• No results found

Javaansche Wetten,

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Javaansche Wetten,"

Copied!
152
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Javaansche Wetten,

VERORDENINGEN, REGELINGEN, BESLUITEN, BEVELSCHRIFTEN EN ANDERE BEPALINGEN OP AGRARISCH GEBIED GELDIG IN

J O G J A K A R T A .

VERZAMELD, VERTAALD EN VAN AANTEEKENINGEN VOORZIEN

DOOR

J. D. H U N G E R ,

Controleur B. B. à la suite

TE JOGJAKARTA.

D E E L III.

DIVERSE ONDERWERPEN

o. a. LANDHUUR.

Jogjakarta, N. V. voorh. H. BUNING.

'1911.

(2)

, T o ® » - W L V

iiii

IflhhlilllJiiBiVjIlllllNl 0043 6202

(3)

Javaansche Wetten,

IVERORDENINGEN, REGELINGEN, BESLUITEN, BEVELSCHRIFTEN EN ANDERE BEPALINGEN OP AGRARISCH GEBIED GELDIG IN

J O G J A K A R T A .

VERZAMELD, VERTAALD EN VAN AANTEEKENINGEN VOORZIEN DOOR

J. D. H U N G E R ,

Controleur B. B. a la suite TE

JOGJAKARTA.

D E E L 111.

DIVERSE ONDERWERPEN

o. a. LANDHUUR.

Jogjakarta, N V. voorh. H. BUNING.

1911.

(4)
(5)

Het was eerst mijn plan na de P R A N A T A N - B E K E L , (dl I en II) de PRANA- T A N - P A T O E H op gelijke wijze te behandelen, maar ik heb dat werk niet volein- digd, omdat ik meende dat in verband met de a. s. hervormingen in deze Vor- stenlanden, het meer van dadelijk nut zou zijn om een overzicht te geven van de bepalingen die, door hei Europeesch Bestuur of op zijne instigatie gegeven, meer direct op den landhuur en de exploitatie der ondernemingen betrekking hebben, alsmede van die betreffende de geldelijke lasten der landhuurders, de belastingen der inlandsche bevolking, de door laatstgenoemde te presteeren diensten en verder van die over politie, rechtspraak en met een en ander in verband staande diverse onderwerpen.

Uit het boekje van Gortmans (1900) nam ik vele der thans nog geldende regelingen over, na verificatie met de origineele ; voorschriften over veeziekte, aanleg van railbanen, gebruik van trekkarren, passarrechten, translaatkosien enz.

verzamelde ik echter niet, als zijnde die hier van minder belang.

Het derde deel van hei werkje van Oudemans (1896) verstrekte mij eenige favaansche teksten.

Voor op- en aanmerkingen houd ik mij weder aanbevolen.

J. D. HUNGER.

Jogjakarta, Februari 1911.

(6)
(7)

I Politie.

No. Aard van het stuk. Datum en nummer Onderwerp.

1 Missive Resident 16 Sept. 1889 No. 2810 Oproepen van op on- dernemingen wonende

getuigen in politieaan- gelegenheden en het rap- porteeren van diefstal- len.

Politie-registers ter in- zage van landhtiurders.

Oproepen van beklaag- den en getuigen.

26 Sept. 1895 No. 697/1 Aanplant van suiker- rietdoor de bevolking.

7 Oct. 1889 No. 3091

2 Mei 1890 No. 1670

4 Bevelschrift Rijks bestuurder

5 Bevelschrift Rijks- 15 Mei 1897 No. 2935/1 bestuurder

6 Extract Notulen 7 Missive Resident

Juli 1899 12 Mei 1900 8 Oendang-oendang 8 November 1905

20 December 1909

Verkoop van suikerriet door de bevolking en toe • zicht op de inlandsche suikermakers.

Kappen van bamboe.

Overgang van z.g. con- tract-vee.

Politie-belasting in Mataraman ingesteld ; gardoe- en rondedien- sten afgeschaft.

Politie-belasting in Ma- taraman gewijzigd ; we- der-instelling der ronde- diensten voor de bekels.

II R e c h t s p r a a k .

10 Missive Resident

11

9 Juli 1 9 0 0 N O . 5 3 4 6 / P Kappen van bamboe berecht door het Re- gentschapsgerecht.

16 Juli 1901 No.2678/14 Berechting van zaken door Balemangoe in- dien beklaagde niet verschenen is.

(8)

12 Missive Resident 13 Cire. Hoog-Ge-

rechtshof v. N. I.

6 Aug. 1 9 0 2 N o . 6 6 7 1 / P Feiten waarvoor niet gestraft kan worden.

30 „ 1906 No.522/3686 Vertegenwoordiging in rechten bij districts- en regentschapsgerechten.

III D i e n s t e n ( h e e r e n - , c u l t u u r - e n z ) 14 Pranatan

15

16 Besluit Resident 17 Pranatan -

Bevelschrift Rijks- bestuurder 18. Missive Resident

19 20

21

10 Djpemadilakir Be 1808 (Jav.)

9 Nov. 1890

Regeling betreffende het uitkomen der be- volking in goegoer-goe- noeng-dienst bij gele- genheid van garêbêg en bij huwelijken van Sul- tans-kinderen.

Regeling der van de No. 1112/1 bevolking te vorderen werkkrachten en mate- rialen voor feesten door Z. H. den Sultan te geven of voor uitvoe- ring van werken ten algemeene nutte.

Regeling voor de kof- iecultuur.

Diensten voor het of- No. 34/1 ferfeest bij de kalkber- gen (bahoe-saparan).

„ 2037/1 Op garêbêg geen kri- gandiensten verschul- digd,

ei 1901 „ 6 3 2 / 3 3 Dienstplichtigheid der bekelsnom.

21 Aug. „ N0.383/T.B. Vordering van werk- krachten en materialen van de bevolking ten behoeve van den Sultan.

2 Sept. 1901 Gebruik van krigan- No.3084/14 diensten en het drijven

van meer dan ééne verplichte cultuur.

23 Maart 1893 No. 200/T.B 15 Juni 1896

15 ,,

4 Mei 1

17

(9)

22 Besluit Resident 23 Pranatan

24 Circulaire Resident

25 April 1902

No. 180/T.B.

9 November 1903 24 October 1905

No. 4 0 0 / 1 4 .

25 Missive Resident 29 Juni 1906

No. 280/14

26 Oendang-oendang 20 September 1906

27 Missive Resident 28 Apostil Resident

30 Juli 1907 No. 508/33

20 Mei 1908 „ 3613'33

29 Circulaire Resident 30

31 Besluit

4 Mei 1909 „ 4 0 4 6 / 3 3 4 Juni 1909 „ 5088/6 21 Dec. 1909 „ 735

Heerendienst-regeling.

Bahoe-soekoe-regeling.

Over krigandiensten als aequivalent voor de door den ondernemer betaalde belastingen der bevolking.

Regelen voor het pres- teeren van goegoer- goenoeng-diensten door de bevolking van onder- nemingen.

Afschaffing dergarêbêg- padjendralan- en padjang pasisiran-diensten in het Pakoe-Alamsch gebied en instelling der garê- bêg-beiasting.

Afkoop van bahoe-soe- koe-diensten.

Het vorderen van ver- plichte diensten mag niet in strijd komen met de godsdienstige overtui- ging der koelies.

Tot „krojokan" mag niet verplicht worden.

Gebruik van krigan- diensten.

Afschaffing der wacht- diensten op onderne- mingen.

32 „ 33 Circulaire

34

« » ,, „ 736 idem .. » ., „ 11467/14 Herinnering aan het

verbod om huiselijke diensten te vorderen.

20 Jan. 1910 „ 794/14 Bewaking der tabaks- hangloodsen.

(10)

IV Belastingen (w. o. bêkti, tjapgelden, pitoewas e n z ) 35 Missive Resident 4 April 1858 No. 131/J. Tjapgelden.

36 „ „ 29 April 1 8 9 8 , , 135/T.B. ,, (bij overdracht) 37 „ ,, 9 Mei 1 8 9 9 , , 956/14 ,, (betaling in

termijnen.) 38 Besluit ,, 20 juni 1900 , , 2 7 9 / T . B . Pitoewas-belasting

8 Aug. 1910 ,,456 39 ,, „ 13 Feb. 1932 ,, 46/T.B.

40 ,, ,, 6 Nov. 1901 ,, 499/T.B. Ajergeld-reglement voor Mataraman.

41 Oendang-oendang 20 Juni 1906 Idem voor Koelon-Pro- go (Sultansgebied.) 42 ,, ,, 27 ,, ,, Idem voor Adikarto

(Pakoe Alaman.) 43 ,, ,, 14 Mei 1904 Geen bêkti verschul-

digd bij overdracht van ondernemingen.

44 Overeenkomst met 27 Juni 1904 Regeling van de exploi- Z. H. den Sultan tatie der djatibosschen in

Goenoengkidoel (en pê- ranêmanbelasting).

8 Oendang-oendang 8 November 1905 Politie-belasting in Ma- taraman ingesteld; gar- doe- en rondediensten af- geschaft.

9 ,, ,, 23 December 1909 Politie-belasting in Ma- taraman gewijzigd; we- der-instelling der ronde- diensten voor de bekels.

24 Circulaire Resident 24 October 1905 Over krigandiensten als No. 400/14 aequivalentvoordoorden

ondernemer betaalde be- lastingen der bevolking.

45 Oendang-oendang 11 December 1905 Onderhoud van wegen en invoering wegen-be- lasting.

46 ,, ,, 30 Mei 1906 Regeling van de admi- nistratie, inning en over- storting van belastingen.

(11)

26 Oendang-oendang 20 September 1906 Afschaffing der garê- bêg-pandjendralan-en pa- djang-pasisiran -diensten in het Pakoe Alamsch gebied en instelling der garêbêg-belasting.

47 ,, ,, 17 September 1907 Bekels-nom ook aan- geslagen in de wegen- belasting (wijziging van de oendang-oendang ddo.

11 December 1905.)

V. W e g e n (aanleg, herstel en onderhoud).

48 Circulaire Resident 31 Aug. 1892 No. 2621 Onderhoud van wegen.

49 Missive „ 21 Juni 1893 „ 1962

50 „ „ 19 Oct. 1900 ,,1953/14 Aanleg, wijziging enz.

van wegen.

45 Oendang-oendang 11 Dec. 1905 Onderhoud van wegen en invoering wegen-be- lasting.

51 Oendang-oendang 6 Januari 1906 Vaststelling der Rijks- wegen en betreffende levering van verhardings- materiaal.

52 Circulaire Resident 27 Mei 1908 No. 3846/6 Onderhoud van wegen.

53 „ „ 21 „ 1909 „ 3901/6

54 „ „ 7 Juni 1909 „ 5010/6 Versmallen of doen vervallen van wegen.

VI Diverse onderwerpen.

55 Besluit Resident

56 Missive Resident 57 Oendang-oendang

16Jan. 1891N0.83/T.B.

9 Feb. 1891,,201/T.B.

4 December 1905

Schadeloosstelling voor reis- en verblijfkosten aan commissie-leden.

Tarief voor huwelijk en echtscheiding.

Tarief voor huwelijk en echtscheiding. (Sultans- gebied.)

(12)

58 Oendang-oendang 4 December 1905

59 Pranatan 10 Augustus 1892

60 Bevelschrift Rijks- 5 Maart 1897 No. 2 6 9 / 3 bestuurder

61 Missive Resident 20 Oct. 1900 „ 1 9 1 8 / 3 62 , Rijksbestuurder 30 Mei 1891 „ 2 0 8 / 1

63 „ Resident 23 Sept. 1901 „ 431/T.B.

64 „ 65 „

66 „

67 „

28 , 3760/14 21 Dec. „ „ 5 0 3 0 / 3

22 Mei 1902 „ 4 4 3 8 / P .

30 „ 2653/3 68 Oendang-oendang 30 Januari 1906 69 Gouv. Besluit 8 Februari 1906 No. 30

70 Oendang-oendang 28 November 1906

71 Missive Resident 17 Juni 1907 No. 42,6

72 „ Z . H . den Sultan 14 December 1907

Tarief voor huwelijk en echtscheiding. (Pakoe- Alamsch-gebied.)

Regeling voor de ex- ploitatie der kalkgeberg- ten (pranatan-gamping.)

Verdeeling van alang- alanggewas op onder- nemingen.

Beplanting der glebag- gronden.

Inhuur van kradjan- kêmantren.

Verklaring af te geven vóór de inhuurname van

gronden.

Gebruik van water uit de Opak-rivier.

Toekenning van apa- nages aan ambtenaren in Mataraman.

Aanplantingen en ge- bouwen op koeli-erven.

Inhuur van kradjan- politie.

Oprichting Rijksraad.

Schadevergoeding en restitutie van huurschat bij aanleg van werken ten dienste van het al- gemeen.

Verdeeling van het produktvan in deelbouw bewerkte gronden.

Aanleg, reparatie en op- breken van bruggen, dui- kers enz. in Rijkswegen.

z. g. „Ondjottan"-re- geling.

(13)

7 3 Missive Resident

74 Circulaire

75 Gouv. Besluit

76 Missive Resident

77 Besluit

78 Bevelschrift Rijks- bestuurder

6 Apr. 1903 No. 2423/1

19 Mei 1903 No. 3597/33 28 Juli 1908 No. 24

9 Augustus 1910 No. 8089/6 28 September 1910

No. 553 17 October 1910

No. 1656/1

4 Bij aanvraag tot inhuur van gronden schets- kaart in duplo in te dienen.

Recht van vrije klacht voor de opgezetenen van ondernemingen.

De Jogjasche Land- huurdersvereeniging als adviseerend lichaam erkend.

Aanleg van leidingen, dammen enz. door on- dernemingen.

Algemeene Waterre- geling.

Overnemen der aan- plantingen van het be- kelserf door den nieu- wen bekel.

(14)
(15)

politie=aangelegenheden en h e t rapporteeren van diefstallen.

No 2810. Jogjakarta, 16 September 1889.

Aan de Vereeniging van Landhuurders te Jogjakarta.

Naar aanleiding van een vreemd-luidende circulaire, die van den politie- ambtenaar is uitgegaan en gericht aan de Heeren landhuurders, gevoel ik mij geroepen de hulp van uw Bestuur in te roepen om de landhuurders het ondervolgende mede te deelen ter voorkoming van misverstand.

Tijdens de samenkomst der verschillende politie-hoofden bij den Rijks- bestuurder op Zondag den 25 Augustus 1839 heb ik mij genoopt gevoeld daar verschillende aangelegenheden te bespreken.

Zoo heb ik hen gewezen op de groote bevoegdheden, die de politie had, zoodat zij zich niet op onmacht kon beroepen bij tekortkomingen, maar ook tevens op de groote verplichtingen, die op de politie rusten.

Van verschillende zijden werden mij opmerkingen gemaakt, die ik had te wederleggen b. v.

1. Op de klacht dat, wanneer door de politie tot Europeanen het verzoek gericht werd om hun ondergeschikte inlanders te vergunnen voor de politie te komen, dat meermalen geweigerd werd, antwoordde ik dat een dergelijk verzoek niet behoorde gedaan te worden, maar dat de politie de oproepingen rechtstreeks behoorde te richten tot de opgeroepenen, die strafbaar zijn als zij daaraan niet voldoen, en dat voor zoover zulks on- dergeschikten van Europeanen betreft, het mijn wensch was dat de politie de beleefdheid in acht nam om den laatsten van de gedane oproeping kennis te geven.

Dit laatste deed ik ter voorkoming dat inlanders, die zich aan hun werk willen onttrekken, zouden voorgeven door de politie te zijn opgeroe- pen, zonder dat dit door hun Europeeschen chef zou kunnen gecontro- leerd wojden.

(16)

De politie, zoo zeide ik verder, behoeft geen vergunning te vragen aan de Europeanen om haar plicht te doen; zij i s onafhankelijk en alle inge- zetenen, van welk land ook, moeten zich onderwerpen aan hare bevelen, voor zoover die op bestaande verordeningen zijn gebaseerd.

2. Zoo maakte ik de opmerking, dat de betrokken bekel van elke diefstal onmiddellijk rapport moet brengen bij het boven hem staand po- litiehoofd en dat, als de laatste van een diefstal kennis krijgt van den Europeaan, voordat de diefstal door den beke! gerapporteerd is, de bekel in verzuim is.

Hierop vernam ik de tegenwerping, dat dit niet mogelijk was, daar de bekels een diefstal eerst gingen rapporteeren bij den Landhuurder en daar- na bij het politiehoofd. Dit wederleggende verklaarde ik, dat in politie- zaken de bekel onmiddellijk ondergeschikt was aan de hoogere politie-hoof- den, penatoes, mantrie en pandjie en de landhuurder in dien schakel niet tusschen hem en de penatoes stond, zoodat de eerste van het gebeurde moest 'onderricht worden en de mededeeling aan den landhuurder geen ambtelijk, maar slechts een geheel particulier karakter had.

Voor de hulp, mij in casu door uw Bestuur te verleenen, betuig ik bij voorbaat mijnen dank.

De Resident van Jogjakarta, (w. g.) MULLEMEISTER.

(17)

Politie=registers ter inzage van landhuurders.

Jogjakarta, 7 October 1889.

No. 3091. Aan de Vereeniging van Landhuurders te Jogjakarta.

Ik heb de eer Uwe Vereeniging mede te deelen, dat door mij politie- registers zijn voorgeschreven, waarin van alle overtredingen en misdrijven, die ter kennisse van de politie komen, aanteekening wordt gehouden, terwijl daaruit verder blijkt, welken loop de ingeschreven zaken hebben genomen. Bedoelde registers worden aangehouden door de districtshoofden.

In het belang der huurondernemingen in dit gewest, ben ik met het Inlandsch bestuur overeengekomen, om aan de landhuurders en admini- strateurs der landelijke ondernemingen, de bevoegdheid te geven tot inzage van die registers.

Verlangen zij van die bevoegdheid gebruik te maken, dan zullen zij zich echter daartoe persoonlijk ten huize van het betrokken districts-hoofd moeten begeven; toezending van de registers en inzage door onderge- schikten is niet toegestaan.

Onder mededeeling van het vorenstaande, heb ik de eer Uwer Veree- niging te verzoeken daaraan wel openbaarheid te willen geven aan de belanghebbenden.

De Resident van Jogjakarta, Bij afwezen:

De Assistent-Resident, (w. g.) P R I N C E .

(18)

Oproepen van beklaagden en g e t u i g e n .

Jogjakarta, 2 Mei 1890.

No. 1670. Aan het Bestuur der Landhuurders-vereeniging te Jogjakarta.

Mijne aandacht is gevestigd geworden op het misbruik dat de 'politie- ambtenaren maken van hunne bevoegdheid om den kleinen man voor politiezaken op te roepen en soms één of meer dagen aan te houden, alvorens hen te verhooren, maar vooral om hen bij herhaling voor een' zelfde zaak op te roepen en weer terug te zenden, zonder in het minst rekening te houden met het feit dat ook voor den inlander tijd geld waard is.

Ik vond daarin aanleiding om in overleg met den Rijksbestuurder het navolgende te bepalen :

Voor een politiezaak mogen de beklaagden en getuigen slechts éénmaal worden opgeroepen (zooals in mijne missive ddo. 16 September 1889 No. 2810 werd bepaald met gelijktijdige kennisgave aan de administrateurs der betrokken ondernemingen) voor den pandjie, om na verhoor onmid- dellijk weder naar hun dessa terug te keeren.

Zij mogen dus voor,het voorloopig onderzoek noch naar den regent noch naar de hoofdplaats worden opgezonden. Mocht ter hoofdplaats een ander voorloopig onderzoek door mij noodzakelijk geacht worden, dan ontvangen zij persoonlijk een door den hoofddjaksa onderteekend óproe- pingsbiljet door intermediair van het districtshoofd. Een dergelijk biljet ontvangen zij ook als zij ter terechtzitting moeten verschijnen.

Wanneer het afgenomen verhoor niet volledig blijkt en den pandjie tot aanvulling wordt teruggezonden, zal deze zich daartoe naar de woonplaats van den getuige moeten begeven, maar deze niet ten tweedenmale mogen oproepen.

Aangenaam zal het mij zijn wanneer de Heeren Landhuurders mij wil- len behulpzaam zijn door uitoefening van controle ten einde de zekerheid te verkrijgen, dat de bovenomschreven regeling trouw wordt nageleefd.

Worden afwijkingen daarvan geconstateerd dan houd ik mij aanbevolen daarmede in wetenschap te worden gesteld.

Succes is echter slechts op den duur te verwachten wanneer ook de Heeren Landhuurders in denzelfden geest werkzaam zijn en de administra- teurs hunne opzieners en mandoers bepaald verbieden inlanders, die in eenig opzicht in verzuim zijn, op te zenden naar de administrateurs-woning of, voor zoover het politiezaken zijn, den bekels last te geven tot opzending naar den mantrie penatoes of den pandjie. Alle opzending door onder-

(19)

geschikten dient verboden te worden en daarvoor rapporteeren in de plaats te treden.

Het staat dan aan de administrateurs voor zaken, tot hunne bevoegd- heid behoorende, of aan de inlandsche ambtenaren, voor politiezaken, om te beslissen of nalatigen voor hen moeten verschijnen om verhoord te worden of wel dat een onderzoek in de dessa zelf meer gewenscht is.

Alleen door samenwerking van het Europeesch Bestuur met de Heeren Landhuurders acht ik het mogelijk geleidelijke verandering te brengen in eene gewoonte, die voor de bevolking een ware plaag mag geacht worden.

De Resident van Jogjakarta, (w. g.) MULLEMEISTER.

(20)

Aanplant van suikerriet door de bevolking.

No. 697/1. B E V E L S C H R I F T . (vertaling.)

Raden Toemenggoeng op last van den Resident geeft het Rijksbestuur U kennis, dat tijdens de conferentie in den Kadanoerêdjan op 19 September 1895 de Resident gelast heeft, dat als de bevolking riet wil planten om dit op de pasar te verkoopen, dit riet niet gelijk mag zijn aan dat van de ondernemingen, omdat alsdan gevaar bestaat dat ondernemingsriet gestolen wordt.

Het Rijksbestuur vertrouwt er op dat U het bovenstaande in Uw Regent- schap algemeen zult bekend maken.

6 Rabingoelakir Wawoe 1825.

26 September 1895.

(w. g.) R. T. SOERODININGRAT.

(21)

Verkoop van suikerriet door de bevolking en toezicht op inlandsche suikermakers.

No 2935/1. BEVELSCHRIFT.

{vertaling). '

Raden Toemenggoeng

op last van den Resident geeft het Rijksbestuur U kennis, dat men voortaan geen riet meer ongeschild mag verkoopen, opdat in geval van diefstal van riet, aan Europeesche ondernemers toebehoorend, de herkomst gemakkelijk zal kunnen worden vastgesteld.

Ook dient de politie er goed op toe te zien dat de inlandsche suiker- makers geen gestolen riet gebruiken.

Voor de opvolging- van het bovenstaande vertrouwt het Rijksbestuur op U.

13 Besar Djimakir 1826.

15 Mei 1897.

(w. g.) Panewoe SASTROREDJO

(22)

K A P P E N V A N BAMBOE. *

(Extract uit de notulen van de ajer-vergadering in Juli 1899).

„Indien iemand bamboes wil kappen rapporteert hij dit aan zijn bekel;

deze rapporteert zulks, wat fabrieksdessa s aangaat, aan den administrateur, en wat de kedjawendessa's betreft aan het betrokken politiehoofd, die laat nagaan of het toestaan daarvan niet het verwoesten der dessa ten- gevolge zal hebben; zoo neen, dan mogen de bamboes worden gekapt.

Ingeval van verschil van opinie tusschen den kapper of bekel en den betrokken administrateur of politie-hoofd, beslist een prapat van ver- trouwbare bekels.

Als criterium tot weigering mag alleen gelden het vernielen of verwoesten der dessa, welke uitdrukking in de piagern van den bekel voorkomt.

Bij overtreding wordt de schuldige (zoowel de- kapper als de bekel, die niet gerapporteerd heeft) op de rol-kaboepaten gestraft."

Voor de opmaking:

De Controleur,

(w. g.) J. A. v. d. BREGGEN.

* Aant. Zie P. P. art. 5.

(23)

Overgang van z- g. contract-vee-

No 902/14. Jogjakarta, 12 Mei 1900.

Aan den Rijksbestuurder.

Verschillende beheerders van onder dit gewest ressorteerende onderne- mingen van landbouw sluiten met de door hen voor hun transporten benoodigde karrevoerders mondelinge overeenkomsten en verstrekken dezen tevens een geldelijk voorschot voor den aankoop van trekvee. Deze

dieren worden gewoonlijk door den betrokken beheerder van een duidelijk merk voorzien.

Herhaaldelijk komt het voor dat die karrevoerders vóór de aanzuivering van het voorschot die dieren verkoopen zander voorkennis van den betrok- ken beheerder.

Hoewel het geenszins mijn bedoeling is de eigenaar van het vee in zijn rechten als zoodanig te willen bekorten, acht ik het in het belang van een geregelden gang van zaken, dat dergelijke beesten niet verkocht worden zonder dat de karrevoerders hiervan mededeeling doen aan den beheerder van de landbouwonderneming met wien zij de hooger bedoelde mondelinge overeenkomst hebben aangegaan.

Ik verzoek u mitsdien den Inlandschen ambtenaren te willen bevelen om bij overgang (verkoop, schenking, ruil) van zoogenaamd contract-vee zich ook te overtuigen of de betrokken administrateur daarvan reeds kennis heeft gekregen.

De Resident,

w. g. AMENT.

(24)

O E N D A N G - O E N D A N G ddo. 8 N o v e m b e r 1 9 0 5 , * betreffende de afschaffing en v e r v a n g i n g daarvan in eene geldelijke

belasting, van de door de dienstplichtige bevolking gepresteerde diensten voor de GARDOEBEWAK1NG en h e t doen

der nachtelijke R O N D E S in de Regentschappen Sleman, Bantoel en Kalassan.

Met machtiging van Zijne Hoogheid den Sultan van Jogjakarta, verleend in overeenstemming met Hoogst Deszelfs vader, den Resident van Jogjakarta.

Ik, Kangdjeng Raden Adipati Danoeredjo, Patih van Zijne Hoogheid den Sultan van Jogjakarta.

Overwegende, dat de tot nog toe gevolgde wijze van bewaking der Rijkswachthuizen (Patrollan negri) en het doen van nachtelijke ronde- diensten (Ronda negri) in de Regentschappen Sleman, Bantoel en Kalassan gebleken is te zijn een zware last voor de dienstplichtige bevolking zonder eenig evenredig nut voor de openbare veiligheid.

Overwegende, dat derhalve op eene andere wijze zal moeten worden voorzien in de noodige politioneele bewaking tot handhaving van orde, rust en veiligheid.

Overwegende dat het billijk is, bovengenoemde persoonlijke verplichte diensten te doen vervangen door eene betaling in geld ten bedrage van f 0.05 's maands of f 0.60 per jaar van iederen dienstplichtige.

Heb besloten vast te stellen de volgende Regeling:

Artikel 1.

Met ingang van 1 Januari 1906 worden niet meer gevorderd de tot dusver door de Inlandsche bevolking in de Regentschappen Sleman, Bantoel en Kalassan ten behoeve van het Rijk verrichte persoonlijke diensten voor de bezetting van de Rijkswachthuizen (Patrollan negri) en het doen van nachte- lijke rondediensten (Ronda negri).

Artikel 2.

Ter vervanging van de bij artikel 1 afgeschafte persoonlijke verplichte diensten zal van de dienstplichtige bevolking met ingang van 1 Januari 1906 worden geheven eene belasting in geld van f 0.05 per maand en per dienstplichtige.

* 'Aant. ingetrokken bij oendang-oendang ddo. 20 December 1909, zie hierachter.

(25)

Artikel 3.

De belastingschuldigen moeten maandelijks hunne belasting afdragen aan de betrokken bekels, die de ontvangen bedragen tegelijk met de door hen verschuldigde belasting maandelijks overstorten bij de betrokken Regenten.

Artikel 4.

Uiterlijk op den laatsten dag van de maand moet het geheele bedrag der belasting over die maand door de bekels aan de Regenten zijn afge- dragen.

Artikel 5.

De Regenten zullen de door hen over de afgeloopen maand ontvangen belasting in de volgende maand overstorten bij den Assistent-Resident van

Mataram.

Artikel 6.

De aldus verkregen gelden worden aangewend op nader aan te geven wijze tot versterking der politie in het algemeen en der politie in de Regentschappen Sleman, Bantoel en Kalassan in het bijzonder.

Uitgevaardigd te Jogjakarta den 8sten November 1905 of den lOden Poeasa Alip 1835.

In overeenstemming met mij,

Resident van Jogjakarta, Kangdjeng Raden Adipati, (w. g.) C O U P E R U S . (w. g.) D A N O E R E D J O.

(26)

O E N D A N Q - O E N D A N G ddo. 2 0 December 1909 houdende wijziging der POLITIE-BELASTING en weder-instelling

der RONDE-DIENSTEN voor de bekels in de Regentschappen Sleman, Bantoel en

Kalassan.

Met machtiging van Zijne Hoogheid den Sultan van Jogjakarta, verleend in overeenstemming met Hoogst-Deszelfs vader, den Resident van Jogja- karta.

Ik, Kangdjeng Raden Adipati Danoeredjo, Patih van Zijne Hoogheid den Sultan van Jogjakarta.

Overwegende dat ingevolge den oendang-oendang van 8 November 1905 door de dienstplichtige bevolking in de Regentschappen Sleman, Bantoel en Kalassan geen diensten meer worden gepresteerd voor de gardoe- bewaking en het doen van nachtelijke rondes maar dat zij als aequivalent daarvoor f 0.05 per dienstplichtige per maand betalen.

Overwegende dat sedert de inwerkingtreding van bovengenoemden oen- dang-oendang van 8 November 1905 gebleken is dat het niet meer bestaan der nachtelijke rondes (rondo nêgari of bekels rondes) ten nadeele is der veiligheid en rust, zoodat het wenschelijk is die rondes weer te herstellen.

Overwegende dat het alsdan billijk zal zijn de bekels nom, die deze ronde-diensten weer zullen presteeren, vrij te stellen van het betalen der thans door hen verschuldige politie-belasting à f 0.05 per man per maand.

Overwegende dat tengevolge van de vrijstelling van de bekels nom voor de politie-belasting de Rijkskas een bedrag van ongeveer f 7300 zal derven, welke inkomst niet gemist kan worden.

Overwegende dat door het weder instellen der nachtelijke bekel-rondes veiligheid en rust zullen toenemen, waardoor de bevolking in het algemeen en vooral de koelies-kentjeng zullen zijn gebaat, zoodat het billijk geacht wordt dat de koelies-kentjeng door eene eenigszins hoogere politie-belasting het bedrag aanvullen, dat de bekels nom niet meer zullen betalen, terwijl voorts eene verhooging van slechts 1 cent per koelie-kentjeng 's maands voor dit doel reeds voldoende zal zijn, eene verhooging welke onbeduidend is te achten in verhouding tot de geldswaarde van den arbeid, welke moest worden gepresteerd vóór de opheffing van de gardoe-negari diensten.

(27)

Heeft besloten:

I. In te trekken den oendang-oendang van 8 November 1905.

II. Te bepalen dat met ingang van 1 Januari 1910 :

1. door de bekels nom in de Regentschappen Sleman, Bantoel en Ka- lassan weder ronde-diensten of z. g. „rondo nêgari" zullen gepres- teerd worden, zullende zij daarom met ingang van gelijken datum worden vrijgesteld van het betalen der thans door hen opgebrachte politie-belasting à f 0.05 per man per maand.

2. de koelies-kentjeng zullen blijven vrijgesteld van diensten voor de gardoe-bewaking tegen het betalen van een aequivalent, dat thans op f 0.06 per dienstplichtige per maand gesteld wordt.

3. de belastingschuldigen maandelijks hunne belasting zullen blijven af- dragen aan de betrokken bekels, die de ontvangen bedragen maan- delijks overstorten bij de betrokken Regenten.

4. uiterlijk op den laatsten dag van iedere maand het geheele bedrag der belasting over die maand door de bekels aan de Regenten moet zijn afgedragen.

5. de Regenten de door hen over de afgeloopen maand ontvangen belas- ting in de volgende maand zullen blijven overstorten bij den Assistent- Resident van Mataram.

Uitgevaardigd te Jogjakarta op 7 Besar van het jaar Dal 1839 of den 20sten December 1909.

In overeenstemming met mij,

Resident van Jogjakarta, Kangdjeng Raden Adipati, (w. g.) VAN ANDEL. (w. g.) DANOEREDJO.

(28)

Kappen van bamboe berecht door het Regentschapsgerecht.

No. 5346/P. Jogjakarta, 9 Juli 1900*

- Aan den Rijksbestuurder.

{vertaling.)

In antwoord op Uw brief ddo. 28 Juni jl. No. 846/2, handelende over.

zekeren P., bekel in de desa P. onderneming T., die bamboe gekapt had zonder dit te hebben gerapporteerd aan den administrateur, die zich daarover beklaagt, deel ik U mede dat zulke zaken voor den Rol-Kaboe- paten moeten beslist worden, omdat zulk een persoon zich schuldig heeft gemaakt aan het niet opvolgen van de voorschriften van de Negri.

De Resident, w. g. J. A. AMENT.

* Aant. De inhoud van dezen brief werd door den Rijksbestuurder aan de politie-regenten medegedeeld bij bevelschrift ddo. 14 Juli 1900 No. 909J2.

(29)

Berechting van zaken door de B a l e m a n g o e indien beklaagde niet verschenen is.

No. 2678/14. Jogjakarta, 16 Juli 1901. *) Aan den Rijksbestuurder.

Volgens mij gedane mededeelingen, door eenige beheerders van land- bouw-ondernemingen zoude het zich reeds herhaaldelijk hebben voorge- daan dat zij, voor de Balemangoe opgeroepen, onverrichterzake naar huis moesten gaan om reden de beklaagde niet was verschenen en de behan- deling der zaak werd verschoven.

Voor de opgeroepenen geeft dit tijdverlies en veroorzaakt het noode- looze uitgaven.

Op grond van het bovenstaande verzoek ik U het daarheen te willen leiden dat voortaan in dergelijke gevallen de zaak toch berecht zal worden, tenzij daartegen overwegende bezwaren bestaan, die dan aan de opgeroe- penen zullen worden medegedeeld.

De Resident, (w. g.) J. A. AMENT.

*) Aant, De Javaansche tekst van dit schrijven werd aan de politie-regenten toegezonden bij bevel- schrift van den Rijksbestuurder ddo. 22 Augustus 1901 No. 1254|3.

(30)

Feiten waarvoor niet gestraft kan worden.

No. 6671/P. * Jogjakarta, 6 Augustus 1902.

Aan den Rijksbestuurder. - Aan P. A. Sosroningrat (P. A.)

(Vertaling).

Hierbij geef ik U kennis dat volgens den Assistent-Resident, die inzage heeft genomen van alle Modellen Lt. F. van de Regentschapsgerechten, er dikwijls inlanders worden aangeklaagd, zonder dat daarvoor reden bestaat, zoo b. v. wegens de volgende feiten:

Ie leugen tegen zijn bekel,

2e brand van eigen huis zonder mede brand van de huizen der buren, 3e het vinden van uitgekauwd riet of topriet op iemands erf of terrein, 4e. het niet aanhebben van een gegalonneerd buisje,

5e leugen tegen een landhuurder, 6e leugen in het algemeen,

7e vervoer van jonge indigoplanten zonder geleidebiljet, 8e verkoop van indigobladeren zonder geleidebiljet, 9e wegloopen van het rietsnijden,

10e het te loor doen gaan van padi van den landhuurder (geen reden opgegeven).

11e niet uitkomen voor riettransport per grobag of lori.

12e niet willen vervoeren van mest per grobag, 13e een verkeerden naam opgeven,

14. niet nakomen van verplichtingen (geen verplichtingen gestipuleerd), 15e het niet bewaken van materialen voor de bouw der Gouvernements

Opiumverkoopplaatsen.

Al die genoemde aanklachten hebben geen zin en ze bezorgen den inlanders slechts last zonder dat tot straffen kan worden overgegaan omdat hier of in 't geheel niets verkeerds is gedaan óf wel iets ver- keerds waarvoor niet beboet of gestraft kan worden omdat de Wet daarop geen boete of straf stelt.

Reden waarom ik U verzoek aan alle politie-ambtenaren te gelasten om voortaan dergelijke aanklachten niet meer in behandeling te nemen.

De Resident, (w. g.) COUPERUS.

* Aant, Voor de oorspronkelijke Maleische tekst zie Nota over het Rechtswezen in de Residentie Jogjakarta door W. F, Engelbert van Bevervoorde, pag 117. Uitgave firma H. Buning Djocdja.

(31)

V e r t e g e n w o o r d i g i n g in r e c h t e n bij d i s t r i c t s » e n r e g e n t s c h a p s g e r e c h t e n .

Afschrift

_. , . Batavia, 30 Auqustus 1906.

Circulaire

Hoog-Gerechtshof Aa n

van

Nederlandsch-Indië c^en Voorzitter van het Regentschapsgerecht

Eerste Kamer te Djokjakarta.

No. 522/3686.

Het is den Hove gebleken dat bij vele districts- en regentsc haps- gerechten de opvatting geldt dat de gedingvoerenden voor die gerechten in persoon moeten verschijnen en zich daarbij niet door een gemachtigde mogen doen vertegenwoordigen.

Deze opvatting komt den Hove onjuist voor, omdat zij in strijd is met het algemeen geldend rechtsbeginsel, dat men al hetgeen men zelf mag doen ook door een ander kan laten doen, tenzij bij de wet of bij eene overeenkomst het verrichten der handeling aan een bepaald persoon, met uitsluiting van derden, is opgedragen.

Die opvatting leidt tot het ongerijmde gevolg, dat men, ziek of afwezig zijnde of door een lichamelijk gebrek buiten staat om zich verstaanbaar te maken, zijne rechten niet zou kunnen geldend maken.

De wetgever kan dit niet hebben bedoeld en de wet zelve, met n a m e het Inlandsch Reglement, geeft dan ook tot die opvatting geene stellige aanleiding.

Vertegenwoordiging in rechten, bij de wet niet uitgesloten, zal dus ook bij de districts- en regentschapsgerechten geoorloofd zijn.

Dit sluit evenwel niet in dat die gerechten niet de bevoegdheid zouden bezitten om in zekere gevallen de verschijning van partijen in persoon te gelasten.

Zoo dikwijls de vertegenwoordigers van partijen onwillig of onmachtig blijken den rechter voldoende inlichtingen te verstrekken, zal terecht van partijen geeischt kunnen worden, dat zij in persoon den rechter d e n o o d i g e inlichtingen zullen verschaffen en zullen de districts- en regencschapsge- rechten — doch alleen in de vorenbedoelde gevallen — partijen kunnen Selasten in persoon voor hen te verschijnen.

(32)

Het Hoog-Gerechtshof heeft mitsdien de eer UEdG. te verzoeken in het vervolg met 's Hofs gevoelen te dezen rekening te houden en Uwen invloed aan te wenden opdat ook bij de onder Uw regentschap ressortee- rende districtsgerechten overeenkomstig dat gevoelen in het vervolg worde gehandeld.

Het Hoog-Gerechtshof van Nederlandsch-Indië, (w. g.) W. C. BERKHOUT.

Ter ordonnantie van het College:

De Griffier,

(w. g.) A, J. VAN BUUREN.

(33)

REGELING betreffende het uitkomen der bevolking in GOE- GOER-GOENOENG=dienst bij gelegenheid van GARÊBÊG

en bij HUWELIJKEN VAN SULTANS KINDEREN.

(Extract vertaling. *~l)

Wat betreft de goegoer-goenoeng-dienslen, waarvoor de Regenten van Sleman, Bantoel-Kadirêdjo en Kalassan bij iedere garêbêg 450 menschen moeten leveren * 2, dus ieder hunner 150, naar het oordeel van Z. H.

den Sultan zijn deze diensten nog noodig. De Vorst wenscht dat voortaan

V a" Zijne mahossan-gronden in Mataraman voor deze goegoer-goenoeng- diensten geen menschen meer uitkomen, omdat de uitgestrektheid dier gronden

z° o wisselend is, zoodat bij geringe uitgestrektheid het te presteeren werk

n' e t gereed zou komen! Het aantal der diensten (100), die door de lieden dier mahossan-dalem-gronden worden gepresteerd, zal gelijkelijk moeten ver- deeld worden over de 9 Regentschappen, zoodat dus voortaan uit elk der Regentschappen Sleman, Bantoel, Kalassan, Goenoeng-Kidoel, Nanggoelan, Sentoio, Kali-Bawang en Pengasih 150 - { - 1 1 = 161 en uit de Djogo-

n eg a r a n 150 -f- 12 = 162 zuilen moeten opkomen, met dien verstande evenwel dat in elk der drie Regentschappen van Mataraman eene beurt-

r egeling * 3 worde getroffen, namelijk dat per garêbêg en per Kaboepaten 2 districten volk zenden zoodat b. v. bij garèbêg-Moeloed enz

Bij gelegenheid van huwelijken van Sultanskinderen moeten uit elk

e r drie Regentschappen van Mataraman 60 menschen opkomen en Z. H.

V l nd t het wenschelijk dat die door één district geleverd worden n. 1. uit '! e n i a n door het district Gamping, uit Bantoel door een nader aan te

Wljzen district, dat daarvoor het meest in aanmerking komt en uit Kalassan door het district Imogiri * 4. Deze 3 districten zullen eens voor altijd zijn aangewezen om bij huwelijken ieder 60 man te zenden, zoodat uit ieder Regentschap, dat uit 7 districten bestaat, 6 districten deelnemen aan de bovenbedoelde beurtregeling voor het leveren van volk bij gelegenheid van

' garèbêg's, terwijl het 7de district zulks alleen bij huwelijken te doen

Zal hebben.

Enz. .

Geschreven 10 Djoemadilakir Be 1808.

— - _ _ _ _ _ (w. g.) SOSRONEGORO.

* \ A a n t V o o r d e Javaansche tekst dezer regeling zie Oudemans dl. 111 pag. 188 e. v.

» o " v o o r het dragen der z. g. „goenoengan's".

" via a r a a r[ d e districten Gamping, Imogiri en een nader aan te wiizen district onder Bantoel

* A (gandakan) dus niet deelnemen, daar die bij huwelijk moeten uitkomen, zie hieronder.

' " thans tot Bantoel behoorend.

(34)

REGELING der van de bevolking te vorderen werk- krachten en materialen voor feesten * ' door Z H. den

Sultan te g e v e n of voor uitvoering van w e r k e n ten a l g e m e e n e n nutte. * 2

(Brief van den Rijksbestuurder aan de Regenten) ddo. 9 November 1890 No. 1112/1)

Bijaldien voor feesten, door Z. H. den Suitan te geven, of voor uit- voering van werken ten algemeenen nutte, werkkrachten en materialen van

de bevolking gevorderd moeten worden, dan wordt vooraf door de Negne eene begrooting opgemaakt van de benoodigd zijnde bahoe-soekoe's en materialen.

Nadat die begrooting in overleg met den Resident zal zijn vas.ges.eld, wordt die omgeslagen over die Regentschappen, die tot levering van een en ander verplicht zijn, mogende echter in geen geval de vordering de vastgestelde begrooting overschrijden.

Tot dat einde moet binnen eene maand door ieder der Regenten van de Mataramsche Regentschappen aan de Negrie worden ingeleverd eene nauwkeurige opgave van de werkbare mannen, zoowel van de verhuurde als van de onverhuurde dessa's.

Naardien de djoengs van verschillende uitgestrektheid en verschillend bevolkingscijfer zijn, zoo mogen zij niet meer ais maatstaf gebezigd wor- den van de te doene vorderingen.

Naar deze opgaven maakt de Rijksbestuurder een verdeelingsstaat, waar- bij het aandeel van ieder Regentschap in het aantal te leveren dienst- plichtigen en materialen is aangewezen.

De Regenten verdeden hun aandeel weer over de districten en bieden den Rijksbestuurder voor elk district eenen repartit! estaat aan, waarin on- dernemingsgewijze, en voor onverhuurde gronden dessa's-gewijze, vermeld staat ieders aandeel aan menschen en materialen, naar billijkheid verdeeld in verhouding van het aantal koeli-kentjeng.

TTJ^t Bij huwelijksfeesten geldt voer de te presteeren werkkrachten d e p r a n a t a n ddo. 10 Djoernad lakir Be 1808 (No- 14 hiervoren) terwijl darr de materialen gevorderd worden ingevolge deze , .ge- ling. Tegenwoordig worden de materialen soms (Aug. 1907, bij gelegenheid van het huwehjk van den tegenwoordigen Kroonprins e. a.) uit de Rijkskas betaald.

Zie P. P. art. 3.

* 2 Aant. Voor Jul, Javaanschen teksl dezer regeling zie Oudemans dl. lil pag. /14.

(35)

De Rijksbestuurder stuurt deze staten, voorzien van zijn zegelmerk, aan de Latrokken Regenten terug, die ze weer aan hun districtshoofden toe- zenden, in wier pendopo zij dagelijks ter inzage van ieder belanghebben- de moeten liggen.

Na ontvangst van dien verdeelingsstaat doet ieder districtshoofd onver- wijld het noodige, opdat aan de vordering van de Negrie geregeld worde voldaan.

Afkoop mag in geen geval plaats hebben.

Ieder verzuim ter zake moet zoo spoedig mogelijk ter kennis van den betrokken Regent of van de Negrie gebracht v/orden, en zal alsdan ge- straft worden in overleg met den Heer Resident.

Bestaat de straf in geldelijke boete, dan zal het bedrag daarvan aan- gewend moeten worden voor het doel van de vordering of ter goedma- king van de buitengewone uitgaven, die het gepleegd verzuim veroor- zaakt heeft.

(36)

Regeling voor de koffie-cultuur.

Extract uit het besluit van den Resident van Jogjakarta.

No. 2 0 0 / T . B . Jogjakarta, 23 Maart 1893.

De Resident van Jogjakarta,

Het wenschelijk oordeelende, dat bij de toenemende uitbreiding, welke aan de koffie-cultuur op landelijke ondernemingen in dit gewest wordt gegeven, ter zake regelingen worden vastgesteld;

Heeft besloten:

Te bepalen, in overleg met den Rijksbestuurder, als volgt:

Art. 1. Onder de gewassen, bestemd voor de Europeesche markt, behoort ook koffie.

Art. 2. De koffie-cultuur mag op landelijke ondernemingen gedreven worden op sawahs volgens het maro-, op beplante velden volgens het moro-teloe stelsel.

Art. 3. Tegal-oro-oro gronden mogen voor de koffie-cultuur bestemd worden, mits daarvan, zoo noodig, v/orde afgezonderd eene voldoende uitgestrektheid voor weide-gronden.

Art. 4. Alang-alang-velden dienen met tegal-velden te worden gelijk- gesteld.

Art. 5. Alle werkzaamheden ten behoeve van de koffie-cultuur, met inbegrip van het bemesten, doch uitgezonderd het plukken, bereiden en sorteeren der koffie, worden door de betrokken bevolking verricht.

De voor die cultuur benoodigde mest moet voor rekening van den onder- nemer naar de tuinen getransporteerd worden. De cultuur op tegal-oro- oro gronden geschiedt geheel in vrijen arbeid.

Wenscht de ondernemer alang-alang-velden geheel met koffie te beplanten dan mag dit geschieden mits de opgezetenen naar behooren worden scha- deloos gesteld.

Art. 6. In alle voorkomende geschillen omtrent de toepassing dezer regeling of in gevallen, die niet daarbij voorzien zijn, beslist de Resident in overleg met den Rijksbestuurder.

Extract dezes enz.

Voor extract conform : De wd. Secretaris, (w. g.) J. C. BRUIJNINGA.

(37)

Diensten voor het offerfeest bij de kalkbergen

„bahoe saparan"

No 34/1. B E V E L S C H R I F T . (vertaling)

Raden Toemenggoeng

op last van het Rijksbestuur doe ik U hiernevens toekomen eene regeling betreffende de diensten, die gepresteerd moeten worden voor het offerfeest bij de kalkbergen in de maand Sapar, zooals die regeling door den Resident is goedgekeurd bij missive dd° 13 Juni 1896 No. 342/T. B.

Het Rijksbestuur vertrouwt er op dat U deze behoorlijk zult opvolgen en doen opvolgen.

4 Soero Djimakir 1826.

15 Juni 1896.

w. g. R. T. SOERODININGRAT.

Regeling betreffende de diensten, die gevorderd mogen worden voor het vervoer van verschillende artikelen, bij gelegenheid van het offerfeest bij de kalkbergen, telkens van 64 koelies uit het district Gamping. Het totaal der koelies-kentjeng, zoowel van de ondernemingen als van de niet verhuurde desa's is 5460, behalve de midji-desa's, * zoodat van iedere 85 koelies-ken- tjeng er iedere maand Sapar één uitkomt gedurende 12 uren.

Hierbij gelden de volgende regelen:

1- De demang zal den dag voor het offerfeest'vaststellen.

2- Tien dagen vóór het offerfeest moet de demang daarvan aan den pan- dji van het district Gamping kennisgeven.

3. Dadelijk daarop moet de pandji van Gamping daarmee de administra- teurs in kennis stellen en koelies vragen volgens bovenstaande bereke- ning; tevens zal hij in de niet-verhuurde desa's de bevolking oproepen.

4. Dit alles moet schriftelijk geschieden, terwijl voor de ontvangst der brieven door dengene, die ontvangt, moet worden afgeteekend.

5- Op den dag van het offerfeest moeten de administrateurs der onderne- mingen om 8 uur 's morgens reeds hun volk bij de politie verzameld hebben om door te gaan naar den demang.

6- De districts-politie zal zorgen voor het uitkomen van de bevolking der niet-verhuurde desa's en zij zal die ter beschikking van den demang stellen.

Aant. die hierbij niet zijn ingedeeld.

(38)

7. Bij hei: toezenden der koelies zal de administrateur eene opgave mee- geven van de namen en woonplaatsen dier koelies.

8.' Mochten er te weinig koelies uitkomen zoo zal de pandji van Gam- ping daarvan direct den betrokken administrateur mededeeling doen.

9. Ieder, die het bovenstaande niet behoorlijk of onverschillig nakomt en oorzaak is, dat het werk niet goed wordt verricht, zal zich daarmede schuldig maken aan plichtverzuim en het Bestuur zal daarmede reke- ning houden.

10. Heeft de demang niet 10 dagen vóór het offerfeest den pandji daarvan

• kennisgegeven, zooals in artikel 2 hierboven voorgeschreven, zoo zal de demang zelf schuldig zijn.

11 Bij het uitkomen van volk van de ondernemingen zal rekening wor- den gehouden met de toe- en afname van de koeües-kentjeng daar.

12. Deze regeling treedt in werking met de a..s. offerfeesten in Sapar Djimakir 1826.

Geschreven 4 Soero Djimakir 1826.

of 15 Juni 1896.

(39)

Op g a r ê b ê g geen krigaiidiensten verschuldigd.

Jogjakarta, 4 Mei 1898.

No. 2037/1

Aan den Rijksbestuurder.

{vertaling)

Naar aanleiding van Uw brief ddo. 17 April j.1. No. 20/10 heb ik den administrateur van M. en T. medegedeeld dat zijn verzoek om aan die 10 bekels en hunne koehes-kentjeng te gelasten dat de door hen niet gepresteer- de krigandiensten * alsnog verschuldigd zijn, niet voor inwilliging vatbaar is.

Ik verzoek U de Regenten van Mataraman van instructiën te voorzien opdat voortaan in dergelijke gevallen als volgens de heerschende gewoon- ten geen krigandiensten gepresteerd behoeven te worden, de bekels of de koelies niet voor den politie-rol worden gebracht.

Artikel 8 van het Residents-besluit ddo. 28 Juni 1886 No. 673/T.B.

zegt immers dat vrijstelling van die diensten moet worden verleend over- eenkomstig plaatselijk gebruik.

(w. g.) AMENT.

Aam. In de voorafgaande correspondentie wordt gesproken over het niet uitkomen der krigan- dienstpiichtigen op garêbêg-dagen.

(40)

Dienstplichtigheid der bekels=nom.

No. 6 3 2 / 3 3 . Jogjakarta, 17 Mei 1 9 0 1 . * Aan het Bestuur der Vereeniging van Landhuurders te Jogjakarta.

Door een der beheerders van eene landbouw-onderneming in dit gewest werd de vraag gesteld in hoeverre de „bekels-no.m" verplicht zijn tot het presteeren van heerendiensten evenals een gewoon dienstplichtige.

Na een ter zake gehouden onderzoek heb ik in overeenstemming met den Rijksbestierder bepaald dat voortaan aan de „bekels-nom" geen werk mag worden opgedragen waarbij zij moeten „pikoelen" of den patjoel moeten gebruiken, doch dat de hun op te dragen arbeid zich bepale tot werk met den „arit" lichte en nette koeliearbeid, zooals het maken van vlechtwerk en voorts tot de z. g. mandoorswerkzaamheden als het toezicht houden op hun koelies e n z .

Onder mededeeling van het vorenstaande, heb ik de eer Uw Bestuur beleefd te verzoeken daaraan wel openbaarheid te willen verleenen aan de belanghebbenden.

De Resident van Jogjakarta, (w. g.) J. A. AMENT.

* Aant. Naar aanleiding van dezen brief werden door den Rijksbestuurder aan de politie-regenten in- structies gegeven bij bevelschrift ddo. 30 Mei 1901 No. 1274J1.

(41)

V o r d e r i n g v a n w e r k k r a c h t e n e n m a t e r i a l e n v a n d e b e v o l k i n g t e n b e h o e v e v a n d e n S u l t a n .

Jogjakarta, 21 Augustus 1901.

No. 383/T.B.

Aan den Rijksbestuurder.

{vertaling)

Naar aanleiding van enz. *

Ten einde voorts op de hoogte te blijven van de toepassing in uitvoe- ring dier gebruiken en instellingen verzoek ik u mij telkens te willen mede- deelen wanneer ten behoeve van den Vorst werkkrachten en materialen van de bevolking gevorderd worden. Ik doe dit verzoek opdat bij even- tueele vordering van werkkrachten en materialen van de bevolking, geves- tigd op landbouwondernemingen, de last aan don betrokken landbouw- ondernemer of diens beheerder tot de levering van het gevraagde van mij uitgaat.

De Resident (w. g.) AMENT.

* Aant. Bij dit eerste gedeelte van den brief wordt het oordeel van den Rijksbestuurder gevraagd over 'et tegelijkertijd toegezonden concept van de verklaring als vastgesteld bij Residents missive ddo. 23 Scp- embcr 1901 No. 431-T.B,, hierachter opgenomen.

(42)

Qebruik van krigandiensten en het drijven van meer dan één verpifchte cultuur.

No. 3084/14. Jogjakarta, 2 September 1 9 0 1 * Aan den Rijksbestuurder.

Naar aanleiding van Uw schrijven ddo. 12 Augustus No. 33/10 deel ik U mede, dat ingevolge artikel 5 van het heerendienst-besluit voor indigo ondernemingen taakwerk slechts met onderling goedvinden aan de in krigan- dienst uitgekomen personen mag worden opgedragen.

Het maken van 8 goten, ieder lang 30, breed 1 en diep 3/4 rijnlandsche voet, gevende een totaal grondverzet van 180 kubieke rijnlandsche voet, acht ik het allerhoogste wat een krigan kan maken, werkende in den tijd als bepaald bij artikel 3 van bovenbedoeld besluit en zulks wanneer de grond werkelijk zeer zacht en gemakkelijk bewerkbaar is. Hoe harder en moeilijker bewerkbaar de grond is, hoe minder een man in den voorge- schreven tijd kan maken.

Tot het achtereenvolgens binnen den tijd van één jaar drijven van twee soorten van cultuur, waarvan het product bestemd is voor de Europeesche markt, gelijk zulks blijkbaar te K. gebeurt, is de bevolking niet verplicht.

Wil de administrateur van K. op zijn blabaggronden, na daarop eerst tabak te hebben verbouwd, indigo planten dan moeten de werkzaamheden daarvoor geschieden of in vrijen arbeid óf op eene wijze, als vrijwillig tusschen beheerder en bevolking overeengekomen.

Gedwongen mogen de opgezetenen van die onderneming daartoe niet.

Wat betreft de kwestie van het werken 's morgens op de tabaksvelden en 's middags in de indigotuinen, artikel 3 van meergenoemd heerendienst-besluit luidt:

De duur van een halven dag krigandienst is van 7 uur tot 11 '/2 uur des voormiddags, daaronder begrepen een half uur schafttijd of van 1 tot 5 uur des namiddags zonder schafttijd.

Ik verzoek dit bovenstaande aan de opgezetenen van K. in het algemeen en aan de klagers in het bijzonder duidelijk te willen doen voorhouden.

De Resident, (w. g.) J. A. A ME NT.

* Aant. De Javaansche tekst dezer missive weid dooi den Rijksbestuurder aan tie politie regenten rondgezonden bij bevelschrift ddo. 9 September 1901 No. 163J10.

(43)

H E E R E N D I E N S T - R E Q E L Ï N G .

Besluit van den Resident van Jogjakarta.

No. 180/T. B. Jogjakarta, 25 April 1902.

De Resident van Jogjakarta,

Gelet op de dezerzijdsche besluiten van 28 Juni 1886 No. 672/T. B.

en 673/T. B., waarbij ingevolge art. 22 van het bij Staatsblad 1884 No. 9 vastgestelde reglement op den huur en verhuur van gronden voor den landbouw in Soerakarta en Jogjakarta, eene regeling werd getroffen betref- fende de verplichte diensten, welke de huurder mag vorderen van de opge- zetenen der door hem gehuurde gronden in dit gewest;

Overwegende dat die regeling alléén toepasselijk is op de op die gronden gelegen suiker- en indigo-ondernemingen, terwijl ook de wenschelijkheid is gebleken van eene soortgelijke regeling ten behoeve van de in de Residentie Jogjakarta gelegen tabaks- en koffie-ondernemingen, sedert de cultuur van beide gewassen, vroeger van geene beteekenis, thans gaande- weg wordt uitgebreid;

Overwegende dat het hem, Resident, mitsdien wenschelijk voorkomt om eene regeling, als hier bedoeld, vast te stellen voor alle in het door hem beheerde gewest gelegen landbouw-ondernemingen ;

Gehoord den Rijksbestuurder als vertegenwoordiger van Z. H. den Sultan van Jogjakarta, den Pangeran Adipati Pakoe-Alam en het Bestuur van de Vereeniging van Jogjasche Landhuurders;

Heeft besloten :

Met intrekking van de dezerzijdsche besluiten ddo. 28 Juni 1886 No.

672/T. B. en 673/T. B. vast te stellen de volgende heerendienst-regeling ten behoeve van alle in de Residentie Jogjakarta gelegen landbouwonder- nemingen.

Artikel 1. Als beginsel is aangenomen dat de heerendienstplichtigheid rust op het erfbezit. *

* Aant. Dit hier neergelegd beginsel is m. i. onjuist ; de heerendienstplicht kan niet anders rusten dan t p den persoon van den „koeli-kêntjêng" als bezitter zoowel van bouwgrond als erf, welke bezittingen niet van elkaar te scheiden zijn en gezamenlijk zijn „sanggan" vormen. Wellicht dat juist omreden ieder koeli-kêntjêng zoowel een stuk bouwgrond als een erf moet hebben, men bij telling van het aantal dier koelies gemakshalve maar het aantal erven telde en dat daardoor langzamerhand bij velen de meening is ontstaan dat de dienstplicht rust op het erf.

In de eerste Heerendienst-regelingen vastgesteld bij de Residentsbesluiten ddo. 28 Juni 1886 Nrs. 672|T.B. en 673jT,B. (zie Gortmans pag. 23 en 26) is dit beginsel dan ook niet neer- gelegd, maar daar werd in art. 1 gesproken van de verplichte diensten, welke de huurder van de opgezetenen zijner onderneming. DIE VOLGENS LANDSGEBRUIK DIENSTPLICHTIG ZIJN. mag vorderen,

(44)

Artikel 2. De verplichte diensten, welke de huurder van de opgezetenen zijner landbouwonderneming mag vorderen, worden onderschei- den in :

a. krigandiensten. * 1

b. goegoer-goenoeng-diensten. * 2 c. wachtdiensten. * 3

Artikel 3. Behoudens het bepaalde bij het besluit van den Resident van Jogjakarta van den oden November 1901, No. 499/T. B. kunnen de dienstplichtigen in krigandienst opgeroepen worden ééns in de zeven dagen voor één halven dag.

Artikel 4. De duur van een halven dag krigandienst is van 7 uur tot 11 lj2

uur des voormiddags, daaronder begrepen een half uur schafttijd, of van 1 uur tot 5 uur des namiddags zonder schafttijd.

* 1 Aant. In den ouden J a v a a n s c h e n tijd beschikte de Vorst over de o n b e t a a l d e diensten der bevol- king voor den a a n l e g van gioote werken zooals wegen, bruggen, d a m m e n , w o n i n g e n enz.

a l s m e d e bij r a m p e n van h o o g e r h a n d . Dit waren de z. g. g o e g o e r - g o e n o e n g - d i e n s t e n , w a a r v o o r oorspronkelijk wellicht alle w e r k b a r e m a n n e n , doch later uitsluitend de grondbezitters, de z. g.

kêntjêng's werden o p g e r o e p e n . Zoo werd b. v de D a e n d e l s w e g hier in g o e g o e r - g o e n o e n g - dienst a a n g e l e g d . Door de bevolking werden deze diensten oqk „tikèl-ajêr"— d i e n s t e n g e - noemd, o m d a t d a a r m e d e de toen ook b e s t a a n d e a j ê r - d i e n s t e n verzwaard, v e r d u b b e l d , w e r d e n .

" De oproep tot g o e g o e r - g o e n o e n g - d l e n s t m o e s t n a m e n s den Vorst door de politie g e s c h i e d e n (evenals voor de z. g „ s ê i a p a n " - d i e n s t e n voor het c ' e r h o u d der „ p o l i t i e w e g e n " die tot 1 J a n u a r i 1906 b e s t a a n h e b b e n ) m a a r op de s e d e r t o n t s t a n e o n d e r n e m i n g e n werd die b e v o e g d - heid van lieverlede door de l a n d h u u r d e r s uitgeoefend, terwijl die diensten alleen werden g e - bruikt voor werken binnen de o n d e r n e m i n g . D a a r waren, t e n g e v o l g e v a n de betere exploitatie veel groote werken noodig zooals wegen, d a m m e n , leidingen enz. tengevolge w a a r v a n die g o e - g o e r - g o e n o e n g - d i e n s t e n vrij veelvuldig gevorderd w e r d e n . Het kwam voor dat de b e v o l k i n g geregeld, b. v. 1 maal in de 7 d a g e n daarvoor m o e s t u i t k o m e n . Niet alleen voor aanleg van groote werken m a a r ook voor h e t o n d e r h o u d d a a r v a n werden die d i e n s t e n gebezigd.

b e h a l v e deze niet door de Negri g e s a n c t i o n n e e r d e diensten (de eigenlijke g o e g o e r - g o e n o e n g - diensten voor de Negri k u n n e n d u s ook nu nog van de bevolking der o n d e r n e m i n g e n g e - vorderd worden) waren op de h u u r l a n d e n nog vrij a l g e m e e n ingesteld de z. g. „ m o e r g a n " - diensten en de „djadêlaiV'-diensten. Ook b e s t o n d e n er nog de w a c h t d i e n s t e n en de z. g. „ k r i g a n " - of „ k ê r i g " - d i e n s t e n , voor welke laatste rnen meestal i maai in de 7 dagen u i t k w a m . Deze diensten k u n n e n gezegd worden te s t a a n als aequivalent tegenover de dool" den a p a n a g e h o u d e r van de bevolking gevorderde leveringen en diensten (behalve de b a h o e - s o e k o e - d i e n s t e n voor zoover die ook na v e r h u u r nog voor den a p a n a g e h o u d e r gepresteerd worden, ingevolge de h u u r - - o v e r e e n k o m s t ) alhoewel o m t r e n t al die diensten zeker nooit iets is g e c o n t r a c t e e r d t u s s c h e n a p a n a g e h o u d e r en i a n d h u u r d e r , t r o u w e n s de a p a n a g e h o u d e r zou ook de b e v o e g d h e i d m i s s e n a n d e r e diensten van de bevolking a a n den I a n d h u u r d e r te beloven d a n w a a r o p hij zelf recht had, zoodat eventueele contracten der -eersce i a n d v e r h u r i n g e n ook slechts k u n n e n h e b b e n vermeld dat de I a n d h u u r d e r geheel in de rechten van den a p a n a g e h o u d e r zou treden.

Deze rechten w a r e n echter niet voldoende o m s c h r e v e n en de eene a p a n a g e h o u d e r vorderde heel wat meer van zijne bevolking dan een a n d e r (heffingen die met den v e r z a m e l n a a m van

„ o e b o - r a m p é " worden a a n g e d u i d en die k u n n e n worden o n d e r v e r d e e l d in „ p e n g a n g g ê r - a n g g ê r "

en „ r o d j o - p o e n d o e t " tot welke groepen op h u n beurt de verschillende leveringen behooren;

a l s m e d e de diensten, „ b a h o e - s o e k o e " - d i e n s t e n g e n a a m d w. o, ook die g e v o r d e r d voor de w e r k z a a m h e d e n ..doedoek-loempoer", „kêsrèk", „tjètjèk" enz. Zie P. P art. 3 t.Im. 7).

De zooeven g e n o e m d e op de o n d e r n e m i n g e n gevorderde diensten h a d d e n d a n ook geen h e c h t e n g r o n d s l a g en door uitbreiding van het bedrijf werden die niet door het B e s t u u r g e -

s a n c t i o n n e e r d e diensten s t e e d s zwaarder; voor allerlei doeleinden werden ze gebruikt, zoowel voor die in het b e l a n g der o n d e r n e m i n g als voor die in het b e l a n g van den I a n d h u u r d e r zelf, zijn huisgezin en personeel. Daarbij h a d de bevolking natuurlijk nog c u l t u u r d i e n s t e n voor den o n d e r n e m e r te v e r r i c h t e n a l s m e d e de diensten tegenover a p a n a g e h o u d e r (enkele b a h o e - soekoe-diens'.en), politie en Negri. Dit werd voor de bevolking te z w a a r en in de laatste jaren vóór 1886 gat zij vrij a l g e m e e n blijk van hare groote ontevredenheid, l u i d r u c h t i g e v o l k s - o p i c o p e n h a d d e n p l a a t s om ter h o o f d p l a a t s om recht en verlichting van arbeid te v r a g e n . Door den d r a n g der o m s t a n d i g h e d e n kwam d a a r n a de 1ste H e e r e n d i e n s t r e g e l i n g d d o . 28 Juni 1886 Nrs. 672JT.B, en 6 7 3 | T . B . tot s t a n d , waarbij van al die met verschillende b e n a - m i n g e n a a n g e d u i d e diensten op de o n d e r n e m i n g e n alleen de krigan-, g o e g o e r - g o e n o e n g - en w a c h t d i e n s t e n werden g e s a n c t i o n n e e r d en geregeld.

Zie verder de o e n d a n g - o e n d a n g v a n 11 D e c e m b e r 1905 en de circulaire van den R e s i d e n t ddo. 21 Mei 1909 No. 3y01j6.

* 2 Aant. Zie vorige a a n t e e k e n i n g . Deze diensten zijn n a d e r geregeld bij Residentsbrief ddo. 29 Juni 1906 N o . 280:14 (zie No. 25).

* 3 „ S e d e r t afgeschaft bij R e s i d e n t s b e s l u i t e n ddo. 21 D e c e m b e r 1909 N r s . 735 en 736 (zie N o . 31 en 32),

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

De Hoogleeraren in de Theologie ontvangen hun tractement en pensioen (en desgelijks hunne weduwen en weezen hunne toelagen) van de Kerken, tot het thans door de

The study is focused on reducing the inundation in Demang Lebar Daun area which  is  the  main  access  to  several  important  places  in  Palembang.  To 

was ook van die meening) want hU heeft, zooals hil mti zeU verzekerde, hot woordonboek, met het oog op het onderwijl, verbeterd en uitgebreid. ROORDA het

Taal actief • Instaplessen spelling • groep 7 • © Malmberg

Niettegenstaande dit alles, bad Jan du Bordel, een man van grote kloekmoedigheid en begaafd met een bewonderenswaardige standvastigheid, de Fransen, dat zij toch wilden eindigen met

Doe het gehakt, eiwit (of ei-vervanger), broodkruimels, ketchup, uien, worcestersaus, tijm, zout en peper in een kom en meng dit goed. Vorm het beslag tot een broodvormpje en bak

WINTER, translateur voor de Javaansche taal en gewezen onder- wijzer bij het thans opgeheven Instituut voor die taal te Soerakarta, — een m a n , die en in de taal, én in de