initiatieven van A m i n a l , afdeling Natuur en afdeling Bos en Groen, worden intern binnen de administratie geëvalueerd. Een systemati-sche evaluatie volgens wetenschappelijke crite-ria op basis van cijfermatecrite-riaal is niet voorhan-d e n . Het communicatiebeleivoorhan-d van voorhan-de afvoorhan-deling Bos en Groen en de afdeling Natuur van A m i-nal werd wel door een onafhankelijk communi-c a t i e b u r e a u , met name Kate Thomas & Kleyn, in 1999 doorgelicht. De Week van het Bos werd er als case study uitgelicht. Op basis van die stu-die is een beperkte vervolgopdracht gegeven om de communicatie rond de Week van het Bos verder te optimaliseren.

Mentaliteitswijziging ten gevolge van afzonder-lijke initiatieven kan moeilijk worden aange-t o o n d . Een eenmalig iniaange-tiaaange-tief zal geen blijvende mentaliteitswijziging opwekken. Door herhaal-de acties en initiatieven kunnen bij herhaal-de mensen het besef en natuurrespect groeien, zodat op termijn een duurzame mentaliteitswijziging met waardering voor natuur en bos totstandkomt die zich uit in een overeenkomstig gedrag. Daarvoor is een blijvende benadering noodza-k e l i j noodza-k . Het meten van een mentaliteitswijziging is over het algemeen dus moeilijk.

(4)

toont wel aan dat het bestendigen en ontwikke-len van initiatieven met het oog op een mentali-teitswijziging ten aanzien van natuur, z e k e r noodzakelijk blijven.

Nieuwe initiatieven sluiten aan bij wat voor-heen is georganiseerd : er is geleidelijkheid en continuïteit nodig. Wel kunnen andere klemto-nen en communicatiemiddelen aan bod komen. S e n s i b i l i s e r i n g, draagvlakontwikkeling en res-ponsabilisering van de burger voor natuur en bos zijn ook in het verleden nooit enkel en al-leen op deze meer in het oog springende activi-teiten gebaseerd. Denk maar aan de vele gelei-de wangelei-delingen die worgelei-den georganiseerd, of gelei-de nog steeds heel populaire boomplantacties, d e talloze infoborden in onze opengestelde bossen en natuurgebieden, de educatieve centra, h e t verspreiden van wandel- en infobrochures, e n-zovoort.

Toch ben ik er mij van bewust dat innovatie ook op vlak van natuur- en milieueducatie (NME) noodzakelijk is. Een samenwerking tussen de verschillende actoren op het gebied van natuur-en milieueducatie kan nog tot verbetering lei-den op het vlak van doelgroepenbenadering en draagvlakverbreding ten bate van natuur en mi-lieu.

6. De termen "natuurbehoud" en "natuurbeheer" hebben zoals de termen "natuurbescherming" en "natuurontwikkeling" een eigen betekenis. Die termen zijn gedefinieerd in artikel 2 van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het na-tuurbehoud en het natuurlijk milieu. N a t u u r b e-heer is volgens de definitie die het Vlaams Par-lement heeft goedgekeurd het regelend en stu-rend ingrijpen van de mens in de natuur en in het natuurlijk milieu, bewust niets doen ingrij-pen van de mens in de natuur en in het natuur-lijk milieu, bewust niet-doen inbegrepen, ten be-hoeve van het natuurbehoud. Natuurbeheer is dus een middel of activiteit om te komen tot het doel natuurbehoud.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Wij kunnen vaststellen dat tussen 1992 en vandaag in West-Vlaanderen geen enkele hectare natuurgebied door Aminal, afdeling Natuur werd verworven.. In de rest van

d) Welk budget is er dienaangaande beschik- baar voor 1999 ? Zijn er al budgetten voor- opgesteld voor de jaren 2000 tot 2003 ? e) Zijn er al overeenkomsten gemaakt voor die?.

De inning van de onroerende voorheffing gebeurt nu door de Vlaamse overheid zelf, en dit geldt ui- teraard ook voor de doorstorting van het geld be- stemd voor de steden en

In het M I NA-plan (Plan voor Preventie en Sanering inzake Milieu en Natuur – red.) én in het regeer- akkoord wordt voor de verwerving van natuur- gebieden een

De verschillende verkeerslichten vormen samen slechts één installatie, waarvan de werking vrij in- gewikkeld is, omdat bij de aanleg in het begin van de jaren zeventig van het op-

4 van 1 september 1999 aangaande de uitgestelde bezoldiging van het tijdelijk onderwijzend personeel (Bulletin van V r a- gen en Antwoorden nr. 56) antwoordde de minister dat zij

Naar aanleiding van resolutie nr. 1) betreffende het na te streven algemeen rookverbod in de Vlaamse in- stellingen voor leerplichtonderwijs, heeft de minis- ter als volgt gereageerd

Het IBW ging in opdracht van AWZ op zoek naar verontreinigde baggerstortterreinen, vanaf de jaren twintig, en vond 200 ha langs de Boven- schelde, 120 ha langs de