Vraag nr. 44
van 7 december 2004
van de heer MARK DEMESMAEKER
Vlaamse Rand – Transportkosten naar Neder-landstalig ziekenhuis
In de Vlaamse Rand is er nog steeds heel wat ongenoegen over de dringende medische dienst-verlening. Bij een spoedopname is het schering en inslag dat de Vlaamse patiënt naar een Franstalig ziekenhuis in Brussel wordt gebracht, waar het medisch personeel geen Nederlands begrijpt en spreekt.
Veel mensen vragen zich af of ze niet het recht hebben om bij een spoedopname naar het zieken-huis van hun keuze te worden gebracht en of ze bij een spoedopname in een Brussels Franstalig ziekenhuis niet overgeplaatst kunnen worden naar een Vlaams ziekenhuis in de buurt.
Op het internet vond ik daarover volgende infor-matie :
“Als u een beroep doet op de dienst 100, is het nuttig om te weten dat de ambulanciers bepaalde wettelijke richtlijnen moeten volgen in verband met transport van het slachtoffer. Deze richtlijnen bepalen onder andere het ziekenhuis van bestem-ming waar het slachtoffer dient heen te worden gebracht.
Dit wil dan ook zeggen dat, behoudens uitzon-deringen, de patiënt of zijn familie niet kan kiezen naar welk ziekenhuis het slachtoffer dient vervoerd te worden. De ambulanciers zijn immers verplicht het slachtoffer te vervoeren naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis met erkende spoedop-name.
Uitzonderingen op deze regel zijn de volgende. – Indien de aanwezige huisarts na contact met
het centrum 100 vraagt om de patiënt naar een ander ziekenhuis te vervoeren, en het centrum de toelating geeft. Uiteraard dient de huisarts dan een verwijsbrief mee te geven voor het des-betreffend ziekenhuis.
– Indien de huisarts de patiënt vergezelt in de ambulance, kan er tevens vervoer naar een ander ziekenhuis in de regio gebeuren.
– De noodarts van het eventueel opgeroepen MUG-team kan eveneens beslissen op vraag van de patiënt of familie of op eigen initiatief om de patiënt naar een ander ziekenhuis over te brengen.
– Bij tijdelijke overbelasting van de spoedop-name UZ kan door het centrum 100 beslist worden om het slachtoffer naar een ander ziekenhuis te brengen.
– U kunt natuurlijk steeds weigeren verzorgd te worden in het ziekenhuis waar de ambulance u heeft naartoe gebracht en eisen dat u op eigen verantwoordelijkheid vervoerd wordt naar een ziekenhuis van uw keuze.” (MUG: mobiele urgentiegroep)
In dat laatste geval moet de patiënt dat vervoer wel zelf betalen.
Het is logisch dat een urgentiedienst, wanneer het om een levensbedreigende situatie gaat, de patiënt naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis brengt. Het is ook logisch dat die patiënt in zijn eigen taal behandeld wordt. Maar in de Vlaamse Rand en Brussel is de combinatie van beide logica’s nu een-maal geen realiteit.
Het gebrek aan respect voor het Nederlands en dus voor de Vlaamse medemens in een aantal Brusselse ziekenhuizen is een oud zeer. De taal-problemen raken maar niet opgelost en we hebben in de Vlaamse Rand al lang de illusie laten varen dat er snel bereidwilligheid aan de dag gelegd wordt om ze op te lossen.
1. Welke stappen onderneemt de minister om de Vlaamse patiënten in de brede Vlaamse Rand en in Brussel te garanderen dat ze én een effi-ciënte dringende medische hulpverlening krij-gen én een behandeling in hun eikrij-gen taal ? 2. Patiënten die in een ziekenhuis terechtkomen
waar ze niet in het Nederlands geholpen kun-nen worden, kunkun-nen te allen tijde vragen om overgeplaatst te worden naar een ander zieken-huis, maar moeten de transportkosten zelf ophoesten.
manier terug te betalen als er manifest misken-ning is van taalrechten ?
3. Ik denk, wat dit laatste betreft, bijvoorbeeld aan overleg terzake met de Vlaamse zieken-fondsen in de regio.
Is de piste al onderzocht van een convenant met de Vlaamse ziekenfondsen van de regio om het probleem van niet-terugbetaling op te lossen ?
Antwoord
De Vlaamse volksvertegenwoordiger informeert naar de stand van zaken in het dossier van de taalproblematiek bij de medische hulpverlening in de Vlaamse Rand.
De problematiek is niet nieuw. Herhaaldelijk hebben de diverse overheden dit probleem willen aankaarten. Het oplossen van het probleem is dan ook niet eenvoudig.
De kern van het taalprobleem ligt niet zozeer in de dringende zorgverlening binnen de muren van het ziekenhuis. Er bestaan immers mogelijkheden om als patiënt te kiezen voor een Nederlandstalig ziekenhuis. In de provincie Vlaams-Brabant wordt sinds jaren hiervoor een afwijking toege-staan op het principe van het dichtst bijgelegen ziekenhuis. De vraag van de patiënt om naar een Nederlandstalig ziekenhuis te worden overge-bracht, wordt consequent gevolgd.
Patiënten die, omdat ze de vraag niet (konden) stellen, terechtkomen in een Franstalig zieken-huis, kunnen binnen het kader en met de midde-len van de dienst 100 secundair worden vervoerd naar een Nederlandstalig ziekenhuis. De wetge-ving bepaalt dat in bepaalde situaties, een gebrekkige communicatie tussen patiënt en hulpverlening is er één van, kan geoordeeld wor-den dat dit secundair transport gerechtvaardigd is. Het opzetten of financieren van andere trans-portsystemen lijkt dus niet aangewezen.
De basis voor de taalproblematiek is vooral gesitueerd op het niveau van de dringende hulpverlening via de ziekenwagen- en MUG-dien-sten. Daarom wordt vanuit de Vlaamse Regering een constante druk uitgeoefend op dit dossier.
Reeds op 24 juni 2002 was er bij de leden van de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid een akkoord om op de federale administratie een klachtenmeldpunt te installeren. Toen heeft de federale minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken betrokken op basis van zijn bevoegdheid inzake de dringende geneeskundige hulpverle-ning) het akkoord niet willen tekenen.
Ik heb het dossier opnieuw geagendeerd op de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid van 6 december laatstleden. Er werd een akkoord verkregen om een werkgroep op te richten die de problematiek ten gronde zal onderzoeken en ini-tiatieven ter oplossing ervan zal uitwerken. Hier-bij is het belangrijk een juridisch kader te creëren om het respecteren van de taal van de patiënt af-dwingbaar te maken en ook de problematiek ingevolge de huidige bevoegdheidsverdeling te evalueren.