• No results found

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

MAANDORGAAN

JONG GELEERD IS OUD GEDAAN

Door thans een klein bedrag per maand te sparen, kunnen wij U straks het benodigde kapitaal verstrekken om een EIGEN HUIS te bouwen of te kopen.

Vraagt vrijblijvend inlicht.ingen:

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N.V. Bouwkas "Rohyp"

Gebouw "Atlanta"

S•adlaouderskade 6, Adam• W.

Verwachtingen die wij jongeren zullen mogen beschamen

nimmer

Overpeinzing bij

"Jeugd van

De tentoonstelling "Jeugd van Nederland'',

di~ op het ogenblik ·in het R.A.I.-gebouw te Ams,terdam wordt gehoude~ vormt onge- twijfeld een dankbaar onderwerp om op deze ,Plaats eens nader onder de loupe te worden

genomen.

Immers, zij appelleert niet alleen aan het gevoel van verantwoordeli,)'kheid en belang- stelling der ouderen, doch evenzeer - en zeker niet in de ·laatste plaats - spreekt zij tot de jeugd zeit.

De bekende A.msteroamse tentoonstelling houdt ten nauwst.: verband met vraagstukken die ons zelf aangaan. Zij doet een beroep •op het gehele Nederlandse volk zich te interesseren voor de problemen die de jeugd in de ruimste zin des woords, beroeren.

Van die jeugd vormen ook wij een onderdeel

· en daarom kunnen wiji ons• slechts oprecht ver- heugen, dat door middel van deze tentoonstelling de belangstelling van ons volk voor de vraag- stukken die betrekking hebben op de Nederlandse

jeugd in zijn .geheel, op ·een energieke wijze worot wakker geschud.

Alleen komt hier de vraag op, of de naam van de tentoonstelling juist is gekozen, aangezien het begrip "jeugd" niet noodzakelijker wijze het be- grip "jongeren" behoeft in te sluiten. Spreken wij over de "jeugd" dan denken wij meestal aan de leeftijd tot ong'eveer •18 jaar. Boven deze leeftijds- grens tot ongeveer 25 jaar vindt men de groep die niet meer als "jeugd" doch als "jongeren"

wordt bestempeld.

Wie de tentoonstelling heeft bezocht, zal het inmiddels duidelijk zijn gewo!'den, dat zij zeer zeker niet alleen de "jeugd", doch evenzeer de groep der "jongeren" op het oog heeft gehad.

Wij willen ocrJ.S echter niet verliezen in een haar- kloverij ten aanzien van een begrip of definitie, hoofdzaak is en blijft, dat de tentoonstelling

"Jeugd van Nederland" zowel voor de ,,jeugd" als voor de "jongeren" van een zeer grote betekenis moet worden geacht.

In het licht der schijnwerpers

Plotseling zijn de schijnwerpers op ons ge- richt en, nogmaals, wij mogen hiervoor zeer er- kentelijk zijn. Het geeft een gevoel van zich niet alleen te weten in zijnJ moeilijkheden, een gevoel ook van erkenning, maar daarnaast - en dat is

BUSSINK

DEVENTER I{OEii

pikante~

fijne kruidensmaak

de tentoonstelling Nederland'"

wel zeer !belangrijk - een gevoel van verant- woovdelijkheid.

Immers, hij die zich in de belangstelling van de openbare mening ma.g verheugen, kan er van verzekerd 1zijn, dat zijn doen en laten nauwkeurig wovdt gadegeslagen en dus mogelijk wordt be- critiseerd. iDit brengt nu eenmaal onvermijdelijk bepaalde consequenties met zich mee, waaronder wijt de vraag zouden will~n rekenen: "Hoe is het met onze jeugd of met onze jongeren eigenlijk

gesteld?" ·

Nu wij inderdaad tot een bepaalde .groep van ons ·vollt :wotden ger~:kend e.o. o<"k als zodanig worden erkend, .geeft dan de houding die wij als groep aan ·de dag leggen ook werkelijk redenen tot tevredenheid of is er aanleiding tot zelf- critiek?

Het ligt niet in onze bedoeling binnen het raam van deze beschouwing op deze belangrijke vragen een, antwoord te geven. Wij hebben deze vragen slechts gesteld om bij ieder jongere het gevoel wakker te schudden, dat hij niet "zo maar" be- hoort te leven, doch dat, integendeel, de erken- ning van de jeugd en de jongeren als .groep, als ondevdeel van onze bevolking, een bepaalde le- venshouding veveist.

De tentoonstelling te Amsterdam heeft het nog eens duidelijk bewe•zen, dat, wij niet los van de samenleving woroen gezien, doch dat el! aan ons wordt geloofd en dat ·er! ook iets van ons wordt verwacht.

Een Koninklijk woord

I

n dit verband isJ het van het grootste belang nog eens naar het Koninklijke woord te luisteren, dat door onze Vorstin bij de opening van de ten- toonstelling werd uitgesproken.

"Het is goed," aldus zeide Zij, "om te mid- den van de brandende vraagstukken van deze tijd onze aandacht te mogen ge:ven aan deze tentoonstelling V·OOr de jeugd. Alles staat of valt immers met de geestkracht van onze jeugd, Het behoort tot onze verantwoordelijkheid om onze jeugd de •beste kansen te geven, die wij hun ge:ven kunnen. In de stvoomversnellingen van: deze tijd, waarin geen enkel heilig huisje op geen enkele grond wordt gespaard, is het onze taak: om de aankomende levens in onze maatschappij sterk te leren staan. Moge het ons ,gegeven zijn onder Gods ·zegen de jeugd te helpen haar houding te bepalen."

W·elnu, hij die deze prachtige wooi'den ernstig op zich laat inwerken en tracht de ware zin ervan te verstaan, zal spoedig tot de conclusie moeten komen, dat zij niet alleen een beroep doen op de ouderen, ·doch evenzeer op de jongeren zelf.

"Alles staat of valt met de geestkracht van de Jeugd". Dit betekent o.m. dat de jongeren mede zelf deze geestkracht moeten opbrengen, dat zij zelf mede aan hun toekomst moeten denken en dat zij zelf verantwoordelijkheid moeten leren dragen.

Dit is ongetwijfeld ee:Q ernstig thema, dochi het kan goed zijn juist "temidden van de brandende vraagstukken van deze tijd" hierover eens rustig na te denken. Want als de Koninklijke rede ons één ding duidelijk heeft .geleerd, dan is het wel, dat er van ons iets wordt verwacht en deze ver- wachtingen zullen wij, nimmer, noch als persoon, noch als groep mogen beschamen.

Daarom mogen de woorden van Koningin Juliana ook ons jongeren tot ernstig nadenken stemmen en ons opwekken niet louter en alleen te zien naar ontspanning en genoegen. Zeker, aan dit laatste mag een zeer ruime plaats worden in- geruimd, maar daarnaast .wacht ons toch een be- langrijke ta?'k die wij zullen hebben te volbrengen, niet alleen m. het •belang van onsz·elf, maar mede in het belang van de samenleving, waarvan wij.

zulk een belangrijk onderoeel qitmaken.

Onze plaats

Welke plaats de jeugd als onderdeel van de Nederlandse samenleving naar het getal inneemt is op de

tentoonstellin~

te Amsterdam nauwkeu:

rig becijferd.

Hieruit blijkt o.m. dat 45% van ons volk tot de jeugd moet wol'den gerekend. Om nog enige sprekende voorbeelden te noemen: Er zijn 268.000 zuigelingen (2.8%) d.w.z. evenveel als er inwoners zijn in Eindhoven, Delft en Schiedam bij elkaar.

Het totaal aantal kinderen van 1 tot 6 jaar be- draagt 997.000 (10.3%), d.w.z. evenveel als er mensen wonen in Groningen, Friesland benevens Apeldoorn. Er zijn 1.487.000 schoolkinderen van'6·

totJ 15 jaar: (15.4%) overeenkomende met het in- wonertal van Rotterdam, Den Haag en Tilburg.

Het aantal jongeren vanJ 15 tot 20 jaar bedraagt 819.000 (8.5%) dit is evenveel als het inwoner- tal van Amsterdam. Tenslotte zijn er 796.000 jongeren in de leeftijd van 20 totJ 25 jaar (8.3%) d.w.z. evenveel als er inwoners zijn in Overijsel p1us de stad Haarlem.

Deze cijfem mogen vele jongeren een inzicht geven welke plaats zij in de Nederlandse samen- leving naar het getal innemen. Doch het is hier·

niet het getal dat beslist. Tenslotte gaat het om de kwaliteit die door dit getal wordt vertegen- woordigd.· En op deze kwaliteiten komt het aan.

Wij J.O.V.D.-ers hebben ons welbewUst tot taak ,, gesteld de kwaliteiten op een behoorlijk niveau te brengen en ons., .streven kan niet juister worden gezien dan tegen de achtergrond van de treffende woorden door onze Koningin uitgesproken, dat

"alles staat of valt met de geestkracht van de jeugd."

Welnu, :wij J.O.V.D.-ers willen die geestkracht versterken en11aankweken in de sfeer van het be- grip voor de wel zeer belangrijke levensvoorwaar- den van de werkelijke vrije mens te weten: Vrij- heid, Democratie, Verdraagzaamheid en Sociale Rechtvaardigheid.

Nimmer nog werden wij in dit streven zo ge- sterkt als door de' zo even genoemde Koninklijke rede.

Moge zij ook in onze eigen gelederen tot ernstig nadenken stemmen ·en moge zij er aldus mede toe bijdragen dat onze lang niet makkelijke taak tot een goed einde wordt gebracht. G. St.

(2)

Over het kasboek van

onze VOlkshuishouding

Internationaal betalingsverkeer een veelbewogen historie

heeft

Geld en toch zorgen

Reeds in de periode voor Quesnay en Smith werden door schrijvers incidenteel economi- sche problemen 'behandeld. Voor- al door practici werden geschrif- ten uitgegeven, welke bepaalde economisch-politieke rnaaregelen voorstonden. Eén dier vraagstuk- ken, welke thans wel één van de neteligste is geworden, ts het probleem van de betalingsbalans.

In de 17e en 18e eeuw nam men tal van ·economisch-politieke maatre,ge- len, welke men; later de doopnaam van het Mercantilisme heeft •gegeven.

De leidende gedachte van deze maat- regelen was: "Hoe kan de volkshuis- houding tot de hoogste bloei komen.

Welnu men tracht zoveel mogelijk te exporteren en zo min mogelijk te im- po!1teren ·en hierbij beperke men zich rrog tot de benodigde grondstoffen.

Men verbiedt de uitvoer van .goud en zilver. Men ·bevordert de nationale scheepvaart door buttenl:anders te verbieden anders. dan eigen produc- ten aan te voeren (Bekend is de voor de Nederlanders zo nadelige Acte van Navigatie van 1651 in Engeland).

Men monopoliseert de handel eni de scheepvaart op de koloniën (De Oost- Indische Compagnieën in Engeland en de Republiek der Nederlanden).

Men bevordert de eigen industrie des- noods met overhetdssteun of door het verlenen van exportpremies."

Vooral F11ankrijk (de industrie tij- dens het bewind van Minister Colbert onder Louis XIV), Engeland (de scheepvaart, en de handel) en de Re- publiek der Verenigde Nederlanden

(koloniale handel) pasten dit recept, bekend onder: het streven naar een gunstige of "actieve" handelsbalans, naarstig toe met het doel als tegen- waarde voor het exportoverschot een invoer 1:e be~verkstelligen van goud en zilver, immers het buitenland! zat met een invoeroverschot uit Frank- rijk en Engeland en wegens gebrek

·aan Franse en Engelse "deviezen"

moest men wel betalen in de enige in- ternattonaal 1aanvaa11de ruileenheid:

goud subs. zilver.

Als wijlen Shylock

Zou een land hiermede tot in het ongerijmde mee voortgaan, dan zou het als wijlen Shylock op het laatst op een hoop •goud ·en zilver zitten, waarmede in theorie een fabelachtige

"rijkdom" is verzameld, maar in de praktijk door de gestadige onthouding moeilijk kan worden gesproken van welvaart. Verder zou nog moeten worden afgewacht, in hoeverre het buitenland uiteindelijk in staat :rou zijn alsmaar goud en zilver af te 'ge- ven. Hoewel in theorie voor de Mar- cantilist de handelsbalanstheorie hiermede af was, deed men i!\ de praktijk! dingen met het goud, welke de latere theoreticus deed grijpen naar het ruimere begrip "betalings- balans". Met het goud werden n.l. o.a.

huurlegers betaald, die voor de Mer- cantilistische staten nieuwe gebieden veroverden, waardoor het afzetgebied voor de binnenlandse industrie of handel we.ro vergroot. Dit •systeem, dat tegenwoordig moeilijk is te ver- wezenlijken, zonder in: conflict te ko- men met begtippen als koloniale uit- buiting, etc., geeft ·echten aan de in- ternationale handel en het mternatio- nale betalingsverkeer •een aspect, wel- ke niet kan iWOl'lden verklaard door de handelsbalanstheorie.

Hier landen we aan bij de "beta-

lingsbala!lB". De boeken wemelen van de definities, maar het beste is de betalingsbalans te zien als het "kas- boek van de huishoudportemonnaie van de volkshuishouding". Immers wil de volkshuishouding iets kopen in het ,buitenland, dan zal ze moeten zorgen, dat er tevens middelen bin- nenkomen, waarmede kan wovden be- taald. De mogelijkheden om aan het buitenland te betalen zijn er vier in getal:

Vier methoden

1e. Men verkoopt aan het buiten- land! goederen, met de opbrengst be- taalt men;

2e. Men bewijst aan het buitenland diensten (handelsbemiddeling, scheepvaartdiensten, toeristendien- sten dividendontvangsten voor kapi- taalsdiensten, etc.), met de opbrengst betaalt men;

3e. Men betaalt in goud;

4e. Men betaalt voorlopig niet, of anders gezegd men sluit een buiten- landse lening, terwijl het ook nog mo- gelijk is, dat het buitenland belang- stelling heeft voor een binnenlandse industrie en hiervoor kapitaal ver- schaft. Men verkrijgt op deze wijze buitenlandse betaalmiddelen, waar- . mede men dus ook betaLingen kan ver

richten.

De hiermede corresponderende on- derdelen van de betalingsbalans zijn:

de handelsbalans, de dienstenbalans, de goudbalans en de kapitaalbalans.

En nu komen we tot de moeilijkhe- den van ·thans. Voor de oorlog 1914- 1918 kon men spreken van een gemak- kelijk lopend handels- en betalings- verkeer. Men kon zijn bestellingen van goederen plaatsen, waar men wilde in het buitenland, en de beta- lillig kwam, mits men maar zelf be- schikte over genoeg geld, ook terecht.

Weliswaar was, het gehele internatio- nale mechanisme ingewikkeld genoeg, maar daar bemerkte men toch per- soonlijk weinig van.

In de goede oude tijd

In die goede oude tijd vóór 1914 hadden landen als Nederland en En- geland een ongunstige of "passieve"

handelsbalans, d.w.z. deze landen had- den een invoeroverschot, maar dit be- taalden zij uit hetgeen zij ontvingen uit een gunstig of actief dienstenver- keer, grotendeels bestaande uit inte- resten van kapitalen, uitgezet in Noord- en Zuid-Amerika, de koloniën, Duitsland, etc. Nederland en Enge- land waren grotendeels renteniers of

"crediteurlanden" tengevolge van de vele en grote buitenlandse investe- ringen. De Verenigde Staten daaren- tegen had een actieve handelsbalans, maar een grotere passieve diensten- balans tengevolge van de vele divi- dend- en intrestbetalingen aan het buitenland, terwijl b.v. ook de !Scheep- vaart op de Ver. Staten vrijwel ge- heel in handen was van buitenlandse scheepvaartmaatschappijen. Het na- delige saldo van beide balansen werd grotendeels gedekt door de uitvoer van\ .goud (in de Ver. Staten werden gmte goudvelden gevonden) ·en door het opnemen van 'buitenlands kapi- taal. Dit kapitaal vooral had dit land nodig voor de opbouw van een indus- riële outillage, welke de snel groeien- de be.volkirrg (rne:n denke aan de im- migratie van grotendeels volkomen

"bezitloze" landverhuizers) kon op- vangen.

In deze periode was ihet internatio- nale !betalingsverkeer multilateraal, d.w.z., dat men overal ter wereld de

nodige v11eemde betaalmiddelen of deviezen kon verkrijg.en, waardoor de internationale handel krachtig werd gestimuleerd. (De techniek van dit internationale betalingsverkeèr en de rol, welke de gouden standaard hier- bij heeft gespeeld, laat ik hierbij on- besp!1oken).

Na de eerste wereldoorlog

Na de eerste wereldoorlog veran- del1de het aspect wel .gehe·el. Direct al begon! het grote Rusland een afzon- derlijk bestaan; de grenzen wevden hermetisch .ge.sloten en de Sowjet- regering begon aan de economische opbouw V3!n het land op een wijze.

welke voor millioenen Russen diepe ellende meebracht. Het land was uit- geput door de oorlog •en de revolutie, industrie ·bezat het land practisch niet. Om deze industrie op te bou- wen stonden dit land verschillende wegen open, t.w.: het aantrekken van buitenlands kapitaal, het verlenen van concessies aan buitenlanders voor de ontginning van vele bodem- rijkdommen (beide methodes voor een snelle opbouw) of het bevorderen van de export van landbouwproduc- ten (Rusland was de korenschuur van Europa), met de opbrengst waarvan de invoer zou kunnen wor- den betaald van kapitaalgoederen

(machines, werktuigen) naast ·een geleidelijk aan krimpende invoer van de voor de bevolking benodigde ver- bruiksgoederen (methode van de ge- leidelijke industrialisatie). Deze me- thodes negeerden de Russische rege- ring, zij; ging zelfs. zover, dat zij de buitenlandse bezittingen in het Sow- jet-gebied eenvoudig naastte zonder enige vergoeding, waardoor vele 'bui- tenlandse bele1ggers met hun Russi- sche aandelen nog maar alleen hun kamerwanden konden behangen. Wel voevde Rusland nog granen en hout uit om hierdoor de invo·er van kapi- taalsgoederen mogelijk te maken en buitenlandse expel'lts te kunnen beta- len, maar de invoer van de nodige verbruik·s,goederen bleef achterwege, waavdoor het nodig wevd de industrie geheel op te bouwen op eigen kracht, d.w.z. zeer 'slecht betaalde arbeid of gratis arbeidi (wat millioenen in con- centratie! kampen bracht) en reduc- ti-e van de bevolking (waarvoor de totale uitputting van de concentratie- kampbevolking automatisch zo~gde,

benevens de nodige "zuiveringen").

Internationaal bekeken leidde Rus- land vrijwel een kluizenaarsbestaan.

Duitsland als concurrent

M3!ar ook andere landen kwamen door de oorlogsuitputting voor :grote moeilijkheden te staan. Duitsland, dat de oorlog had verloren, moe.st grotè herstelbetalingen verrichten, terwijl het binnenlands vermogen aanmerke- lijk was geslonken door de oorlog.

Maar de ·industriële capaciteit was nog intact .en de productie werd weer zo spoedig mogelijk opgenomen en gericht om de nodige betaalmiddelen

t~ verkrijgen v·oor de betaling der henstelbetalingen. Tegen deze stroom van ,grotendeels beneden de wereld- prijs liggende producten begonnen V'ele landen belemmeringen op te wer- pen, waardoor Duitsland weer voor ni·euwe moeilijkheden kwam te zitten.

Weliswaar trachtte het ·buitenland het toestaan van de Dawes- en Young-leningen het land enig soulaas te :gevelli voor zijn herstelbetalingen, maar de 'betalingsmoeilijkheden, vooral na .het invallen van de crisis na 1929, werden voor het land zo groot dat het maatregelen nam om de internationale betalingen te regle- menteren, m.a.w. het 1ging ov·el' tot het 'systeem van de "deviezencon- tróle", Een voorbeeld, dat vele lan- den volgden.

Samenvatting

Vatten we de periode tuss.en 1918 en 1940 ·Samen, dan zien we, dat m1et uitzondering van Rusland over de ge- hele w:ere1d de internatiorlale handel

•en het internationale betalingsver- keer op multilaterale basis zich aan- vankelijk handhaafde, maar naarma- te .steeds meer landen in moeilijkhe- den kwamen,, werd dit systeem door- kruist door unilaterale of eenzijdige

en bilaterale maatregelen. Landen als Engeland en Nederland .bleven in deze periode nog crediteurlanden, maar de Ver. Staten waren tengevolgde van de enorme leveranties in de 1e we- I1e1doorlog van debiteurland, even- eens een crediteurland geworden.

Weliswaar waren nog enorme buiten- landse kapitalen in het land gelnves- teevd, maar op zijn beurt had dit land enorme kapitalen geïnvesteevd in Zuid-Amerika, Afrika en Azië.

Over de huidige periode een volgen- del keer.

J. G. Th. LINSSEN, ,ec. drs.

Graaf Stephan Bethlen t

Een waar strijder voor de vrijheid.

De strijd achter het ijzeren gordijn is er niet een van Moskou tegen Rome, maar van het communisme te- gen alle andere richtingen.

Verschillende oorzaken! leiden er toe,.

dat de leiders der Rooms-katholieke kerk in de landen achter het ijzeren gordijn veel aandacht genieten in de Westeuropese pers. Toch wil dat niet zeggen, dat het verzet tegen het com- munisme alleen door de Rooms-katho- lieken ,geboden wordt. In de martel- kampen der communisten vinden waarlijk niet alleen katholieken de dood, maar ook; tal van democraten, die wij ,gerust onze geestverwanten mogen noemen. Met smart vernamen wij uit het Hongaarse emigrantenblad

"Corrier de !'Occident", verschijnen- de te Parijs, da~ de grote Hongaarse staatsman graaf Stepban Bethlen in Januari 1948 in een gevangenis in de omgeving van Moskou is overleden.

De communisten hebben tot dusver het bericht van de dood van deze zeer geëerde minister geheim weten te houden, bevreesd als zij ongetwijfeld waren, dat het tot op11oerigheid aan- leiding zou geven.

Bethlen was . de belangrijkste. Hon-..

gaarse .staatsman in de tijd tussen beide wereldoorlogen. Hij zag zijn voornaamste taak· in het herstel en de versteviging van constitutionele toestanden. Deze taak was bijzonder · zwaar, daar het land ondermijnd was door de anarchie . van de nederlaag, verarmd door Roemeense be·zetting en verscheurd door de terreur van de communist Béla Kun en het extre- misme van de nationalistische· reactie op die terreur. Niettemin slaagde hij erin, zijnJ taak tot een goed einde te brengen, ten dele dank zij een lening van de Volkenbond.

Zijn 'buitenlandse politiek was ge- kenmerkt door oriëntatie op het Wes- ten :en een voortdurende waakzaam- heid ten aanzien van de communisti·

sche bedreiging. "Wij moeten onze kracht hersteld hebben, voordat Mos- kou een grote bedreigende en alles verzwelgende macht wordt", ,zei hij reeds ini 1923. Hij meende steun ge- vonden te hebben tegen het commu- nistische imperialisme in een samen- werking inet Oostenrijk en Italië.

Toen .in Duitsland Hitier aan de macht kwam, nam Bethlen duidelijk stelling tegen het nationaal-socialis- me. In 1943 keerde hij zich, tijdens een proces, met zoveel vuur tegen de nationaal-socialistische tirannie, dat zijn getuigenis de gehele openbare mening in beweging bracht en men voor 'zijn leven vreesde. Zijn martelaar- schap· begon echter pas na de oorlog, toen hij in communistische handen viel en hij naar Rusland overgebracht werd. Drie jaar na zijn deportatie overleed hij daar, ver van zijn vader- land.

Vol eerbied ,gedenken wij deze grote democraat en protestant. De el- lende van onze geestverwanten ach- ter het ijzeren .gordijn spoort ons aan, niet te verslappen in onze overtuiging dat de mens geroepen is, dn vrijheid te Ieven:.

(3)

DRIE BELANGRIJKE PUNTEN

VAN JOHN MA YNARD KEYNES

Bestuurs~

en bevolkingsvraagstukken tot dusverre te veel op de achtergrond

Regeringstaak zwaarder

In aansluiting op ons artikel over de bekende Engelse• econoom Keynes (zie o!llS vorLg nummer) willen wij tot slot iets zeggen! over het tweede ge- deelte van zijn. verhandeling.

Hierin noemt Keynes een aantal vraagstukken op, die algemeen be- langstelling vinden en dringend om een oplossing vragen. Het program der liberalen moet zich richten op deze dingen, en niet op de historische uitspraken van het liberalisme.

Van de vijf punten, die Keynes in 1925 opsomde, lijken ons de volgende drie nog altijd van overwegend be- lang, ook voor ons volk:

1. Bestuursvraagstukken.

2. Bevolkingsvraagstukken.

3. Economische vraagstukken.

Ad 1. De regering zal steeds méér taken op zich moeten nemen dan in vroeger tijd. Hiervoor zijn ministers en · volksvertegenwoordiging onge- schikt. Wij zullen moeten decentra- liseren en delegeren (aan anderen ta- ken overdragen) waar we maar kun.

nen, en in het bijzonder zullen er al- lerlei half-onafhankelijke verenigin- gen en bestuursorganen in het leven geroepen moeten worden, waaraan de plichten van het bestuur, nieuwe en oude, zullen worden toevertrouwd, zonder echter in:breuk te maken op het democratische beginsel van de uiteindelijke ·zeggenschap vari de volksvertegenwoordiging.

Ad 2. De bevolkingsvraa.gstukkim vormen zelden het onderwerp van een openbare bespreking, terwijl ze toch van de grootste sociale betekenis zijn. Enkele zijn ten nauwste betrok- ken bij bepaalde economische quaes- ties. Geboorteregeling en het gebruik van contraceptieven, huwelijkswetge- ving, de behandeling van sexuele mis- dragingen en afwijkingen, de econo- mische toestand van de vrouw, de ecqnonrische toestand van het gezin - in al deze dingen zijn de bestaaride wetsbepalingen orthodox en middel~

eeuws en helemaal losgeraakt van de meningen en gebruiken in beschaafde kringen en geheel tegengesteld arun wat de mens·en, beschaafd of onbe- schaafd, onder ellçaar als particuliere mening te kennen geven.

moet bemoeien met de omvang van het leger of de grootte der posten~ op de begroting. De positie van de loon- tvekkende vrouwen en de gedachte van het gezinsloon raken niet alleen de .status van vrouwen, maar stelt ook de gehele quaestie aan de orde of lonen zouden moeten worden vastgesteld door de krachten van vraag en aambod in overeenstemming met de orthodoxe theorieën van

"LaiJSsez-faire" of dat we xnoeten be- ginnen de vrijheid dezer factoren te beperken onder verwijzing naar wat juist en redelijk is onder de omstan- digheden.

Ad 3. In de' ge,schiiederns van het .mo- derne economische leven ziet Keynes de ontwikkeling van drie trappen: het tijdperk van de schaarste, van de overvloed, en van het vaste even- wicht. Het tijdperk van schaarste kent een minimum aan persoonlijke vrijheid en •een maximum aan com- munistisch, feodaal of staat.singrij- pen. Het was het gewone stelsel in de vijftiende eTI< zestiende eeuw en in tijden van geweld, oorlog en 'bijgeloof.

Daa=a kwam het tijdperk van over- vloed met ·een maximum aan persoon- lijke vrijheid en een minimum aan 11echtstreeks overheidsingrijpen. De rantsoenering maakt plaats voor per- soonlijke overeenkomsten. In de ze- ventiende en achttiende eeuw vocht men .zich eelll rweg uit de knelling der schaarste' naar 'de vr~ie lucht van de

overvloed en in de negentiende eeuw mondde dit tijdperk uit in de roem- ruchte overwinningen van het "Lais- sez-faire" in het historisch liberalis- m·e.

Maa11 nu zijn we het derde tijdperk binnen .getreden, dat :van het vaste eveD(Wicht, het alternatief voor Marxistisch communisme. Nu wordt de persoonlijke vrijhe.Ld verminderd en aangetast door ovevheidsmaatre- gelen, maar voornamelijk door ge- meenschappelijk optreden, al of niet geheim en willekeurig, · van vereni- gingen, licihamen, bonden en andere gemeenschapplijke bewegingen van fabrikanten, handelaars, arbeiders, boerelllJ en bankiers. De overgang VBin economische runarchie naar een stelsel dat vastbesloten streeft naar beheer- sing ·en richting der economische krachten in, het belang van sociale ge- re'chtigheid ·en sociaal vast evenwicht zal onoverzie:nlbare technische en staatkundige moeilijkheden met zich mee brengen.

Keynes meent niettemin, dat het

·nieuwe liberalisme de roeping heeft, de oplossing te zoeken. Onze tijd staat voor het probleem de drie vol- gende dingen met elkaar in overeen- ,stemming te brengen: economische doelmatigheid, sociale gerechtigheid en persoonlijke vrijheid. Economische doelmatigheid vraagt kalme beoorde- ling, vooruitzien en technische ken- nis. Sociale gerechtigheid vereist 'een onzelfzuchtige en enthousiaste gees- tesgesteldheid met liefde voor de ge- wone man.

Persoonlijke vrijheid veDgt ver- draa.gzaamheid, ruime blik, waarde- ring voor de voortreffelijkheden van verscheidenheid en onafhankelijkheid, die boVIen alles de voorkeur geeft aan de :verschaffing van onbelemmerde kansen aan de uitzonderlijke en streve!llde krachten. K•eynes meent,

Laat niemand zich met de gedachte misleiden, dat deze dingen enkel een kleine gestudeerde groep raakt. Laat.

memrund veronderstellen, dat het de werkende vrouw zou zijn, die ,geschokt zou worden door de gedachten over geboorteregeling of een he·rziening van de echtscheidingswetgeving. Voor hen betekenden deze dingen nieuwe vrijheid, bevrijding uit de onverdrage- lijkste dwingelandij. Een partij, die deze dingen open en verstandig op haar vergaderingen zou .bespreken, zou een nieuwe en levendige belang- stelling in het kiezersV~olk ontdekken, omdat de politiek zich dan weer zou inlaten met dingen, waarmee ieder- een op de hoogte wil zijn en die ieders

eigen leven diep beroeren.

Vit zijn de Koninklijke Cacao- en Chocoladefabrieken van

dat het tweede bestanddee~ het beste bezit is van de proletarische partij;

maar het ·eerste en derde· vereisen de krwaliteiten van de partij, die door traditie' en oude sympathie steeds de bakermat is geweest van economisch individualisme en sociale vrijheid.

&.

DENK OM DE DEVIEZEN

Over studiereizen naar Amerika · Het Bureau Zakenreizen van het"

Ministerie van Economische Zaken, J. P. Coenstra;at 20!22, 's-Gravenhage, vestigt de aandacht 'er op, dat in ver- band met de huidige précaire devie- zenpositie, voor het financieren van studiereizen nBiar de Verenigde Sta- ten - waar mogelijk - gebruik zal moeten worden gemaakt van de dol- larmiddelen, welke in, het kader van de zgn. "technica! assistance" onder het Marshall-plan door E.C.A. be- schikbaar worden gesteld.

Dit brengt mede, dat bij genoemd Bureau ingediende aanvragen ter ver- krijging van deviezenreisver.gunnin- gen in dollars, ten behoeve van stu- diereizen naar de V.S. mede moeten worden behandeld door Nederlandse instanties en E.C.A. in Washington.

Hiermede is uiteraard meer tijd ge- moeid dan met het behandelen van aanvragen ten behoeve van normale zakenreizen.

Het Bureau Zakenreizen maakt in verband met het. bovenstaande be- kend, dat aanvragen ten behoeve van.

studiereizen naar de V.S. tenminste 2-3 maanden vóór de datum van vertrek moeten worden ingediend.

Bij niet inachtnemen van deze termijn loopt men ernstig risico dat de benodigde deviezen op de voorge- nomen datum van vertrek nog niet beschikbaar zullen zijn.

Deze vraagstukken sluiten nauw aan bij economische onderwerpen, die men niet krun ontlopen. Geboorte- regeling heeft enerzijds te maken met de vrijheid der vrouw, maar ander- zijds met de plicht van de staat zich te bemoeien met de omvang van de bevolking, net zo als de staat zich

DE ERVE H. DE JONG N.V. te Wormerveer

waar o.a. de STRO JA en de HAGELSLAG CHOCOLADE (de enige echte) gemaakt wordt.

, ________________________________________________ J

(4)

c Wij vragen de aandacht voor:)

VROUWEN IN HEl~ BEDRIJF

en zo ontstaat hier dan weer een maatschappelijk gevaar, dat geens- zins mag worden onderschat. De taak van de gehuwde vrouw is zeker in de eerste plaats het gezin. Het is een hoge taak, vooral als, die door de vrouw ook als hoog wordt opgevat, indien zij haar met lie:l)de vervult en niet als een1 straf of als een zware last beschouwt.

Een belangrijk probleem, dat vooral ook de aan-

dacht van de jongeren vraagt

Als wij dus spveken van de arbeid van de vrouw in het bedrijfsleven dan hebben wij voornamelijk op het oog de werkkring van de ongehuwde vrouw of desnoods van de .gehuwde vrouw zonder kinderen.

TEN STRIJDE TEGEN VOOROORDEEL

Wie het ·bekende boek van Jo van Ammers-Küller, "De Op- standigen", heeft gelezen, heeft zich een beeld kunnen vormen van het diepgewortelde vooroor- deel, dat in de loop van een 150 jaar moest worden overwonnen, om aan de vrouw een plaats in de maatschappij te verzekeren.

Het vcooroordeel, dat zich vast- klampte aan de gevestigde opvatting, dat dei plaats 'Van de vrouw de huis~

houding is, niet alleen van de gehuw- de, maar ook van het meisje. De om standigheden hebben gewild, dat de vrouwen, die vcochten voor de erken- ning van maatschappelijke gelijkge- . rechtigbeid van de man en de vrouw,

in de eerste tientallen jaren, zelf meestal afschrikwekkende voorbeel- den waren voor de spotzieke me- nigte. Immers, die pioniersters waren veelal vrouwen, die de eerste jeugd waren gepasseerd en tot de groep -ge- rekend werden van de "oude vrij- sters". De geestdrift waarmee zij streden ontaardde dikwijls in gebrek aan -evenwicht en de argumenten, die werden gebruikt klonken niet steeds overtuigend. Men hèrinnert zich mis- schien nog wel de verhalen, die in omloop zijn over de Engelse suffra- gettes, die de ministers !buiten op- wachtten e~ hen met allerlei scheld- woorden overlaadden en die ook dik- wijls handtastelijk werden.

Maar men heeft die dingen nu een- maal te zien in het licht van de tijd,

~aarin zij gebeuren en wij moeten viiiet vergeten, dat de domme onver-

zettelijkheid, die zulke strijdsters op haar weg ontmoette, haar prikkelde tot allerlei buitensporigheden, waar- over wij nu smakelijk lachen. Maar met dit a~ hebben! zij toch goed werk verricht en zij hebben de geest van de mens rijp gemaakt voor veel ge- zondere. opvattingen over de maat- schappelijke verhoudingen tussen de beide sexen.

Laten wij op de voorgrond stel- len, dat, nu de vrouw eenmaal haar plaats heeft veroverd in het maatschappelijk leven en nu haar arbeid in zeer vele bedrijven een gewoon verschijnsel is geworden, de practijk heeft aangetoond, dat voor bepaald werk de vrouwelijke werkkracht zelfs veel meer waard is dan de mannelijke.

Het zou dus voor de pvoductie, die de grondslag is voor de welvaart der gehele bevolking, bepaald schadelijk zijn, indien enige wettelijke 'bepaling, beperking of een verbod van vrouwen- arbeid zou voorschrijven.

Een verouderde opvatting.

Het is een vel'OUderde opvatting, dat de vrouw de "man het brood uit de monq" zou stoten. Ieder werk be- hoort zo efficient mogelijk te geschie- den en het is in econonisch opzicht niet verdedigbaar, dat men bepaald werk met een minder nuttig effect man zou laten doen, indien een vrouw door man zou laten doen, indien een vrouw 'een hoger effect -bereil~t.

de fout dn de redenering ligt hier- in, dat men bepaalde gevallen,

waal1in mannelijke krachten door vrouwelijke worden vervangen als voorbeeld stelt en daaraan algemene conclusies vastknoopt. Men vergeet daarbij, dat een samenleving een levend organisme is, dus iets dat voortdurend aan veranderingen is bloot gesteld en ook veranderen moet, wil zij niet verstarren en achter- uitgaan. Vrijgekomen mannelijke werkkrachten zull-en elders een an-

·---,

Bijgaand vragen wij aller belang~

stelling voor een belangrijk pro~

bleem, dat mevrouw M. C.

Fahrenfort~Meuffels speciaal voor ons blad schreef. Het geldt hier een vraagstuk, dat uiteraard in de eérste plaats de aandacht van onze lezeressen zal trekken, doch dat wij voorts gaarne in de belangstel~

ling van onze lezers aanbevelen.

RED.

der en beter emplooi vinden, waar~

bij intussen erkend dient te worden, dat vooral in tijden van crisis stag- naties optreden. Maar het zou onjuist zijn, zulke stagnaties op rekening te stellen van de vrouwenarbeid!

Nu bestaat er ontegenzeggelijk een gevaar, dat mellj zo ver zou .gaan om

d~ arbeid van de vrouw in bedrijven zodanig te idealiseren! en te propage-

ren, dat ook de gehuwde vrouw in toenemende mate te werk.zou worden gesteld. Natuurlijk kunnen er geval- len zijn, waarin~ door ziekte. of tijde- lijke werkloosheid van de man, óók de gehuwde vrouw tot arbeid in bedrij- veen wordt gedwongen. Maar dat hier- onder het gezin in het algemeen zal moeten lijden, valt niet te ontkennen

Een ander vooroordeel, dat dikwijls met betrekking tot het vraagstuk dat wij hier behandelen moet worden overwonnen", betreft de z.g. ver- standelijke minderwaardigheid" van de vrouw ten opzichte van de man.

De vrouw minder scheppend ?

Juist is misschien wel, dat de vrouw in het algemeen minder schep- pend vermogen heeft dan de man. Op het gebied van · beeldende kunsten speelt de vrouw slechts een zeer be- scheiden vol. Op technisch gebied, op het punt van uitvindip.gen heeft de vvouw een vrijwel blanco register.

Maar het is nauwelijks nodig er op te wijzen, dat de vröuw het op andere gebieden van 'kunst en ook van wetenschap tot ze-er hoge prestaties kan brengen: toneelkunst, literatuur, scheikunde, medicijnen, vechten, om slechts enkele 'gebieden te noemen, vormen voor de vrouw allerminst een afgesloten terrein.

Als wij dan voorts nog bedenken, dat studie en opleiding van vele meis- jes van de aanvang af beheerst wordt door de opvatting "dat zij toch wel eens zullen trouwen" en "dat het er vcoor een meisje niet zo erg op aan- komt", dan geloof ik, dat men de achterstand, die er op bepaalde ge- bieden •bij de vrouw valt te constate- ren vergeleken met de prestaties· van de nian, voor een niet .gering deel moet schrijven op de rekening van het komende huwelijk en de verwachting, dat het meisje toch maar voor enkele jaren in de maatschappij werkzaam zal zijn. Ook bij de meisjes zelf be-

DE DEMOCRATIE

NOGMAALS ONDER DE LOUPE

Is de uitwerking van ons kiesrecht wel juist 7

EEN VERWIJZING NAAR THORBECKE

Een critische beschouwing over de democratie.

Met grote) belangstelling las ik het avtikel van de heer de Blaey over bo- vengenoemd onderwerp. Met de strek- king van zijn betoog kan ik mij vol- komen verenigen. Speciaal de zin- snede, waarin vastgelegd wordt dat de qualiteit van het volk van zeer vceel belang is, heeft mijn volkomen instemming, evenals de definitie van Prof. A. K. White van democratie.

Prof. White spreekt van -een recht- vaavdig, verdraagzaam en verstandig volk.

Hoe, staat het nu met de qualiteit van ons volk? Het is een bekend feit, dat het onderwijs in ons land op een behoorlijk peil staat. Ik wil hiermede niet beweren, dat er op dit -gebied niets te verbetere~ zou zijn.

Integendeel en het is een verheu- gend verschijnsel, dat op dit terrein allerwegen gezocht wordt naar

nieuwe vormen en over de vernieu- wing vallj ons onderwijs is zeker het laatste woovd nog niet gesproken.

Een niet onbelangrijk· gedeelte van ons volk bestaat echter uit geestelijk onvolwaardigen en a-socialen.

In een artikel, voorkomende in

"Het Schoolblad" van 27 Aqg. 1949 las ik o.a., dat het aantal geestelijk onvolwaavdigen

±

40% van de totale bevolkin1g uitmaakt. Dit percentage was ~en 25 jaar geleden zeker lager.

De schrijver van bovengenoemd arti- kel wijst op het gevaar, dat er schuilt in de algemene daling van de intel- ligentie van ons volk. Het ligt voor de hand, dat onderwijs en nazorg voor zwakzinnigen nodig is, maar de schrijver wijst er op, dat dit zonder meer enkel contra-selectie is. Wij wil- len hier op dit vraagstuk niet verder ingaan, maar nog even wijzen op die andere onmaatschappelijke gvoep, de a-socialen.

Zij, !die bekend zijn met de samen- stelling van de bevolking in de ,grote bevolkingscentra, weten, dat ook

staat die opvatting over het alge- meen en daarom spannen zij zich dik- wijls minder in dan wenselijk zou zijn voor hun eigen bestwil.

Wetenschappelijk mag het wel als vaststaand worden aangenomen, dat de intelligentie van jongens en meis- jes vrijwel gélijk is. Dr. Luning Prak schreef hierover o.a. in zijn boek: "De polen van het intellect". Dr. Luning Prak is psycho-technicus, d.w.z. hij heeft tot taak personeel te testen voor aanneming bij grote onderne- mingen. Hij is bovendien ondctwijs- specialist en hij mag op dit gebied dus wel als een autoriteit worden be- schouwd. Hij schrijft dan in zijn boek:

"Het verloop der intelligentie is bij jongens en meisjes, bij mannen en vrouwen vrijwel hetzelfde. Slechts in de meest extreme mootjes toont de grafiek duidelijk verschil.

De schrijver bedoelt daarmee, dat het meest grote intellect, dus zij, die boven allen uitsteken in meerderheid mannen zijn. Maar ook, dat in het percentage aan debielen (de achter- lijken) de jongens in de meerderheid zijn. M.a.w. er zijn meer begaafde jongens dan begaafde meisjes, maar ook meer zwakzinnige jongens dan zwakzinnige meisjes. In de meer nor- male klassen is de intelligentie echter gelijk. De meisjes op' school zijn ijve- riger en volgzamer en blijven daar- door minder zitten. Bij het lager on- derwijs doubleren elk jaar 12,7% der jongens tegen 10,7% der meisjes.

We zullen het hierbij thans laten.

Het is ons er niet om te doen geweest even het "zwakke geslacht" op te hemelen, maar om enkele feitèn naar voren te brengen, die ertoe kunnen bijdragen om de resten van bepaalde vooroordelen uit de weg te ruimen. Ik zal de laatste zijn, om te beweren, dat man een vrouw gelijk zijn. Een Zwitserse geleerde heeft eens gezegd, dat alleen reeds de charmante om- standigheid, dat een man een man is en een vrouw een vrouw, tegen deze opvatting pleit.

Volkomen juist. Een vrouw is dus andevs dan een man, maar ... zij is niet minderwaardig aan de 'man!

Overveen. M.C. FAHRENFORT- MEUFFELS.

deze bevolkingsgroep een niet onbe- langrijk gedeelte van ons volk uit- maakt.

Wanneer we nu nog eens even de definitie van Prof. White bekijken, dan vragen we ons af, of het van een gezonde democratie getuigt, wanneer deze groepen van de bevolking door middel van hun stembiljet invloed hebben op de samenstelling van de regering. Wij willen allerminst een pleidooi !houden voor een vroeger be- staan hebbend stelsel van belasting-, examen-, huur-, loon- en spaarbank- kiezers. Op de vraag: "Moet ieder burger het kiesrecht bezitten of slechts een beperkt aantal?" ant-' woordde Thorbec~e. "dat het begin- sel van algemeen stemrecht in de staatsgeschiedenis onzer eeuw ligt schijnt 'even onmiskenbaar, als dat zij het gestadtg, schoon trapsgewijze, tracht te verwezenlijken. Het uitslui- ten van ongeschikten is met dat be ginsel niet in strijd."

Ik geef toe, dat het probleem, het- welk ik hiermede stel, uiterst moeilijk is. Het is gee111 eenvoudige taak om vast te stellen, wie tot bovengenoem- de groepen van de bevolking behoren.

Ik heb het echter altijd onjuist gevon- den, dat geestelijk onvolwaardigen

en a-socialen dezelfde rechten hebben als· de· volwaardige .bm·gers.

G. 0. van de HAAR.

Utrecht.

(5)

BOEKBESPREKING

Vorrink, K. Een halve eeuw begin- selstrijd. Overdenkingen over verle- den en toekomst- bij een historische mijlpaal. Tweede druk. Secretariaat S.D.A.P. Amsterdam, 1945.

Dit is een brochure, geschreven om het juiste inzicht ( ! ) in de bedoelin- gen van het democratisch socialisme te verschaffen. Althans, zo heet het in voorwoord no. 1. Herdrukt werd het geschrift in 1945 ten behoeve van hen, die geen feitelijke bezwaren heb- ben tegen het beginsel van het demo- ' cratisch socialisme, maar die uit ze- kere gevoelsoverwegingen buiten haar rijen zijn blijven staan (Voor·

woord no. 2).

In hoofdzaak Is de behandelde stof in tweeëlli gesplitst: In Hoofdstuk II wordt een historische schets van de S.D.A.P. gegeven, waarbij als belang- rijkste punten naar voren worden ge- bracht: a.' de Nederlandse sociaal- democratie als reactionnaire bewe- ging tegen het anarchisme en het syndicalisme, b. De ontwikkeling der sociaal-democratie tot grootste op- positiepartij, en c. De invloed van de eerste wereldoorlog en zijn gevolgen op de denkbeelden en mogelijkheden der sociaal-democratie. In Hoofdstuk ITI geeft schrijver een toelichting op het program der S.D.A.P. van 1937.

Hoofdstuk I geeft ·een inleidend woord, Hoofdstuk IV is een verza- meling belangwekkende bijlagen.

Het is direct duidelijk, dat dit werkje ingedeeld moet worden bij de populaire partijlectuur.

De .grote problemen, waar men voor staat, als men ·een .socialistische ordening wenst op te leggen aan de samenleving worden zorgvuldig ver- meden. Of eigenlijk wel democratie kan bestaan in een socialistische maatschappij wordt blauw blauw ,ge- laten. Volgens welk beginsel de pro- ductie moet worden georganiseerd en hoe de opbrengst moet worden ver- deeld, zult U in dit geschriftje niet uiteengezet vinden. Kortom, alle enigszins dièpzinnige vraagstukken zijn onbesproken gelaten. Een bij- drage tot de .internationale discussie, of en in hoeverre socialisme bouw- stoffen kan leveren voor een maat- schappij met welvaart, vrijheid en vrede, moet men in dit werkje van Vorrink dus niet zien. Vorrink zegt o.m. "De verwezenlijking van het de- mocratisch socialisme is mogelijk, omdat de voorwaarden voor •een ·so- cialistische productiewijze zich in het kapitalisme blijven: ontwikkelen"

(p. 56).

De zin in quaestie ge;eft het onge- wilde bewijs, dat de mogelijkheid van het samengaan Vfrn socialisme en een vrij staatkundig leven, nog altijd on- bewezen is, en dat dus de invoering van het socialisme het einde der vrij- heid betekent of op zijn best een sprong in de afgrond is.

"Een beweging, die elk jaar haar beginselprogram zou wijzigen, zou zeker weinig ernstig worden geno- men", schrijft Vorrink op pag. 18.

Welnu, de Partij van de Arbeid, de partij, waar Vorrink voorzitter van is, wijzigde in 1947 haar programma van 1946.

(/)e CDriemaste1r

Maandorgaan van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democra- tie (J.O.V.D.)

Hoofdredacteu.r: G. Stempher.

Leden van de redactie: J. G. Th.

Linssen, E. Nordlohne, A. A. C.

Reed\jk en Ger van Schagen (se- cretaris).

Redactieadres: v. Tuijll v. Se- rooskerkenplein 29-I, Amsterdam.

Adres Administratie: •Rijnstraat 116-II, Amsterdam.

Abonnementsprijs f 2,- per jaar. (Voor leden gratis)

Abonnements- en· advertentie- gelden uitsluitend aan G. Stempher Amsterdam, Postgiro 244397 of op bankrekening, Hollandsche Bank-

Unie, Herengracht 434-438.

Wanneer men zich afvraagt, wat de vijftig jaren beginselstrijd ge- bracht hebben, dan blijkt dat alleen een slappe herformulering van het marxisme te zijn. Op pag. 106 schrijft Vorrink --:- uit zijn humeur- dat het tot de strijdmethoden van zekere pro- pagandablaadjes behoorde om com- munisten en sociaal-democraten ge- zamenlijk als "Marxisten" te betite- len, maar ach, op pag. 44 schrijft Vorrink toch ook maar weer: "Geen socialistische beweging is denkbaar, die niet ;in meerdere of mindere mate steunt en voortbouwt op de weten- schappelijke arbeid van Karl Marx".

Hoe grappig' dit ook is, het is de zwakheid van het socialisme. Het bouwt op Marx, maar de theorieën van Marx als het historisch-materia- lisme, de arbeidswaardeleer en de ont- wikkelings•wetten, ze zijn geen van allen juist. Dit is ook de reden, waar- om socialistische regeringen zo wei- nig presteren. Bij de uitoefening van het bestuur komt men: telkens voor deze werkelijkheid te staan, dfrt het leven zich niet volgens marxistische wetten ontwikkelt, en dat de midde- len die Marx aanwees, dus ook ave- rechts effect sorteren. Heti leven is nu ·eenmaal sterker dan· de Marxisti·

sche leer. De leer zegt, dat "kapi- taalmagnaten de regeringen de weg opdrijven van imperialisme en kolo- niale politiek" (p. 120), maar het leven zegt •(p. 122), dat de "machtig sten van de machtigen in het econo- misch leven van onze tijd behoren tot een klass~ van lieden, die reeds lang de wereld als hun vaderland beschou- wen''!

Ik zal nu niet verder alle tenden- tieuze voorstellingen van zaken op de voet volgen. Ik noem alleen maar dit, dat Vorrink op p. 104 zegt, "dat de S.D.A.P. van vóór 1940 bereid was tot het! sluiten van politieke compro- missen met alle andere politie~e par- tijen... Zij ihadi daarmee in het staatkundige leven van ons volk haar plaats als gelijke onder gelijken inge- nomen, al viel het sommigen niet zo makkelijk haar als zodanig te' erken- nen ·en te a8!llvaarden". Dit klinkt aardig, voor wie niet beter weet, maar de waarheid is, d8it de S.D.A.P.

reeds in '1913 door dr Bos•, de toen- malige kabinetsformateur, uitgeno- digd werd in een links kabinet zitting te nemen om mede regeringsverant- woordelijkheid te dragen, en dat de S.D.A.P. toen weigerde en liever In de oppositie bleef! D[t !Wordt eenvou dig doodgezwegen.

Harold J. Laski. Inleiding tot de wetenschap der politiek. Vertaald door Prof. Mr~ Dr. J. Barents. Am- stevdam, N.V. De Arbeiderspers 1949.

De oprichting van de "Zevende fa- cuiteit" aan de Univevsiteit van Am- stevdam zal- naar ik hoop- er toe leiden, dat de vraagstukken van bin-··

nen- en buitenlandse staatkunde in Nederland stelselmatig zullen worden 'bestudeevd. Het heeft hieraan in ons land ontbroken. Zo bestaat er prac- tisch geen Nederlandse literatuur over buitenlandse politiek! Behalve de studie.s over der parlementaire ge- sèhiedenis, zijnJ over de Nederlandse binnenlandse staatkunde slechts en- kele publicaties van waarde vevsche- nen. Het moniste Nederlandse boek over politiek vind i:k no.g altijd Bon- rger',s "Problemen der democratie".

Stellig is het duidelijk gevoelde gemis aan een Nederlands boek over poli- tiek voor de, lheer Barents (professor van de "Zevende faculteit") aanlei- din,g .geweest naar de vruchten van het denken van Haro1d Laski tEl! grij- pen. L8iski is hoogleraar aan de "Lon- don Schooll. of Economics and Politi- cal .Scienoe" en heeft talloze, deels zeer omvangrijke, werken geschreven, waarvan nu het .k1eine "Introduction to Polities" door prof. Barents in het N ederli,'Lnds werd vertaald (en be- werkt).

Laat ik direct zeggen, dat de ambi·

tieuze titel van het ·boekje niet door

de hlhoud .gerechtvaardigd wordt! In een 105-tal kleine bladzijden, in vier booMstukken onderverdeeld, krijgt de lezer al'geloos wat historisch-ma- terialisme opgelepend, dat - natuur- lijk! -niet alsr zodanig wordt aan- gediend. Hier volgen enkele voorbeel- den: Pag. 17: "De ,staat zoekt bij zijn optreden niet opzettelijk algemene rechtvaaroigheid of algemeen nut, maar h!;!t belang (in de ruimste zin van het w,oord) van de heersende klasse in de rsamenleving". Op dezelf- de bladzijde is ook nog dit te lezen:

"De rechtsorde is een masker, waar- achter een overheersend economisch belang zich het voordeel van politiek gezag weet te verzekeren". Op pag.

89 lezen wij: " ... in een maatschap- pij, waar de ongelijkheid heerst, wordt het nieuws (in de dagbladen) scheef getrokken ten voordele van degenen, die de economische macht uitoefe- nen". Zo verder. (pag. 89) "Alleen in de maatschappij, waav gelijkheid heerst loont het om de waarheid te drukken". ·Dat kunnen aller kranten, waar ook ter rwereld, in hun zak ste- ken. Men kan er om lachen, maar het is de vraag, of Laski (en Barents ? ) het als rgmpje bedoelden. Overigens durf ik toch wel de vraag te stellen, of Las·ki en Barents zich een maat·

schappij, "waar gelijkheid heerst", kunnen voors•bellen. Het kenmerk van een maatschappij is juist haar orde- nend beginsel, met als uitvloeisel de hiërarchie .en de ongelijkheid, terwijl ook in het economisch leven nog nim- mer de deugdelijkheid en duurzaam-

beid van een gelijke inkomeillSverde- ling konden worden aangetoond.

Noch de kennis van het fundamen- tele beginsel ener maatschappij, noch vam. de opbouw van het economisch leven schijnen door Laski begrepen.

laat staan verduidelijkt, te kunnen worden.

Welk een niet geheel betrouwbare gidS!· Laski wel is, kan ook weer eens uit de volgende zin blijken: (p. 68)

"De gemiddelde kiezer kan in Frank- rijk bijvoorbeeld onderscheiden tus·

sen royalistische en socialistische groepen, maar daar tussenin liggen vele onderscheidingen, die zich eigen- lijk niet goed onder wool'den laten brengen". Zou Laski Jlooit in Frank- rijk ,gewee•st zijn, of veronderstelde hij, dat zijn lezers toch nooit zijn woovden kunnen: verifiëren?

Zijn mening, op pag. 59 uitgedrukt, dat •een democratisch stelsel lang- zamer moet werken dan een ander, is weer ·een van zijn ondoordachthe- den. De ·ervaring heeft toch wel ge- leerd, dat juist autocratische stelsels uiterst langzaam, bureaucratisch en stroef werken, terwijl tal van belang rijke besluiten in democratische lan- den snel wol:'den genomen en uitge- voerd. Alleen: men blaast in demo- cratische landen zijn preastaties niet zo op als in autocratische landen.

Het boekje van Laski is te een- zijdig, te beperkt van opzet en ook te apert onjlllist op, menig punt, om het ,een aanwinst voor de politieke weten- schap te kunnen noemen.

E. NORDLOHNE.

Uit bladen buiten onze grenzen

Stem men uit België en Zwitserland

Wij ontvingen: Die Neue Genera·

tlon", maandblad van de "Junglibe- rale Bewegung der Schweiz". Het blad geeft vele interessante en dege- lijke artikelen, naast nieuws uit de verschillende kantonen. Uit de tekst blijkt dat in deze kantonen nog af- zonderlijke jong-liberale maand- of weekbladen bestaan.

Ons troffen de volgende zinsneden:

"Verantwortung bestebt immer in bezug a.uf. eine konkrete Haltung zu meist auf ein Handeln oder Wider~

stehen. Sie ist wohl zunächst ein Akt der Vernunft, ein Uberdenken der Folgen unseres Verhaltens und ein Uberdenken unserer Pflichten und Rechte. Dann aber musz sie sich nach auszen verwirklichen. Zur veran:t- wortung rgehört die Verantwortungs bereitschaft. In unabhängigen, .tat- kräftigen, initiativen Persönlichkei- ten wird diese Bereitschaft zur Ver- antwortungsfreudigkeit.''

In "Vrij Diest", vrijzinnig weekblad voor de kantons Diest, Aarschot en Haecht (België) komt een verslagje voor onder de titel "Serenade": "Ver- leden Maandag wa~ het de beurt aan de heer Coekaerts Fré, voorzitter der Liberale Jonge Wacht, om te worden gehuldigd voor zijn aanstelling als ge- meenteraadslid, ter vervanging van ons provinciaal raadslid.

Muzikanten en Bestuur, met aan het hoofd de. heer Arretz, voorzitter, waren voor deze .gelegenheid zeer tal- rijk opgekomen. Het bestuur van de L.J.W. was insgelijks compleet en een · bijzonder pluimpje verdient voorwaar de Liberale Damesbond welke er aan had gehouden, onder leiding van de voorzitster, met een zeer talrijke schaar aanwezig te zijn. Verder wa- ren er nog zovele andere militanten, te veel om te vernoemen. Vermelden

we enkel nog onze sympathieke Non- kel v. d, Bergh, voorzitter der Libe- rale Vak- en Ziekenbond.

Voorzitter Arretz huldigde de heer Coekaerts in enkele treffende be- woordingen, waarin hij de hoop uit- sprak, dat ons nieuw gemeenteraads- lid in de toekomst zou blijven voort- ijveren zoals hij dat tot nu toe heeft gedaan, hetgeen de heer Coekaerts volmondig beaamde.

Daarop werd de gebruikelijke ere- wijn .gedronken, onder het spelen van mooie muzieknummers, onder leiding van de chef, de heer Vranckx.

Een dreunende Brabançonne be- sloot deze mooie inhuldiging. ' Daarna had een rondgang plaats in de stad! met het traditioneel bezoek aan enkele café's".

De Benelux kan ons naast vele ern- stige zaken ook nog een behoorlijke dosis "savoir 'Vivre" bijbrengen.

BLOEMENDAAL

& LAAN N.V.

WORMERVEER

Rijst, Havermout, Rijstvlokken, Mais-flakes

secr.

C.V. OLIEFABRIEKEN

"DE TOEKOMST"

WORMERVEER

Veevoeders, Technische oliën

"Smaragd" Slaolie

(6)

Een kamp bij onze Zuiderburen

Prettige ervaringen Vlaamse Ardennen

1n . de

ONZE DRIEMASTER GEROEMD.

Van 5-16 Augustus werd in België eell1 kamp georganiseerd door de Li- berale Jeugd. Door de vriendelijkheid van onze Belgische geestverwanten waren wij in staat met drie Nederlan- ders aan dit kamp deel te nemen.

(± 400 Belgische deelnemers).

Het gehele kamp :was uiterst ple- zierig. Een mooie omgeving vlak bij de derde textielstad van België

(Ronse).

master''. Ook voor de inhoud van dit blad hadden zij veel waarde- ring.

Mèt de. Belgen heeft het .strijdbare deel van de Nederlandse delegatie op op zijn beuril wachtgelopen. Dit ter voorkoming van herhaling van on- aangename gebeurtenissen in karnpen van vroeger jaren, toen tegenstanders het kamp overvallen hadden en een deel der tenten in brand· staken.

De eerste contacten .tussen leden van de Belgische en Nederlandse vrij- zinnige (liberale) jeugdbewegingen

zij:Jli zeer goed geweest. Ik hoop dan ook dat de plannen voor Benelux- kampen binnen niet al te lange tijd verwezenlijkt mogen worden.

LUKAS OOSTERVELD.

En dit brachten de afgevaaroigden mee UÏ't het Belgische kamp: •

De Vlag

Strijdlied van de ~,Liberale Jeugd".

DE VLAG.

Liberaal strijdlied.

I

Daar dreun.t een kreet,· vol over- (tui:ging, Daar dreunt een kree•t:; door 't

(vaderland Voor ons •gedacht ten strijd vooruit.

Geen rood of1 gele· slavenband Wij houden moedig stand, Men zal geen onzer strafloos

(knechten, Ons volk zal pal staan voor zijn

(rechten, En ·Strijden hand in hand. (bis)

Refrein.

Hoog banier, 0 vlag der Liberalen,

Gegroet, gegroet, symbool der (glansrijke idealen.

Hoog banier, 0 vlag der Liberalen, Gegroet, gegroet, 0 vlag der

(Liberalen.

Daar dreunt een .kreet nog door den (lande,.

Bedrog noch onrecht houden duur, Van hoog tot laag, elkeen zijn recht, Verdraagzaamheid in '·s lands bestuur.

Voor vrijheids hoogste ·bloei, Blaakt onze geestdrift fel en

krachtig:

Ons eerlijk doel maakt ons steeds (machtig·

Op tegen elk geknoei. (bis)

m

Broederlijkheid is onze leuze En liberaal steeds fier en· vrij, Zoo waar ons bloed door a'dren vloeit De dag der redding is nabij,

Een dag die •schitt'ren zal,

Gelijkheid, voorspoed, levensblijheid, Ontwikkeling, gewetensvrijheid, En welvaart overal. (bis)

Rèfrein.

Ook het programma was aardig:

o.m. 2 bals, 3 kampvuren, dagtochten en ·excursies•. Het kampvuur werd op- gevrolijkt door prestaties van de deelnemers. Ook van Nederlandse zijde . hadden wij graag iets willen presteren' doch toen wij aan de beurt kwamen, waren wij heiaas juist even afwezig!

Activiteit van Afdelingen en Hoofdbestuur

4 September te Amsterdam. Vooral de Algemene Vergadering maakten onderwerp van bespreking uit. Wij wijzen nogmaals op de wenselijkheid, dat de afdelingen ons voorstellen en eventuele agenda-punten betreffende deze Algemene Vergadering doen toe- komen. Eerst door goede samenwer- king zal deze bijeenkomst voor hon- derd procent kunnen slagen.

De bals werden in kampeertenue in het liberale café van Ronse gehouden.

Veel café's hebben in België een be- paalde politieke kleur. Bv. in Ouden- aarde staan aan de Markt o.m. drie café's, geschilderd met resp. ' rood, blauw enJ geel. Dit waren resp. socia- listische, liberale en katholieke café's, waar ·de verschillende groeperngen hun bijeenkomsten hielden.

Dagtochten maakten we naar hoge heuvels in de omgeving en een excur- sie naar een weverij: in de weverij lagen vele weefgetouwen stil. 111! Bel- gië zijn 250.000 werklozen. Vooral in de textielindustrie.

lndrukwekkend was zeker de mèe- ti:ng en optocht van de Liberale Jeugd in de stad, ter gelegenheid van het 50 jarig bestaMIJ van de afdeling Ronse. ·Er was die dag ook nog een veceptie en democratisch banket.

Welke indruk .kregen wij nu van de Belgische Liberale Jeugdorganisatie t.o.v. Nederlandse geestverwante or- ganisaties? In BeLgië leken mij de Liberalen veel strijdbaarder dan in Nederland. Vooral de Jeugd. Hoewel de organisatie een beetje slordig is, is het enthousiasme enorm e111 daar gaat het toch om. Hieraan kWllilen wij in Nederland een voorbeeld nemen. In België is de• Liberale Jeugd socialer getint dan bij ons·; iets wat zeieer niet gaat ten kQSte van politieke beginse- len.

Juist tijdens he1l kamp bereikte de regeringscrisis haar hoogtepunt en opLossing.

,z01

men weet, draaide de gehele moeilijkheid om de konings- kwestie. En juist om deze kwestie zijn de liberalen verdeeld. Zodoende werd de R.K.-Liberale regering dan ook tamelijk .koèl ootvangen, en al- leen aanvaard als noodoplossing ten behoeve V8/Ill het vaderland. Een re- gering was na zo veel maanden, ab- soluut noodzakelijk: een kwart mil- lioen werklozen met een verwachte

stijgin~ in het najaar.

Zo wa.s de stemming in het kamp, waar de leeftijden van· de deelnemers varieerden van 12-35 jaar.

De Liberale Jeugd van België is een echte Jeugdbeweging, vol van vurig enthousiasme. Van hun kant benijden zij ons om, ons landelijk maandblad "De Drie-

Flinke start in Zeeland

Het, eerste teken van leven in Zee- land kan worden gemeld. De p:rimeur

heeft Schouwen-Duiveland, waar de heer C. N. Moolenburgh in Burgb- Raamstede met een 25 ni-euwe leden is gestart. Wie dus mocht denken, dat Schouwen er maar wat "bijhangt"

vergist ·zich deerlijk. Het steekt alle andere gebieden, zelfs Middelburg, Vlissingen en Goes de loef af! Bravo Burgh-Haamst·ede!

Bij dit eerste succes~ blijft het niet, want de leden uit Burgh-Haamstede zijn voornemens om onder leiding van de heer Moolenburgh een ware inva- sie op; Schouwen op touw te zetten.

Zierikzee kan daar reeds van meepra- ten; de propaganda is er inmiddels begonnen.

Al verschijnt de afdeling "Westelijk Schouwen" het eerst aan de startlijn, de andere plaatsen wensen in deze sportieve strijd zo weinig mogelijk achter te raken.

Ook) nog ·in deze maand wordt in Goes de oprichtingsvergadering ge- houden van de afdeling Noord- en Zuid-Beveland. In een volgend num- mer brengen wijl U daarvan verslag.

Veel succes, Zeeuwen; het parool is nu: door21etten; wij zijn; nog lang niet aan de finish .

AMSTERDAM.

Nieuw seizoen.

Vrijdagavond, 26 Augustus begon der afdeling het nazomer-programma met een soort instuif-avondje. Gezien de vacantietijd, viel de opkomst lang niet :tegen. Versche~dene J.O.V.D.

problemen passeel'den de· l'evue en vergissen wij ons niet, dan is het in1- tiatief genomen tot het instellen, on- der bek.wame leiding, van een dans- clubje. Een geschikte lokaliteit is aanwezig.

Aldus, dansend het nieuwe seizoen tegemoet. Dat getuigt van de juiste spirit. ·

DEN HAAG.

Mutaties.

Door het bedanken van de heer W.

J. de Blaey als lid van de J.O.V.D., verloor de afdeling' Den Haag zijn voorzitter. De leiding van de dage- lijkse gang van zaken komt nu te rus- ten/ in handen van de vice-voorzitter, de heer W. G. van Haersma Buma.

Reeds eerder vond een mutatie plaats ·bij het secretariaat. Secreta-

resse is ;thans: Mej. L. E. Meyer. Laan van Poot 342. H:et adres van de sportcommissie is: Mej. F. Swart, Ieplaan 53.

Overige afdelingen:

Zalige vacantie rust! Of niet?

CONTACT ADRESSEN:

N.- en Z.-Beveland: C. J. Visser, Rijksweg 33, Kruiningen.

Schouwen-Duiveland: C. M. Moo- len:burgh, "De Stolpe", Burgh.

Walcheren: W. Vader, Kasteel-

st~aat 60, Vlissingen.

Voorzitter afgetreden.

Eind vorige maand heeft de heer W. J. de Blaey gemeend om persoon- lijke redenen te moeten aftreden als voorzitter: IVan ons Hoofdbestuur. Te- vens heeft hij bedankt voor ihet lid- maatschap der J.O.V.D.

Vanaf deze plaats danken wij de heer De Blaey voor het werk, dat hij voor onze organisatie heeft verricht.

En wij spreken ·de wens uit, dat hij weer spoedig zal kunnen toetreden tot onze gelederen.

Vóór de komende Algemene Verga dering zal geellll nieuwe voorzitter worden .gekozen. Tot .genoemd tijdstip zal het voorzillterschap .worden waar- genomen door de vice-voorzitter, de heer J. G. Th. Linssen.

H.B. Vergadering.

De eerstkomende Hoofdbestuurs- vergadering werd vastgesteld op 3 en

Meer nieuwe abonné's!

De vorige maand kondigden wij een actie aan inzake het winnen van abonné's voor ons maandorgaan.

De afdelingen ontvangen deze maand wat extra nummers, om hun propaganda kracht bij te 21etten. Wan- neer iedere afdeling in September zorgt voor 10 nieuwe abonné's, komen wij op de goede weg. Datr :is onze ge- hele actie; eenvoudig en gemakkelijk.

Wij rekenen op Uw medewerking,

en

zijn benieuwd welke afdeling ons het eerst zijn lijstje inzendt.

Internationale activiteit.

Onze organisatie zond geen afvaar- diging meer naar het congres der

"World Federation of Liberal and Radical Youth". Wat is in de verga- gadering voorlezing gedaan van ons schrijven aan de president.

Wij ontvingen bericht dat de vol- gende bijeenkomst van het Exentive Committee der W.F.L.R.Y. zal plaats vinden te Amsterdam, in Januari 1950.

Italië zal optreden als gastvrouwe van het derde congres (1950).

Over' het zomerkamp in België na- men wij in dit nummer een verslag op van een der afgevaardigen.

GER VAN SCHAGEN,

Ouders, familieleden en kennissen van ].0. V.D.ers

S

teunt ons werk door U te abonneren op ons maandblad "De Driemaster". Bouwt mee aan onze toekomst door onderstaand for~

roulier in te vullen en aan ons op te zenden.

.

'

AAN DE ADMINISTRATIE VAN "DE DRIEMASTER"

p.a.~ G. STEMPHER - RIJNSTRAAT 1 J62 - AMSTERDAM-Z Ondergetekende wenst zich te abonneren op "DE DRIEMASTER"

ad f 2.- per jaar.

NAAM ... . ADRES ... . PLAATS ... .

~---_/

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

f 10.000,-, maar dit geldt alleen voor loontrekkenden (de loonbelas- ting houdt geen rekening met spaar- tegoeden). Kleine zelfstandigen - en is het gewaagd te

Vroeger, vele lange jaren geleden, leefde in het donkere Wettenbos een klein mannetje, dat Laks heette. Mammoet vond het zo fijn bij Laks, dat hij vele jaren bij hem

Uit praktische overwegingen (span- ning in de wereld verkleinen), maar vooral ook uit idealisme, moeten we voor de onderontwikkelde gebieden iets doen. De liberale

De vakbeweging zoekt nu andere on- derwerpen om .zich mee bezig te houden: zo wil zij zich gaan be- moeien met het sociale beleid bin- nen de onderneming

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE Tel. Bij herhaling hebben wij op deze plaats reeds vastgesteld, dat de verkiezingsuit- slagen, die toch maatgevend

Naar mijn mening moeten we dus het kalmer aan gaan doen en er niet maar volledig aan toe geven, men bedenke vooral dat voor niet alle bedrijfstakken dit even

teneinde een geboortedaling te be- werkstelligen, noodzakelijk maken. Het beste is natuurlijk dit langs in- directe weg te bereiken en de be- volking vrijwillig tot

Congres van de Intern. Federation of Radical en Liberal Youth stelde. Bet liberalisme stelt zich ten doel, elk individu de vrijheid en de gelegen- heid te geven om zijn