Vraag nr. 16
van 26 oktober 2001 van de heer JAN LOONES
Bouwpremie – Combinatie met sociale lening Naar verluidt komen de gezinnen-ontleners van het Vlaams Woningfonds (VWF), en blijkbaar ook van de Vlaamse Huisvestingsmaatschappij (VHM), niet in aanmerking voor de bouw- en renovatiepre-mie die de Vlaamse overheid recentelijk in het leven riep (De Bond – Weekblad voor het gezin – van 8 juni 200l).
Nochtans zijn het net gezinnen met een bescheiden inkomen – dé doelgroep van het Woningfonds – die de bijkomende bouwpremie zouden kunnen g e b r u i k e n . Was het trouwens niet de bedoeling van de Vlaamse overheid om, via deze nieuwe bouw-p r e m i e, bouwlustige gezinnen een duwtje te geven ? De Bond van Grote en Jonge Gezinnen (BGJG) en het Vlaams Woningfonds klagen aan dat ze om-trent deze beslissing – waartegen ze overigens heftig protesteren – niet werden geraadpleegd. Het Woningfonds zou aan toenmalig minister Sauwens een verzoek gericht hebben voor het uit-werken van een regeling waarbij gezinnen-o n t l e-ners alsnog recht zouden hebben op de premie. 1. Kan de minister begrip opbrengen voor
gezin-n e gezin-n-ogezin-ntlegezin-ners die geegezin-n aagezin-nspraak kugezin-ngezin-negezin-n maken op een bouw- en renovatiepremie van de Vlaamse overheid ?
2. Is de minister op de hoogte van de vraag van het Woningfonds aan voormalig minister Sauwens om dit recht te trekken ?
Werden daarvoor reeds stappen ondernomen ? 3. Wordt terzake alsnog een regeling in het
voor-uitzicht gesteld ?
Worden de Bond van Grote en Jonge Gezinnen en het Vlaams Woningfonds daarbij geraad-pleegd ?
Antwoord
1. Ik kan de teleurstelling begrijpen van de perso-nen die op grond van de toekenning door de VHM of door het Vlaams Woningfonds (VWF) van een lening, uitgesloten worden van een pre-mie hetzij voor het bouwen of kopen van een
nieuwe woning, hetzij voor het uitvoeren van werken aan een woning.
2. Ik ben op de hoogte van het verzoek van het VWF aan voormalig minister Johan Sauwens om het verbod tot cumulatie van de bedoelde lening met de nieuwbouw- of renovatiepremie ongedaan te maken.
3. Een bijsturing van het besluit van de V l a a m s e regering van 23 februari 2001 is op korte ter-mijn niet echt aan de orde.
Op grond van artikel 5, § 1 van dit besluit mag aan de premieaanvrager geen lening ingevolge de bepalingen van de besluiten van 11 mei 1999 door het VWF of de V H M , voor de nieuwe wo-ning of voor de uit te voeren werken toegekend worden.
Een afwijkingsclausule op het cumulatieverbod van beide voordelen is momenteel niet gepland. Naargelang het een premie, dan wel een V H M -of VWF-lening betreft, gaat het om respectieve-lijk een rechtstreekse en een onrechtstreekse overheidssubsidiëring van de burger : m i d d e l s de kredieten van de Vlaamse overheid worden de VHM en het VWF immers in de gelegenheid gesteld om leningen tegen toch wel vrij interes-sante voorwaarden toe te staan.
De invoering van de onmogelijkheid om de rechtstreekse en de onrechtstreekse steunverle-ning met elkaar te combineren, is ingegeven door de overweging dat – binnen de vooropge-stelde begrotingskredieten – hoe dan ook aan zoveel mogelijk particulieren de kans moest worden geboden om toch minstens één subsi-dievorm te kunnen genieten.