• No results found

Vraag nr. 38 van 25 november 1999 van de heer JOS DE MEYER

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 38 van 25 november 1999 van de heer JOS DE MEYER"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 38

van 25 november 1999 van de heer JOS DE MEYER Ambtenaren – Opleiding en vorming

Sedert de invoering van het huidige ambtenaren-statuut werden er in de Vlaamse administratie heel wat veranderingsprocessen in werking gezet. D a t heeft ertoe geleid dat het ministerie van de V l a a m-se Gemeenschap en de Vlaamm-se openbare instel-lingen (VOI) van "klassieke" openbare diensten zijn geëvolueerd naar performante efficiënte orga-nisaties.

Efficiënt werken betekent evenwel ook dat het personeel de nodige vorming en opleiding krijgt om de opgedragen taken naar behoren te kunnen v e r v u l l e n . Dit geldt zowel voor de mensen die reeds in dienst zijn (en die zich bestendig moeten kunnen bijscholen), als voor degenen die nieuw in dienst treden en een gedegen opleiding dienen te krijgen.

1. Hoe verloopt de opleiding en de vorming van nieuw aangeworven ambtenaren ? Welke pro-gramma's worden daartoe opgezet ? Welk bud-get wordt daarvoor ter beschikking gesteld ? 2. Kan de minister een overzicht geven van de

op-l e i d i n g s- en vormingsprogramma's die aan de ambtenaren worden aangeboden ? Welke bud-getten worden daartoe vrijgemaakt ?

3. Welke opleidings- en vormingsprogramma's worden aan de leidinggevende ambtenaren aan-geboden ? Welk budget wordt daartoe specifiek ingeschreven ?

4. In welke mate wordt er voor het verzorgen van die opleidings- en vormingsprogramma's een beroep gedaan op externe bureaus ? Vo l g e n s welke criteria worden ze aangewezen ?

Antwoord

Onderstaande gegevens hebben betrekking op de periode januari-november 1999 en gelden enkel voor het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. Het ministerie beschikt niet over gegevens van de Vlaamse openbare instellingen, daar zij autonoom instaan voor hun vormingsbeleid.

1. Nieuwe ambtenaren

Het stageprogramma voor ambtenaren van niveau A bestaat uit een interdepartementaal luik (ge-meenschappelijk voor alle ambtenaren) en een de-partementaal luik (specifiek voor één departe-m e n t ) . Adeparte-mbtenaren van andere niveaus volgen de ontvangstdag en een departementaal programma. Momenteel wordt het stageprogramma herwerkt, zodat soepeler kan worden ingespeeld op de ont-wikkeling van de nodige competenties van deze nieuwe ambtenaren.

1.1. De ontvangstdag

Op de ontvangstdag wordt de structuur en de cul-tuur van het ministerie verduidelijkt. Ve r s c h i l l e n d e diensten voor personeelsleden (preventie, e m a n c i-p a t i e z a k e n , v o r m i n g, ombudsdienst en sociale dienst) stellen zich voor.

In de namiddag krijgen de stagiairs van niveau A uitleg over het stageprogramma. De personeelsle-den van de andere niveaus en de contractuelen krijgen informatie over het statuut. Op het einde van de namiddag worden de stagiairs uitgenodigd voor de eedaflegging en de contractuelen kunnen hun specifieke vragen voorleggen aan een specia-list terzake.

1.2. De begeleidingsambtenaar

Begeleidingsambtenaren hebben een sleutelfunctie in het opleidingsproces van een nieuwe ambtenaar : ze geven taken die zowel uitdagend als haalbaar z i j n , zodat de stagiair op zijn of haar tempo kan groeien in de job.

Daarnaast dienen ze door middel van coaching dit leerproces te begeleiden,

als coach :

– introductie van de stagiair in de afdeling en de materie van de afdeling,

– raadgever bij moeilijkheden en vragen,

– begeleiding van de stagiair via informatie en feedback en het geven van aanwijzingen,

(2)

– geleidelijk aansporen van de stagiair om initia-tieven te nemen,

als evaluator :

– opvolgen van deelname aan stageactiviteiten, – voorbereiding op de stagegesprekken, – het voeren van de gesprekken zelf,

– opstellen van verslagen over de wijze van func-tioneren,

– deelname aan het eindevaluatiegesprek,

– volgen van het stagerapport (voor ambtenaren van niveau A).

1.3. De opleidingen

Op dit ogenblik hebben de vormingsactiviteiten betrekking op : het statuut (1 dag, voor niveau A en B ) , Ploeg (2 dagen, voor niveau A ) , financiën en begroting (1 dag, voor niveau A en B), v e i l i g h e i d op het werk (1/2 dag, voor niveau A ) , o p e n b a a r-heid van bestuur (1/2 dag, voor niveau A ) ,m a n a g e-ment en communicatie (5 dagen, voor niveau A ) , informaticabeleid (1/2 dag, voor niveau A) ( P l o e g = evaluatiecursus = plannen, leiding geven en krij g e n , opvolgen en ondersteunen, e v a l u a t i e, g e w a a r -deerd worden – red.).

Daarnaast kunnen de stagiairs uiteraard ook ge-bruikmaken van het algemene aanbod, uit oogpunt van de doelstellingen van de afdeling.

1.4 Stagerapport (niveau A)

Vóór het einde van de elfde maand van de stage wordt een stagerapport ingediend waarbij van de stagiair wordt verwacht dat hij hiermee aantoont dat hij het vakgebied waarvoor hij is aangeworven, kan integreren binnen de structuur en de cultuur van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. 1.5. Cijfers

Totnogtoe vonden er in 1999 1.333 opleidingsdagen plaats in het kader van de stage, voor een bedrag van ongeveer 4 miljoen frank.

2. Algemeen

Het aanbod bestaat uit volgende mogelijke oplei-dingsvormen :

– klassikaal open standaardaanbod : staat open voor elke ambtenaar, mits toestemming van de leidinggevende ;

– begeleide zelfstudie : leren op eigen tempo, m e t begeleiding indien nodig ;

– Open Leercentrum : doornemen van cd-roms, met coaching ;

– opleidingstrajecten voor geselecteerde doel-groepen ;

– zelfstudiepakketten ;

– maatopleidingen voor teams of afdelingen ; – individuele coaching voor top- en middenkader ; – leersabbat : werken binnen of buiten het

minis-terie teneinde ervaring op te doen ; – externe opleidingen : marktaanbod ;

– vormingsverlof : deelname aan avondonderwijs. Een gedetailleerd overzicht vindt de V l a a m s e volksvertegenwoordiger als bijlage.

In 1999 werd een budget van 168 miljoen uitge-trokken.

In 1998 hebben 14.207 ambtenaren een opleiding g e v o l g d , goed voor 27.593 vormingsdagen. P e r werknemer werd er 35.937 frank uitgegeven. De fi-nanciële participatie (vormingsinvestering ten op-zichte van totale salarismassa) bedraagt 2,7 %. 3. Leidinggevenden

Leidinggevende ambtenaren moeten in staat zijn om enerzijds beleidsuitvoerend op te treden (ma-nager van een afdeling) en anderzijds moeten ze ook voldoende visie en strategie kunnen ontwikke-l e n . Vertrekkende vanuit bijvoorbeeontwikke-ld de resuontwikke-lta- resulta-ten van een bottum up appreciatie of de resultaresulta-ten van een assessment, kan een leidinggevende een aantal competenties verder ontwikkelen.

(3)

se-m i n a r s, w o r k s h o p s, n e t w e r k i n g, waarbij kennis doorgeven en kennisontwikkeling een concretere input geven voor het beter leiden van een entiteit. Daarnaast beschikt het ministerie over een drietal "standaard"-opleidingsvormen : de cursus Leiding-g e v e n , de basiscursus PloeLeiding-g (het evaluatiesysteem) en een mogelijkheid tot individuele coaching, a l l e gericht op het verwerven van vaardigheden.

– De cursus Leidinggeven staat open voor lei-dinggevenden van alle niveaus en vertrekt van-uit een reflectie op de eigen ervaringen.

– Individuele coaching is bestemd voor leidingge-venden vanaf het niveau afdelingshoofd. Z i j kunnen met een (voorlopig) externe coach eigen specifieke leerpunten behandelen, z o d a t ze just-in-time en resultaatgericht hun leiding-gevende capaciteiten verder kunnen ontwikke-len.

– De basiscursus Ploeg behandelt de formele as-pecten van het evaluatiegebeuren, maar de na-druk ligt op het verwerven van de nodige ge-spreksvaardigheden.

Daarnaast kan elke leidinggevende zich ook in-schrijven in een extern vormingsaanbod en kan hij/zij gebruikmaken van de leermogelijkheden in het Open Leercentrum of van de bibliotheek. In 1999 werd er op het interdepartementale budget 10 miljoen vrijgemaakt voor opleidingen op managementniveau.

4. Externe trainers

Een aantal opleidingen wordt verzorgd door eigen a m b t e n a r e n , die instaan voor opleidingen op hun eigen vakgebied (bv. opmaak van een begroting). De meeste opleidingen echter worden verzorgd door externe trainers. De keuze van deze trainers verloopt volgens de modaliteiten van de wet op de o v e r h e i d s o p d r a c h t e n . Als standaardcriteria worden daarbij gehanteerd : kennis van het vakgebied, voorgaande ervaringen, kwaliteit van de offerte en prijs.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hierin zijn ook de werken opge- nomen voor de realisatie van het Sigmaplan ter hoogte van de brug.. Het dossier afwerken in samenwerking met de verschillende afdelingen kan op

Er deden zich 123 ongevallen voor, waarbij 166 autobestuurders, 21 bromfietsers, 34 fietsers en 4 voetgangers be- trokken waren.... Oorzaak : niet naleven van verkeersregels, links-

Graag had ik vernomen welke maatregelen zijn uitgewerkt m.b. deze weg, welke werkzaamheden er in de loop van deze legislatuur worden uitge- voerd en wat hierbij de timing en

grondwater mochten deze vervuilde delen van de polder permanent bij elk hoogtij onder water s t a a n , meer specifiek voor het gebied "Donk" (met een zandige samenstelling

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu

De inning van de onroerende voorheffing gebeurt nu door de Vlaamse overheid zelf, en dit geldt ui- teraard ook voor de doorstorting van het geld be- stemd voor de steden en

b) Hoe staat het met het oordeelkundige ge- bruik van de grond (juiste hoeveelheid mest op het juiste moment) ? Welke resultaten worden hiervan verwacht ?.. c) Hoever staat

Laarne neen – – Lebbeke ja oriëntatienota 1A Lokeren ja oriëntatienota 1A Sint-Gillis-Waas ja – 1A Sint-Niklaas ja synthesenota 1A Stekene neen – – Temse ja synthesenota