• No results found

N A TUURKUN DIG E VO ORDRA CHTEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "N A TUURKUN DIG E VO ORDRA CHTEN"

Copied!
74
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

l\iAATSOHAPP IJ DILIGENTIA.

NATUURKUNDIGE VOORDRACHTEN

NE GENTIENDE SERIE

1890 -91.

'* - -

BESCH R E V Rt\ DOOR

P. A. H A A X M A N Jr.

---.l\NV---

JS-GRAVENHAGE H. C. SUSAN C H � N .

1 8 9 1 .

(2)
(3)

MAArrSOHAPPIJ DI LIGENTTA.

Verslag v a n den toestand der MaCltschapp ij " D i l i genti a " , ui tgebracht door d en Voorzi tter op de Algemeene V ergaderi ng

van 3 I October 1 89°.

Het aantal Leden bed roeg bij den aanvang Vé1 11 het maat­

schappelij k j aar 1 889- 1 890 1 5 8 ; het jaar 1 890- 9 1 \,vord t met hetzelfde aantal begon nen .

Door den dood verloor de Maatschappij de Eereleden : de I-Ieeren Dr. C. VAN O SENBRUGGEN , F. A. T. DEL PR t\T en Mr. A . M . A. 's GRAVESANDE GUICI-IERIT ; en de Leden : de Heeren Mr. H . VOLLENHOVEN en Dr. N . B. D ONKER SLOOT.

Bij de periodieke aftreding al s Leden van het Bestuur van de I-Ieeren : D r . L . J . EGELING , Jhr. Dr. J. E G. E VERTS en J. VAN RIJN VAN ALKEMADE werden deze herkozen .

De. voordrachten werden i n het afgeloopen jaar gehouden

door de Heeren : H . C . V A N WOERDEN , Dr. F . A. F. C.

WENT , Prof. Dr. H. A LORENTZ , Prof J. A. SNJ] DEH S , Dr N . P. KAPTEVN en Dr. M. W BETJ E RfNCK .

(4)

II

Evenals vorige j aren vinden de Leden van deze lezingen een uitmuntend verslag in het boekje van den Heer HAAX MAN.

Blijkens d e rekening e n verantwoording bedroegen de o n t vangsten f 6 I 99·90 en de uitgaven f 57 34.o9� , zood at er een batig saldo is van f 46S . 80t .

In de tusschenkamer werd eene nieu\,ve vloer gelegd en i n de zaal werden de oude grtsbuizen door \v ij dere vervangen .

(5)

1 Septe mber 1890.

B e s l u u r d e r e n :

W . C. A . STARING , Voorzitter,

R. A. W. SLUITE R , treden af in 1 8 Çj o . P . C . EVEH.S ,

l\il R. R. TH. B J J L E V E L D ,

D B. . E. H . (J 1W E N M A N , t reden a f in 1 8 9 1 . DR. C. J . J . N l N C K. BLOUK ,

DR. L . J . EG lijLIN G ,

J H R. D R. E. J . G . E V E ltTS , t reden ai ln 1 8 9 2 . J . VAN RI J N V A N A LKEMADE.

D H.. G . J. M. UOOL H AAS , Secreta'i'is- tlzesau?'ie T , treedt a f in 1 8 9 1 .

(6)

1 September 1890.

N A A M L IJ S T D E R. L E D E N.

B e s c h e r m h e e r :

Z . M . KONIN G W ILLKM UI.

Ee r e l e d e n :

Prof. Dr. L. H. RIJ K Ji: ( 1 8 3 4 .)

Dl'. L. R. B EYN EN ( 1'8 4.3.)

D l'. A . V IWLIK ( 1 8 8 2 .)

G eneraal C . T. VAN MEU RS ( 1 8 8 4 .)

Prof. Dl'. .1 . 130SSCl:IA ( 1 8 R 5 .)

(7)

1 Septem ber 1890.

L e d e n :

N . A. Allot.

J . M . Asmu s.

P. G. A smus . M r. C. A sser.

B . R. J . Arntzeni u s ,

Dr. J. F. Baerken .

G . J . Je Balbian van Doorn . F. C. de Bas .

W . J . M . de Bas.

E. Beekman . D r . L. Bleekrod e.

Dr. T. H. Blom Uoster.

J. R. Boissevai n . D l' A . H . J . J e Bordes . G. H . Bouscholte.

J h r. Nl r. K N . Je Bra u w . Mr. C. Baron v a n Breugel Do uglas . (J . B ro u wer.

Mr. C . .r . lB . G raaf van Bylan J t. NIr. L{. T h . 13ijle veld.

Mej . S . Bachofner.

1,'. J. Bel in fante. J . Bachiene.

P. Calancl.

J . A. Uarbasius.

Dr. B . Carsten . B . .tB. L a Chapel le. H . J. C. de Chano .

NI r. F. B . Con i n ck Liefsti n g . I J r . G. J . M . Coolhaas.

vV o J. Coutu rier Lzn . A . Croiset valJ Jer Kop.

D r . G. D . Co hen Tel'vae rt.

A. Baro11 Calkoen.

J . J . Delia.

C. H. :B'. (� raaf D u Monceau. E. F. K Deze ntjé.

C. A . Eckstein. A . van Eek.

Dr. L. J . Egel i J l g.

P. U. L. ]�iken dal. U. F. H . �llgcl ell . P. C. vers.

J b r. A. F. C. G. :lBve rts.

J h r. Dl'. E. J. G . .Everts.

.J h1'. Mr. J . C. N. van l!:ij s v a n

Lieudel l .

(8)

v r

NIl'. O . Fock. vV . Horri x . D . 0. L. van Franckenberg eu

Proschlitz. W. H. J. va n Idsi nga.

W . M . S. C. van Franckenberg en Proschlitz.

W . H . Gebel.

Jhr. P. 0, H. Gevaerts van Simonshaven.

M . Giebert.

M r. W. Baron van Golstei n .

C . C. Jasper.

J hr. MI'. B . C. de Jon ge.

J . J. van l\erkwij k . J . R. Keucheuil1s.

A. R. J. baron Klm·ck .

M1'. O. F. Baron (J roen inx van M r . A. F. A . Leesbe rg.

Zoelen.

Dr. E. H . GroenmalI . G. O. de Groot.

J. A . Groshans.

M r. J. J . van G ewIs.

W. J . A . Gericke .

P . A. l-laaxman J r.

Mr. B. 1-1 . M. Hanlo.

L. Harden berg.

MI'. C. M . H . l-I artm all . Mr. P h . W . van He usde.

J. P. Hofstede.

J. ·P. I-J . H o fstede.

P. J. van HoutelI . Dr. M . P . Hus.

M . .J . ten H outen de Lange.

J . B. G raaf van Limburg Sti r u ill . },'. A . G. G raaf van Limburg

Sti l'UID Noord wij k . Mej. H . Lacave.

Mr. A. M. l\1aas G eesteran us.

W . NI . de Man .

Dl'. J . van der Mand ele.

Dl'. J. ( x . M. Mastboom . H . W . J . G. M en ges. C . L. R . E. Mcuges.

J. F. l\1etzelaar. N . Th. Michaelis.

Dr. J. A . Moll.

D r. J . Th. \'Iouto n . A . G . H . Muller.

Mevr. A . W . Muij sk ell .

(9)

Mcj . A . O. Man den . A. M . Meissner.

M . Nij hoff.

D l'. O. J . J . Ninck Blok.

F. W. Nenhau s .

O. J . v a n u e r O nderme u len . G. O . Otte n .

J b r . L . C . van Pan b uys.

Mr. O . P . D. Pape.

Dr. A. H. Pareau.

A. Pleysier.

A. van Poetere n . A . G . van Poetere n . Dl'. O. P. P o u s Koolhaas.

1:-1 . J . Praeger.

P. Prager.

T h omas Prijce.

J h r. Mr. J . K . W . Ql l ades van Ufford.

Mr. F. S. K . J. G raaf van Randwijek.

.J b r. 1\11'. M. van Heen e n . G . 1-1. A. N. Rietstap.

J b r. Mr. J. Roël l.

K K. U. Rose.

:L h . .J . M. C. J�. Ie Hütte .

.r . v a n Rij n van A]kem H(h� . E van Rij ssen .

D l'. D . L. Roosen burg.

G. M . Hutten .

VII

Mr. R. J. Graaf Scbim m el pc-m n lnck van Nij e n huis.

J . E. N. Baron Sch i m m el pen n i n ck van der Oije.

J b r. J . 1\11 Schorer.

W. A. Schroot.

Jbr. L. M. Sch u u rbeque Boeije.

R. A . W. Sluiter.

Mr. N . J. W. Smal len b mg van Stellendam .

J h r. W . G. Snoeck . G . Snoeck Henckeman s.

Prof. J. A . Snijders . C.J zn .

·W. O. A . Stari ng.

J . van Stralen . G . J . ue Swart . J . ]'. Schill . J . van Stralen J r.

M . Slu�s.

L. van Soest .

Dr. G . P. van Tiell l l o vC I l . P. W . Tigge l aar.

K. H . Ti p.

(10)

V I I [

A . F. Trosée Mr. J . P. Vaillant.

Jhr. P . J. Vegelin van Claerbergen . Jhr. Mr. P. A . van den Velden . Mr. W . A . P. Verkr.rk Pi storius.

Mr. vVo A. Baron van Verschn el'.

Dr. H . .J. Vinkhuij zen . G. J . E. de Voogt.

A. J. Voordnin. B . L. V ogels.

w. n . d e Wetstein Pfister.

Dr. G. J . van Wieringben Borski.

DI'. G. Th . A . Wolterbeek Mu ll er.

J . . 1 . C . de Wij s .

Y . Ykrm a .

D l'. H . < l e Zwaan . H . J . S . v an Zomeren . H . Zoot.

(11)

MAATSCHAPPIJ OlLIGENTfA.

N }�'r U U [�I({JN D IGE voo RJ) I\,i\Cl-I'P EN

1 .

P rof. D r . K . M A n T J .\J ,

Hoogleeraa.r te Lei den .

Vull-{:anen.

Voor een vrij talrijk p u bliek opende dezen winter d e I-Ioog­

leeraar dr. MARTIN uit Leiden , de rij der spreekbeu rten met eene belangwekkende verhandeling over de wording der vulkanen e n h u n beteekenis voor den bouw onzer aardkorst.

De algemeene vorm van een v ulkaan , meestal een door een holte of krater afgeknotte kegel , biedt tal van variatiën aan in grootte , in de verhou ding van diameter tot hoogte , als enkel voudige of samengestelde krater , in d e vorming van kl einere of parasitische kegels langs de hellingen van den hoofdkegel , en in de structuur van het vu lcanisch materiaal , d at meestal voorkomt in lagen (strato-vulkanen) , slechts zelden als homogene massa.

Voorbeelden dat gee ne bepaalde verhouding bestaat tusschen doorsnede en hoogte zij n de Piek van Teneriffe ,

(12)

2

de Vesu vius , de Hekla op Ijsl and en de vulkanen van de Liparische eilande n . Bij de d oor rad iaire k loven verdeelde v u lkanen IS die eigenaardige berg vorm o n tstaan door de insnij dende werking van zware regens. Zeer veelvuldig wordt herhaalde kratervorming" waargenomen , wan neer namelij k de oorspronkelij ke krater door verwering van het materiaal ingestort of verstopt geraakt is en daarin n ieu we kegels zich vormen . Ook kan de vorm van den berg gewij zigd worden door het ontstaan van klei nere of p arasitische kegels l angs de hell i n g van den vulkaan . Op die wijze zij n bij v . langs de hell i ngen van de Etna een 2oo-tal parasitische kegels ontstaan . A l die kegels zij n opgebouwd uit vulkan isch m ateriaal , dat , zooals bove n reeds gezeg"d is , meestal gelaagd voor komt. Van daar de naam van strato-vulkanen . Die g"elaagde structu ur heeft vroeger tot de voorstelling geleid , i n verband met de theorien om t re n t het o n tstaan van de reliefvormen der aardkorst , dat het vulkanisme zou zij n eene opheffende krach t. Die opvatting is onjuist gebleken . I mmers wan neer de opheffing"stheorie j u ist ware , dan zou ook in den onder­

grond goel ij ke stoornis moeten zij n waarg"enomen , d . w . z.

eene gelij ke helling der lagen als i n den vu lkanischen kegel zou moeten waargenomen worden . lVTen vindt in dien on dergrond echter gestoorde of geplooide l agen , die , evenals de scheu ren en spleten waardoor het v ulkan isch materiaal naar boven IS ged ron gen , in d ien toesta nd reeds aan wezig waren vóor het on tstaan van den vul kaan . Zoo werden bij voorbeeld de schiefer en kwartsieten in de om­

streken van Laach (Eifel) e n de sedimen ten van den Eliasberg op Santorin door de vul kanische uitbarstingen niet gestoord ; m aar het onderl ing"e verb a nd der J agen bleef hetzel fde als vóór de eru pties i n deze streken .

Het materiaal , waaru it de kegels zij n opge bouwd , bepaal t den vorm en de helli n g van den berg. D i t m ateriaal kan zij n of l ava , of slakken , of asch , of tuf (uit sl ij kmassa's ontstaan).

Zoo onderscheid t men la Vél-keg'e l s , asch-keg"els , t u f-kegels ,

(13)

3

doch de meesten zij n gemengd . O nder de wei n ige kegel s, die min o f meer u i t gelij ksoortig materiaal opgt'bou 'vvd zij n , bekleedt eene eerste plaats d ie op de Hawaï-eilanden , de grootste krater van de Aarde , een vlakke , schild vormige kegel die bij na geheel uit l ava is gevormd . Lavakeg'els zij n over 't algemeen zeer vlak . De asch- e n t ufkegels hebben een e helling van ongeveer 1 5°-30° , de uit slakke n opge­

worpe n kegels eene helling van ongeveer 3 5° -4 5 ° ,

Ee n gemeenschappelij k kenmerk van alle vulkanen is , dat zij in de nabij heid van d e z.ee zij n gevormd of eilanden vormen i n de zee. Alle ocean ische eilanden zij n of koraal­

eilanden of vulkanische eilanden . Dergelijke vulkan ische eilanden. worden dikwijls door de zee bekn aagd , waardoor het eiland in meerdere kleinere kan verdeeld worden en ook wel eilandjes in den oorspronkelij ken krater on tstaan . Door de erodeerende werking der zee moet ook de hal vemaan vorm van vele vulkanische eilanden , bij v . van het eiland Santorin i n de Egeïsche zee , v erklaard worden .

Bij zondere opmerki n g verdient nog , dat oude kraters dik­

werf door water zij n opgevuld , zoo bij voorbeeld de vulkanen van den Eifel , die onder den naam van maren bekend zij n . Er on tstaan op d ie wijze eigenaardige , meer of minder ro nde , door een ringwal ingesloten meertjes, schilderachtige plekken , die voor den toerist aan dit oord eene groote mate van aan t rekkelijkheid geve n . Het ontstaan van die meren of maren word t een voudig verklaard , door het verstopt geraken van den krater , zoodat het water er n iet meer zoo gemakkelij k door heen kan d ringen . Ook i n I ndië tre ft men die maren aan op de helling van grootere vulkanen .

Hoewel men de strato-vulkanen indeel t in u i tgedoofde en werkende vulkan e n , kan men van een vulkaan toch nooit met zekerheid zeggen of hij u itgedoofd is of niet. Vóór het jaar 79 n . C. was men zoo overtuigd , dat de Monte .somma een u itgedoofde krater was , dat Romeinsche heirscharen er rustig in kampeerden . De ge weld ige u i t barsting in dat jaar ,

(14)

4

die in den ouden krater een 11 1 eu wen kegel , de Vesuvius vormde en de steden Herculan um en Pompej i onder de lava bedolf, leerde het anders. Ook de Krakatau gold voor een uitgedoofden vulkaan . In 1 680 had de laatste geweldige eruptie plaats gehad , maar i n 1 8 83 verspreidde de berg de geweldige verwoesting , die nog in ieders geheugen l igt. Op Ischia was 300 j . vóór Chr. de vulkaan Epomeo het toon eel van eene geweldige uitbarsting. De vulkaan bleef eeuwen lang in rust , maar in 1 302 na Chr. had eene tweede eruptie plaats . Dergelij ke voorbeelden zij n meer aan te halen. Eene scherpe grenslij n tusschen u itgedoofde en werkende vulkanen is dus n iet te trekken , maar in 't algemeen noemt men een krater u itgedoofd, wanneer er sedert ll1enschenheugenis geene tijdin­

gen van u itbarsting tot ons zij n gekomen.

Wat betreft de werkende vulkanen , hunne tijden van rust z ij n ook slechts betrekkelij k , wan t op den duur ontwikkelen zich u i t den krater waterdamp en gassen ; de lava stijgt langzaam op en neer ; er vormen zich blazen die uiteen spatten en stukken gloeiende lava in de l ucht werpen , welke als slakken of uitgerekt neervallen in den vorm van vulkanische tranen ; of de lava stijgt tot over den kraterwand en vloeit langzaam uit. De werkende vulkaan is dan nog in een toestand van betrekkelijke rust , maar die toestand ondergaat quan ti­

tatief eene verandering , als eene u itbarsting plaats heeft.

Bij eene vulkanische eruptie is de hoofd-agens het water , dat , i n aanraking gekomen met de s terk verhitte gesteen ten , als damp tracht te ontwijken. Die werking heeft plaats in de vulkanische haarden , die o nder den vulkaan , maar ook op mij len afstands kunnen gelegen zij n . Als nu de waterdamp trach t te ontwij ken , worden er aard be vingen waargenomen , de bronnen verdrogen , de sneeu w op de bergh ellingen begin t te smelten , de aardkorst komt heviger en heviger i n trilling , het kraterdek barst en de waterdamp baant zich met zulk eene geweldige kracht een doortocht , dat het kraterdek , in duizenden stukken vermorzeld , wordt weggeslingerd .

(15)

5

Met den waterdamp wordt tegelijk het vulkanisch mate­

riaal uitgestooten , het welk gedeel telij k op de hellingen van den berg neervalt , tenvij l een ander g-edeelte telkens weer in den krater wordt teruggeworpen , waardoor het in fij nheid van verdeel ing toeneemt en eindelij k tot vulkanische asch kan worden. Boven de uit waterdamp en vast materiaal gevormde kolom , die duizenden voeten omhoog stijgt , breidt zich de waterdamp tot eene horizon tale wolk uiL

Terwijl het materiaal van d e vulkan ische lava zich nog in den krater bevindt , heeft er reeds kristalvorming plaats . Enkele kristallen der. lava bevatten zelfs vloeibaar koolzuur, dat , zooals men weet , alleen onder groote drukking kan bestaan ; zij moeten dus in groote diepte reeds gevormd zij n geweest.

Andere kristallen , zooals men die bij v. ook in de vulka­

nische asch zal aantreffen , zij n echter in een hooger niveau en onder snelle afkoeling gevormd. Z ij zij n niet door en door kristallij n , maar vertoonen nog glasach t ige , niet gekristal­

l iseerde plekjes , die veelvuldig laagjes , aan den omtrek evenwijdig , vormen.

De asch wordt nu meestal door den wind weggevoerd , vele m ijlen ver.' Op die wijze is het mogelij k geweest om erupties aan te wij zen in verwijderde streken op grooten afstan d van de plaats der uitbarsting. Zoo heeft men in Zweden asch van de vulkanen op Ijslan d gevonden en de eruptie op Ijsland kunnen aantoonen , vóór dat nog het bericht daarvan naar Europa was gekomen . Zoo is het beken d , dat bij de eruptie van den Krakatau een groot deel van Java met de vulkanische asch van de u itbarsting afkomstig , overdekt werd .

Een groot deel van de asch valt terug op den kegel , waarvan de hellingen ook aangroeien door de slakken , die worden u itgeworpen .

Terwij l die erup tie plaats heeft , ontwikkelt zich electrici­

teit in de Pinie (kolom en wolk), want er heeft een e sterke

(16)

6

w rij ving bij het uitstooten van den \,vaterdamp aan de kraterwanden plaats en hoog i n d e lucht wordt de damp gecon denseerd ; hij valt als rege n neer ; e r vormen zich o n weerswolken e n het geweld van de u itbarsti ng gaat ge­

paard met donder en bliksem .

Lichtverschij nselen i n de Pinie zij n de aan leid ing geweest , dat men vulkanen ten o nrechte vuurspu wende berge n heef1:

genoemd . In werkelij kheid komt er ged urende de eru p t ie geen vuur uit den vul kaan . W ol k e n kolo m worden alleen verlicht door de w eerkaatsing van de gloeien de la va beneden tegen de wolk daarboven . l\1e n heeft daarvoor het be wij s gevonden i n d e waarneming bij g'eweldige vu1 canische erup­

ties , als de atmosfeer hevig in beweging is , dat de kolom door den wind zich buigt , maar het l ichtschij \lsd recht op blij ft sta a n . Had me n hier met eene vlam te doen , dan zou ook deze door den wind heen en weer bewogen worden .

Spreker schetste het verdere verloop van de ui tbarsting : de uitstooting van slakken ; het zich vermeng'en van het water" met de vulkan ische asch tot een slij k- of t u fstroom , die met groote sn elheid langs den kegel afvloeit ; eindelij k he t topp u n t van de erupti e , d e stroom van lava , d i e echter spoed ig' n a het verlaten van den krater afkoel t , en eellen zak van slakken o m zich heen vorm t , waarbinnen d e l a \'a n o�:; lan gen tij d warm blij ft. Vu rige verschij nsel en zij n alsdan aa n den la vastroom al leen nog waar te n e men , wan neer de slakken zak scheurt , hetg"een telkens onder den i n vloed der van ui t dell krater nadringende lava massa plaats heeft .

Zoo wel h e t p u i m steen , d at o p den bodem van den Oceaan dunne lagen van roode kleiaarde help t afzetten , als d e uit­

stroomende t u f , die in zee uitgebreide beddingen vormt e n eilan den helpt opbouwen , zooals Java , dat voor ee n groot deel u i t tertiaire tuflagen besta at , zij leveren het bew ij s , dat de vulkanen bij dragen tot ophooging van de aardkorst , geheel afg"ezie n van de l�ergen , die door de vul-"

kan ischc erup ties w orden gevormd e n wier samenstelli ng

(17)

7

reeds boven werd behandeld . De aard korst opheffen doen zij echter n iet . De vulkanische werking is n iet een vertik ale van onderen l1a�lr boven werkende kracht. De overheer­

schende meen ing onder de geol ogen is thans, dat de gebergten op aarde n ie t gevormd zij n door eene loodrechte beweging , maar .door eene tange n t iale drukking , i n verband met de ver­

zakkinge n en verschu i v ingen i n de aardkorst ten ge volge van het voortdu rend afkoelen der aarde , waardoor het volume van den bol steeds verminderde e n nog" afn ee m t .

M i n der eenstem migheid bestaat omtre n t d e vulkanische vuurhaarden . Menigeen nee m t nog aan , dat de kanalen i n verband staan met d e gloeiende aardkern ; al1 deren I� emen die gloeiende kern wel aan , maar handhaven de vuurhaarden i n d e korst zonder verban d met de kern . Spreker helde tot d e laatste hypothese over, daar gemee nschap met de kern het uitwerpen van dezelfde materialen' zou tengevolge hebben , ("env ij I i n werkelij kheid de vnl kanische uitwerpselen zeer ver­

schillend van aard zij n . Daarbij zou bij één centralen v u l­

kan ischen haard on moge l ij k i n den eenen kegel eene u i tbarsting k u n n en plaats hebben e n in den ande re n , misschien in de o n middel ij k e n abij heid gelegenen en lageren kegel n iet, zooals toch dikwij l s gebeurt. D i t zou i n strij d zij n met de wet der commu n iceerende buize n .

Aller waarschij nlij kst heeft men d us te denken aan geïso­

leerde vuurhaarden , waarin de warmte gevoed word t door i nzakkin gen en verschui vingen van deelen der aard korst Daar­

door o n tstaat warmte , die de oorza� k is van het zich o n t­

wikkelen van 'Naterdamp uit het i n de diepte door:;-edrongen water e n zoodoende de eruptie ten ge volge heeft.

Deze l eerzame voordrach t werd door spreker toegelich t met kaarten en schetsteeken inge n e n mo nsters van vulkanisch materiaal .

(18)

1/ (':1

( ... / , '!' ....

1 1.

' .

" .

\� . .,.' � .. r ., , ' ".

D r. A . \TV . B . 'vV I R"T Z ,

Directe!:l!' del' Rijks Veea rtsenijschool te Utrech t.

() ver v oorbehoed ende inen ti ngen tegen ziekten.

Over dit onderwerp , dat de verdienste bezi t van bij uitnemendheid actueel te zij n , hield de Directeur van 's Rij ks Veeartsen ijschool te Utrecht , dl'. WIRTZ , voor een talrij k gehoor eene door vorm e n inhoud boeiende verhandeling.

Vooraf ging een overzicht van de onder mensch en dier heerschende ziekten , waaronder er zij n die met tusschen­

poozen gedurende korter of langer tij d voortwoede n , anderen d ie steeds heersc11ende zij n . Als zij onder de m enschen op­

treden , noemt men ze ep z'dem z'sche ; w oeden zij onder de diere n , dan spreekt men van epz'zoöt z'sche ziekten ; zij n Iteersclzende zz'ekten aan eE:n e bepaalde landstreek eige n , dan worden ze endem z'sclze genoemd voor zoo ver zij bij den men sch voorkome n , en enzoöt z'sche wat de veeziekten betreft.

Van verre weg de meeste heerschende ziekten weet men voor een deel met zekerheid e n mag men voor een ander deel op goede gronden o nderstelle n , dat zij voortgebracht worden door levende wezens , dieren of plante n , die een parasitair leven l ij de n ten koste van andere organ ism e n . Sommige van d ie parasiten kunnen ook vrij en zelfstandig leven ; anderen zij n slech ts gedurende een deel van hun bestaan noodv1Tendig parasiten ; en cen e derde groep kan niet anders leven dan ten koste van een ander i ndividu .

(19)

9

Gaan van parasitaire ziekten de parasiten direct op het gezonde leven over , dan noemt men ze aanstekeliJke of besmetteliJke ziekten . Van de groote groep der plan taard ige parasiten , die men bacteriën of microbe n heeft genoem d ,' zij n er ook d ie buiten levende organismen kunnen voortbestaan . Zij n zij u i t den bodem of het water doorged rongen binnen levende wezens , waarin zij zich kunnen vermenigvuldigen , dan is daarvan ziek worden het ge volg.

M aar er zij n ook andere soorten waarvan men weet dat zij bij mensch of dier van individu tot i ndividu overgaan en d us voortdurend besmetting en bepaalde ziekten veroor­

zaken. Al zulke ziekten worden gezamenl ijk als zu iver be­

sme ttelij k of aanstekelij k aangeduid . Aldus b. v. de tuber­

culose , de melaatschheid , waarvan de bacteriën bekend zij n ; aldus de pokken , de hondsdolheid en an dere ziekten waarvan

men de bacteriën nog n iet on tdekt heeft.

Hetzij besmettel ij ke ziekten bacteritisch zij n of onderstel d wor­

den het te zij n , of veroorzaak t worden door gregarinen, wormen, m ij ten , insecten , schimmels , de werking van al d ie parasiten op het dierlij k organ isme is zeer verschillend . Sommigen , een maal i n het lichaam gevestigd , blij ven er voortwoeden tot het individu bezweken is ; andere parasiten komen er vroeger of later tot rust , waarn a zij geen nadeel meer te weegbrengen of gaan er allengs te gronde ; weer anderen , die slechts ged urende zekere periode huns levens parasiteeren , verlaten v a n zelf cI e plaatsen waar zij zich hebben ge nesteld . Ook bij eenige bacteritZ"Sche ziekten leven i n den regel de eenmaal in het lichaam gedrongen bacteriën voort , verme··

nigvuldigen zich voortd urend en nemen gestadig meer en meer terrein in beslag ; waardoor de ziek te zich ui tbreid t en ten slotte het in dividu te gronde gaat. Aldus bij de tuber­

culose , de melaatschheid , den kwaden droes en nog andere besmetteliJke ziekten van langen duur of z. g. chron ische.

Tegenover deze staat echter een groot dan tal andere bacte­

ritische of vermoedelij k bacteritische ziekten , van overigens

(20)

1 0

zeer uitecnloopend karakter . namelijk q-oec1aardige , kwaad­

aardige e n doodel ijke , maar van korten duur of z. g. acute.

Hier komt het spoedig tot eene beslissi n g : àf het zie:ke i nd ividu herstelt , waarbij al de bacteriën der ziekte spoed ig uit het lichaam verd wij n en , àf deze hou den langer stand , waarbij het indi vid u bezwijkt.

Van w aar dat bij somm ige van deze laatste ziekten herstel i n t reedt , terwij l bij andere , zooals de hO Il dsdol heid , herstel nooit voorkomt ?

De oorzaak , dat bij sommige besmettelijke ziek ten de bacteriën worden belet voort te bestaan , zich te vermenig­

vuldigen en het i n dividu te dooden , is dat onder e n door het. woeden van de ziekte het besmette in dividu geheel of gedeel telij k de vat baarheid daarvoor verloren heeft , dat het daartegen wat men noemt z'm111u1Z itez"t (on va tbaarheid) heeft verkregen . Met andere woorden , die o n tstane on vatbaarheid kan wel niet anders zij n dan het gevolg van de veranderinge n , die het zieke indi vid u onder de werking van de parasie t heeft on dergaan . De oorzaak van de kwaal brengt hier dus het geneesmiddel mee , - een verschij nsel dat zeer de aan­

dacht moest trekken en dat geleid heeft tot de in ' t werk gestelde pogi n gen om bij de gezonde i n d i viduën opzettelijk de 7.iekte in lichten of goedaardigen vorm te voorschij n te roepen , dat is tot de preventieve inoculatie .

Spreker gaf t hans een belangr ijk overzicht van hetgeen in vroegere j aren op het gebied der voorbehoedende i nenting geschied is.

Van de groep der besmettelij ke ziekten met acuut verloop en daarop volgende immuniteit , behandelde hij in een histo­

risch overzicht het eerst de menschen pokken .

O nder d e verschill ende k walen die d e menschheid g eteisterd hebben , verdient deze ziekte wel in d e eerste plaats de aan­

dacht , om haren hoogen ouderdon1 , haar veel vuldig voor­

komen over de geheele aarde , het on tzetten d verlies van menschenlevens door haar teweeg-gebrach t , het walgelij ke

(21)

I I

van de ziekteverschijnself'll , de wij ze waarop zij het herstelde in dividu voor het leven teekent en den i ndruk dat ze onder alle kl assen der samenlevi n g hare verwoestingen heeft gemaakt . Hare geschiedenis kli mt reeds o p t o t eeu w e n vóór d e Christe­

l ijke j aartelling. Men houdt het er voor, dat in China en he t noorden van In dië haar vaderland ligt en dat zij van daar omstreeks het begin der middeleeu wen naar Japan is over­

gebracht , maar zich ook zuid- en z u idwestwaarts i n Azië en over Perzië naar Klein-A zië en Arabië heeft verspreid In Zuid-Europa en in Fr, l llkrij k hebben de pokken reeds i n d e 6e ee �w gewoed , en i n d e 7 e ee uw brachten d e Arabieren de ziek te over naar Egyp te. Van d; lar verbreidde zij zich over N oord-Afrika en kwam zij in de 8e eeuw met de Mooren in Spanje. U it het zuiden van OIlS werelddeel breid den de pokken zich noord waarts u i l , waartoe veel voedsel werd gegeven door de Kruistoch ten en de middeleeu wsche oorlogen . Met den aa n vang der 1 6e eeu w doet de ziekte voor 't eerst haar in trede iJl de N ieu we \Vereld (West-Indië , later Brazilië). In den aan vang der I 7e eeu w \verd N oord­

Amerika en omstreeks haar midden werden het Ilog vrij gebleven zuidelijk deel van Hi ndostall , de Oost-Ind ische eilan den (Sun da-eilanden" M olukkell en z.) alsmede Zuid-Afrik a , (Kaapla n d e n noord waans tot i n Centraal-Afrika) aangetast.

In de I Se eeu\v kwam zij naar westelij k Zu id-Amerika (Peru , Chili enz.) ; en op het einde dier eeu w, met uitzondering van Nieu w-Zeel and en Tasm�i.n ië - die nog tot in het miclclen der I ge eeu w vrij bleven - n aar t al van Australische eilanden.

Ald us had deze on tzettende plaag , uit Azië losgebroken , met het verkeer der volken nagenoeg geheel de bewoonde aarde tot het terrei n harer verwoest ingen gemaak t. A an­

grij pen d is de schets van al de el len de door cIe pokziekte in vroegeren tij d veroorzaakt . Nog in de 1 8e eeu IN waren 8 à 1 2 pCt. van het gemiddelde sterftecij fer door de pokziekte veroorzaakt en stierf '/'2 deel van het aan tal menschen aan dez�

gevreesde ziek te. Hoe geheel anders is dat nu ge wordell !

(22)

1 2

De ervari ng dat de me nschen , die de ziekte hadden door­

gestqan , ook de vatbaarheid daarvoor verloren hadden, deed in verschillende landen het middel beproeven om de ziekte, altijd in lichten graad , opzettelijk bij den mensch te verwekken.

Van China en Indië weet men , dat daar reeds t ijdens de oudheid verschillende manieren in gebruik waren om opzettelijk de besmetting op te wekken . Het is zeer wel mogelijk , dat de verschillende manieren waarop men daarbij te werk gin g , aanleiding gaven tot verzwakking der smetstof. I n elk geval bewerkte die inoculatie een meer goedaardig ziekteverloop.

In Indië , waar de bewerking door de Braminen geschiedde , werd ze onder toepassing van velerlei voorschriften , o . a .

m e t zeer langen tij d be waarde } uitgedroogde pokstof verricht.

En tot op den huidigen d ag is deze inoculatie nog in zwang in dat deel van Azië en ook elders , in Perzië , Circassië , Georgië , Armen ië. Toen eenmaal de pokken in Europa en Noord-Afrika verbreid waren , gaf ook daar de opgedane ervaring aanleiding tot pogingen om de ziekte in l ichten graad op te wekken . In Noord-Afrika is thans de inoculatie nog algemeen in zwang en is het aan de Fransche Regeering in Algerië nog n iet mogen gelukken de vaccinatie daarvoor in de plaats te stellen .

In de eerste helft der 1 8e eeu w waren het inzonderheid vij f personen , die i n Europa trachtten bekend t e maken op welke wijze men i n Klein-Azië en te Constantinopel met goecl gevolg de inenting als wapen tegen de pokziekte toepaste. Dr.

TIMONI , een arts bij het Engelsch gezantschap in de Turksche hoofdstad, deed zulks in een geschrift , dat in 1 7 1 2 het licht zag. O mstreeks dien tij d deed ook de beken de Koning van Zweden , K.arel XII , eene poging in d ie richting. Tijdens zijn gevangenschap te Adrianopel in 1 7 1 3- 1 4 stelde h ij zijne bevindingen omtrent de bestrij ding der pokziekte aldaar op schrift en zond het stuk naar Stockholm , opdat men er daar zij n nut mee zoude doen. Deze beide geschriften schij nen in tusschen niet meegewerkt te hebben om de inoculatie in

(23)

1 3

Europa i ngang t e doen vinden . Evenmin eene verhandel ing van Dr. PILARINI , arts te Smyrna , en eene aanprijzing van een Engelsch arts 1 Dr. KENNEDY , beide uit 1 7 1 5 .

De invoering der inoculatie i n Europa is wel hoofdzakelijk het werk van eene Engelsche vrou w , MARY PIERREFOND , de gemalin van Lord WORTLEY MONTAGUE , d i e van 1 7 1 6 tot 1 7 1 9 Engelsch gezan t was t e Constantin opel . I n 1 7 1 7 was haar zesjarige zoon te Constantin opel met goed gevolg geïnoculeerd. LADY MONTAGUE heeft na haar terugkeer in Engeland in hare omgeving te Twickenham al het mogelij ke gedaan OITI aan de i noculatie ingang te verschaffen. Zij gaf in haar eigen familie het voorbeeld , door in 1 7 2 1 haar 3 maanden oud dochtertj e te laten inoculeeren , namelij k i nenten met menschenpokstof. Van toen af dagteekent in Engel and het eerste bloeitijdperk van de inoculatie. Er kwamen echter teleu rstell ingen in den vorm van sterfgevallen. 1\1en deed de ondervinding op dat de ald us ingeente personen evenzeer gevaar voor hunne omgeving opleverden als zij die op natuur­

lijke wijze de pokken hadden gekregen. In 1 7 28 moest dan ook een verbod tegen de vctriolatie uitgevaardigd worden . Maar toen i n· 1 743 in Engeland eene hevige pokziekte u itbrak 1 keerde men tot de inenting met echte pokken terug en beleefde de inoculatie hare tweede periode van bloei. Van hooger hand werd de bewerking krachtig gesteu nd , inzonder­

heid nadat in 1 746 was opgericht het Britsch Genootschap ter bevord ering van de i nocu latie en een inoculatie-hospitaal was gesticht . . Men prees in die dagen de inenting als eene weldaad voor het menschdom . In den loop van de tweede helft der I 8e eeu w verspreidde zij zich u it Engeland naar tal van landen , maar vond daar niet overal dezelfde waar­

deering als bij v. in Oosten rij k onder MARIA THERESIA en in Rusland onder CATHA RINA. Van ons lanJ weten wij , da.t de inoculatie het eerst werJ toegepast in 1 748 in Amsterdam . Later , i n 1 7 54 te 's Hage , waar in 1 764 o . a . de famil ie van den Erfstad houder WILLEM V de operatie ondergi ng. Na

(24)

I 4

dien kwam zij ook te Utrecht, r ,eidel1 ; R0tterdam, Gron in gen in gebruik. In 1 778 werd de inenting naar Java overgebracht . Maar inmiddels had e r i n Europa weer eene reactie pla:lts gehad , wegens de onvoldoend gebleken beveiliging van het middel en het gevaar voor de omgeving. In 1 77 1 werd b. v . te Amsterdam en t e Utrech t de uitbreiding , d i e d e pokziek te in dat jaar nam , zelfs aan de inenting toegescheven , zoodat deze ten onzent spoedig in onbruik kwam en later volstrek t werd verbode n . In Engeland bleef het middel lang voortleven ; eerst i n 1 840 werd het bij Parlemen tsacte verboden . En zoo kwam er een einde , in West-Eu ropa vooreerst , aan de toe­

passing van een middel , dat in zij n aard eene groote geschied­

kundige merkwaardigheid zal blij ven , Immers voor de éérste maal werd daarbij als voorbehoedmiddel tegen eene besmette­

lijke ziekte gebezigd de oorzaak dier ziekte, hare smetstof zelve.

Dat de inoculatie of variolatie (inenting van menschen­

pokstof of varioline) op het einde der 1 8e en in het begin der 1 ge eeu w in vele landen werd verlaten en verboden , had echter nog eene andere reden , namelij k de hier en daar ontstane en t oenemende volksmeen ing , dat toevallige besm et­

ting met koepok (toen veel meer voorkomende), beschutting tegen de menschenpokken verleellde. De j uistheid dezer meening werd door ervaring en proefneming bewezen .

Dr. EDUARD JENNER te Berkeley, die reeds van 1 778 af deze zaak had nagespoord , deed den 14 Mei 1 796 zij n eerste inenting met koepokstof (vaccinatie), die h ij nam van een melkmeisje , dat bij het melken eener koe met koepokken een pokpuist aan de hand had gekregen . Dat was bij gevolg i nenti ng met gehuman iseerde vaccine (op den mensch overgegane koepokstof) van de eerste generatie . Den 1 6 Maart 1 798 begon JENNER eene reeks inenting'en : de eerste van eene koe op een j ongen , en verder van mensch op mensch . Daarmede werd bewezen , dat de koepokstof ook bij voortkweeking van mensch op mensch haar be­

schuttend vermogen bleef behouden. De JENNER'sche inocu-

(25)

15

l atie of de vaccinatie maakte weldra een onbeschrijfe1ijken opgang , in en buiten Engeland. In enkele jaren , 1 799-I 804, had zij zich in geheel Europa , i n Noord- en Zuid-Amerika gevestigd.

Hier geldt het eene inenting , omtrent wier aard verschil van meening bestaat. Tegenover hen die meenen , dat bij de vaccinatie ingeënt wordt stof van eene 5'oort goedaardige , aan het rund eigen pokken , staan andere TI die van oordeel zij n , en terecht , d a t de koepokken niet anders zij n dan de kwaad ­ aardige menschen pokken ( variola), maar die in het organisme van het rund getransformeerd en wel verzacht zijn tot de goedaardige , gevaarlooze koepokken (vaccine gen aamd).

Sedert heeft PASTEUR ,' ter eere van JENNER , de entstoffen tegen vele andere ziekten met den algemeen en naam van vaccin bestempeld.

Achtereenvolgens behandelde spreker nu de schapenpokken en de runderpest. Van de eerste ziekte werd de grootel!7':

overeen komst met de menschenpokken in het lich t gesteld , ook wat de inenting betreft. Bij de tweede werd de inenting veel vL�ldig maar zonder goed gevolg beproefd . Bij beide moest de toegepaste inenting verlaten worden tot afwe nding van het gevaar voor de omgeving , daar de ingeënte dieren zel ven bron n e n werden van besmetting. Eene ziekte van geheel anderen aard is de lon gziek t e onder het vee , waar­

van ons land de vreesel ijke verwoestingen gedurende eene,-!

halve eeu w heeft leere n ken nen . Deze gelijkt niets op pokken , daar zij alleen de longen aan tast . De eenige overeenkomst is , dat zij bij de aan getaste dierc n�, voo r zoover zij van de ziekte herstellen , ook immuni teit achterlaat.

La ng liet men deze ervaring ongebruikt , toen eindelijk in 1 8 5 I dr. WILLEMS te Hassel t runderen met smetstof van aan lo ngziekte lijdende dieren direct on der of in de huid e n t te , met het verrassende ':'resul taat dat da�rdoor wel�zwel ­ l i n ge n op d e en tpl él.rlts on tstonden , mrlar de ziekte zel ve n iet werd opge wekt en het dier ook verder on vatbaar bl eek voor

(26)

1 6

de ziekte. Dezel fde heilzame u itkomst werd verkregen , toen men later ( 1 87 I ) de smetstof direc t in het bloed van het dier spoot.

In 1 882 werd beproefd de smetstof te verzachten door verwarming , -en hield P ASTEUR zich bezig met proeven om die stof buiten het rund te kweeke n . Een en ander ge­

lukte n iet .

Het schoone den kbeeld om te werken met eene stof waarin men te voren de bacteriën on werkzaam heeft gemaakt , was weggel egd voor den Amerikaan LA 'iV. Als agens was n u alleen overgebleven d e chemische stof o f stoffe n , door d e parasieten bij h u n leven voortgebrach t en waardoor, n aar het sch ij n t , bij het spontaan genezen van besmettel ij ke ziekten , het voortbestaan d ierzelfde bacteriën word t verhi nderd . De bewerking van de smetstof der longziekte door LA \iV i n 1 88 2 ,

was geschied door verhitti ng , totdat men het er voor houden kon , dat de stof volkomen steriel (vrij van leven de kiemen) was geworden ( sterilisatie). Hier gaf spreker een belangrij k overzicht van de werkzaamheid van PASTEUR , aan wien en aan w iens volgelingen op d i t gebied -- namelij k de mitigatie of verzachting van s metstoffe n , e n het maken van goed­

aardige entstoffe n ( vaccins) uit gevaarlij ke ziektestoffen (smetstoffen) - de wetenschap in de j aren 1 880 tot 1 890 een aantal van de belangrij kste o n tdekkingen te danken heeft . I n ' t kort kwamen zij hierop neer , d a t v a n de bacteriën , d ie door. P ASTEUR ach tereen volgen s ontdekt werden , de eigenschappen werden bestudeerd en die eigenschappen zoo­

d anig ge·wij zigd , d at de ziekte-makende bacteriën tot eene geschikte entstof, tot vaccin worden gemaak t. Die verzach­

ting van de smetstof verkreeg h ij het eerst bij het virus van de -zoogenaamde hoenderclwlera (ltoenderpest), zood at hoen­

deren , d aarmee ingeënt , voor de zieke on vatbaar werden . Hij verkreeg d ie verzwakte stof, door de cultuu r der heftige giftstof een vou dig- maanden lang te l aten staan en daarop de zu u rstof van de lucht te l aten i n werken . Men had h i er

(27)

1 7

bij de kippen-cholera namel ijk te doen met anaërobe bacte­

riën , die geen zuurstof kunnen verdragen , terwijl andere soorten , de aërobe .. er des te levendiger door tieren . De inenting tegen hoendercholera , ofschoon oeconomisch nog van weinig beteekenis , was de eerste voorbehoedende in­

enting , gedaan met stof, waarvan men wist wat zij was en hoe men ze tot entstof had gemaakt.

N a vele proefnemingen gelukte het aan F ASTEUR , ook de bacillen van het m iltvuur onschadelijk te maken en de'l-e smetstof te veranderen i n entstof van verschillenden sterk te­

graad . De mitigatie geschiedde hier door de zuurstof en door de warmte ; een van beide kan reeds voldoende zij n . Evenzoo h e t blootstaan aan het zonlicht. Later werd ook de sterilisatie toegepast. Weer eene andere enzoötische ziekte, het boutvuur van het run d vee , werd bestreden , even als de longziekte , door directe inspuiting van de smetstof in het bloed , maar ook door entstof, verkregen door verwarming als gemitigeerde smetstof, of door sterkere verhitting als gesteriliseerde smetstof. Niet alzoo handelde PASTEUR in de bestrij ding van de varkensziekte en later van de honds­

dolheid.

Bij de varkensziekte (de vlakziekte van Nederland) leerde hij de smetstof tot entstof maken door de bacteriën dezer ziekte over te brengen op het konij n en voort te kweeken bij deze diersoort , die voor de varkensziekte veel min der gevoelig of vatbaar is , bijgevolg voor hare bacteriën een veel minder geschikt terrein voor hu nne ontwikkeling op­

levert. Een ander soort varkensziekte , vooral in de Ver­

eenigde Staten van Noord-Amerika en in Engeland reeds eenige tientallen jaren lang eene groote ramp voor den landbouw, heeft LAw reeds in 1 880 met goed gevolg be­

proefd te bestrij den door inenting met gesteril iseerde smetstof.

B ij de dolheid on tdekte PASTEUR de verzwakk ing der sm etstof tot en tstof door voortkweeking der ziekte van :lap

2

(28)

1 8

op aap . Zoo slaagde h ij er in een 2o-tal honden voor honds­

dol heid geheel onvatbaar te maken door inenting. Deze methode bleek echter onpractisch. PASTEUR volgde nu eene andere methode. Door inent i ng der dolheid bij het konijn , en verdere veelvuldige voortentingen van kon ij n op konij n , verkreeg hij . eene zeer sterke dolheidssmetstof ( virus fixe) . Het ruggemerg van een ko nij n , dat door i nenting met zulke smetstof de dolheid had verkregen , werd bij eene tempera­

tuur van 2 3 - 2 5 ° C . boven bij tende potasch in eene flesch gedroogd , waarbij de er in aan wezige smetstof al lengs werd verzwakt. Door eene reeks inentingen met zulke stoffen ) beginnende met de meest verzwakte en ein digende met nagenoeg onverzwakte , had h ij een so-tal hon den onvat­

baar gemaakt voor dolheid. Met zulke entstof deed PASTEUR 6 Juli 1 88 5 zijne eerste i nenting bij door dolle dieren ge­

beten menschen , namel ij k bij een jongen uit den Elzas , JOZEF MEI STER . In later tij d ging hij over tot de aan­

wendi·ng van sterkere entstof , cl . i. veel minder verzwakte smetstof. Allengs had zich bij hem het denkbeeld gevestigd , dat naast de smetstof (de onderstelde bacteriën) nog- eene chemisch werkende stof (,� vaccinale stof" door hem genoemd) aanwezig was , die de on vatbaarheid zou doen ontstaan. De spreker on tvouwde de gronden , w aarop deze meen ing van PA STEUR in bij zonderheden berustte, en hoe het denkbee ld van

" vaçcinale stof" geleid had tot dat van " chemische entstof".

Tevens werd eene statistiek gegeven , waaruit de heilzame gevolgen der inentingen tegen dolheid in de 5 jaren van hun bestaan 1 883- 1 889 ten duidelijkste in het licht traden .

Aan het slot van zij n e rede stond spreker nog even stil bij de hoofdpu n ten van zij n betoog : a. het direct inenten van de zuivere smetstof , zooals bij menschenpokken , schaaps­

pokken , longziekte en boutvuur , waardoor reeds zoodanige verandp.ringen in het organ isme kun n en optreden , dat d e

immun itei t tegen de ziekte (in haren gewonen vorm) optreed t, terwijl deze of in lichten vorm word t doorgestaan of zel fs

(29)

1 9

geheel uitblij ft ; (hier werd stilgestaan bij de inenti ngen van dr. FERRAN in Spanj e , welke op die manier ook de cholera heeft willen bestrij den) ; b. de inenting met verzachte of verzwakte smetstof, bereid door verwarming , uitdrogen , zuurstof, zonlicht , kweeking op andere dieren (miltvuur, bout­

vuur , varkensziekte , dolheid enz.) ; c de levenlooze of steriele, d . i. zuiver chemische entstof, waarmede wellicht dr. K.OCH

n u· ook den strijd tegen de tuberculose heeft aan vaard . De

spreker stond b ij de bijzon derheden daaromtre n t stil.

Dr. WIRTZ zag i n de toepassing eener chemische entstof de heilzaamste gevolgen i n den strijd tegen de besmettelijke ziekten , daar men dan niet meer te doen zal hebben met de altijd gevaarlij ke smetstof zelve, doch met een ZU lver geneesmiddel.

Spreker werd met de grootste aandacht door zij n audi­

torium ge volgd .

(30)

111. t , )

Leeraar aan de Hoogere B urgerschool te Del ft.

Scheikundige verschij nselen i n den sterrenhen'lel.

Aan het slot zij ner voord racht over cIe Zon , nu 3 j aren geleden in " Diligentia " gehouden , had dr. BRESTER eene gedachte geuit over eene verkl aring van de veranderl ijkheid der roode sterren , welke gedachte hem sedert n iet verlaten had en hem allengs geleid had tot een e nieuwe beschouwing van de Zon en de sterren. Daar deze beschou wing betrek­

king heeft op den scheiku nd igen toestand der hemellichamen , l iet spreker als grond slag voor zij n betoog eene korte met proeven toegelichte schets voorafgaan van de grondbegi nselen waarop de aardsche scheikunde berust. Eene scheiku ndige verbinding is , zoo als men weet , eene vereenig-ing van verschil­

lende stoffen, zoo in nig, dat zij eene nieuwe stof vormen waarin de bestanddeelen n iet meer afzonderlijk bestaan. Bloemrijk vergeleek BOERHAVE die verbinding der stoffen bij een huwelijk , en het licht dat bij dat verbi nden o ntstaat , bij de vreugdevuren die op de bruiloft ontstoken worden . Eene bepaalde temperatuur is voor die verbinding noodig , niet te hoog en niet te laag. Die temperatuur mag niet te hoog zij n , omdat reeds gevormde scheiku n dige verbindi ngen j u ist door hitte on tleed worden of gedissocieerd . Voor de studie van de hemellichamen is deze dissociatie i n hooge mate

(31)

2 1

belangrijk. Het was SAINTE CLAIRE DEVILLE ) die in 1 864 het eerst de aandacht er op vestigde ) dat die dissociatie veel meer voorkomt dan men vermoedde , on1 de eenvoudige reden dat de d issociatie of on tieding meestal onmiddellijk weer word t opgevolgd door verbinding der stoffen onder den i n vloed van verkoeling en zoodoende licht aan de waar­

neming ontsnapt. Alle stoffen bestaan u i t molekulen ., die allen precies dezelfde samenstelling hebben als de geheele stof.

Leidt men nu bij v. waterdamp door een hevig gloeiende buis ) dan zullen de molekulen waterdam p zich in molelnllen waterstofgas en zuurstofgas scheiden ) maar daar die gassen even onzichtbaar' zij n als de waterdamp zelve ) zullen w ij ze i n de gloeiende buis in het geheel niet kunnen zien. En zoo wij nu buiten de gloeiende buis de daarbinnen gevonude gassen wilden aantoonen ) dan zou ook dat ons niet gelukken ; want daar die twee gassen slechts door de h itte gescheiden waren ) zullen zij bij afkoeling weer opnieuw zich schei­

kundig verbinden e n den oorspron kel ij ken waterdamp terug­

ge ven alsof er in de gloeiende buis met dien damp niets bijzonders gebeurd ware.

Nu is het de groote verdienste van DEV 1 LLE geweest) allerlei m iddelen te hebben ge vonden om te be wijzen dat bij v. sterk verhitte waterdamp , vóór h ij afkoelt ) inderdaad waterstofgas en zuurstofgas ) ieder afzonderlij k ) bevat. B ij één van die m iddelen stond spreker wat langer stil ) omdat het \'001' zijne theorie van zoo groote beteekenis i s en boven dieri ook zeer gemakkelijk begrepen kan worden. DEVILLE verm engde namelij k den te on tleden waterdamp met eene groote hoe­

veelheid van een onverschillig gas , koolt:uur bij voorbeeld . Als dan later de uit de gloeiende buis weggeleide ged isso­

cieerde waterdamp weder afkoelde , beletten de tusschen­

gelegen molek ulen koolzuur ) dat de waterstof- en de zuurstof luolekulen elkaar snel genoeg vonden om water te vormen, en zoo gelukte het DEV J LLE u i t de gloeiende buis flinke hoeveelheden van het daarin gevormde waterstofgas en Z U U f-

(32)

2 2

stofgas O p t e vangen . De waterstof- en zuurstofmolekulen waren dus alleen door de aanwezigheid der talrijke tusschen­

liggende koolzuurmolekulen verhin derd om zich tot water te verbinden .

Verder bleek het aan DEVILLE , dat als eene stof zich gaat on tleden , het aan tal molekulen dat die dissociatie o ndergaat trapsgewijs toeneemt met de stijgende temperatuur , tot eindelij k de ontleding volkomen is.

Na toelichting van deze verschij nselen door eene sterk sprekende proef met de blauwe verbinding van jodium en stijfsel ) waarbij duidelijk zoowel het scheikundig verbinden der elementen bij afkoeling als de verhinderende in vloed van tusschengelegen molekulen aanschouwelijk werden voorgesteld, had spreker hiermede kortelijk uiteengezet wat men van de aardsche scheikunde dient te weten om de hemelsche te verstaan .

Het reèht om te mogen spreken van scheiku ndige ver­

schij nselen op de hemellichamen geven : 1° de spectraal analyse , die het bewij s heeft geleverd dat op die lichamen dezelfde elementen gevonden worden als h ier op Aarde en

de overweging , dat als die elementen daar in hoofdzaak dezelfde zij n als hier , zij ook daar dezelfde eigenschappen hebben als h ier en zich dus ook daar verbinden moeten zoodra in de buitenste meest afgekoelde lagen de tempera­

tuur niet meer zoo hoog is , dat zij het bestaan van die scheikundige verbindingen verder on mogelijk maakt.

Even als een gekleurd gas voor een wit licht geplaatst daaruit de kleur opslorpt die het zelf afgeeft , zoo werkt ook de gloeiende at mospheer der Zon op hare ::,chitterend witte kern, de photospheer Zoo ontstaan de Fraunhofersche strepen in het zonnespectru m en zoo is men, door vergelij king van deze met de beke1lde strepen van aardsche lichtbron nen, te

\veten gekomen , dat er in de atmospheer van de Zon vele ons beken de metal en gevonden worden , maar geen enkel niet­

metaal of een ige scheik u n dige verbinding , gelij k wij die h ier

(33)

2 3

ken nen . 98 pCt . van d e sterren hebben een spectrum dat zeer veel overe enkomt met dat van de Zon. Slechts 2 pCt , waaronder Alpha Orionis , hebben een afwij ken d spectrum , dat d uidelijk de aan wezigheid van scheiku n dige verbind ingen verraadt. Deze sterren , die alt ij d min of meer rood zij n , zij n reeds meer afgekoeld dan d e overigen. Hare temperatuur laat scheikundige verbindingen toe in oe buitenste l agen van hare spheer. Vele van die roode sterren vertoonen het ver­

schij nsel , dat ze meer ' of m i n regelmatig afwisselend ver­

anderen i n glans. Het kan natuurlij k geen toeval zij n dat die roode sterren zoo d ikwijls van glans veranderen , terwijl al de overigen het zoo zeldzaam doen . De oorzaak l igt , volgens spreker's t heorie , i n het bij gedeelten van buiten door af koeling scheikundig verbinden van wat vroeger door de hitte gescheiden was.

Dat scheikundig verbinden aan de buitenzij de der sterren zal namelij k duidelijk tusschenpoozen d plaats hebben , als er onder de tallooze molekulen , die daar de voor scheikundige verbinding reeds genoeg afgekoelde molekulen scheiden , moleklIlen voorkomen , die dadelij k bij de hand zij n , om snel bij de minste afkoeling zich tot wolken te verdichten.

Want dan zal de verdichting van die wolken de temperatuur constant houden , zonder dat de verbindbare ll1aar nog te sterk gescheiden molekulen gelegenheid krijgen om zich te verbinden. Als nu echter in de beschou wde bui tenste sterre­

laag de wolken vorming steeds toeneemt en zoodoende den illwendigen gloed der ster steeds meer en meer verduistert , dan komt noodzakelijk het oogen blik , dat de aldus gehouden snelle opruiming onder de molekulen , die tot dusverre de genoeg afgekoel de molekulen beletten zich te verbinden , deze n iet langer verhi ndere n kan zich op elkaar te werpen en zich scheikundig te vereen igen . Door de warmteuitbarsting dan te verwachten zal , wel is waar , n iet de minste temperatuurs­

verhooging kunnen ontstaan , maar wel zullen dan de pas ontstane wolke n weer verda mpen , en zoo zal aan de ster

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ze ging hem voor door het huis naar een werkkamer waar haar partner, die Bosch wel kende en van wie hij wist dat hij Edgewood heette, in gesprek was met een man met wit haar, die

D e inleider keurt het niet af dat het accountantskantoor, dat een belas- tingafdeling heeft, voor niet-clienten belastingzaken behandelt, in welk geval echter

Nieuwe, creatieve vormen van flexibele samenwerking zijn niet altijd in te passen in de klassieke opvatting van een arbeidsovereenkomst of zelfstandigenstatuut.. Denk maar

Kom dan op vrijdag 30 septem- ber naar de markt in Santpoort- Noord en zet hem of haar op de nominatielijst bij de kraam van het Sociale Wijkteam Velsen en vertel waarom deze

Dan zullen m j op een rtistige mjze vertre ken,niet in vrede en vriend- schap,want dat is ©nraogelijlcvocr ons en het zou een schande zijn volgens de Atjfehsche adat en slecht

Aangezien de researchfase er zeker zal komen heeft het niet alleen geen zin zich te verzetten tegen het onafwendbare, maar is dat zelfs onverantwoord als daardoor de mogelijkheden

O p den eersten Kerstdag van het jaar 1780 vertrokken ze naar Sools: Schipper Arie Bruin en de matrozen Arie Dijkhuizen, Michiel Pronk en Cornelis Spaans. Van

Wanneer u kiest voor minderwerk, kunt u geen aanspraak maken op het eerder opleveren van uw woning dan de geprognosticeerde oplevering... Hierbij dient u bij het (laten) uitvoeren