Vraag nr. 94 van 15 januari 1999
van de heer JOHAN MALCORPS IJzerbekkencomité – Organisatie
Het nieuwe decreet "integraal waterbeheer", dat enige weken geleden door de Vlaamse regering werd goedgekeurd en momenteel voor advies bij de Raad van State ligt, wordt over enkele weken aan de bevoegde commissie van het Vlaams Parle- ment ter bespreking voorgelegd.
Dit decreet is voor West-Vlaanderen van groot be- lang, niet enkel omdat onze polders en wateringen daarin worden opgenomen, maar evenzeer omdat het bekken van de IJzer in onze Westhoek er als nummer één in voorkomt. Het huidige bekkenco- mité van de IJzer blijft voorlopig zijn werking ver- der uitoefenen, tot de nieuwe structuur uit het ge- noemde decreet op poten staat. Zo kwam op 15 de- cember 1998 nog de werkgroep Waterkwaliteit van het IJzerbekken samen bij de VMM (Vlaamse Mi- lieumaatschappij) in Oostende, en vond op 16 de- cember 1998 in Diksmuide de plenaire vergadering van de ambtelijke werkgroep plaats.
Vreemd daarbij is nochtans dat, ook al is het nieu- we decreet nog niet eens goedgekeurd en zijn de nieuwe samenstelling van de werkgroepen alsmede het beheer nog volledig onduidelijk, nu reeds openlijk werd verklaard door de voorzitter van het huidig bekkencomité van de IJzer dat hij als voor- zitter zal worden opgevolgd door het diensthoofd van de afdeling Milieu, Ruimtelijke Ordening en Natuur (Mirona) van de provincie West-Vlaande- ren, en dat ook het secretariaat van de nieuwe bek- kenwerking IJzer door de provincie West-Vlaande- ren zal worden waargenomen.
1. Hoe is het juridisch mogelijk dat, vooraleer over het nieuwe decreet is gestemd, er reeds duide- lijk persoonsgebonden afspraken werden ge- maakt met de secretaris-generaal van het be- voegde departement om de administratie van de provincie West-Vlaanderen daarin te betrek- ken ?
2. Is deze afspraak via de politieke of via de amb- telijke weg gebeurd, en wat is er werkelijk waar van deze afspraak ?
3. Wordt ook de provincieraad van West-Vlaande- ren betrokken in deze toch wel drastische wijzi- ging van een Vlaamse naar een provinciale be- voegdheid en zo ja, op welke wijze ?
Antwoord
Op grond van het bovenvermelde dien ik vast te stellen dat de Vlaamse volksvertegenwoordiger niet goed is ingelicht over de actuele situatie, waar- door de huidige stand van zaken niet exact wordt weergegeven. Een korte historiek, alsook een be- schrijving van de huidige bekkenwerking zullen veel verduidelijken.
Ik heb het Vlaams Integraal Wateroverlegcomité (VIWC) in 1996 opgericht als bestuursmaatregel, conform mijn Beleidsbrief 1995-1996 : "Het leefmi- lieu in Vlaanderen : een duurzame ontwikkeling voor de generaties van morgen". In 1998 heb ik aan het VIWC opgedragen de elf bekkencomités te operationaliseren. In bepaalde bekkens waren reeds vroeger bekkenstructuren actief. Dit is onder meer het geval in het IJzerbekken.
In het voorjaar van 1998 is in elk bekken een amb- telijke werkgroep van start gegaan volgens de aan- bevelingen van het VIWC. De ambtelijke werk- groep werkt ondersteunend en adviserend ten aan- zien van het bekkencomité en wordt voorgezeten door de bekkencoördinator.
In december 1998 hebben, op mijn vraag, de eigen- lijke bekkencomités voor het eerst vergaderd.
Daarbij is gekozen voor de volgende samenstelling : – een verkozene voor elke provincie ;
– een verkozene voor elke gemeente ;
– een verkozene voor elke polder of watering ; – de ambtenaren van de ambtelijke werkgroep.
Het bekkencomité wordt voorgezeten door de bekkenvoorzitter. Bij wijze van proef en voorlopig betreft het een hoge ambtenaar van de provincie.
De voorzitter werd door de bestendige deputatie van de betrokken provincie aangewezen.
Tijdens een overleg met de bevoegde gedeputeer- den in juni 1998 werd overeengekomen dat de pro- vincies in de toekomst via een convenant de op- dracht en de middelen kunnen krijgen om het functioneel secretariaat van de bekkencomités te organiseren.
Bekkencomités en ambtelijke werkgroep zijn op dit ogenblik adviserende organen, die slechts een ambtelijk statuut hebben. Hun rol bestaat er op dit ogenblik veeleer in te fungeren als overlegplatform tussen de verschillende waterbeheerders en be- stuursniveaus. Het uitwisselen van wederzijdse in-
formatie over projecten is een belangrijke stap naar bestuurlijke samenwerking.
Ze vervullen tevens een belangrijke rol in de ken- nisoverdracht met betrekking tot de principes van integraal waterbeheer. Door het VIWC werd hier- omtrent reeds een nota met krachtlijnen uitge- werkt.
Het betreft hier evenwel een voorlopige bestuurlij- ke regeling, in afwachting van de goedkeuring van het decreet "integraal waterbeheer" en van de ver- dere implementatie ervan via uitvoeringsbesluiten.
Ingeval het decreet een enigszins andere inhoud zou geven aan de samenstelling van de bekken- structuren, dan zullen deze worden aangepast.
Gelet op de problematiek van de overstromingen in grote delen van Vlaanderen, was het aangewe- zen snel met een vorm van bekkenwerking te star- ten of voort te werken. De regeling is, met mijn in- stemming, via ambtelijke weg getroffen.
