© NOORDHOFF 2015 OEFENTOETS HAVO A DEEL 1 HOOFDSTUK 3 1
OEFENTOETS HAVO A DEEL 1
HOOFDSTUK 3 TABELLEN EN GRAFIEKEN
MOBIELE WEBSITES
Tegenwoordig zorgen websitemakers ervoor dat websites ook goed te bekijken zijn op een mobiel apparaat, zoals een smartphone of tablet. Deze zogenaamde mobiele websites krijgen steeds meer bezoekers in verhouding tot de reguliere websites. Voor het aantal bezoekers per dag van de mobiele website M van een website geldt de formule M =12 500 1,06⋅ t en voor het aantal bezoekers per dag aan de reguliere website R geldt de formule
23500 750
R= − t. Hierin is t de tijd in maanden met t =0 op 1 januari 2014.
3p 1 Schets de grafieken van M en R in één figuur. Een geschikt venster is Xmin = 0, Xmax = 12, Ymin = 0 en Ymax = 30000.
3p 2 Hoeveel bezoekers had de mobiele website op 1 april 2014? Hoeveel bezoekers had de reguliere website toen?
3p 3 In welke maand was het aantal bezoekers per dag op de reguliere website voor het eerst minder dan 5000 meer dan op de mobiele website?
2p 4 In welke maand hadden beide websites evenveel bezoekers per dag?
4p 5 Op welke dag had de reguliere website voor het eerst minder dan 23000 bezoekers? Hoeveel bezoekers had de mobiele website die dag?
ZIEKTEVERZUIM
In de tabel zie je gegevens over het gemiddeld aantal dagen ziekteverzuim per jaar van werknemers in Nederland. Er zijn gegeven opgenomen over twee leeftijdscategorieën.
GEMIDDELD AANTAL DAGEN ZIEKTEVERZUIM PER JAAR
jaar 2005 2010 2013
15 - 25 jaar 5,0 7,5 7,0
55 - 65 jaar 10,5 11,0 10,4
3p 6 Bereken met behulp van lineair interpoleren het gemiddeld aantal verzuimdagen per jaar van 15 - 25 jarigen in 2007.
3p 7 Bereken met behulp van lineair interpoleren het gemiddeld aantal verzuimdagen per jaar van 55 - 65 jarigen in 2009.
4p 8 Bereken met behulp van lineair extrapoleren het gemiddeld aantal verzuimdagen per jaar van 55 - 65 jarigen in 2045. Geef commentaar.
© NOORDHOFF 2015 OEFENTOETS HAVO A DEEL 1 HOOFDSTUK 3 2
HUISHOUDBOEKJE
Familie Franken houdt in een huishoudboekje bij waar ze hun geld aan
uitgeven. In de tabel staat hoeveel er in 2014 aan verschillende kostenposten is besteed.
UITGAVEN IN 2014
kostenpost uitgaven in euro’s
wonen 13080
boodschappen 5783
vakantie 4261
zorg 3775
uitgaan 3374
sport 1768
totaal 43057
3p 9 Voeg een kolom toe met de gemiddelde uitgaven per maand. Rond af op gehele euro’s.
3p 10 In 2014 werd 65,2% van de totale kosten aan sport door de familie Franken uitgegeven aan de tennisvereniging.
Hoeveel procent is dat van de totale uitgaven in 2014?
2p 11 Geef de formule die hoort bij het berekenen van een relatieve verandering.
3p 12 In 2013 gaf de familie Franken gemiddeld 3362 euro per maand uit.
Met hoeveel procent zijn de totale uitgaven voor de familie Franken in 2014 gestegen ten opzichte van 2013?
3p 13 Ten opzichte van 2010 zijn de totale uitgaven per jaar van de familie Franken in 2014 met 13,9% toegenomen.
Wat waren de totale uitgaven van de familie Franken in 2010?
4p 14 In 2014 gaf de familie Franken 92,2% van hun inkomsten uit. De rest werd op een spaarrekening gezet.
Hoeveel euro heeft de familie Franken in 2014 gespaard?
3p 15 Neem aan dat de totale uitgaven per jaar vanaf 2014 elk jaar met 1,6%
zullen toenemen.
Wat zullen de totale uitgaven per jaar zijn van de familie Franken in 2020?
© NOORDHOFF 2015 OEFENTOETS HAVO A DEEL 1 HOOFDSTUK 3 3
VERKEERSBOETES
Een politiecorps heeft de afgelopen jaren bijgehouden hoeveel verkeersboetes er door hen zijn uitgeschreven. Ook hebben ze het gemiddelde boetebedrag per jaar bijgehouden. De resultaten van 2008 tot en met 2014 zie je in de figuur.
2p 16 Hoeveel verkeersboetes zijn er in 2012 uitgeschreven?
3p 17 Wat was het totale bedrag dat in 2010 aan verkeersboetes werd uitgeschreven?
2p 18 De grafieken snijden elkaar een aantal keren.
Heeft het snijpunt in het jaar 2011 een praktische betekenis? Licht je antwoord toe.
3p 19 In welk jaar was het totale bedrag dat aan verkeersboetes werd uitgeschreven het hoogst? Hoe hoog was dat bedrag?