z a n g e n , en gedigteri.

V

J$

A. I .:

Z E D E R I I M E N BeÄaande i n

z a n g e n , en gedigteri.

Jtdet meuwe Jluzyk, eti hopre Hiaten ver eiert.

# / / " ^ . f ^ < ^

T ' A MS T E R D A M , jßjr l a u Hieuwertfz, Hfrek',

Oberkörper ttv Thrk 2>atL^

ZEDERYMEN,

Beßaande in

Zangen en Gedigten.

Versiert met Nieuwe Müzijk, doof

M

* S* Lefevre, Muzicijn der Stade

A M S T E R D A M .

t* A M S T E R D A M *

Voor lan fyeuwertfc Boekverkooperin

Dirk van Aifenfteegh, in 't Martelaars-Boek, Anno i 6 5 6.

Den Drukker totten

L E Z E R .

Y hebben oorzaak om onze nooddruft te vergaderen uitu- we nuttigheide en vermaak ^ Voorhenen zijc ghy gedient van de waardigheidt der Chrifïelijke

Godsdienft, oefchreven door een geleert Man van onzen tijt. Meer andre Theo- logifche en leerachtige Schriften hebben wy u mee gedeelt. Uw' luft in ongemee- ne en wonderlijke zaken is ook gerij ft;

daar de zee en landreizen, die, fatfoenlijk en waarschijnlijk, door lieden van Eere, ingeftelt zijn, itof toe hebben gegeven.

Tegenwoordig zijn wy bezieh om u eerst- daags te verfien met de fcherpfinnige Fi - lofofy van den vermaarden Defcartes,

't welk wy achten aan zommigen zand in de oogen; maar aan veel naeukeurige onderzoekers een aangenamen dienft zal zijn. Thans gevenwyudeze Z E D E - R Y M E N , van verfcheide ftichtelijke ftoffen , tot verbeteringe der bedorve

* 2 ge-

Ben Drüber tottèn Le^er.

gewoonten^ dewelke, neffens andre goe- de boekken, zoo wy meenen, wanneerze met opmerkinge gezongen oft gelezen worden, haar ingank zullen vinden by de genen die ter deugt gezint zijn, en beide ftijl en ftof können verdaan. Dit is óns oordeel, een ander heb het zijn'. d

Au- theur, hebbende in onrijper ouder aen 't licht gebracht, 't geen hy wel wenfte dat eeuwigh onder de koornmaat waar ge- fmoort, onder den fchoonen naam van

Cbrißelijk vermaak^twelk deerfte mifÏÏagh is in dat boek, heeft oorzaak gezocht om het gene nu aireede in wezen was te ver- nietigen , alzoo geen oprecht Chriften zigh kan vermaken in 't gene, zenuwloos en zonder voedzel, nergens zijnen lezer vergenoeght. Hier toe heb ik mede gear- beit. Want alzoo't my nietvreemtdagt' dat wel licht iemant, zijn eigen voordeel beoogende, 't voornoemde boek weder mocht beftaan te herdrukken, 't welk nu als een ontijdige geboorte by denAutheur veroordeelt ftont; zoo heb'ik, om het

zelve

Den Dritter totten Le^er.

zelve zekerlijk te voorkomen, neerftelijk by hem aangehouden dat hy eenige Zan- gen , die de redelijk Ae waren, geliefde te herftellen, en verfcheide nieuwe daar by te voegen , want dat zulx de middel was om het ander te doen vergeten. Mij n in- zicht hem aldus fmaakelijk gemaakt zij n- de heeft hy zich der moeite getrooft, en eindlijk is daar uit geboren't geen ghy hier tegenwoordigh ziet. M

' S.Lefevre, dooroefent in de zangkonft, heeft zom- mige Zangen versiert met nieuwe en zee*

aangename Muzijk • waarin hy, na 't oor-

»deel der gener die machtigh zijn met hun verftant dé gront der konfte te doorzien, zoo aardige en zoete leidingen gevonden heeft, die den zin der woorden zoo wel uitbeelden,dat zulx proef zal mogen hou- den aan't oordeel der zinlijkfte vernuf- ten in die wetenfchap. Lees en zing dan alzoo dat ghy toeneemt in d oprechte deugd, in liefde en weldoen onder mal- kanderen, ende, waar toe alles moet ge- richt werden, ter eeren Gods, gelijk den

* ß Hei-

Ben Drukker totten Le\er,

Heiligen Paulus vermaant 3 't welk dan zal zijn wanneer ghylieden, als goede boomen veel' goede vruchten voort- brengt, op dat ghy na dezen, voor den Throon Gods , ter eeren van het Lam, mooght zingen het Nieuwe Lied met al- le Engelen en Heiligen in onfterffelij- kevreughde, 't geen u gunftelijk toe- wend

UW' gunftige V. en dienaar

J A N R 1 E U W E R T 2 .

Blad-

Bladwijzer.

A.

Zinnebeelden van ootmoedigheit, A %$ # p 't Wßalßnc nat* Pag: 39

Oordeel over de Leere.

m lelt be toaarïieu fciaac/ en ($c> 66

W m öegln faanmerßen. 95 Volkomen deurbreken,

%l bf e In tito' gebacken, ipo Schrik voor de vervolgers.

3U (peelt ban #beW af tot Eacljarlag. 241

^5W nube Corner- ^on' ong ftfjenßt. 244 B.

X> €naautfielt groeit boo? 't groepen, 211

"Ts <ê toegen toeet gijp Maar en naaftt 14 D.

XJ

^(e <*5ob£ tooo?ben boï optfcjjtfgjjeit/gc. 31 Oorzaak der vleefzelijke luft.

3&aar be sinnen btoalen/ Bulten $c* 57 Gebed t o t G o d .

me 5ön getoeten toeßt om m. 6%

* 4 Lijden

Bladwijzer.

Lijdens oorzaak,

^feceutoiö Doopt te leben/en tn ttu 115 Inwoonder Zions.

^etoöl ben menfel) berbalt ban urne etc. 161 Gevaarlijke groothek.

# t e / onDeffommert/ in felef nfiett. 166 Geruftheits ooripronk.

3&e gcootfie rufi ig in een toel bewoegt etc. 193 Davids Boet Pfalriien.

# e 5onben Karen plagen. 208 Nootzakelijk Cieraat.

g&'pble menfef) ber fujt beel bagem 2 j 4

^ i e alß een toeetloog Sam. 23 6 Genezinge des gemoeds.

3(e/ glat en fr#/ bol 3utbec öïoet W. 249 sDie3icBnoit tegen <£pö en ftelöen. 254 3&e bbojfpoet Aan de toeelöe toeli&en 263

ï©e toöföettfletftbaat 3onben leben. 166

^ecöoo3enötotnglan&p. 243

E.

x!i € n tyoom' opiecïjte stel öle Bier, 91

Ware

B l a d w i j z e r .

Ware verdraagzaamheid

€m groot Cteraat toel toaacöfgD etc, 197 G.

Opwekkinge ter deugde,

<6bP öte ban bC3e booltng bzp. f belooft oöp aW 43OÖ0 g&on. 80

<0een ötng W toaarbigB te beminnen. 108 Opwafzinge ter volmaaktheid

<0obt0 tooo^t/ fcaaar in <0obß aart/etc* 136

<0obg Eoon/ om openbaar. 158

#00 bérlaat 3ijn öienaartf niet 170

©een gectee renn nan mi0 be etc. 177

4Been tof maant keerlijn. 179

<0ob geeft u tot bermaan. zis

«Beiijn men '$ brinterg giet öe naafet' etc. 246

45tfo$ ninberen bjojben groot etc. 82 Schade der ledige t'zamenfpraken.

<0aat boo? Dé öicfiten bjanjj ban 9g menfcöen. 246

H.

heilige leere/ en ©aber ban 't leben. 98

#eere/ Waarom 3ön uto oogen. 102 A a n d a c h t s o o r z a a k .

# e WQlüA en bol feben. %?o

^ c Ern-

Bladwijzer*

I.

Ernftige vriendlij kheit.

13&# beugbe Jjeeft Baar lof. 130 916 3(ng geen pfclen ïof ban etc» 173 2Jn eer of goet of bloct b?ie toijt&eroembe, 242

K .

H o o g e n ftaats gebruik.

I x . <0om gier bie 38t genegen. 88 L .

• L gat uto bzeugbensangen Dooien« 4z

M

'

^

2Car gijp bte 5tubec ban gemoet. 21 ffêjjn 5fel/ toel eec geraafit tot etc 27

#@n ßeil/ mtjn leer ftoe 300 berfïagen. 46

|B9n 3fel boo? Ijoogen noot beßreben* 2 29

IBen jtoft op feomnftltifc getoaat. 233

# a a c bte be mage walgt ban etc. 247 N.

. N €f g goebgunflf g utoe oo?en. 2 22 O .

O ßUcßt berbtoeenen aarbge macSt. 54

Onge^

B l a d w i j z e r .

<angelijfe/en banber#eibebaben, 123

<B oöP titc/ beerbigï) fn 't berboemen. 164

€> foeie ruft/ getoenjte b?eugbcn{jaben* 186

$ gutyg' oberbaat, 203

<0 öie 300 3o?gloo$ leeft In lebig' pbelfjeben« 248

<0 kernel merg en neig uto oo?en. 25*9

<© gDp bccfeo^cn <0obg geflacßte. 26 8 R .

K ü(l bec stelen bloeit uit beugt, ie*

S.

o mi/ bertle tong Dljjft Binnen btoang. 118

T. ^

r ßeet gbp aW toafifire Reiben boo?. lo

x '€i0 45ob bie pbec tnerifcDen fcinb. 18

V.

V

Uit 0 Berten biepfte BoeBBen. 227 Onderfcheit der gecften.

©iet geefïen/ Ut men Maar in 't etc. 23p

W.

\ 1 7 ^tineer ben menfcft aanbacbttgb/ $c. 34

v v Selbem/bieacDteloosSben3ötoegljetc. 37

# a t bbjasec bing begint ben menfcD- 60 Nedri«.

B l a d w i j z e r .

Nedrigheits oorzaak,

# a a r toe gep?onfet uto aar&3e leben, m 3©aaitie feutfrjett Hemels feint. 127

3Becb toecb alle quabe lufien«. 100 3©lltbct3onben fïrafbefnoepen. 214 3©aac bene» boert be ongebonben iufl, 219

Toepafzing der vier tijden des Jaars,

3Banneec De Eente dornt met etc. 244

Z.

Z

^eer gcooten 3egen W au betficegen. 84 2too beugbe De b?eugbe Deß menfcöen. 121

Vafteri trooft aan God.

't Ep Wat menfeïjen batter moeien. 13 3 Bekoringe des Satans.

get toaïi&et boet bp ftu&. 237 Einde des Bladwijzers,

Aanwijzing der nieuwe Zangen, geftelt, door M

' S. Lefevre, Muzicijn tot

A M S T E R D A M .

De Zangen op pag. i io. 14. 18.21.34. 37* 39.42 fo.54. 57. 6o. 84. 9 1 . 102* i n . 115. 118. 133.

158.170. 17$. 177. 179.1S2.186.19c.195.197*

200. 203. 205. 219. 227.229.254.268. 270.

De Zangen , geftelt door M•"• / . dwqart,

Orgelift der Stede Haarlem , ftaan op pag: 9 5 108. 161. 164.208.211. 214. 2 2 2 . 2 6 6 .

Derechte Zangen die niet en zijn verandert , ftäart op pag: f. 2 7 . 3 1 . 4 6 . 8 8 . 9 8 . 1 2 1 . 123.127.130.

166.193. 249. 25*9. 263.

S ^ e üolgmöe/aia nebuenöe gefijB setalban maat/

Können eenoerlei loerden gedongen.

f Ghy die zorgvuldigh bezigh zijt. 1

• Ghy die van deze doohngvry, 5*

J Treet ghy als wakkre helden voor. 10 1 De wegen weet ghy klaar en naakt. 14

1 'Tis God die yder menfchen kind. 18 (^Maar ghy die zuiver van gemoet. 21

{

: 186. bZfXtm\ft\ opPfalm 103 mijn ziele wilt 8cc

ToeeigenRijm.

D

De tijd, die ghy befteet in 't onderzoekken, Waar door de Geeft in beter ftant geraakt, Wert niet vergeefs bearbeit en bewaakt, En is te recht de vrucht der goede boeken.

Want niet na'twoort noch wetenjmaar 'tbetrachten Van't geenmen weet,en daarmen veel van fpreect;

Wiens Lampe noit haar Heiligh vocht ontbreekt, Dit ift alleen daar op den Heer' wil achten.

U dan die, graag om weten en beleven, Geen ty vergift, om, van de zonde vry, In Heiligheit te wandelen, als Hy

Die u zijn leer'.genadigh heeft gegeven:

U eigen ik mijn Dichten en gedachten ; Waar in, ten zy mijn oordeel ongewis En zijdigh in zijn' eigen zaken is,

Ghy zien zult 't geen ghy niet en zult verachten.

Niet nieuws, niet vreemts, geen ongemeene dingen Die voor het oog' der Wijzen zijn bedekt;

Maar 't geé tot voordring van ons oogmerk ftrekt En daar wy veel van fpreken en van zingen.

Doch die nu heeft het heiligh woord des Heeren, 't Welk als een zonn' all' andre Fakkels dooft, Indien hy dat van herten maar gelooft,

Wat hoeft hy meer ? wie kan hem beter leeren ? ' t i s

ToeeigfenRijm.

'cis waar; maar die dit fcherp wil overwegen Verachte vry eens yglijks lehr ift of taal, Dewijl de taal der menfehen altemaal Veel minder is inGoddelijken Zegen.

Maar dit gaat vaft; indien wy anders (preken Als Godes Geeft zoo is de fpraak verkeert.

Wee, die elk leert 't geen God noit heeft geleert!

Dit is de gront der tweedracht en gebreken.

Zeerdienftigh ift, beneffens andre zaken , In broedervreê te komen dicht by een, Om ftichtelijk, gezeglijk en gemeen Malkanders ftant getrouwlijk te bewaken.

De doolingen zijn groot en menighvuldigh, De heimlijkheit des quaads blijft onbekent

Ten zy men zich aan 't onderzoek gewent, (dig.

't Verzuim,hoe kleen,maakt licht dë menfche fchul- Deneerftigheit kan ons gemoet verandren,

't Is Gods bevel met Pfalmen, rijk van ftof»

Met Liedekens en zangen, tot Gods lof, Te zingen en te fpreken met malkandren.

Zoo komtmen wel en Chriftelijk te zamen.

Zoo groeitmen licht tot die geftalteniff' Die aan 't gemeen zoo zeer van nooden is, Om andren in hun wandel te befchamen.

Niet om 't vermaak des wereks te bejagen 't Welk ras vergaat en geen genoegen geeft;

Maar om alleen die ons gefchapen heeft Te dienen, en als kindren te behagen.

Des wereltsboom heeft weinigh zulke looten Die vreedzaam zijn, en, in Godzaligheit

T o i

ToeeigcnRijm.

Tot alle deugd goedwilligh zijn bereit

Ten voorbeelt van den kleinen en den grooteri.

Den Borgerftaat, wanneerder vele vromen In zijn , daar elk wel op het zijne paft En heeft, indien haar niemant meer belaft, Voor geen gevaar noch müitery te fchroomen.

Dewijl ghy dan, 6 mijn verkorelingen,

D'opiechtigheit, na 't woortuit 's Heeren mond, Genegen zijt te diepen in uw gront

Ontfang in gunft mijn Lezen en mijn Zingen,

Z E D E

Pag: i

Z E D E R Y M E N .

<£>ptocWungc ter Deugde.

Z A N G H :

Ghy die uit 's weerelts droom, &c.

I.

O 1 i i ii **m i i § i i i i " *

%p öie 3O?0tïuIDtöö Ö05«B 3Öt /

" ^ ' F ' ' Ay~ i •' I ' *" I'' 1 • T ' "JL ' *• 'w ' A ' " T ' ^ ' X " " ^ ^

4*— F • ''i'*~~"w- 'A ~ # ' A'—'1' " v~"' 1 * ' T ***'J 'T* A——^

<ßm 't oüerfcbot ban uwen tßt u nocDöda*

%?-—-n"»*.—,—«, ,• -i ii — — w % ' * - ^ " — " T " ' #•" ""'t—""-zf"

« - 4 — . T - * ~ ~ é ' <"—*-'—-v#"— T ' " T " T ' ~ST>~UT " ~ ' ~

, ' i ii i l % i i l ' i l ' i i |i r " * af i i • i n '

ten toantrentgeer (£e (lieren na öeg toaer*

*%& iiy«^—••«»j"«iM——»^»»A«—*A^** A ' ii V " » A u i i ' l ***—*3Ér t '* ' * * / •

T*— 1 • — I I * (" T JL._-X , '\' *" T" ' y - " ! ! ""TT*

| '— 4f? ' i- I-ITU* I 1«. -L-,-4-. ,i - t __.!,,—,__£<—4—J-—ÄL.

Beitg leer: <©m in uto tolijt nocB laf nöcft

'^^M'/L' # * ' ii I ii T • •».—A m — f < > • ! • • i • —•§•—•—••>—,-4—#2^m

•—M,V' • i I 1 ti - L —T ' V ± A ..A.' t i |«——-

moe föetoanölen totten einöe toe/ 0möat

n aen

s

-ia-

-

-

-

aan 't einbe Bangr Be

ltroon mie

- - - - L- +- -

r-------

i i i - r c i - r - i - - . & - ~ - - v l l L . t ~

tot eétt

foon:

4ntfangO ban mp bit fio~t gebftl)t9 ;

Bet

z # n wit en oogmerk Beeft botratDt

maarom

&nftijobn

ogp

@t)p Ijeb t om ief?e nol ^t kkcjmaa t : mant ^{inoit bet} hiaarljtf t

maar

~iénacmr niet graag

eon

aan

BnDfen

th u

Itae

p)rt ?t liie Boom ook mp te (lee.

@n

jamen

Ln

aot clk ban

one

maer

war ons

I

v.

-aar

maar

en

ootb

rnli9t

Bot

Z E D E R Y M E N .

po02 bfe

gijn

r b a a r

on

meieegen boben

monfrfien

Ui t boelk

aeloof

aaawlti

na De menft0

v.

:

bfnt op/

om

quaar

g 3 1 n

eb eon

Wshr Op

jfin

De

Ban

Z o o

een

me$ quaaD$/ @tv

v

$n of bent ertifittb &er

Eon aarbjefeen

Doon

met ^{si bat}

^bpn'

j o c f ~

Dat íjem

jonben aart

Z o o

oe

p8aarorn

en tdnberflaan

ijter

ets ban ~ o n

v

^l*

8

3PBffcfatft I

een (Iap getnoet Ban

3

%3f e QeIt

be maat

beel

~ a m t o e r

men

~ e h w í itDf

Boe &r9

moet/

@er B o b julr acf)ten

doet

W

@a€@

4 Z E D E R Y M E N .

%Baar btent een tooon toe Daft en fiiaar/

<0fanbe# Doolt men met gebaar*

V I I I .

't 3$ 4Boü/ we 't geen 30n Eoon ong leert

<tf5ebeel/ en nïet ten beer begeert:

«Bte na bit tottt 3ijn polen fcfjiet/

IBtflei 13fcï) 300 oogf cöiWP niet SEW b(e We Waarßeit gaat boo? lm/

€ n bolgt 3ö« eigen fanta^p.

3&at cïö <@oW toil botëoomen boe (€en gaat maar beg te beter toe»

I X .

«De macfit/ bie 4Bob ben menftfje geeft/

<£n 't tooojt/ bat W om fangen Beeft/

Eijn boo? ^ön'toöföept 300 gepaart

<Bat 't een met 't anber eebenaart.

€en baber We $fln feint gebiet

45aat Hoben $ Bints* bermogen niet;

jtëaar Iaat 3gntooo?t met berber gaan

# 0 't geen boo? 't fttnt Ban 3@n gebaatu X.

€>ng alfer baber boet niet min:

# p 3(eteerß on3e feragten in/

€ n baar na mattebt 6p be toet

3B*e%p ben rnenfeb ten ricWnoer 3et;

4&p bat 3i# niemant en beMaag

IBaar blöttcft boe 't geen <$ob betjaag/

VBetog! 3 jjn jofe en 3oeten la#

Eoo Wel # # bermogen paß.

Z E D E R Y M É N . X I .

3Me 't tof Wg tijaagt 5fln bdlte toertfcö

^jjn lufi en rufl befiele bint/

#cB! motöt # p biïütig jfltt t ^ m m ! 0 p trat btéfi nebel eens betfflmjnv

€n toeec be fieib?e 5on' Derfcbön

(€otp?ij£ban <*3ob#genabeenmacöt/

€n Beil ban Dem bic$ulx betratet.

+

II.

G

% bie banbefe bolingwp/ €nöaec

nocö fcW en beerbigö bp <0m / met een

^—v—#~~""Jt—I—'—I '—f—^T —_r—^ Ar—^-/

—•——•—~T-"-'"T,*~"—O '*—t* " ' 1 • '—'A1 A " —' *i ' l ' * * Y " "W"

\ ii 1.4I I ii .' I i» ' — * Z . . * ^ _ * " ^ ^ , . , i ^ \ i M • • • ' ' ™ 6 . ' il ' ' I i' • • il i 1 il ^ ^

onbert^aagbe #oeb / #et Quaat te rcebett

_ M 4,

^—ï±ï-2.-_^.a:—x_ x—2.-X—x—-C-^—

mette boet -3 €xt / na gfjp 't guabe Bebt bee piert €n <0obt genaakt met ti gebeb/

6 Z E D E R Y M E N .

<tf5ob£ toil bono toercben tnber baat Eoo

_ m - _ _ 4 - _ , J - ^ — I L . A — f - ^—TTR-—:——'-—•

!• i> -J •• i 'A^1 »' 1 *' * ' i " " j ^ "t • ."•-f'—' —' - 4 ^ — l •* I I •—••• — • •*

fgy MI i i*y<w^ m* '• ^ ^ * 1 •• "lyii i- A i 1 \ * - II--, - t — •

toel aW OBP al t quaat berlaat i II.

%&e beugt; ber b?omen oojloogg baa«

SDaar onber # ten ftrijbe gaan/

Ban beer gep#3en metten monb

# a a r niet bemint in "0 Ijerteft gfont;

3&aar mentgb of jeer febaar^ na leeft 0f maar ben blöoten naam af beeft/

<©m bat baar toefen/ öoetoeï 5oet/

%bt$ Weereftß toellu(ï mißen moet t III.

<De beugbt; baar göp toel onber boomt

|Baar nocb booj bruto en bjben fcb?oomt/

't Wtith/ boozbe boofbeit ban be ttjt 3$oe grooter gbp in pber 3ijt/

U Ucbtïöcft 't oberfeomen flaat gnbien ibp nimmer manft en gaat/

<Die%* urn oogmerö ober al (Cot 3? baar einb bereiben 3al z

IV.

#aar einb fó batje tt na <0obß aart 3&oo? 3ön geboben toeberbaart:

(CotöatgöP ailcgobertoint/

€n

Z E D E R Y M E N .

€ n 300 aW €ft?iflu$f 38t 0*3(1%

<©ie/niet in een geringe noot IBaar/ tot ben 3mabe##en boot 43e[)oo?3aam bleef en baß ge3et/

3Beljr boo^beelt u berßreftt een toet.

V.

m lofet be£ toeereltg pbelfteit/

#aaftt bat baar glanö u niet berieft % aBanttoat'gbetoeerelt* niet banfcljön*

# a t nocf}* een öooöelijb fenjjn,

3Bat meer* een boolnof boo? 't gemoet IDaar elft of boolt of booien boet.

€en port bing met p#n' ber3elt/

^ a a r altßt t een of 't anber guelt.

V I .

Zoo aarb3en ïtij&bom 't Bert bergefit/

(#aarom 't berßant 3i# berboaarw ßreöt/

3EW of een toetntgl) poppegoet

©enoegen gaf aan t feranft gemoet)

^00 bïinöter toel een feftoonen fcljjjn/

IBaar binnen W berWieten pön 1

«©ebnjl't gemoet berßofcten bltnt SSicö ebentoel in onruß bint,

V IS.

^ e ruße kit in t b # gemoet

^ a t nu geen guaat meer boeb of boet;

IBaar in op^ccfitf cljeu en beugt

3&e boaarbeit $oefct met b?ugt en bjetifl[t.

Bergeeß iß luß en ruß bertoaeßt

n 4 vu

Z E D E R Y M E N . Uit &inber# en btoagie # a # t . me op 't berganblgb Hope belt/

$tnt3icB beWoogen op ftet left V I I I .

3Bie lief fioo(l be3e toeereit notB/

<©ebnj! 3p bol bergult beb?ogB

<gn opgepjonbte leugens p?opt

7®m genen baarde meeft mee popt I

# a n t aïtflt tie 3p Weit en fireeit

€ n baar 3? bare rol me fpeelt

3&ie geeft 5P einbip oofe Baar loon/

# a t J0 beelttjtë gier en namaaW Boon, IX.

€en boo?ne bofcB 3et booten uit»

#et bitter 3aat/een bitter 6rutt S$ eentg' oo?faaft guaat ban aart

't g # mebe quaat 't geen' b'oo^aaB baart*

3N toeHuft baar be Werlt op roemt

#acB toaarip quelluft 3ijn genoemt/

«©ebnjl 3P guelt en quetft tjet Bert Hoe graagB 3p 00b ontfangen Werbt,

X.

SBeracBt Baar uit een b # gemoet.

€n niet gelg&er menigb boet/

<©ie/ niet uit lief be tot be beugt

# a a r bp gebeft ban tijt of jeugt/

#aar toelluft firaje b e g a b t en b?aabt

<0m bat 3p Bern niet meer en 3maabt/

5©eWöt Bern be gelegentBeit

%etboebt)ei ban 3ijn iu|t ont5eit*

Bant

Z E D E R Y M E N . p X L

#antßrammenouber loom en af

<©ie nu Daß/ met een boet in t graf/

©ermoeit W ban al t btoaag bejacB

^ a a r UP niet langer tegen mart)/

^atöic3tcli einblp bint begaat/

<&at *tf geen bcrbetringöin Dec baat.

«Bebtoongen boet '0 noit 500 $oet

%i$ b'mtbcr&oozebeugbe boet.

X I I .

3&e benefiting' banfietquaab beneemt iBaafet bat jjp ban Bet quaat berb?eemt

#et lang berWeemben oo^aant Baat 3©aar boo? be lief be obergaat.

;©aar Baat ban't quaatin 't #erte rufi

# a a u t w tec beugt een nieutoen iuft.

ï&c luft maaftt bat men geerne boet

't «Beeneetß met am* ging ban 't gemoet.

X I I I .

%etbiBüi*)W boen maafetbatfen flern.

3Me baft iß fcrijgt bermaafe in't toerft;

3©aar boo? ben quaben aart ontaart

€n ben owecbten toert ßerbaart.

%Baar 't oube quaat bertoonnen ig

€n 't nieufcoe goet begonnen iß

€n nn ball groeit met beugten beengt/

^aer 3ietmen ßepligßeit en beugt.

XIV.

<&t beugt en fteiligbeit ill al

<Bie in <0obts oo?beel gelben )al /

% 5 a©ant

to 2 E D E R Y M E N . 2©aar toe ben menfeft gema&ltj& ftoomt

gnbtcn ftp \)ct begin niet ftffêoomt.

vt *&tQi\v al baart fat eerft toat 3mert/

3tëert30et boo? otegetrouto tooUtert $

# a a r ban ßp ftläare reöen geeft x&k *t300 begon ett nodj beleeft.

I I I .

T

ßeet öÖP al0 trrah&u feilen »oo?

€ n fcolgt öec boomen öeerUjcft fnooa;

» Y —** * ' •——-»•-»•.»•». »«—..JÉ,—«-A—.—-V.-JSL.-i A-—Ju—.——— • • r-?i>' • -y"—— TJk"——v*r-i—-V JU—.—-I— .—Ju—4-—•*— •— -—

e r — —'»—' " « ^ ' | " u - w i i — , w _ » . ^ w .,• . i n « . — — '— » - ^ — —

<©p öat güp / aw een 3Wüecü# <£«

Z4-——•¥•—• &« • * — " ~ $ —^A— " * ~ T - T —-"-"7"—*•/

I i t j • 1 • 1 ' V • 1 Y. . i V 0 i- A ' TT——j-f-

t —^^ J-—— - I - ' ,• 4~~ 1 •' ' '•>—•" • • — y • ' V—« ~ .

SMüßar flraalt in ei£ gejicßt: ^oo nan

i \ •- '~*—£T ^~r"— — - y - ' T - ' - "%V'—"i' "^""""j^t"'-^^-

be blinde tocerelt 3ien JïBat tjaar te born

a ftaa of re Wien /<ett gbp ftreiu onWrwßl een

Z E D E R Y M E N . i i

I f • • I » K M 1 I A , I p V i | II I II « • *

—e-—W-G—-V 1-4 -A> TV V"-"A" "~f

8

een $out g^tc fjaac noct) Dan 't üecüecf

l ^ t 11 • — — " • i | | i "

• _» i • • .• i . .i i —*J—••

beöout.

it.

SDeeß obf cal em boo;beelt ban % Om eilt/ até een b o t t e e n man / (Bie booj geUatf3e erbarentöeit

©erïtregen ftecft goet onberfcfieit

Ban öeugö ban gobföienfl en ban a!i'£) (Ce feniften 't toareban Bet balß'

2ïan b*!y berßant een bloenne geeß

$oit uitgeleert en i$ getoeefi I I I .

Slaat uto' geïoobe 3tjn gegrom

#iet op bernuft of menfefjenbont / 3©aerom benb?oer3ijnb?oeöerböi:

€ n e? utatgl) leeft tn tbrift en fïcijt 5

<®n janen loö en bol gefcfnt

%Baar ein aan 't ggne bigben toil /

<£n niemant boo? een anfcer buigt

# M ö n t B p Blaailjjfe obeamgt*

IV.

# a a r on bfe toaarfteftfn 43ob^tö00?t/

Bie toïn 3elf fteeft aangebood:

3&te #abel en ben boomen zttft /

iZ Z E D E R Y M E N .

€ n al tie Babren boo; De 3©et Berßonben uit beg peeren mont 3Baar op Baar Bope toag gegront ;

<©telBo3e£ namaalg geeft berftaan

€ n Sfraël Beeft feonb gBebaen:

V.

3We 3leb{# gobbelp gcffacßt / IBet opperp?tefterlijf ÏC p^acöt

San <0ob0 gemeente Beeft berb^clt/

(Cotftoffeban «0obt0ötenfttgBeit:

^ t e 3|effe$f Boog&begaef De tfton/

# p snaren b^tenbelüu ban toon / SEoo BeutBelö& te #ngen placB

#W BP We m Boer toc3cn $acB:

<Ben toaerBettDte ban Salomon VI.

9 n 5Öne Äpjeuöeiv aW een Zm

%m Beerl jjft toert te p?on« gefielt:

<©aar SCmotf toijfen Eoon ban melt /

<£n al tote met berltcBten geeft

^opBeet oft Berber i$ getoeeft;

<©etoelö' tn out of nteuto berßaal Ml fp^enen eenberlepe taal.

V I I .

€en taal bol IteflpBett en b?ee:

3Bte on$en #etlanD peggen bee;

(€en 3P bat <0obß regtbeerbtgBett 3D Dteper In ben ßßoe^em leit/

m '0 tn ben ^cB?tftaeleerben büjfe'

Eoo bluft gf)ö fouten <0obea nTtijfi:

#te

ZEDERYMEN. : ;

<Die #icobemuß totert getoont/

€n in HatBaneel ßecft getooont.

V I I I .

*©ie ßauluß/ <5oW getroutoe öoo/

<$on mee getuigen fceeö' 8(300:

#et;p bejneen ofonBe^neen

*® aar geit maar eene )aa& alleen,

©an outöber to?oomen toeberlaat/

€n nu ben <ü5obbelpfien raat /

%Bie alttjt blijft bolmaatit en goet 3 't ïDcllité't veranderde gemoedt.

I X .

9t <0emoet bat geen qua taffen üoeb/

Stëaar niet aw goebe toerfcen boet/

3&aar 't goblijft ebenbeelt tn leeft 3&at €B?ifiu£ omgebogen Beeft.

3Bie BcpltgBeit Begeert ben #eer

^00 tod in b'oub a(0 nieutae leer

<©p bat ben menfcB <0obß Wille boe.

<Ên bit Jtaan alle menfcBen toe.

X.

jS$t Bter e*nfr?acfitigB in gejint t€ot ÖBP be toeerelt obertoint^;

€ n b;aegt mataanbren boo;tg in t geen 3&aer gBp niet net ftemt ober een:

't Ep bat Bet af een 3aaöe raaltt

» e n g toctcnfcliap geen €B?iffen maaftt /

<©f eenige omfianbigBeit

Regaar ontrent be g a a ^ W p ^ K

DBaar

14 Z E D E R Y M E R X I .

Ifêaar fit be 3aaft 3gt eeng ban gee|* /

€16 300 be jfeeefter W getoeeft/

Eoo maafit gijp aan tie wugt befient 't beloof / aW 't bafte jf onbamcnt /

# e t al mat u tec 3altgbeft

(Cot €ö?tfluiEf/en ten leben left»

^fe menfcï) blijft f n 't geloof betoaart Äßfe 't töaarljjn met 3ijn' beugten paart,

X I I .

Hebt ( # met Qem al t aarbtf ber^maat

# e t al wat 5toeemt na eemgft quaat j

<En f 0 3ijn ïteulf gnef t en beugt alleen uta iuft nto' ruß en bjeugt I O alöergobbelijuften ftant!

€> feoftcltjh en Dierbaar pant!

# f e fean u p # e n na Waarop

^ a n bic met u geluuuig 3P i

IV.

\ )

D

. I , - -+ - ~~•-!-••- v —~w~' ' '""" I " —F"~ '" '~T~*—*^r- —— -1

t~\(p- 1 ' ' T "- ^ V""^ I ' T ' ' ' !• "'m"* ' J • " I - ' « ' ,

€ wegen weet gßpulaar en naaöt

#aarboogmen tot 3UIB leben raafeu q^$

mib*

Z E D E R Y M E N . 1 5 ^

8

- - - * • 1 1 1-1 • - • - \ - w » - . • - — — — ' ' "' ' >' — < 1 1

miüöel Daar De menfcü öoo$ ï«ft % Dat lw

S

1 , . m V ' " *

öaagljjjcboeö3eU)eeft: 3Meöaagitj]cgoeöe toerfiten öoct ©ecßrögt een goöijelp gemoet -,

t

43eI0cfe dte 3icï) niet aan en ö?ijft Ooft

&aaromalt8t5onöigfj&löfr

$ölmaec&te bengt Ween geW 11.

me ftaac toerfpjeit in mentgïj deel / SSefiaanbefn een Oequaamgemoet

*&at nimmecmeec <0ob0 ontoil doet:

# a e r Baren aart na «3oW aart

#ecbaart/ en in Men fiant betoaart ; JDaac ban elli deel te Bennen geeft

%et toesen baat t geheel in leeft.

I I I .

<0p?egtf rïjeit en gocdigljef t /

Mn tyiendlg&öeit/lan&moedtgïiett

i f Z E D E R Y M E N .

<£n3ultt een onbeble&te geeft

<©ie 45ob getrouto bemint en b?ee|i / 3©aarboo? öe 3tele toert bereit»

mt toillige geOoo#aam%e(t / Eijn öeeïen Der bolmaafitedeugt

3#aar doormen boomt tec ßooglter b?eugt IV.

©oegt Btcc bermßertigbett notö bp.

3&ie nu 500 fcftaartf en ylö^aam 3p/

<©m bat meeft elb fjet 3ijn' betracht

€ n toeinigö op 3Ön naafien acftt

3©aar 0002 300 menigB menfeö bergaat

<©f 3ucl)t m een beurompen ftaat / (Cectoijl een ander bol en $at

Bergierigt onöer al 3fln fcöat*

V.

4ßoö0 tooo?t/ 't toelcfc (0oö^ boImaaBten aart (€ot'ö menfeben Doomed openbaart

<©p bat elb een öien aart bemerft' /

€ n in Dien gelben 3itfj berjlerft' /

% e i t <0ob0op;ecßte goetöeit uit

# i e uit 5öngoblpötoe3enfp?uit

<£n ban 3i)n Ijeiligft aanfeïnjn (traaft 3|n talloos tal en onbepaalt*

V I .

'Zw goetbeitonberßouten boeö

€en pgelijïi 't3P quaat of goet.

# p laet 3fln 5on' en segen gaan (€e 5amen ober goeb en quaam

€ n nimmer toert DP toefboenß moe

<0p

Z E D E R Y M E N . i>

®p bat ï)p pDer boo?Deel Doe /

Itëaac Deelt fijn b?ugtb?en 3eegen mee

# i ( D a D i g # aan menfeö en bee.

V I L

^ a t 006 Die Deugt tn 11 betilöf

€ n / 3onDectoan&len/ DpublöfL

#iet Dat q\p Die maat 3 o m # ß Doet

#faW 't 500 balt ofaW Bet moet/

€ n meent geitje De toeerelt meent

%mat <0oD fiacr alleß Beeft berieent

# i e t boo; Den hoornen in 't gemeen / ifêaat booz De iufi Dan ßaer alteen.

V I I L

ïBaac tDtlugf) en met Wijt bereit Eie jelbec na geïegentftett/

# a ooraak Die ufco eDle geef!

*®oe $ien tote 3p ban Beeten b?eefi /

<@f geit en goet Dat ließt becgaat

<©aac noit W Women ftoop' op (!aat 5

<®f <£oD/ Die in 3Ö« tooo?t beiaft

^ a t pöec D;aag De£ anDerß (aß.

I X .

IBaac toelDaat 3omtgt0 beei gebaan

€ n Dan toeec lange ftil gefiaan / 3&at i0 geen toelDaat inDer Daat ß#aar (legtß becanDcing ban gelaat 45eßaDigB 3jjn en goet te$aam

3&at boegtïjet We^enbp Den naam»

SBaecom uto9 oogen feiaac en gaautor / 3©amtoaeebeugbetoiftertnaaubfc

x V.

l i in I I « I "' m n ' i ' i i I i i ' " ' " " B * " • I ' •• — ' I . ï • •' l " "* A'1 ' # ' I ~' V A 2 ^ - ' [ ' "~*" I *"" " /

T

g g <0oö Die pöermenfcDenünu

A _J m ^J

EoofcDccp aan 3ijn0cDooticn bint/ g&at

aaro' en ßemeUec berga *©an öat cen

i i i- i I , !-.'—— n • i ^ i' i i - A . — - * • • ' . i I. , - , - * « , . , 4 , — « - - . - J i

tittel Wöbe na, «en of betocclttuetoaar*

4^4)—"/r"-"—'-4— 1—*—-1—4*"n~-f-—T^»-T^—~r'—' n r ""~*—'

Ijett to?aa&t <En Bietern reflelteeren maabt;

pEiÊËJEilpïiiiEpgEÏ

l a a r baat en p^aat t$ eenöerlei $ o g en ligt*

— • I I I « ' . ' •' I »' ' f •' '* j y, —' ' ™ " * * " | | ' " >• ' * * »** * * ' **-m • ' " '"#

T^)*~^~~* 1 '* ~* A " A v 1y ^ * ' " *"* "*" *** "*" **— > *, j^ «

toeectiigö allebet.

Z E D E R Y M E N . i$

Z p Bangteen DiftfeefcBaDuto aan

II.

€xt meint 3p fyeft 4ßoDß Wil geDaan:

# a a r 300 gBp Baar wat dtcgr begiet

9t 45een Dat3e meint en öeefóe niet:

<$f \)ccftst b a t Dat Daar na ftaat

#aar bal03e meining maaBtBet quaat:

<©fi#Baar Wit en meining goet

%V ergert Doo? Baar quaat gemoet, 1 l i .

%>P Spiegelt wonberlflöen b?eet /

€ n Weet 300 'tfcBöntban all'jSbefcBeet/

©an 5afeen Die De fcB?tft 3elf fpaatt

€ n of tot Booger tijt bewaart/

<©f bie geen waarBeit 3eiber 30»

SBaar fïegts? een Boog en polen fcBön*

^ u ß bint^ Baat goDfDienß aan een waan

€ n laat De gobf Dienft ongeDaan»

I V .

Bolt Baar een beDe ui tteri monb/

# f Die iß log en jonDer gront:

<©f 3P Begeert niet Daat5e om fmeebt

<©f 3P berflaat niet Wat3efp?eeöt,

<5oD roept $p als Gaar baDer aan

€ n Iaat Baar EttnDerpIigten ftaan / 3&aar Doo? Baar 't baDerltj&e Bert

# e t recBt ban <ßoD ontßouben Wert»

% Weet Dat alle$ naabt bertoout

©00? 45oD Die in Den Bemel Woont;

€ n ebenwel ont3iet3^J Baar niet

iö Z E D E R Y M E N .

%et guaat te pleegen baar Bp 't 3iet*

3&at 45obe0 naam geBeiligt$p

<©ie bebe boegt 3p ooft baar tip;

IBaar al Baar boen en toanbel t'iaamr

#ntBeiligtenberfeleint38n naam.

VI.

% m om aantoas ban 't getal

<©at <0obe0 njeft Bezitten 3a!/

€ n 3elber # 3p traag en flap

€ n Bout nocB anbre bän ben trap»

Sgp meberßreeft <töob£ Beilf g tooo#

€ n gaat in eigen op3et bdo?t/

€ n bib bat 450b 3911 toil 300 Beeft m$ Ut ban b*€ng(en wert beleeft,

VIL

Ep bib om b a a g # bi&ot met een^;

^oct) ß baar geen^int0 mee te b?een /

# a n t Baar begeertgB Berte Gent gjnoberbloetnocB maatnocBenb.

Ep bib bat «0ob Baar fcBulben flaa&t;

^aar3P3ebaag!@]r grooter maaftt /

€ n bergt aan <0ob bergeeßen laft

# e t wegß te boen 't geen baaglijr toaft V I I I .

4Be# 3P ^r* naajlenss fcljult bergeeft 3©ahneer BP3icB bergrepen Beeft/

Eoo bib 3p bat <6ob mebe boe;

€n roept albu0 beß peeren roe:

30ant Beeft Baar temant iet£ mifbaen

mt gaat 3p seer w^aßßierlgB/ aan/

Z E D E R Y M E N . « g a plaagun trefet fjem toei 300 Sart

# a t ÖP bp na berbtoöntin 3mart, IX.

% geeft baec 003' en Bart' berïof (Ce gapen na W W n W (tof ⁵

€n niettemin 3p bib ben %eec

tfeat \)p Die ooraak ban Baar Weer'

€n baat ban alïe Qtiaat liebst

€n 3elber maa&t 3p 't baar niet quijt.

<De$? i0 %aac btDD'en leugentaal /

<Of een iicïjtbeecDtglj tooo'bberDaaU 4

IVf ifeÖE$ÊïfeEE| EÏEÏEE2

2ïar gfm Die suibec ban gemoet

g n toaarfjeit uto gebeben boet 3Beb#

—-^4-*i^+—»I 'i'^'' ' • >*^ ' i» • > I* " • * " i "<^ ^ ' —

*4^-b-—— W "h'A'* ' [ ' " T ^ T r ' I " '*" " A' " 1 " ''A' '~**~4£*

i < r \ - — 1 T * ' « • • ^ ' V i 'f c- " I ' — • • • ** -k- » h — ^ • ^ • ^ • ^ • ^ • \ ' i I I v-^• ••

'^=^.*-- - -•—*—' •• *•--- * T - m " -~m - *- -*• • - i*1—•• • • * — " — ' — » •—•

gijp eerft na utoe maeftt 't <0een u <6oD£

• •!-• L•' " - t - " ' "ft P ' * " - ^ "1 •'». '*»' •" • ' I-T«*-»~**' 1""-**iSg^*^*'—•

— - P - H — X _ I J X > . . T : — . ^ — , • ^ . A , _ A ; ^ J ^ A „ ^ . * — „ J ;

aOBoo^tgebtebtbetcacflt <^ntoatbanbo?*

—— • ' i • iV r l i "ï J 1 1 .1' - 1 r S ~ - ¥ " - " * - f

*^r ''A A ' *—. , 1 , *i —,y, _ - ^ — A ^ _ ^ - - L ^ ^ _ . l . , A., "~'rt'

7<J' + — • T 1 • Y $ # A • 1 — -|— . _ J L L - - T . ' -«-A-——>-I T — - ^

If3 A 1' **i—> ..v. 1 ——j—. —L—^i, —,^—Z-t—«-,'vl ""—

bet u ontbreekt <&m'ß peeren W p *fl

55 3 bptïam

.22 Z E D E R Y M E N .

bpftantfmeeöt blijft gp getrouw in Werfe

en Woo?t/Eoo toert u bee ban 43oö berljoo?t>

II. -

3£en&t bat be Weerelt pillen beeft 3£ie 3ÏV met 3oet bejtreefeen/ geeft/

<®p bat boo; lieflijn 3p beftent

't <0een pijn en fmerte baart in 'tenb, 43ob# Wiï boo? al moet 30n g^baan O m 't eben boe't 'er boo?tsS macbgaan*

^§ta buiten al beg Weereltëluft/

b'gnwenbig' tó be belle ruft- I I I .

4B%P Rent be Wegen ban be beugt/

3dW wegen ter bolmaabter bjeugt:

45bp3ict be Weerelt opengaan

# a a r 300 beel beugt moet 30» gebaan/

43bp Weet ben eitf ban uwen %er dewijl gbP bebt 3Ü« Wooit en leer/

<ên ftonbt/ boo? 3ijn g°enaeö en bracbt /

#olb;engen baar gbp ßerb na tracfjt IV.

I a a t Boomen leet en ongebaï / I a a t doornen al Wat Wil en 3al ,-

%et 3p öÖP B«t berbeeten Woat

Z E D E R Y M E N . 23

<9f in be Boogde eïenbe fïo?t /

«©f boo? een ongemeenenoot

«Bebuurf gB too^ficït niette boob:

©ertoont u echter aljS een ïjelt XBk boo? geen |ïo?men toert gebeft,

V.

m raaft be0 toeereltg toilbe ;ee/

25e#t uto stel tn ^aeßte b?ee.

Berbaart Baar b?eigen uto gemoet * 'ft » f t e n t Baar too?n W ;eer bertooet;

# a a r al$r jp u met beel getoeit

# e t fmaat en laffer Beeft geguelt/

<Cn oberßroomt met )toaar berbtfet 2too rooft 3P nocB utoBope met.

V L

€en Boop' bic nof t befcBaemt en laat

<0fWen 0(i't ongeebergaat;

IjBaac bte na beter BetI ban sten

€ n baarom 't lijben 't flooft burf bten:

€en Bope bte't gemoet berbißt g n t mtbben ban berbolg en ftrtjt/

€ n boo; Baar gobbelpe bracijt

^Beß Oocgen macBtonmacBmB a # t , V I I .

# i e u in 't eeutoigB alberbeß'

«BeluftftlgB béngen ;al op 't left*

XDaar uto geloof ai Beenen (Iraaït

(Certoijl gBp Bier baß fcBanb beflaalt /

<ßnflartgeplaagt/ geb?ubt/beracBt/

«Pp aarben niet aW bruw bertoacBt/

»4 ^«

S4 Z E D E R Y M E N .

€ n nocï)/ al smelt gp fcfttec ban pgn? /

# e t be?e ftoop getroop fionö 3im*

V I I I .

dB <0obt I ftoe fieerlrjcft tj^bte b?eugt

<Dat3df beftoop 300 fterö berfteugt»

JEp maafet/ btyt 3p recftt be geeft

# a t fiter geen itjben toert gebjeeft ;

#e#beboo?tg' <£eutoe5acB

# a t ftoop op <6oö£ gena bcrmaciju

# a t menftfi aW ftp bit toonber 3tet

?&ertoonbert en ontset 3 icft niet!

I X .

^tontpemant lebenb tn ben gfoet

<&iz Dope gaf öem goebenmoet.

<©f töierbt 3pn b!ee0 ban een gerefit

^ P fytft Wem tot gelang bertoefet.

«©f tnoefïftp3moo?en in ben firoom

%p fp?ong in t toater gonber fcftjoont

# f ttnielb W neber boo? ïjet 3toaart g&ie ßopemaaät Bern onberbaart,

X.

# t e r t Opmet langsaam bier gerooft Ep gafftem oberbioebfgB trooft.

# f joomen öarfl en olp $oobt

<jf n ober 't naaBteiicßaem goot/

# i e ftoop' gaf 5u[cö een b?eugt tn 't jjert

# a t I)p noc f\ jutgten in 3#n $mert Wit tlicQaam hier te fcfjanbe maa&t

st <6emoet ölöft b?p en ongeraaBt,

gnbtm-

Z E D E R Y M E N . X I .

gnbienmen fcQ^ocfben op befcDeen:

($f P3remeerling b^eef Deur 't been:

# f bulben 't löf bol leelöfeop

€n trapter nocö met boeten op:

0 f batmen neuken tong af3nee

<£n öfe nocij selber ßaautoen Dee/

# i e öope gaf ben moeben fcracïjt

€n beeltW ölübfcßap onbertoacBjk X I I .

IBen tapte't bloet ten bingren af t

# e n butobe lebenbigl) in 't graf:

UBen rußte met een gloenbe tango

*t <6e;onbe b(ee0 ban ïjaïg en toangßj

# e n feneuf be 't afgeftroopte been:

# e n fcli?oeib' en fpanben al be leen:

IBen o?anbe b'oxeltf ban een maagt

^iejjopemaaut'öun onbertsaagt.

X I I I .

gi0 <CWtßu0 niet bte selbe baan Ban fcruté en l#ben ingegaan i

€n ifl biel bljjfj ban liefb' en eer 3W glip niet lij b met u&en #eer I 0 f bolgt be Bmon en 't loon toel na

# a a r t (trüben eecß niet boo? en ga I

<3ö u iets? anbertf toege^eit

€er p^oef ban uto' geBoo^aamöeit i XIV

^5uig utoe feßouberg ban om laag /

%6 Z E D E R Y M E N .

€>p bat Bet u te m m mtfBaag;

<0n tyaagftantbajticB ban gemoet

# a t u om toeiboeng toil ontmoet»

3&e toaarïjeit i0 ban 311IÖ een aart

# a t 3p ber booten opfpjaan baart*

# u a opfpjaafc groeit tot laßer boo^t

€ n lafter tot berbolgfj en moo?t.

xv.

m oo#aa&tb#lboen \$ toeerelttf (jaat

»iCtjS Baar alleen/ maar u geen guaat*

<8eBaat te hoerben onberbtent bejegent <0ob0 getroufte b?tent.

# a a r t r e e t typ't jeubig' grafie neer (€en groeit en bloeit maar bieß te meer • ' # # laffe beugt en nletn ban ftunft TSMe beur macj) onber '0 toeereittf gunft*

X V I .

<® gBp bte na 't bolnoomen boeit

€ngeen opzegt genoegen boeit/

(Cen 3p gï)p lauw en bout ber^aabt

€ n ub) geloobe maant bolmaabt:

©ertoac&t alïjter geen ruft nocB ;oet /

#aar$oebt (jet binnenin 't gemoet

^ a a r üto bermaan befToten toert g n ' t BetUß* en on^onbig Bert.

X V I I .

Heeft 4tT)?fffu0 't liften afgeïeit/

€n Beërft %p nu tn eeubJigBeit *

<6Bp 5ult 6 b?oomen t'3jjncr tijt

# e t ^emgdimmglJ5tjn berblijt/

3®an?

Z E D E R Y M E N . 27 SBanneec ÖÖP ban 't bewerben b?p /

$ertoonöert in uto ijeeclpp /

«ßot# Zoon in bjeugt gemaaftt gelöö / IBet fjem 3ult erben in 3ön %ÖK

X V I I I .

(0 b?eugt! toaerbaub'erbintemfi"

't »fluit Dan allclööcn té 1

Bernoegt u Die bolmaafetfteb^eugt I Zoo boegt u na D'opjcc^tftg beugt,

©to oog' om boog na '$ fjemeïtf ftat^; iBaar 't berte (lip op 't öeiligïj pab.

©olftanötgU en getrouw. 3©aar toe 3Ben ^eeresön' genaöeöoe.

D o o l i n g ' en o n d o o l i n g .

ZANCH:

Ayfcboone Nimpb' aangiet een^ &c.

1.

O — i f -f+—+ P H 1—+• ^ — 6 — I — —

#n Ziel / toe! eer geraant tot anstieß

"^t~Ü2A ^ f i—**H—1—x—*4™ v 1—~~7

biegen / ßßont mibben in 't berö?iet «Been raat

23 Z E D E R Y M E N .

• ö - S — T f—+*"~"~ "T" T—*-»~-/|-"*T,~^T"~"^v""'1T"~"^"

ffP\ - i, A - -f,'— l i r I 1 • (J ' I g —"^"""-"—#———

raat aW 3iöÖ tot <8ob£ gebob te boegen

_ I | I I - I - i l I A ' ^ — ' 1- » - • I •»• i ^ — I ' ' A

(Cot nip Dat leet toerltct: SBantbooz mijn

^onöett /öte tft bed beö?e ben <£n

langen tot geoeffent (jaö/ ontmoet* xUf op't

rampzalig pat/ €>ofc--- 511IÖ een leben.

II.

3j& Bab ber3u<mt mp na <0ob# toil te fcBtößcn fnonbebatfjtejeugt/

€ot bat TOöngeed/b£5et \mt &ut$e#t fttiftfen /

$erloo? ben toegl) bee beugt:

.#at mp elenbigb beeb* in feommec stoetben.

9& Bon/ al 5ocfjt ifc mijn gemoet

# füllen boo2 8et aarb$e ;oet/

«©eenniffbertoecbem

Bant

Z E D E R Y M É N . 29 I I I .

# a n t of ib toel 4ßob0 tooo?ben bon bergeten 3W0 in een bonbre nacßt/

$oc8tan$ en wag öe bracht ban mijn getoeten

$iet ßeel in flaap geb?acf)t.

H&aar guabe oeffning* gaf mp quae gebacken ³-

<©ebacf)ten tooo^ben 3önber tucöt;

€ n tooo?ben toerben 3onber Wucßt /

€n We quae brachten.

IV.

§£00 taakten guaat 3elfb'ufter#e sinnen.

t <©eDoo? / 't «BesW /⁰be ^maab / 't <ö5eboel / be meuB / eift toilb* alleen beminnen

45een boojbeel maar bermaab:

%&e oo?en ftoo?ben '0 naeßeng fcöanö' en 3onbe/

't <0e3icßt7 en elb op toelluß uit / ffltm einblöb met een ßerb befliut

SWan 't guaab gebonben.

V.

SDug tof eet mp 't oojbeei en 't berßant bebojbert

#i)n toil 4ßob0 tegentoil.

<Be reben nu ten naaften öp geßojben / g a t in % regeeren ßil.

^ e # o e t / ïiit 3ict) 3omtofjlen toouto bertoebben / ï i e t Baar/ boo? guae getooontenß marßt /

mt b* jjeerfcftappp be3at in bracïjt / j&IcBt neber trebben.

VI.

?btt bon 't ge3icQt' bes? geeßg mp peel berblinben

<£n binben mp 300 baß/

^ a t

go Z E D E R Y M E N . 3&at m 4ßobß toegb betaanblen boft nocB binben

<0elabenmetbienlaft

Äcßoon 't beilig tooo?t/ bat eerft Begon te leben g n öun Die/ b'aar&3e lüften 33t /

IBpbiienbujb lobten op Baar pabt/

'i # n al niet geben.

Vit

;©er )onben fïaap bon mp geboelloog malen 2Mbab bun reben feiern.

(Cot eenjS mpn siel in 't einb begon t'onttoaben

<Bn let* op 'ß %eeren ftem.

g^oen 3acft iß bat al 't guaat/ bp mp berfeoo?en/

#00^ 't oefftien ban baar tegenbeel /

©erfterben/ en bat ife geßeel

#oeft 3Ön Berboojen*

V I I I .

<£en grooten bergß ban quae genegentßeben begroeit in tonberftant/

^ t o n t boo; mijn 3toafefee geeft boo?bp te treben

<Doo? bulp ban fterfter bant»

<0obg ßeilig tooo?t/ ban bionberlp bermogen 't Sfêeib ife bolfeomen beb' gelooft/

#eeft 't quabesaat 3ijn bracht berooft

^n'töert'geöoogetn I X .

't Gebogen bert'toou graeg «0ob£bnile bennen/

%Be toil bnert ftalf bolbaen;

IBaar b'cube luft bon mp 500 niet ontwennen

<$f blopten toeleenjtf aen:

<ßm ftille trefe tot b'nitgeWaafete beten

%eeft

Z E D E R Y M E N . 31

#eeft jomtötsf 't toffe fjcrt* gecaa&t*

2too fean 't teftant aW 't nieten toaafet

^önplwÖtDccgcten!

X.

25eöast5aamßeit W obecal ban noobe;

<®p tochten fiomt liet aan*

%Bie eens? Der sonöenangeï W ontbtoben Igeeft Dan nocïi niet geöaen,

Jgaar metitae aanfeomjl moet ÏJP neerfticï) toeeren:

<&u t ooeb/ bat «Bob alleen bebaagt/

't # e l h Op noit ecnfticö Öab bejaagt / 3Inplaat3e(eeren.

Z A N G H : Roa linde.

11.

•""-»O f « 3 —^|M " ' - ' '" ' • ! • • • • *£'•* '* * A1' W A " •^^^^-*-'' ••• p

D

g e <6ob£ tooo^öen bol op?ecï)tic*

~,o — - " — ' " T * »- I '' *x*~*** A " A ' I 'A ' ' I • — - O "** f r —'—•—'—-^-- I A ' T ' f v Y I I J'

c — -——— T * V 1 1 I , T • 1 -*• I • 1 • m — **

feit en tujl Eoo oit ï)oo?Den Dat bem

ttaigbcn b'aartye luffs ^ i e 5ön 3tnnen/

32 Z E D E R Y M E N .

<©nbecbanicft aan <*5ob£ toet vDoet bemin*

8

nen 'tween 3ün toet ten boo?beeit )et;

€ n baar bp gebuuciclj 3tcß in biebetracD*

• - ß '*^'A* *—-* *"%""^"r""""^^ • ' * • Y*—^V* »' i A ' " ^ A " " V^" ML' '' ' ^ ' ] 1 ^ ' "TT ~" " O ^ I - - I •' 1 . | ,i i - y i i l rv i ^ T ij i* —

B + — — • ^ — _ ± — -J,w-_ 4,—|,^———

ting^iet 't % Wat $aben ^ c m genaöen/

P** ''A'" *• - ' # — •— A '1— " ~ È " -"'— -# ——%K—.— .*— 1. -• 1 • ,-^f —

't föaafet Dem niet aW 't <0ob betbiet.

II.

^ingï)banb?eugbe

<5Bp fcrfe 't uuaat met macïjt beröaeeöt 'tSofberbeugbe/

M$ 't een eebel Om' ontjteefit /

$|eeft5ijnboo?beeU 3©ant begeeft too?t oogetoefet

#Wmaac'tóo3öeéI Ol« be &#/ ten goeben flicefit:

gft/ boo? beei getuigen bie op butjent plaatsen (taan/

Z E D E R Y M E N . 3$

«©reep nu ftracötf cB

€ n aanbacötf cö/

Ifêet berfïant eentf ernfttcï) aan.

III.

Igelp mp raben

<©ie be toaarbett hebt gefmaaöt /

#emm@npaben

» t e r en noeft beter maabt:

ö # 1 ; mön (eben

€n Wat mp mijn ^cöepper gaf S&a3ijn reben

übergeben ban nu af f (fmeefet/

Om na mtin bermogen/be0 m@n geef! Bern ernfUcD SSfln begeeren

^00 te leeren

W3öntD003tbaar fjoogtj ban f prefer.

IV.

b %eb gebonben

%Daar m#n 5tel beur too?t betoaart.

'b ©en ontbonben

©?P gemaaöt / en onbe^toaart.

ß a ' t ban&onber

3&at mijn geefï ban b?eugt ontfpnngt/

€nnuonber

«Dit gebal <0ob£ goetgeit 3! ngt I ( W W

#eer! Weeft bem genabigb/bie 5f$ ooö te Wachten 3&atbp Weber

^iet ter neber

d&trulWt/ en behöben (oogt.

^ Ge

34 Z E D E R Y M E N .

•+- G E B E D Om Arbeiders in den Oogbß.

Z A N G H : Pfalm C x i x .

W

Sünneecben menfcü aanöacöttcï) ober* K

f*T^—*'—," Tu !!,.•.. | ii I * ' • |, t ••—— '« ' • • -^«y-—>j^Ji.wy»— m H - J »

merötöenlteoebenfïantbjaar in 300 beek

——#- —'-rr»^~—«—— r..IA-J—Y ' 1 ' ' i1 ' ' $ " ' T ' $ " " i r * ^1

i-4—"T"^ O - I ' ^ ~ # ' A ' I—- X ' W" ' " 1 ' " I ' '/l I ~ ~ * i " " ' "

fleeöen/ 000 beien baar 4ßoW leer $eer fïauto

— f-—f-* '"—.^t—n—wT"-j 1 • T —

I [ I -+-— 1 • (\ •' I ' ••• y l — I • . . . I . !•.•• —•!-,—.<•- •• .1 — — LJ • /1 ' ' I ' ' ' * • • 1 1 ' v 1 1 •• «• • I ,. .1 ^ •—«—•

op toerfit 1 %Ban bint f)j> flop/ eer 't uurgiag

- • • ^ • J**- •« Y T ' » ' A " * I V ' " ^ " * T " " 'N' I - . 4 ^ 1 . •— ^ J i ^ . — J I ^ M - » * *

8

— »• 11-"4—i-l—— U ^ — , — - ^ • i - ^ ^ - ^ - y - ,' • • A ' , ' ^ ^ ^ . - * - — ^

\$ berffreeften/ <©m ban ben Igeer/öie

gwcne troofl en flerßt/ <0etroutoe öuip 30?g/

bul*

Z E D E R Y M E N ; . 35

" M * '— h * 1 " n ' * i i i • |--

.—»——*j w k i w •' i—A»' • I •^"T"'—"y™' mm' ' i l ' * " • »* * * " t . • ,- , L • ^ " l •—»4*^-—W-—-^—"nmr", * " l r ~ " " i r " " ' I l ~ — ^ — • .^—. -? - - d

M *-**—,n- Q'k •' ' I '•—i-ri—l-n-T- • t - i ' T ' ^ H ' - ' i T " I I • - •• , ^ •—•- r - 'L

P - - -* - ^ " ^ ~ ^ T " — - ^ " " u _ " ' * - •- — fc— - » . . ^ - i *•• - •-- T- j

DuUiigöaftefmeeßen.

I L

# e nootsoeßtBulp- t JteitDeerlpoDerBoop, SSelf #Demac0 bectoerren met malBanDcen.

BectoeiTing' fcBeit. €(n loopt gün eigen loop.

€en ftflbe D # t Beeft D'een 300 toel aW D'anDren;

# a a r lief D' # toecB met toaargeloof en #oop\

€lö Bout 3ön paDt/ en toeet ban geen üecanücen.

H L

^tantbattf gBeit W a a g t ben %eere toel:

<©otB niet in D?tft/ gefmeet uitefgen DonDen/

<0f menfcBelöfc licBtDeecDig bafï gelief;

iBaat f n De Deugt/ op bafïe toaatfjeitj. gconDen/

3Me elfe gebiet te Doen na <6oD$ bebel ($m uit ßet Bert' te bannen aUe ;onDen.

I V .

3Baac neerren top / ó Eonne Des. gemoetß!

3 n De;en D;ang bet flege menfcBlü&Beöen I

€ot u ó %eec/ 5fontepneaüeiS goets?.

Eiet Dan uto tffeoon genaDigB na beneDen/

€ n Deelt ons- Dan Den fcBat uto's. oDerDloet^/

^00 fma&en top De l^ugt Dan on? gebeDen, V.

3Bto 9©oo?tfs. ttultin BeiligBonDertotjsf.

# a a r Diep nocfltang (eft toaarBeftß fcBat btï*

Bolen/