• No results found

Besluit Openbaar versie

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Besluit Openbaar versie"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Besluit

Openbaar versie

P

a

g

in

a

1

/3

M u z e n s tra a t 4 1 | 2 5 1 1 W B D e n Ha a g P o s tb u s 1 6 3 2 6 | 2 5 0 0 B H D e n Ha a g T 0 7 0 7 2 2 2 0 0 0 | F 0 7 0 7 2 2 2 3 5 5 in fo @ a c m .n l | www. a c m .n l | www. c o n s u wi jz e r.n l

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet

Ons kenmerk: ACM/DM/2015/207994_OV

Zaaknummer: 15.1275.23

I. VERZOEK

1. Op 29 december 2015 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: “ACM”) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Holland Pharma Exploitatie B.V., een onderdeel van de Mosadex groep, voornemens is zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over bepaalde activa van DA Retailgroep B.V. en Retail Shared Service Centre B.V.. Op gelijke datum hebben partijen een verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mw ingediend.

2. DA Retailgroep B.V. (hierna: DA Retailgroep) en Retail Shared Service Centre B.V (hierna: RSSC) zijn actief in de drogisterijsector onder meer als groothandel in drogisterijartikelen. DA Retailgroep heeft contracten met vrijwel alle 266 DA-drogisterijen. Deze DA-drogisten is zijn vrijwel allemaal onafhankelijke ondernemingen die deel uitmaken van een franchiseketen.

II. ARGUMENTEN PARTIJEN

3. Partijen baseren het verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet op het feit dat DA Retailgroep en Retail Shared Service Centre B.V (hierna: RSSC) in grote financiële problemen verkeren. Op 23 december 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam voorlopige surséance van betaling verleend aan deze ondernemingen. Op 29 december 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam de voorlopige surséance van betaling ingetrokken en heeft de Rechtbank Amsterdam DA Retailgroep en RSSC in staat van faillissement verklaard.

4. Uit de stukken die partijen hebben overgelegd aan ACM blijkt dat DA Retailgroep en RSSC wegens het ontbreken van cash flow de lopende kosten van de onderneming niet kunnen betalen. […]1 Hierdoor kan de voorraad niet aan de winkels worden geleverd. Tevens is er geen geld om de

1

In deze openbare versie van het besluit zijn delen van de tekst vervangen of weggelaten om reden van

(2)

Besluit

Openbare versie

2

/3

transportkosten te betalen om de winkels te bevoorraden. De bewindvoerder heeft daarom aan de franchisenemers geadviseerd om via andere groothandels bestellingen te plaatsen.

5. […] Om te voorkomen dat de franchisenemers naar andere groothandelaren zullen overstappen is het van groot belang dat na het faillissement van DA Retailgroep en RSSC een onmiddellijke doorstart gemaakt kan worden.

6. Voorts blijkt uit stukken van partijen dat Holland Pharma enkel bereid is om DA Retailgroep en RSSC over te nemen indien de activiteiten van deze ondernemingen voortgezet kunnen worden. Volgens partijen is het een reëel risico dat leveranciers en franchisenemers het vertrouwen zullen verliezen in DA Retailgroep en RSSC indien de doorstart niet snel kan plaatsvinden.

III. BEOORDELING VERZOEK

7. Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft ACM de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 34 van de

Mededingingswet gestelde verbod indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn. Van

gewichtige redenen is sprake indien onherstelbare schade wordt toegebracht aan een voorgenomen concentratie, zoals bedoeld in de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 1995-96, 24707, nr. 3, blz. 78) door het in acht nemen van de verplichte wachtperiode.

8. ACM heeft de door partijen gegeven argumenten en de door hen overlegde documentatie onderzocht. Nu de winkels van de franchisenemers niet meer kunnen worden beleverd, DA

Retailgroep en RSSC in staat van faillissement verkeren, […], acht ACM het aannemelijk dat er een groot risico bestaat voor de continuïteit van de activiteiten van DA Retailgroep en RSSC. Uitstel van de transactie door inachtneming van de wachtperiode zou kunnen leiden tot onomkeerbare

(3)

Besluit

Openbare versie

3

/3

IV. CONCLUSIE

9. Gelet op het bovenstaande is ACM tot de slotsom gekomen dat er voldoende indicatie is van het ontstaan van onherstelbare schade waardoor sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 40 van de Mededingingswet. Het verzoek tot ontheffing wordt derhalve toegewezen.

Datum: 29 december 2015 Autoriteit Consument en Markt, namens deze:

w.g. mr. C.A. Fonteijn Bestuursvoorzitter

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na dagtekening van dit besluit een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij ACM, Directie Juridische Zaken, Postbus 16326, 2500 BH, ‘s-Gravenhage.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

Hierbij wijst de Raad in het bijzonder op de omstandigheid dat Diolen in faillissement verkeert en de betrokken banken niet bereid zijn om de curatoren van Diolen financieel in

bijzondere omstandigheden een groot risico bestaat dat het personeel van Dijksman snel zal vertrekken en klanten van Dijksman zullen weglopen, indien de wachtperiode in acht moet

gewichtige redenen is sprake indien door het in acht nemen van de verplichte wachtperiode aan een voorgenomen concentratie onherstelbare schade wordt toegebracht, zoals bedoeld in

Als Relevant de wettelijke wachtperiode in acht moet nemen, zou de door Apple verlangde continuïteit van de winkels in gevaar komen, waardoor onherstelbare schade aan de

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding