• No results found

Openbaar besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Openbaar besluit Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Openbaar besluit

P

a

g

in

a

1

/4

M u z e n s tra a t 4 1 | 2 5 1 1 W B D e n Ha a g P o s tb u s 1 6 3 2 6 | 2 5 0 0 B H D e n Ha a g T 0 7 0 7 2 2 2 0 0 0 | F 0 7 0 7 2 2 2 3 5 5 in fo @ a c m .n l | www. a c m .n l | www. c o n s u wi jz e r.n l

Besluit van de Autoriteit Consument en Markt als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet

Ons kenmerk: ACM/DM/2015/206108_OV

Onderwerp: 15.1025.23 Relevant Holdings – winkels iCentre, Dixons en MyCom: besluit als bedoeld in artikel 40 Mededingingswet

I. VERZOEK

1. Op 15 oktober 2015 heeft de Autoriteit Consument en Markt (hierna: “ACM”) een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van de Mededingingswet. Hierin is medegedeeld dat Relevant Holdings B.V. (hierna: Relevant), een gemeenschappelijke onderneming van Melaleuca S.à.r.l. en Jayapura Holding B.V., voornemens is uitsluitende zeggenschap te verkrijgen, in de zin van artikel 27, eerste lid, onder b, van de Mededingingswet, over bepaalde activa van de deels gefailleerde B.A.S. Groep, bestaande uit 24 iCentre winkels, 32 Dixons winkels, 13 MyCom winkels (hierna gezamenlijk: de winkels) alsmede over Harmony Financial Services B.V. en Rosemont Insurance Ltd, (hierna gezamenlijk: Harmony).

2. Op gelijke datum heeft Relevant een verzoek tot ontheffing ingediend als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet voor de winkels. Voor de overname van Harmony heeft Relevant geen ontheffing gevraagd, aangezien Relevant hiervoor de wettelijke wachtperiode van vier weken in acht kan nemen.

II. ARGUMENTEN PARTIJEN

3. Relevant baseert het verzoek tot ontheffing als bedoeld in artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet op het feit dat de winkels in grote financiële problemen verkeren. Volgens Relevant is sprake van gewichtige redenen waardoor zij de wachtperiode van vier weken, zoals beschreven in artikel 34 van de Mededingingswet, niet in acht kan nemen. Zij voert hiertoe het volgende aan.

4. Relevant heeft aangegeven dat een aantal kredietverzekeraars van de B.A.S. Groep de kredietlimieten hebben verlaagd en tevens dat enkele leveranciers de eigen interne kredietlimieten naar beneden hebben bijgesteld. Hierdoor waren er, volgens Relevant,

(2)

Openbaar besluit

2

/4

5. Op 25 september 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam surseance van betaling verleend aan The Retail Company B.V., Dixons B.V. en MyCom Winkels B.V.1 Op 5 oktober 2015 heeft de Rechtbank Amsterdam vervolgens het faillissement uitgesproken over de eerder in deze alinea genoemde vennootschappen.

6. Relevant geeft aan dat zij de winkels niet langer kan bevoorraden met nieuwe producten en dat de winkels als gevolg daarvan leeg raken. Relevant zegt niet te kunnen beschikken over eventuele bestaande voorraden in het centrale distributiecentrum van de failliete B.A.S. Groep, omdat op deze voorraden mogelijk eigendomsvoorbehouden van leveranciers berusten.

7. Relevant heeft tevens aangegeven dat de winkels beschikken over een officiële status als wederverkoper van Apple producten. Dit houdt in dat deze winkels aan strenge voorwaarden van Apple moeten voldoen om de Apple producten te mogen verkopen. Deze voorwaarden zien onder meer op de uitstraling van de winkels en de presentatie van de producten. Voor de iCentre winkels gelden nog hogere eisen die onder meer zien op de scholing van het personeel, het rapporteren van voorraden en doorverkopen van de producten en voorafgaande goedkeuring van de reclame-uitingen. Indien de winkels niet meer voldoen aan deze voorwaarden lopen zij, volgens Relevant, het risico hun status te verliezen. Als Relevant de wettelijke wachtperiode in acht moet nemen, zou de door Apple verlangde continuïteit van de winkels in gevaar komen, waardoor onherstelbare schade aan de concentratie zou worden toegebracht. Volgens Relevant dreigt daarnaast een deel van het personeel, dat een specifiek Apple opleidingstraject heeft doorlopen, verloren te gaan omdat zij bij een voortdurende onduidelijkheid door derden worden geworven.

8. Relevant stelt tevens dat de wettelijke wachtperiode niet in acht kan worden genomen aangezien een snelle onderhandeling over de nieuwe huurcontracten van de winkels vereist is. Indien de huur van de winkels niet betaald wordt bestaat het risico dat de verhuurders de overeenkomsten opzeggen. Het is hierdoor voor Relevant van belang dat de huurachterstanden niet verder oplopen en dat zij op korte termijn met de huidige verhuurders in overleg kan treden.

1

(3)

Openbaar besluit

3

/4

III. BEOORDELING VERZOEK

9. Artikel 40, eerste lid, van de Mededingingswet geeft ACM de mogelijkheid op verzoek van degene die een melding heeft gedaan, ontheffing te verlenen van het in artikel 34 van de Mededingingswet gestelde verbod indien daarvoor gewichtige redenen aanwezig zijn. Van gewichtige redenen is sprake indien onherstelbare schade wordt toegebracht aan een voorgenomen concentratie, zoals bedoeld in de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, 1995-96, 24707, nr. 3, blz. 78) door het in acht nemen van de verplichte wachtperiode.

10. ACM heeft het betoog van Relevant en de door haar overgelegde documentatie beoordeeld. Relevant heeft inzicht gegeven in recente documentatie waaruit blijkt dat er sprake is van serieuze financiële problemen. Uit de overlegde documentatie blijkt voorts onder andere dat de omzet en de voorraden van de winkels de afgelopen twee weken zijn afgenomen. Omdat de vennootschappen waar de winkels onder vallen failliet zijn verklaard en leveranciers mogelijk eigendomsvoorbehouden hebben op bestaande voorraden, acht ACM het aannemelijk dat de winkels niet langer kunnen worden bevoorraad. Daarnaast blijkt uit een overhandigde e-mail van Apple aan Relevant dat Apple, zolang er geen duidelijkheid bestaat over de toekomst, de winkels nog voor enkele dagen blijft ondersteunen. ACM acht het daarom voldoende

aannemelijk dat een snelle overname van belang is voor de continuïteit van de bedrijfsvoering van de winkels.

(4)

Openbaar besluit

4

/4

IV. CONCLUSIE

12. Gelet op het bovenstaande is ACM tot de slotsom gekomen dat er voldoende indicatie is van het ontstaan van onherstelbare schade waardoor sprake is van gewichtige redenen in de zin van artikel 40 van de Mededingingswet. Het verzoek tot ontheffing wordt toegewezen.

13. Mocht in deze zaak blijken dat de concentratie uiteindelijk op mededingingsbezwaren zal stuiten, laat het verlenen van deze ontheffing onverlet dat de concentratie alsdan geheel of gedeeltelijk ongedaan zal moeten worden gemaakt (artikel 40, derde lid, van de Mededingingswet).

Datum: 19 oktober 2015

Hoogachtend,

Autoriteit Consument en Markt namens deze,

w.g.

dr. F.J.H. Don bestuurslid

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou

Daar de zorg door de curatoren na 1 maart 2019 niet meer kan worden voortgezet, moeten voorbereidingen voor integratie van de ziekenhuislocaties al voor deze datum getroffen

Na onderzoek van de melding en de daarbij ingediende gegevens heeft ACM vastgesteld dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift

Hierin is medegedeeld dat Stichting Zaans Medisch Centrum, een onderdeel van de Zaans Medisch Centrum-groep, en Westfries Gasthuis Holding B.V, een onderdeel van de

Marktpartijen hebben in het kader van onderzoek in deze zaak aangegeven dat binnen de groothandelsmarkt in vervangingsbanden voor personenauto’s en bestelauto’s mogelijk een aparte

De ACM heeft geen reden om aan te nemen dat de voorgenomen concentratie de daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze zou